16

 

Amrit Datta werd achter in een overdekte pick-up meegenomen naar een plek in de wildernis ten zuidoosten van Srinagar. Twee anderen reisden in de laadbak met hem mee, allebei jongemannen, allebei, net als hij, gewaarschuwd dat ze onderweg geen woord met elkaar mochten wisselen. 'Jij blijft hier wachten tot je wordt opgehaald,' zei de dikke man tegen Amrit. Hij duwde hem een hutje in met een houten bank langs de ene wand. De andere twee, zag hij nog net, werden naar aparte hutjes gebracht. Het was duidelijk dat ze onder geen beding wilden dat de rekruten met elkaar praatten. Er mochten geen ervaringen worden uitgewisseld, ze mochten niets van elkaar weten. Het was zo duidelijk als wat. In die auto zouden ze geschreeuwd moeten hebben om zich verstaanbaar te maken boven het geraas van de motor uit, en elke poging tot communicatie zou gauw genoeg opgemerkt zijn. Maar in een hut konden ze fluisteren; vandaar, dacht Amrit, elk een eigen hut. Hij bracht zijn gezicht naar de wand van de hut en kon tussen de planken door gluren. Het was avond, maar er scheen een heldere maan. Hij zag dat hij op een kleine boerderij was, een van de tientallen waar het platteland in die regio mee bezaaid was. Kippen liepen rond en toen hij naar zijn hut werd gebracht, had hij geiten gehoord. Zijn coördinaten kon hij onmogelijk vaststellen; het zou te riskant zijn om elektronische apparatuur bij zich te hebben, want het zat er dik in dat ze hem gingen fouilleren. Maar hij had het licht boven de stad gezien toen hij uit de pick-up was gestapt, en hij had beseft dat hij vanuit het zuidoosten naar Srinagar keek. Dat was tenminste iets. Hij klopte op zijn dunne shirt en besefte dat hij dat in een reflex gedaan had. Talloze keren op een dag, de meeste dagen, checkte hij of zijn pistool en zijn pasje er nog waren. Maar nu had hij niets bij zich, helemaal niets. Slechts zijn reflexen konden hem verraden. Hij herinnerde zich wat Mike Graham gezegd had: 'Ga ervan uit dat je doorlopend in de gaten wordt gehouden, want je weet niet wanneer je niet in de gaten wordt gehouden. Je kunt geen twee amuletten dragen, dus je krijgt pas een camera met een nieuw filmpje erin en een pistool, als zij tot de conclusie zijn gekomen dat je niks verdachts bij je hebt. Onthoud goed, geef geen enkel teken dat je iets anders zou kunnen zijn dan wat je voorkomen suggereert - een schuifelende paria.' Amrit gaf zichzelf een scherpe reprimande over dat geklop op zijn borst en ging met zijn hoofd tegen de muur geleund zitten wachten. Een halfuur was voorbijgegaan toen de dikke man hem kwam halen. 'Kom op, een beetje pit. Je moet ze niet laten wachten.' De man sloeg nu een heel andere toon aan, en hij glimlachte ook niet meer zoals eerst. Hij was bruusk, hij duwde Amrit voor zich uit naar het gebouwtje in het midden, en waarschuwde hem dat hij zich moest gedragen als hij binnen was, en alleen zijn mond open mocht doen als hem iets gevraagd werd. Binnen liepen ze door een korte gang naar een rokerig vertrek met een laag plafond. Daar wachtten twee mannen: de ene was oud en krom en had een onbewogen gezicht met één oog dat zo vochtig was dat het leek alsof het aan het oplossen was; de andere man was veel jonger, breedgeschouderd en zo lang dat zijn hoofd bijna het plafond raakte. De oude man wees naar een stoel aan een tafeltje midden in de kamer. Amrit ging zitten. 'Hoe is je naam?' vroeg de grote man. 'Opu Hikmet, meneer.' 'Kun je lezen?' 'Ja, meneer.' 'Kun je onthouden wat je gezegd wordt?' 'Ja, meneer.' De oude man kwam naar voren en gaf Amrit een opgevouwen stuk linnenpapier. 'Dit is je kaart,' zei hij met knarsende stem. 'Je moet precies de aangegeven route volgen. Je mag nergens een kortere weg nemen, je mag op geen enkele manier proberen een andere route te volgen. De reis zal je drie of misschien vier dagen kosten, 's Nachts moet je op een veilige plek rusten, want je hebt kostbare waar bij je.' De grote man wees naar een jutezak op het tafeltje. 'Til die eens met één hand op,' zei hij. Amrit stak een arm uit en tilde de zak op. Hij woog ruwweg tien kilo. Hij zette hem weer neer. 'Kun je die dragen, denk je? Het is een lange reis, vergeet dat niet, en je moet de reis te voet afleggen.' 'Die kan ik wel dragen, ja.' 'Je moet hem altijd bij je houden,' zei de oude man. Hij haalde nog een andere opgevouwen stuk linnenpapier tevoorschijn. 'Als je de grens bent overgestoken en naar de plek bent gegaan die hier beschreven staat en die op de kaart met rood is aangegeven, zul je benaderd worden door drie mannen. Begrijp je dat?' 'Ja, meneer.' 'Als elk van die drie mannen de zin zegt die hierop staat, geef jij antwoord met de andere zin die hierop staat, en daarna geef je elk van hen één pakketje uit de zak.' Beiden zwegen nu. Ze keken Amrit aan. Even vroeg hij zich af of ze misschien een reactie van hem verwachtten. Het begon hem te dagen dat ze speurden naar mogelijke tekenen van weifelachtigheid. 'Herhaal wat we je net gezegd hebben,' snauwde de grote man. 'Ik moet die zak altijd bij me houden en ik mag alleen op een veilige plek overnachten, want de inhoud van die zak is kostbaar. Ik moet de aangegeven route volgen en mag daar niet van afwijken. Als ik de grens over ben en op de plek ben die met rood is aangegeven moet ik op drie mannen wachten.' 'En als ze zich aan je bekend maken?' vroeg de grote man. 'Dan moet ik antwoorden met de tweede zin die op dit papier staat geschreven, en elk van hen een pakketje uit die zak geven.' De oude man knikte kortaf. 'Nu krijg je nog twee dingen van mij.' Uit een la in de tafel haalde hij een dikke bundel bankbiljetten en een kleine envelop. Het geld gaf hij aan Amrit. 'Dit is voor jou. De betaling voor de enige levering die je voor ons doen gaat.' Amrit probeerde te doen alsof hij nog nooit zoveel geld bij elkaar had gezien. Hij zette een gezicht op van ingehouden verrukking. 'Je mag met dat geld doen wat je wilt,' zei de oude man, zonder een spoor van een glimlach. Hij hield de kleine envelop omhoog. 'Dit is iets anders wat je te allen tijde bij je moet houden.' Hij maakte de envelop open en tikte een zwarte capsule in zijn hand. Amrit staarde ernaar. Hij wist wat het was, en wendde opperste verbazing voor. 'Als er iets gebeurt waardoor het misloopt, als je je handeltje kwijtraakt, als je wordt gearresteerd door de politie, of als je om wat voor reden dan ook je vrachtje niet kunt afleveren bij de drie mannen op dat tweede stuk papier, dan moet je niet aarzelen om dit in te nemen. Houd het ergens op je lichaam verborgen, ergens waar ze het niet zo gauw zullen vinden, maar waar jij er makkelijk bij kunt als je het onverhoopt nodig hebt.' Amrit keek eerst naar de oude man, en toen naar zijn metgezel. 'Wat is het dan, als ik vragen mag?' 'Iets waar je heel snel aan doodgaat,' zei de grote man. Amrit slikte. Zijn vingers verstrakten zich om het geld. 'Dat is onze deal, onze overeenkomst,' zei de oude man. 'Doe wat wij je gezegd hebben dat je doen moet, en lukt dat niet, neem dan dit gif in. En dat moet je meteen doen, zonder met wie dan ook te praten of wat voor vragen dan ook te beantwoorden.' De oude man deed de capsule weer terug in de envelop. 'Als er iets misgaat, en je neemt dit gif niet in,' zei de grote man, 'dan zal je gezin het moeten bezuren.' De oude man hield een vel papier op. Het was een volkstellingsformulier, zoals ze wel bewaard werden op districtskantoren. Er stonden foto's op van Amrit en zijn zogenaamde vrouw en kinderen. Deze mensen zijn wel grondig geweest, dacht Amrit. Hetzelfde gold gelukkig voor de unaco. 'Dan zullen zij gestraft worden op een wijze waar jij je geen voorstelling van kunt maken,' zei de grote man. Hij keek nu grimmig, als een politieagent die een waarschuwing uitdeelt. 'En van medelijden zal geen sprake zijn. Misschien dat je in de verleiding komt om weg te lopen met ons geld en onze handel, maar als je dat doet, worden je vrouw en je drie lieve kinderen meteen gepakt en meegenomen naar een plek waar hun armen en benen gebroken worden. Vervolgens, als ze het nog uitgillen van de pijn, zullen ze in een pottenbakkersoven worden gegooid en levend verbrand.' Het kostte Amrit geen moeite om er ontdaan uit te zien. 'Als je wilt, kun je nog van gedachten veranderen,' zei de oude man. Amrit keek naar het geld, een stapel van tien centimeter in zijn hand. Hij keek op naar de oude man. 'Ik doe het,' zei hij. De oude man knikte en gaf hem de envelop met de capsule.

 

Sabrina stond onder de douche in het propere badkamertje in de hut van Ram. Vijf volle minuten had ze zich laten prikkelen door het hete water om zich weer een beetje lekker te voelen. Nu, terwijl ze de kraan dichtdraaide, voelde ze dat haar been weer begon te kloppen. Ze trok het douchegordijn open en pakte een scheerspiegeltje van de vensterbank. Met het spiegeltje achter haar bovenbeen kon ze de wond die het jongetje haar met haar eigen mes had toegebracht, bestuderen. Ze had de wond meteen behandeld, en het verband geregeld ververst, maar toch zagen de randen van de wond er rauw en onrustig uit. Ze stapte uit de douchecel, droogde zich af en zocht in haar tas. Uit haar eerstehulptasje diepte ze een flexibele ampul op met penicillinepoeder. Ze brak de bovenkant eraf en liet de inhoud in een witte stroom op de wond vallen. Ze ging net zo lang met de ampul boven de wond heen en weer tot er niets meer uitkwam. Ze bracht nieuw verband aan, hield zichzelf voor dat het zo wel goed zou komen, en ging verder met haar voorbereidingen voor de dag. Tien minuten later, in een spijkerbroek, sportschoenen en een OuiSet spijkershirt voegde ze zich bij Mike en Larry in de keuken. Ze hadden de ontbijtspullen aan de kant geschoven en haar foto's van die bandieten in twee rijen op de tafel uitgespreid. 'Prachtfoto's, Sabrina,' zei Mike. 'Dank je, maar dat is toch vooral de verdienste van mijn evci2a.' 'Zo krijg je natuurlijk nooit een goeie reputatie, hè,' hield Lenny haar voor. 'Nooit je apparatuur prijzen - sterker nog: nooit iets prijzen dat niet kan praten.' 'Ze zijn een stuk beter dan ik gedacht had,' zei Sabrina. Ze pakte een opname en tuurde op de details. De foto's waren rechtstreeks naar de hut gefaxt en ze zagen eruit als glansfoto's die zo uit het fotolab kwamen. 'Je kunt alle gezichten zien,' zei ze. 'Een luguber gezelschap, zo te zien.' Ze keek Mike aan. 'Ben je er iets wijzer van geworden?' 'Die man vooraan, de leider, dat is Paul Seaton, geen twijfel mogelijk,' zei hij. 'Wie is dat?' Mike gaf haar een samenvatting van de loopbaan van Seaton. 'En waarom ben jij speciaal in die Seaton geïnteresseerd?' Mike knipperde met zijn ogen. 'Heb ik dat gezegd dan?' 'Dat hoeft helemaal niet. Toen ik hier net binnenkwam, zat je tandenknarsend naar hem te kijken. Dat doe je altijd als je iets waar je op jaagt in het vizier krijgt.' 'Dat beeld je je maar in,' zei Mike. 'Beeld ik me dat in, Lenny?' vroeg Sabrina. Lenny grinnikte en keek een andere kant op. Ram kwam binnen door de achterdeur. Hij had een trainingspak en sportschoenen aan, en hij hijgde. 'Ram, ik heb iets waar ik jou naar wilde laten kijken,' zei Sabrina. Ze ging naar haar kamer en haalde de papieren tevoorschijn die ze van Hafi had afgenomen. Ze gaf ze aan Ram. 'Ik vroeg me af of hier nog iets relevants in stond. Ik ben afgestudeerd in talen, maar dit gaat me toch echt boven de pet.' Ram bladerde de papieren door, hier en daar vluchtig iets lezend. 'Het zijn voornamelijk brieven aan die Hafi van andere mannen die zich celcommandant noemen.' 'Hafi was een bandiet,' legde Sabrina uit. 'Ik heb begrepen dat hij nogal wat filialen had.' 'Was een bandiet?' 'Dat vertel ik later weleens.' Sabrina knikte naar de brieven.'Wat denk je?' 'Zo te zien is het vooral opschepperij en geroddel,' zei Ram. 'Ik bekijk ze beter als ik een ontbijtje voor je heb gemaakt.' 'Je verwent me.' 'Dat zijn mijn instructies.' Terwijl Ram eieren met spek bakte, ging Sabrina zitten en bestudeerde samen met Mike en Lenny de foto's. 'Nou, wat is het?' vroeg ze. 'Een privé-vendetta?' Mike keek haar aan. 'Waarom zou het zoiets moeten zijn?' 'Van vendetta's en rancunes krijg jij altijd zo'n atavistische glinstering in je ogen. Nou, wat is er gebeurd?' 'God, jij houdt wel vol, hè?' 'Vertel het nou gewoon, dan heb je ook geen last meer van me.' Hij vertelde haar over het gewelddadige einde van de loopbaan van een sportman, en de willekeur en wreedheid die Seatons handelsmerk waren geweest in de tijd voor hij zijn toevlucht had genomen in de bergen van India. 'In dat geval vind ik dat je alle recht hebt om hem te pakken en een lesje te leren,' zei Sabrina. 'Denk alleen niet dat het makkelijk zal zijn.' 'Ontbijt,' kondigde Ram aan, en hij zette een bord vol eieren, spek en geroosterd brood voor Sabrina neer. 'Eten.' Ze verging van de honger en ploegde zich met een minimum aan decorum door haar eten heen. Toen ze haar mes en vork liet vallen en haar beker koffie pakte, kwam Ram terug van het raam, waar hij de papieren van Hafi had gelezen. 'Dit is aan de lugubere kant, maar wel interessant.' Hij hield een geel papier op dat met een minuscuul handschrift was volgekrabbeld. 'Het is een brief van een celcommandant genaamd Sadjit. Hij meldt dat een van de mannen in zijn cel op een verkenningsreis door de Vallei van Kasjmir een rekruteringsagent had gepakt...' 'Wat voor rekruteringsagent?' vroeg Mike. 'Een man die drugskoeriers ronselde. Die Sadjit en een van zijn luitenants hebben die man gemarteld om informatie uit hem te krijgen. Daar zijn ze iets te ijverig bij te werk gegaan, en de man was al overleden voor ze veel uit hem hadden, maar voor hij zijn laatste adem uitblies, waren ze er in elk geval wel achtergekomen dat die kwaliteitsdrugs geproduceerd werden in de Grot van Moksa.' 'Nooit van gehoord,' zei Lenny. Sabrina vroeg wat moksa was. 'Een hindoeconcept,' zei Ram. 'Het idee is dat alle mensen een reeks reïncarnaties doormaken die uiteindelijk tot moksa leiden. Moksa is de staat van spirituele verlossing die een mens uit de cyclus van wedergeboorten bevrijdt.' 'Dat is toch dat je helemaal van je karma af bent?' vroeg Mike. 'Precies.' 'In dat geval zal het wel een paar eeuwen duren voor Mike een glimp van moksa opvangt,' zei Sabrina. Ze zag Mike boos kijken. 'Nou ja, voor mij ook, hoor,' voegde ze er snel aan toe.