7

 

Het was een lange en veelbewogen dag geweest, maar niet het soort waar Mike lol in had. Die avond was hij moe en neerslachtig, en zijn voeten deden pijn. Hij was op de basis teruggekeerd met meer vragen dan antwoorden, en dat was niet de bedoeling. Hij zat zijn whisky in zijn glas rond te draaien en te kijken naar Ram Jarwal, die alle faxen die zich in hun afwezigheid hadden opgestapeld, stond door te nemen. 'Het is een deprimerende gedachte,' zei Mike, 'dat de dood van de man die ze hier vanochtend vlakbij hebben gevonden, en de dood van Alex Young inmiddels alledaags statistisch materiaal vormen. Gegevens op papier, waar niets aan gedaan wordt.' 'De misdaad is de politie boven het hoofd gegroeid, en boeven vangen is al helemaal niet meer aan de orde,' zei Ram, terwijl hij zijn fax de rug toekeerde. 'Ze ruimen het puin en wikkelen de administratieve kant van de zaak af.' 'Young leek van mening te zijn dat dit nog een tamelijk beschaafd en ordelijk gebied was.' 'Hij was bang dat het met alle problemen in de regio net zo erg zou worden als in de rest van Kasjmir,' zei Ram. 'Maar eigenlijk is de situatie in een jaar tijd veel dramatischer verslechterd dan hij besefte. Het enige verschil hier, aan de westkant van de Vallei, is dat ze hier nog gemeenschapszin hebben, en dat geeft hun de ruggengraat om zoiets als onafhankelijkheid te bewaren.' 'Onafhankelijkheid is moeilijk te overtroeven.' 'Zeker,' zei Ram,'maar zowel criminelen als politieke ophitsers doen hun uiterste best. Ze hollen de stabiliteit uit en halen alle pijlers van de beschaving onderuit...' 'Pijlers als de eerwaarde Young.' Mike schudde zijn hoofd. 'Philpott zou het hier met eigen ogen moeten zien. Hij zou meteen in actie komen. Hij is er een groot voorstander van om alle registers open te trekken zodra hij denkt dat een beschaving door de barbaren onder de voet dreigt te worden gelopen.' 'Ik heb een en ander over Philpott gehoord.' Ram pakte de Jim Beam en schonk Mike nog wat bij. 'Engels is hij toch, hè? Afkomstig van Scotland Yard.' 'Ik geloof dat hij strikt genomen een Schot is. Hij is verscheidene jaren hoofdinspecteur van de recherche geweest en stafchef van de Special Branch. Daar heeft hij een stevig standpunt aan overgehouden met betrekking tot de staatsveiligheid.' 'Hij is er één van de oude school?' Mike schudde zijn hoofd. 'Hij is helemaal niet van een school. Hij is een voorstander van de democratie, maar hij vindt dat democratie niet correct gedefinieerd of geformuleerd is. Volgens hem moet democratie naar een soort verlicht despotisme neigen.' 'Dus je zou hem rechts kunnen noemen.' 'Min of meer, ja,' zei Mike. 'Maar eigenlijk laat hij niet zo makkelijk een etiket op zich plakken. Hij is een uitgesproken individualist. Hij is bijvoorbeeld van mening dat mensen met een politieachtergrond beter zijn in het verzamelen en evalueren van bewijsmateriaal dan zelfs de beste bestuurder.' 'Ik dacht dat de opleiding van politiemensen en die van ambtenaren op justitieel gebied in grote lijnen hetzelfde was.' 'Philpott vindt dat mensen die nooit achter hun bureau vandaan komen niet dat begrip van de criminele geest hebben dat de politieman op straat min of meer vanzelf krijgt. En politiemensen weten in feite ook beter wat de wet wel en niet voorschrijft. Ze weten precies hoe ze bewijsmateriaal moeten verzamelen dat voor de rechter overeind blijft.' 'En dat ben jij met hem eens?' 'In grote lijnen wel. Aan de andere kant bedient Philpott zich soms van ongedisciplineerde guerrillatactieken waar niemand binnen politie of justitie ooit ongestraft mee weg zou komen.' 'Dus hij is een wandelend vat vol tegenstrijdigheden.' Mike knikte. 'Dat is een etiket wat je gerust op hem kunt plakken,ja.' Ram was naar het raam gelopen. Hij stond te luisteren. 'Wat is er?' 'Daar kom je zo wel achter.' Hij liep terug naar het faxapparaat. 'Philpott heeft in elk geval interessante opwellingen.' Hij hield een vel papier op. 'Dit is een bericht van de Dienst Informatie van de vn in New Delhi. Het komt erop neer dat directeur Philpott van de unacoeen ad hoc besluit heeft genomen, en snel met andere departementen heeft onderhandeld, waarna nog iemand deze kant op is gestuurd. De Sikorsky is weer in aantocht.' 'Wat? Nu?' 'Ja. Hij kan elk moment hier zijn.' 'Wie komt er dan?' Ram knipoogde.'Ik ben ervan overtuigd dat je het leuker zult vinden als dat een verrassing blijft.' Mike ging staan en dronk zijn glas leeg. Toen hij het neerzette, stak Ram zijn vinger op. 'Ik hoor hem. Laten we naar buiten gaan en de deur dichtdoen voor alles hier onder het stof zit.' Het was een koude nacht, met veel sterren. De maansikkel hing bijna recht boven hun hoofd. Mike en Ram stonden met hun rug tegen de hut, zich inpakkend tegen de ijzige bries, terwijl de zwarte helikopter daalde. Het lawaai was oorverdovend en een wervelwind werd opgezweept toen eerst één wiel de grond raakte, toen het andere. De deur zwaaide open en een tas werd naar buiten gegooid. Mike tuurde over de hand heen waarmee hij zijn gezicht beschermde. Hij zag laarzen, een wapperende zwarte jas, en de schedel van een man, die gebukt naar buiten sprong en de tas pakte. De deur van de heli ging weer dicht en een seconde later steeg hij weer op, om met een wijde boog naar het zuiden te vliegen. De man die eruit was gesprongen kwam recht op Mike af, maar door alle stof die ronddwarrelde, kon Mike hem nog steeds niet onderscheiden. 'Het begint eentonig te worden, Michael.' Mike knipperde een paar keer met zijn ogen en zag het grijnzende gezicht van Lenny Trent. 'Lenny! Wel alle...' 'Verbazingwekkend, hè? Jarenlang zie ik je niet, en opeens lopen we elkaar overal tegen het lijf.' Toen het stof ging liggen, deed Ram de deur weer open en nodigde hen uit naar binnen te gaan. Lenny stond rood aangelopen in de zitkamer. Hij streek met zijn handen door zijn haar. 'Als iemand mij nu eens vertelde wat dit te betekenen heeft,' zei Mike. 'Graag.' Lenny trok zijn jas uit en hing hem over de rug van een makkelijke stoel. Hij deed zijn stalen bril af, maakte met zijn sjaal de glazen schoon, en zette hem weer op. 'Zodra dit drankje door mijn aderen stroomt.' Ram gaf hem een glas bourbon. 'Goed onthouden, maatje.' 'Jullie kennen elkaar?' vroeg Mike. 'Al tien jaar,' zei Ram,'zo ongeveer.' 'Ik heb eerder door deze geurende vallei gedwaald,' zei Lenny. 'En waarom ben je nu hier?' 'Philpott belde mij in Seattle met een paar vragen over mogelijke smokkelroutes door de Vallei van Kasjmir. Ik beantwoordde zijn vragen en voegde eraan toe dat jij en ik net over hetzelfde gesproken hadden. Het intrigeerde hem dat wij elkaar al zo lang kenden en hij begon, nog steeds aan de telefoon, hardop na te denken.' 'Ook dat is typisch Philpott,' zei Mike tegen Ram. 'Het komt in het kort hierop neer,' zei Lenny, 'dat hij graag politieassistentie wilde. Normaal gesproken zou hij C.W. Whitlock met het team hebben meegestuurd, maar C.W. schijnt met iets belangrijks in New York bezig te zijn, dus hij vroeg zich af of ik - uiteraard zonder verlies van mijn status - een detachering bij jouw team in overweging wilde nemen.' 'En kreeg je ook de tijd om erover na te denken?' vroeg Mike. 'Ja zeker. Tot het eind van ons telefoongesprek. Ik liet hem weten dat ik bijna klaar was met die klus in Seattle, dat de politie en de openbare aanklager het verder zouden overnemen, maar ik voegde eraan toe dat ik het wel eerst met mijn eigen superieuren moest kortsluiten.' Mike knikte. 'En toen zei hij dat je je daar niet druk om hoefde te maken, dat hij dat wel zou regelen.' 'Precies. En dat deed hij. En daarom ben ik hier. Ik heb overmorgen een afspraak met de commissaris van politie in Srinagar. Die gaat mij meer vertellen over de drugshandel hier ter plaatse en ik ga hem een paar namen geven die hij weer kan gebruiken, en zo moet dat toch een heel gezellig onderhoud worden.' 'En dat is jouw functie hier? Een soort verbindingsofficier?' 'Onder andere, Mike. Ik zie het graag breed. Verbindingswerk en coördinatie zijn de dingen die ik hier het beste kan, dus daar ga ik me op concentreren.' Lenny nam een slok bourbon. 'Is er ook nog een programma waar ik in mee kan draaien voor mijn afspraak met de politie?' 'We hebben morgen een uitje,' zei Ram. Hij hield een andere fax op. 'We gaan dineren bij dokter Arberry. Dat is een Amerikaan die hier enige jaren geleden is komen wonen.' 'Die Arberry doet ontzettend goed werk in de medische sector,' vertelde Mike aan Lenny. 'Momenteel is zijn stichting een gratis ziekenhuis aan het opzetten voor de arme mensen in de regio. Alex Young had een hoge dunk van hem.' 'Ik heb gehoord wat er met Alex Young gebeurd is,' zei Lenny. 'Ik heb hem een paar keer ontmoet. Geschikte gozer.' Hij wendde zich tot Ram. 'Maar waarom denk je dat Arberry jullie heeft uitgenodigd?' 'Hij had gehoord dat er een onderzoeker van de vn in de buurt was,' zei Ram. 'Dat lijkt me reden genoeg, ja. Als ik hem was zou ik alle contacten met de vn en met Interpol leggen die er te leggen waren.' 'Hij heeft gevraagd of we morgen om acht uur willen komen. Ik ben ervan overtuigd dat hij graag nog een derde gast zal ontvangen. Wat is je cover, Lenny?' 'Inlichtingencoördinator voor de Veiligheidsraad.' Lenny glimlachte. 'Klinkt heel wat, hè? De Veiligheidsraad vond het goed. Wat zijn de plannen voor morgen overdag?' 'Dat zal wel weer op nog meer lopen uitdraaien, vrees ik,' zei Mike. 'We zijn op verkenning geweest,' legde Ram uit. 'Mike een beetje kennis laten maken met het terrein.' 'En de bloeddorstige gebruiken hier,' voegde Mike eraan toe. 'Ik kan je wel een paar vermoedelijke smokkelroutes laten zien, als je wilt,' bood Lenny aan. 'Waar Paul Seaton misschien ook gebruik van maakt?' 'Wie zal het zeggen? Misschien weet ik daar meer van als ik met de politie heb gesproken.' 'Paul Seaton?' zei Ram. Lenny slaakte een zucht. 'Dat is een lang verhaal. Maar dat zal Mike er vast niet van weerhouden om het te vertellen.'

 

Na een nacht in de stad Manali, in een pension dat werd gedreven door een stel uit Yorkshire, reed Sabrina pal naar het noorden, door een met struikgewas overdekt landschap en vlak bouwland, over wegen die nauwelijks breder waren dan haar auto. In overeenstemming met haar instructies stopte ze overal waar ze iets van een nederzetting zag en vroeg de weg, waarbij ze voortdurend de mensen en de sociale scheidslijnen bestudeerde. Het viel niet mee om tekenen van criminele infiltratie of politieke onderdrukking te onderscheiden in een gebied waar alle mensen even arm leken, maar het werd nu eenmaal van haar verlangd. Laat die middag reed ze Palanjal binnen, vijftien kilometer onder de grens met Kasjmir, en nu begon ze dan toch verschillen te zien. Palanjal was een stadje met zo'n twintigduizend inwoners. Het verschil hier was dat de sociale scheidslijnen zichtbaar werden. Sommige mensen waren beter gekleed dan andere en wekten ook de indruk zich beter te voeden. En op de trottoirs leken voorrangsregels te gelden: de armere, sjofeler geklede inwoners maakten automatisch plaats voor de anderen. Sabrina hield halt bij een pompstation. De pompbediende sprak wel Engels, maar was niet bepaald spraakzaam. Sabrina drong aan. Ze legde uit dat ze onderzoek deed in dit gebied naar de cumulatieve effecten van weer en vervuiling op het milieu. 'Ik moet rapport uitbrengen aan mijn baas, dat is de World Health Organization, daar hebt u misschien weleens van gehoord. Op basis van mijn bevindingen, en die van nog een stuk of honderd andere inspecteurs, zullen andere landbouwprogramma's worden ontwikkeld, en we hopen dat gemeenschappen zoals deze hier daar in de komende jaren letterlijk en figuurlijk de vruchten van zullen plukken.'

De pompbediende knikte, nam haar geld aan en verdween naar binnen.

Tien minuten later, toen Sabrina een wandelingetje over de markt maakte en hier en daar mensen aanschoot, gebeurde telkens hetzelfde. Niet dat ze botweg gemeden werd, maar niemand leek er zin in te hebben om uitvoerig met haar te gaan staan praten. Dat zou natuurlijk de volksaard kunnen zijn, maar Sabrina had het idee dat daar hier geen sprake van was. Ze wist het donders goed wanneer mensen bang waren om te veel te zeggen, of de consequenties vreesden wanneer ze in bepaald gezelschap gezien werden. Ze had hetzelfde gedrag meegemaakt op Sicilië, voor de maffiaprocessen, en ze had het ook in Guatemala gezien, en in Chili en Bosnië. Ze probeerde onderdak te krijgen voor de nacht, maar niemand in Palanjal had een kamer voor haar. Er was één hotel, dat tamelijk leeg oogde, maar de receptionist zei sorry, ze hadden momenteel geen kamer beschikbaar, en in de nabije toekomst ook niet. 'Misschien kunt u een andere accommodatie aanbevelen?' De receptionist schudde zijn hoofd. 'Er is hier niks anders, dat verzeker ik u.' 'Dan zal ik wel in de auto moeten slapen.' 'Er is nog tijd om naar een andere stad te rijden,' zei de receptionist. 'Het is niet raadzaam om hier te blijven zonder geschikte accommodatie.' 'Aha.' Ze ging naar buiten en stapte in de auto. Het was vier uur. Ze besloot door te rijden naar de volgende stad, volgens haar kaart Jullaspur. Als ze de oorzaak van de problemen die de mensen in deze stad kennelijk hadden niet kon vinden, zou ze in elk geval een vergelijking kunnen trekken met de ontvangst die bezoekers in de volgende stad werd bereid. Toen ze de hoofdstraat uitreed, in de richting waarin Jullaspur stond aangegeven, stapte opeens een man op de weg, pal voor de motorkap. Sabrina moest op de rem staan om hem niet te overrijden. Hij bleef midden op straat staan, met zijn handen op zijn heupen, haar aanstarend door de voorruit, zijn bebaarde gezicht uitdrukkingsloos. Sabrina bleef gewoon zitten en wachtte af wat er gebeuren ging. Conclusies trok ze niet. De man, merkte ze op, droeg westerse kleren: een leren broek, een gestreept, kraagloos overhemd, glimmende zwarte leren laarzen. Hij had ook een geweer op zijn rug hangen en om zijn schouders hing een patroongordel. Het portier werd aan haar kant opengerukt. Daar stond een andere man. Die was gladgeschoren en leek eerder Arabisch dan Indisch. Hij droeg een zilveren oorring en een diep litteken liep van zijn linkerneusvleugel, over zijn wang, naar zijn oor, waar geen lelletje meer aan zat. 'Uitstappen, alsjeblieft,' zei hij. 'Laat me met rust,' zei Sabrina. Hij pakte haar arm en trok haar met een ruk uit de auto. Ze landde op haar rug op het wegdek. Hij plantte zijn voet meteen stevig in haar maag en knipte met zijn vingers naar de man die voor de auto stond. Die kwam aanlopen, en samen droegen ze Sabrina aan armen en benen, met het gezicht naar beneden, naar de overkant, waar een oude Mitsubishi pickup klaarstond. Sabrina deed alsof ze tegenstribbelde, maar paste er wel voor op om niet te laten merken dat ze zich hier best uit zou kunnen redden. 'Jij blijft gewoon in de laadbak liggen,' zei de gladgeschoren man toen ze haar achter de pick-up optilden. 'En deze man blijft bij je. Als je probeert te ontsnappen, heeft hij opdracht je knieën kapot te schieten. Is dat begrepen?' Sabrina knikte, met een doodsbange blik in de ogen. Ze deed alsof ze zich moest inhouden om niet te gaan huilen. Zonder verdere plichtplegingen lieten ze haar op de harde metalen bodem van de laadbak vallen. De man met het harige gezicht klom er ook in. Toen de motor werd gestart deed ze haar ogen dicht en ging in elkaar gedoken op haar zij liggen. 'Luister!' zei de man op scherpe toon. 'Luister en vergeet niet!' Ze knikte, haar tanden op haar onderlip. 'Jij verroert je, ik schiet.' Maak je geen zorgen, dacht ze. Ontsnappen was het laatste wat ze eventueel van plan was. Dit kon gevaarlijk worden, het kon zelfs fataal zijn, maar er zat in elk geval schot in de zaak. En in haar werk ging daar altijd de voorkeur naar uit, welke kant het ook op leek te gaan.