48

Tibor had het niet echt gewaardeerd dat ze met haar vriendinnen wilde gaan winkelen. Het liefst hield hij haar nu binnen de muren van zijn eigen terrein. Toen Fleur zei dat ze Dorba mee zouden nemen én dat ze meteen ook een paar zwangerschapstesten zou kopen, werd hij wat toegeeflijker. De gedachte aan een zwangerschap stemde hem milder.

‘Ik wil zo graag babykleertjes kijken met mijn vriendinnen om vast een beetje in de stemming te komen,’ had ze hem verder gepaaid.

‘Zal ik meegaan?’

‘Nee, gun me nou dat meidenmoment. Dan kan ik ze vast wat cadeausuggesties doen voor de toekomstige babyshower.’ Ze knipoogde naar hem en gaf hem een vluchtige zoen. ‘Nog even naar de wc.’ Voor hij iets kon zeggen had ze zich teruggetrokken in de badkamer en de deur op slot gedraaid. Terwijl ze de wc doortrok dook ze naar het badkamerkastje en haalde de usb-stick uit het doosje met tampons. Ze moest dat ding kwijt. Het risico dat Tibor in haar doosje tampons zou snuffelen was klein, maar toch. Ze wilde het straks op de een of andere manier aan ‘mama’ geven. Het ding had zijn taak volbracht en er was geen enkele reden meer om het bij zich te houden.

Ze zette de kraan aan en stopte de stick in een binnenvakje van haar tas. Daarna depte ze haar wangen met koud water. Tibor zat op bed en leek zich niet bewogen te hebben. Ze gaf hem een kus op zijn kruin. ‘Tot straks.’ Hij humde wat afkeurend, maar kwam haar niet achterna toen ze de kamer verliet.

Ze vond Dorba en Branco in de keuken en vroeg Dorba met hen mee te gaan. Hij was meteen opgestaan en met haar meegelopen voordat Branco de tijd kreeg zich ermee te bemoeien. Ze proefde gretigheid in Dorba’s reactie, alsof hij elke kans wilde pakken om bij Branco uit de buurt te zijn. Ze kon hem geen ongelijk geven, want Branco’s hoofd stond nog meer op onweer dan anders. Snel maakten ze zich uit de voeten. Ze hield de handtas waar ze haar telefoon en de usb-stick in had gestopt krampachtig vast. Zou mama nog wat laten horen? De hele ochtend had ze neurotisch het geluid van haar telefoon in de gaten gehouden. Het was haar grootste angst dat Tibor een berichtje zou lezen, want dan zou ze heel wat uit te leggen hebben. Uiteraard had ze haar noodpraatje al wel klaar voor het geval die situatie zich voor zou doen, maar ze hoopte dat het niet nodig zou zijn. Hoe meer ze zich omringde met leugens, hoe ingewikkelder het werd om een consistent verhaal op te blijven hangen. Eén slip of the tongue was al genoeg om de hele boel te laten instorten. Dat moest te allen tijde voorkomen worden.

Vlak voor ze het huis uit stapte ruilde ze haar bezorgde gezichtsuitdrukking in voor een onbezorgde. Haar vriendinnen zaten in het zitje voor het huis op haar te wachten. Ze stak haar beide duimen naar hen op ten teken dat niets hun plannen nog in de weg stond. Dorba reed de auto voor en gezellig keuvelend stapten ze in. Sanne en Milou voerden het hoogste woord en Fleur was hen dankbaar. Het ontsloeg haar van de verplichting het gesprek geforceerd gaande te houden en gaf haar de kans een beetje toe te geven aan de teruggetrokken stemming die recht deed aan hoe ze zich voelde. Ze humde en lachte op de juiste momenten, maar met haar kop was ze er niet bij. Het geklets naast haar ging onverminderd door dus ze dacht niet dat haar vriendinnen haar afwezigheid in de gaten hadden.

‘Sannes laatste zin?’ zei Noa plotseling. In eerste instantie had Fleur niet door dat ze het tegen haar had.

‘Wat was Sannes laatste zin, Fleur?’ herhaalde haar vriendin. Fleur schrok. Shit, ze had geen idee. Meer dan gehakkel kwam er niet uit. Noa nam haar onderzoekend op. Noa, de havik die altijd alles zag.

‘Eh, ik was even afgedwaald en heb de laatste zin niet meegekregen, sorry.’

‘Volgens mij heb je het hele gesprek niet meegekregen,’ concludeerde Noa onverbiddelijk. Fleur forceerde een geeuw. ‘Ik dommelde een beetje in. Niet geslapen vannacht, weet je nog.’

‘Vind je ons zo saai?’

‘Nee, San, het is juist een compliment. Ik voel me zo veilig en ontspannen bij jullie dat ik met jullie geklets op de achtergrond wél in slaap val. Iets wat me in mijn eigen bed niet al te goed lukt op het moment.’

‘Jij zit ook nooit om een antwoord verlegen hè, Fleur,’ grinnikte Milou. ‘Maar we houden ook van jou hoor.’ Dorba parkeerde de auto in de buurt van het hotel waar ze de eerste nachten verbleven. Milou rende door naar de boulevard. ‘Even de zee zien hoor! Daar word ik altijd helemaal zen van.’

‘Laten we haar maar volgen,’ zei Fleur. ‘Vanaf de boulevard kunnen we een straatje nemen dat ons naar de winkeltjes brengt waar ik jullie mee naartoe wil nemen.’ Fleur keek om naar Dorba. Hij liet een gat van zo’n anderhalve meter vallen en liep toen achter hen aan. Zijn donkere zonnebril ontnam het zicht op zijn ogen, maar aan zijn houding kon Fleur zien dat hij alert was. Milou stond inmiddels luidruchtig snuivend aan de waterkant. ‘Zo lekker die ziltige lucht! En goed voor je huid ook,’ wees ze op Sannes kin waar een beginnende pukkel op te zien was. ‘Nog beter zou zijn als je zo’n genezend modderbad neemt in, hoe heette dat plaatsje ook alweer, Fleur?’

‘Klimno. Hoe weet jij dat?’

‘Er lag een foldertje in mijn hotelkamer,’ lichtte Milou toe.

‘Maar nog even over die pukkel,’ begon Noa, ‘dat is vast je straf omdat je Fleurs bonbons hebt opgegeten.’ Ze tikte tegen Sannes kin.

De steen op Fleurs maag begon steeds zwaarder te worden. Normaliter kon ze ontzettend genieten van het plagerige gekibbel van haar vriendinnen, maar vandaag lukte dat niet. Ze wierp een schuine blik op haar horloge. Nog maar tien minuten, ze moest opschieten. Ze wilde onder geen beding te laat komen, want wie weet wat voor consequenties dat had.

‘Kom, ik ga jullie meenemen naar een superschattig boetiekje. Ik kan er nooit langs lopen zonder iets te kopen.’

‘Welke kant op?’ vroeg Noa. Fleur zette opgelucht koers in de juiste richting. De klok tikte gewoon door en er waren weer een paar minuten verstreken.

Goudkust
x9789044972764.html1.xhtml
x9789044972764.html2.xhtml
x9789044972764.html3.xhtml
x9789044972764.html4.xhtml
x9789044972764.html5.xhtml
x9789044972764.html6.xhtml
x9789044972764.html7.xhtml
x9789044972764.html8.xhtml
x9789044972764.html9.xhtml
x9789044972764.html10.xhtml
x9789044972764.html11.xhtml
x9789044972764.html12.xhtml
x9789044972764.html13.xhtml
x9789044972764.html14.xhtml
x9789044972764.html15.xhtml
x9789044972764.html16.xhtml
x9789044972764.html17.xhtml
x9789044972764.html18.xhtml
x9789044972764.html19.xhtml
x9789044972764.html20.xhtml
x9789044972764.html21.xhtml
x9789044972764.html22.xhtml
x9789044972764.html23.xhtml
x9789044972764.html24.xhtml
x9789044972764.html25.xhtml
x9789044972764.html26.xhtml
x9789044972764.html27.xhtml
x9789044972764.html28.xhtml
x9789044972764.html29.xhtml
x9789044972764.html30.xhtml
x9789044972764.html31.xhtml
x9789044972764.html32.xhtml
x9789044972764.html33.xhtml
x9789044972764.html34.xhtml
x9789044972764.html35.xhtml
x9789044972764.html36.xhtml
x9789044972764.html37.xhtml
x9789044972764.html38.xhtml
x9789044972764.html39.xhtml
x9789044972764.html40.xhtml
x9789044972764.html41.xhtml
x9789044972764.html42.xhtml
x9789044972764.html43.xhtml
x9789044972764.html44.xhtml
x9789044972764.html45.xhtml
x9789044972764.html46.xhtml
x9789044972764.html47.xhtml
x9789044972764.html48.xhtml
x9789044972764.html49.xhtml
x9789044972764.html50.xhtml
x9789044972764.html51.xhtml
x9789044972764.html52.xhtml
x9789044972764.html53.xhtml
x9789044972764.html54.xhtml
x9789044972764.html55.xhtml
x9789044972764.html56.xhtml
x9789044972764.html57.xhtml
x9789044972764.html58.xhtml
x9789044972764.html59.xhtml
x9789044972764.html60.xhtml
x9789044972764.html61.xhtml
x9789044972764.html62.xhtml
x9789044972764.html63.xhtml
x9789044972764.html64.xhtml
x9789044972764.html65.xhtml
x9789044972764.html66.xhtml
x9789044972764.html67.xhtml
x9789044972764.html68.xhtml
x9789044972764.html69.xhtml
x9789044972764.html70.xhtml
x9789044972764.html71.xhtml
x9789044972764.html72.xhtml