46

Als een gekooid dier liep Fleur heen en weer door de bijkeuken. Er was inmiddels ruim een uur verstreken en nog steeds zag ze geen uitweg. Allerlei mogelijkheden waren al door haar hoofd geflitst maar ook net zo snel weer aan de kant geschoven. Haar vriendinnen sms’en dat ze opgesloten zat in de bijkeuken was er een van. Het liefste zou ze keihard op de deur bonzen.

Bij de gedachte dat Tibor thuis zou komen en een koud, onbeslapen bed zou aantreffen kreeg ze het Spaans benauwd. Hij zou volledig uit zijn plaat gaan en denken dat haar weer iets was overkomen. Maar dat had ze toch nog liever dan dat hij erachter zou komen dat ze in de bijkeuken rond had gesnuffeld zonder zijn toestemming. Ze kon niet goed inschatten hoe dat exact zou vallen, maar dat Tibor woest zou zijn en dat het hun relatie geen goed zou doen sprak voor zich. Hij had veel te veel te verliezen en ze wist niet meer hoe diep zijn liefde voor haar nou werkelijk ging.

Ze was zo in gedachten dat ze pas doorhad dat de deur van de bijkeuken werd geopend toen het al te laat was. Ze stond te ver van de dozen af om er net als de vorige keer snel achter te verdwijnen. Stokstijf bleef ze midden in het vertrek staan. Haar lijf wilde niet meer reageren en haar hersenen leken te bevriezen. De deur ging verder open en haar grote ogen van angst keken recht in die van Dorba. Als hij terug was, betekende dat ook dat Tibor thuis was. Shit. Nou kon ze het wel vergeten. Dorba sloot de deur achter zich en liep naar haar toe. Hij leek niet verbaasd haar te zien. Had hij Branco gesproken?

Toen hij voor haar stond zette ze automatisch een stap naar achteren en stak haar handen afwerend voor zich uit. Zwijgend greep hij haar stevig bij haar arm en trok haar mee richting de uitgang van het vertrek. Ze probeerde zich te verzetten maar Dorba was natuurlijk veel te sterk. Hij sleepte haar onverminderd voort, nog steeds zwijgend. Haar blote voeten hadden nauwelijks grip op de vloer. Dorba deed de deur open en duwde haar naar buiten. Razendsnel draaide hij de deur weer op slot met een sleutel die aan zijn sleutelbos hing. De sleutel in de vriezer was dus waarschijnlijk een reservesleutel.

Fleur wist niet zo goed wat ze moest doen. Excuses verzinnen had geen enkele zin want er was geen smoes die geloofwaardig genoeg was om haar aanwezigheid in de bijkeuken te verklaren. Hopen dat Dorba zijn mond hield tegen Tibor en Branco was natuurlijk ook een illusie. Dorba keerde zich van haar af en pakte een bord waar hij twee chocoladecroissants op legde. Verbaasd volgde ze zijn gangen. Wat was hij nou aan het doen? Snel draaide hij zich om en liep naar haar toe. Voor ze hem kon ontwijken had hij haar alweer bij haar kladden. Ze voelde zijn dwingende hand in haar nek toen hij haar richting het aanrecht duwde waar het bord op stond. Ze begreep niet wat hij van haar wilde en overwoog hem een klap te verkopen. Voordat ze überhaupt haar vuist kon ballen gaf hij haar een laatste zet en haar buik kwam hard in contact met het aanrechtblad.

‘Eet,’ commandeerde hij haar terwijl hij zelf naar de koelkast liep en een pak melk aan zijn mond zette.

‘Wat is hier aan de hand?’ Tibor kwam met een rood hoofd de keuken binnenstormen. ‘Waar was je?’ Fleur kromp ineen bij het horen van zijn stem en stopte in een reflex een stuk croissant in haar mond voordat ze zich omdraaide.

‘Rustig maar, niks aan de hand. Ik had gewoon honger.’ Ze kauwde overdreven op de brok croissant die al snel een zompige bal vormde in haar mond. ‘Je weet toch dat ik niet kan slapen als jij niet naast me ligt, schatje.’ Ze kuste hem vol op zijn mond en keek met een schuin oog naar Dorba. Hij veegde slechts de melksnor van zijn gezicht. Vervolgens zette hij het pak weer aan zijn mond en dronk rustig verder. Ging hij haar niet verraden?

‘Eet dat boven maar op. Ik kom er zo aan. Even een babbeltje met Dorba maken.’ Het was duidelijk dat Tibor geen enkele tegenstand duldde, dus Fleur pakte snel haar bord op en verliet de keuken. Ze was misselijk van de spanning. Ze hoorde Tibor met ingehouden volume tekeergaan tegen Dorba. Ze bleef staan en probeerde zo veel mogelijk van het gesprek op te vangen. Met haar gebrekkige kennis van de Kroatische taal merkte ze op dat Dorba ongelofelijk op zijn lazer kreeg omdat hij de deur van de bijkeuken niet goed had afgesloten sinds de laatste keer dat hij er geweest was. Branco had dus zijn beklag bij Tibor gedaan over de geopende deur.

Fleur zette zich schrap. Dorba kon haar nu elk moment verraden en zeggen dat niet hij maar Tibors aanstaande had lopen rondneuzen en de deur open had laten staan. Tot haar verbazing ving ze haar eigen naam niet één keer op. Betekende dat dat hij er met geen woord over repte dat hij haar gevonden had in de bijkeuken?

Fleur liep zo snel mogelijk naar boven terwijl ze grote stukken croissant in haar mond stopte. Ze verslikte zich bijna en de tranen sprongen in haar ogen. Het laatste stuk naar de slaapkamer rende ze. Als Tibor zo bovenkwam moest ze in bed liggen met een leeg bord naast zich ondanks het feit dat ze eigenlijk niet aan eten moest denken. Ze realiseerde zich dat Dorba haar enorm uit de brand had geholpen. Waarom had hij dat gedaan? Voor de tweede keer vroeg ze zich af of hij toch een van ‘hen’ was. Ze kon geen enkele andere verklaring verzinnen voor zijn gedrag. Ze bedacht dat ze haar telefoon bij zich had gehad, dus haar opdrachtgever had het gesprek dat ze met Nyura had gevoerd via de ingebouwde microfoon in het toestel helemaal kunnen volgen. Dan hadden ze ook geweten dat ze in de penarie zat toen Branco haar zonder het te weten opsloot. Zou het? Hadden ze Dorba de opdracht gegeven haar te bevrijden? Ze besloot haar opdrachtgever te confronteren met haar vermoeden en sloot zich met haar telefoon op in de badkamer.

Hai mam, klopt het dat ik een broer heb? smste ze naar het bekende nummer. Ze ging ervan uit dat de ontvanger haar cryptische familiebericht wel zou begrijpen. Vrijwel meteen kreeg ze een reactie.

Misschien... Blij dat je in elk geval kennis hebt gemaakt met je zusje. Meteen volgde een tweede bericht.

Zin om morgen een nieuwe jas te kopen? Mama trakteert. Morgen om 13:00 uur bij de vlinder.

Ze wist precies waar ze verwacht werd morgen. Een klein kledingboetiekje in een smal steegje in het centrum met bordeauxrode zonwering en een uithangbord met een vlinder aan de luifel. Leuk, ik zal er zijn, sms’te ze terug terwijl er ter plekke een dikke knoop in haar maag ontstond. Er werd op de deur gebonsd. ‘Heb je de deur nu alweer op slot?’ Tibor klonk geagiteerd. Vliegensvlug wiste ze alle sms-berichten van haar ‘moeder’ en opende de deur. Ze stond krom en had haar armen gekruist over haar maag heen.

Tibor ontdooide en sloeg meteen bezorgd een arm om haar heen. ‘Wat is er met je?’

‘Ik werd ineens zo misselijk. Ik denk dat mijn croissant niet helemaal goed gevallen is.’

‘Wen er maar vast aan, nog even en dan ben je elke ochtend misselijk. Misschien was onze vrijpartij van gisteravond wel succesvol...’ Tibor nam haar in zijn armen en tilde haar op. ‘Wat zou dat goed nieuws zijn, nietwaar prinses?’ Hij draaide een enthousiast rondje met haar door de kamer.

‘Tib, alsjeblieft, ik was misselijk...’

‘O ja, sorry.’ Voorzichtig zette hij haar op de grond. ‘Ik weet zeker dat ik zeer sterk zaad heb,’ zei hij triomfantelijk. ‘Let op mijn woorden, die eitjes van je vechten elkaar de tent uit om als eerste bevrucht te worden.’ Hij leek het meer tegen zichzelf te hebben dan tegen haar.

‘Zal ik morgen vast wat zwangerschapstesten kopen?’

Tibor keek haar verheugd aan en leek al het gedoe van zojuist in de keuken vergeten te zijn. Opgelucht kroop ze naast hem in bed en krulde zich op om te gaan slapen. Tibors hand verdween in haar onderbroek en ze voelde zijn stijve geslacht tegen haar billen.

‘Hm, geen tampon dus je doorbraakbloeding is weer voorbij,’ concludeerde hij tevreden.

Ze voelde dat ze vochtig werd tussen haar benen. Ze had haar lijf al lang geleden geleerd om te reageren op mannelijke aanrakingen, ook als ze er niet van genoot. Hij trok haar slipje uit en drong zonder waarschuwing bij haar binnen. Fleur kreeg kippenvel, maar niet van genot.

Goudkust
x9789044972764.html1.xhtml
x9789044972764.html2.xhtml
x9789044972764.html3.xhtml
x9789044972764.html4.xhtml
x9789044972764.html5.xhtml
x9789044972764.html6.xhtml
x9789044972764.html7.xhtml
x9789044972764.html8.xhtml
x9789044972764.html9.xhtml
x9789044972764.html10.xhtml
x9789044972764.html11.xhtml
x9789044972764.html12.xhtml
x9789044972764.html13.xhtml
x9789044972764.html14.xhtml
x9789044972764.html15.xhtml
x9789044972764.html16.xhtml
x9789044972764.html17.xhtml
x9789044972764.html18.xhtml
x9789044972764.html19.xhtml
x9789044972764.html20.xhtml
x9789044972764.html21.xhtml
x9789044972764.html22.xhtml
x9789044972764.html23.xhtml
x9789044972764.html24.xhtml
x9789044972764.html25.xhtml
x9789044972764.html26.xhtml
x9789044972764.html27.xhtml
x9789044972764.html28.xhtml
x9789044972764.html29.xhtml
x9789044972764.html30.xhtml
x9789044972764.html31.xhtml
x9789044972764.html32.xhtml
x9789044972764.html33.xhtml
x9789044972764.html34.xhtml
x9789044972764.html35.xhtml
x9789044972764.html36.xhtml
x9789044972764.html37.xhtml
x9789044972764.html38.xhtml
x9789044972764.html39.xhtml
x9789044972764.html40.xhtml
x9789044972764.html41.xhtml
x9789044972764.html42.xhtml
x9789044972764.html43.xhtml
x9789044972764.html44.xhtml
x9789044972764.html45.xhtml
x9789044972764.html46.xhtml
x9789044972764.html47.xhtml
x9789044972764.html48.xhtml
x9789044972764.html49.xhtml
x9789044972764.html50.xhtml
x9789044972764.html51.xhtml
x9789044972764.html52.xhtml
x9789044972764.html53.xhtml
x9789044972764.html54.xhtml
x9789044972764.html55.xhtml
x9789044972764.html56.xhtml
x9789044972764.html57.xhtml
x9789044972764.html58.xhtml
x9789044972764.html59.xhtml
x9789044972764.html60.xhtml
x9789044972764.html61.xhtml
x9789044972764.html62.xhtml
x9789044972764.html63.xhtml
x9789044972764.html64.xhtml
x9789044972764.html65.xhtml
x9789044972764.html66.xhtml
x9789044972764.html67.xhtml
x9789044972764.html68.xhtml
x9789044972764.html69.xhtml
x9789044972764.html70.xhtml
x9789044972764.html71.xhtml
x9789044972764.html72.xhtml