14

‘Lara, snel!’ Sasha schudt me wakker. ‘Je moet komen. Kijk eens naar Ty!’

Ik doe onwillig een oog open. ‘Wat is hij nou weer aan het doen? Naomi Campbells hoofd op een plankje aan het spijkeren voor aan de muur?’

‘Kom nou gewoon!’

Ik gaap en dwing mijn lichaam in een zittende houding. Zeven uur. Niet goed. ‘Ik denk dat ik net heb gedroomd dat een van de leeuwen het waagde zijn hoofd in Ty’s mond te doen,’ ril ik.

‘Snel!’ spoort Sasha me aan, terwijl ze mijn slaapzak openritst zodat ik me er niet uit hoef te wurmen. Zodra ik op mijn benen sta, trekt ze me op de tenen de gang door.

Wanneer we bij Ty’s kamer komen, zet ze me op de beste plek neer, net buiten de deurpost. Eerst zie ik alleen een door de zon belicht silhouet, maar langzaam, wanneer mijn ogen aan het licht gewend zijn, zie ik dat Ty met een babyflesje een tijgerjong aan het voeden is; de witte puntjes van zijn oren flapperen met elke teug op en neer. Ik kijk naar Sasha en glimlach. Zelfs met die bullebak erbij is dit een aandoenlijk plaatje.

‘Is het niet fantastisch?’ fluistert ze.

Omdat Sasha niet van dieren houdt, vraag ik me af of, in haar ogen, de seksappeal van de man die de welpjes haar meer trekt dan de welpjes zelf. Tot nu toe was door mijn afkeer van Ty door vijandigheid zijn status als lekker ding naar de achterdrong verdrongen. Maar hierdoor krijgt hij zeker een tweede kans. Ik draai me weer op en kijk wat beter. Pas nu zie ik dat hij zijn overhemd helemaal heeft losgeknoopt en dat zijn gladde bruine huid net boven zijn riem een beetje rimpelt.

Terwijl hij zijn blik niet van de welpjes af haalt, zegt Ty: ‘Kom jullie ook binnen om even hallo te zeggen?’

Ik verstar. Heeft hij het tegen mij? Misschien praat hij met iemand anders.

‘Lara?’ Hij kijkt me direct aan.

‘Eh… ik ben er niet echt op gekleed…’ Ik trek aan de kraag van mijn pyjama.

‘Dat maakt hun niet uit.’ Hij haalt zijn schouders op en zegt: ‘Dit is geen catwalk, hoor’, als hij Sasha ziet.

O, hij moest het weer verpesten! Sasha draait zich om, maar ik grijp haar hand vast en trek haar me naar binnen.

‘Wil je hem vasthouden?’ Ty steekt een hand uit, waar een donzig balletje aan hangt.

‘Weet je het zeker?’

‘Je moet er alleen op letten dat je een hand onder zijn billen houdt, zodat hij zich veilig voelt.’

Het welpje lijkt zo erg op een knuffel dat ik me verbaas over hoe warm hij aanvoelt en hoe nat zijn tongetje is. Ik houd hem zo vast dat ik hem over zijn bolletje kan aaien. Hij is zacht, maar niet zo glad en zijdeachtig als ik dacht. Behalve zijn roze, wollige buikje lijkt hij met zijn beige strepen eerder op een teddybeer die wat te veel is geknuffeld.

‘Dat is Max.’

‘Hallo jongen,’ kir ik, helemaal verliefd.

‘Koosnaampje voor Maxine. Het is een meisje,’ corrigeert Ty.

‘O.’

Ik wil haar aan Sasha geven, maar die doet een stap achteruit.

‘Nee, het is al goed.’

Ty kijkt verbaasd op.

‘Je mag haar wel vasthouden hoor,’ zegt hij nors.

‘Hoeft niet hoor, ik kijk liever.’

‘Ze hebben geen vlooien, als je daar bang voor bent.’

‘Nee hoor, ik ben alleen niet zo goed met dieren. Ze begint vast te huilen.’

Ty aarzelt even en zegt dan: ‘Neem Theo maar. Hij huilt niet als hij een fles in zijn mond heeft.’

Jemig de pemig! Dit is een doorbraak! Ik kijk hoe Sasha wat onhandig het welpje vasthoudt en probeert het contact tussen het druk zuigende mondje en de fles niet te verbreken. ‘Het is makkelijker als je erbij gaat zitten,’ raadt hij aan, terwijl hij opstaat.

Ik kijk hoe hij naar Sasha kijkt, en even zie ik zijn spotlach veranderen in iets wat bijna lijkt op verlangen, maar dan kijkt hij weer naar het plafond en schudt bijna onmerkbaar zijn hoofd. Ik zou graag willen weten wat er in dat hoofd omging. Misschien zou een van Elises goeroes me wat meer inzicht kunnen verschaffen?

‘Mwaaaaauuuuu!’ O-oo. Maxine begint vreemd te blaat-miauwen.

‘Wat moet ik doen?’ vraag ik in paniek.

‘Zet haar maar op de grond,’ zegt Ty.

Ze lijkt opgelucht, maar ook ietwat verward nu ze weer op haar pootjes staat. Na een paar onzekere stapjes, ploft ze neer en begint ze op een van Ty’s schoenen te kauwen.

‘Laat je ze zo rondlopen?’

‘Niet buiten. We houden ze nog een paar maanden binnen.’

‘In een kooi?’

‘Nee, in de crèche.’ Hij knikt naar de hoek van de kamer waar een soort box is gemaakt. ‘Als ze wat ouder zijn kunnen we ze gebruiken voor de publiciteit, net als Cassidy en Kid nu. Zo kunnen we geld werven voor de opvang.’

Ik zucht. ‘Ik kan amper geloven dat Hollywood maar op een uurtje rijden is. Al die rijke filmsterren… Hoe zit het met Julia Roberts? Zij leeft volgens mij helemaal niet zo extravagant. Was zij het niet met die eenvoudige, goedkope bruiloft? Ze heeft vast wel een miljoen over.’

‘Ik weet dat ze van paarden houdt!’ zegt Sasha.

‘We geven ze paarden te eten.’

‘Wat?’ Mijn mond valt open.

‘Die na een ongeluk of zo zijn afgemaakt.’

Stilte.

‘Ontbijt?’ zegt Ty, terwijl hij de tijgertjes met zijn grote handen opschept.

Sasha en ik kijken elkaar misselijk aan.

Voor het eerst zie ik Ty lachen. ‘Ik zet wel even koffie.’

Tegen de tijd dat we in de keuken zijn, is Ty alweer vertrokken. Er ligt een briefje: ‘Maak maar af waar jullie gisteren mee zijn begonnen.’ Amper poëzie, maar ik zie hoe Sasha het briefje in haar zak stopt alsof het een liefdesbrief is. Ik vind het zorgwekkend dat ze nog steeds zo verkikkerd op hem is, maar besluit niks te zeggen. Nog niet.

Nadat we hebben ontbeten met toast en abrikozenjam, gaan we verder met het opruimen van wat ooit Paradise Park moet worden. Ik zou zweren dat we amper een uur bezig zijn wanneer ik Ty hoor roepen: ‘Lunch!’

‘Godzijdank,’ jubel ik. ‘Ik heb echt enorme trek!’

Sasha zet haar hark tegen de muur en ik draai de tuinslang dicht waarmee ik Ryans badje had gevuld. Samen lopen we snel naar het huis.

Ty staat ons op te wachten naast het marmeren tafelblad buiten de keuken. Wanneer we aan komen lopen gooit hij een bloederig stuk vlees op tafel.

‘Gaan we barbecueën?’ vraag ik.

‘Dit is Tahira’s lunch, niet van ons. Ik moet het in blokjes snijden,’ instrueert hij, en geeft Sasha een mes.

‘Ik ben vegetariër,’ zegt ze, en doet een stap achteruit.

‘Maar goed dan dat ik je niet vraag het op te eten, hè?’

Weer duwt hij haar het mes in de hand.

‘Ik kan het niet.’

‘Is dit paard?’ vraag ik huiverend.

‘Nee.’ Ty rolt met zijn ogen.

Sasha kijkt naar het vochtige vlees. ‘Het voelt als moord.’

‘Kun je er een nog groter drama van maken?’ schimpt hij.

‘Hoe kun je jezelf een dierenliefhebber noemen en dit doen?’ zegt Sasha snikkend.

‘Het is niet leuk, maar het hoort erbij. Deze katten kunnen zelf niet jagen, dus ik moet toch iets doen om ze te eten te geven.’

Sasha pakt het mes aan, verbleekt wanneer ze de eerste snee zet, en strompelt dan huiverend achteruit.

Ik pak haar beet. ‘Gaat het? Je hoeft niet hoor.’

‘Nee, het hoeft niet,’ zegt Ty bevestigend.

We kijken hem aan en ik verbaas me over zijn inlevingsvermogen.

‘Ga maar even bij Tahira langs om te vertellen dat ze vandaag honger moet lijden. Ze zit helemaal in de achterste kooi. Ze begrijpt het vast wel.’

En met die woorden draait hij zich om, en duwt een kruiwagen vol met in stukken gesneden kippen richting de kooien.

Mijn telefoon rinkelt. Het is Elise. De laatste persoon met wie ik nu wil praten, maar ik heb helen beloofd om haar evenveel aandacht te geven, en aangezien Sasha naar de wc is gevlucht, luister ik geduldig naar een uitgebreide tirade over wat een enorme tijdverspilling de les van vanochtend over ‘Word je woede de baas’ was. Wanneer ze klaar is, vertel ik haar dat ik wel iemand ken die zou profiteren van zo’n cursus, ofwel Ty. Elise is niet overtuigd, dus ga ik verder en vertel ik haar de bloederige details van het rauwvleesverhaal.

‘Ik bedoel, waarom zou hij zo gemeen doen tegen Sasha?’ klaag ik, even vergetend dat ik Elises mening niet belangrijk genoeg vind om te luisteren naar wat ze te zeggen heeft.

‘Het is toch duidelijk,’ zegt Elise kort. ‘Hij vindt haar leuk.’

‘Een beetje liefde à la Ozzy Osbourne dan, vind je niet? Nee, dat is het niet.’

‘Weet je zeker?’

‘Geloof me, jij zou het ook niet denken als je zag hoe hij naar haar keek.’ Behalve dan dat ene moment met de welpjes is het puur en alleen maar visueel sarcasme geweest.

‘Ah, maar dat is een reactie op de gevoelens die ze bij hem losmaakt over zichzelf, niet wat hij voor haar voelt.’

Jemig! Twee dagen in het goeroekamp en ze spreekt al een goed woordje psychojargon.

‘Wacht even. Ik haal Martha even. Die is geweldig met dit soort kwesties.’

‘Elise!’

‘Wat?’

‘Ik dacht dat je zei dat het allemaal onzin is!’

‘Nou ja, ik heb er niks aan, omdat ik geen driftbuien of zo heb, maar ik moet toegeven dat het voor sommige van die schuimbekkende gekken hier best zinvol is.’

Wat een enorme steun en toeverlaat moet zij zijn voor de rest van de groep.

Martha komt aan de lijn, nadat ze volledig is bijgepraat.

‘Ik wil eerst graag precies weten wat hij heeft gezegd en dan zullen we een manier bedenken om hem op zijn rug te krijgen,’ belooft ze.

Het is de moeite waard. Ik herhaal elke zin die Ty tegen Sasha heeft uitgespuugd. Wanneer ik klaar ben, zegt Martha dat ze wat meer achtergrondinformatie nodig heeft, en herinnert me eraan dat dit mijn strijd is, maar daar ben ik het niet mee eens. Sasha is gewond en zelfs als ze dat niet was, zou ik haar willen beschermen. En dan nog, het is veel gemakkelijk om iemand anders’ strijd te strijden dan je eigen, toch? In elk geval weet je dan dat het de moeite waard is.

Een belangrijk aandachtspunt is het feit dat ik nog maar een paar uur heb om dit op te lossen. Ik kan niet zomaar wegrijden en haar zo achterlaten, dan zou het net aanvoelen alsof ik haar voor de leeuwen had gegooid. Nu ik dankzij Martha wat meer inzicht in de situatie heb gekregen (en Sasha nog op de wc zit), besluit ik hem te confronteren. Ook al heeft hij een paar vrij dodelijke medestanders.

Wanneer ik het hek opendoe, slaan de luipaarden op tilt. Ze beginnen te sissen en krijsen en maaien wild met hun scherpe klauwen door de lucht. Sommige gaan op de achterpoten staan om elkaar aan te vallen, terwijl andere voor een subtielere intimidatietechniek kiezen. Ze kruipen over de grond, houden hun hoofd schuin en ontbloten hun tanden naar elkaar. Het lawaai dat ze maken is ongelooflijk.

Wat is er aan de hand? Weten ze dat ik hun meester te grazen wil nemen? Heeft Freddies aartsrivaal Malachi een muiterij opgezet? Dan zie ik Ty aan komen rijden met een nieuwe lading kippen. Ze weten dat het voedertijd is en hebben duidelijk sterke gevoelens over of ze een vleugel of een poot willen.

Ty schudt de kruiwagen leeg bij het hek en giet het vlees in de opengesperde monden. Ik verwacht bijna dat ze hun prooi zullen verslinden, in één keer zullen doorslikken, maar in plaats daarvan zoeken ze allemaal een rustig plekje op om te gaan eten, weg van de stoffige, vieze vloer. Ze gaan boven op het nachthok liggen of op een van de betonnen randen van de kooi, waarschijnlijk om te voorkomen dat ze ‘zand tussen de kiezen’ krijgen. Ik kijk toe hoe Freddy over de huid van de kip likt tot deze loslaat van het roze vlees en het dan naar binnen slurpt. Nadat het lijkt alsof hij even heeft nagedacht over welk stuk hij nu gaat opeten, bijt hij de kip in stukken, en versplintert hij de botjes met een bevredigend gekraak.

‘Ze eten de botten op,’ vertelt Carrie, die stilletjes naar binnen is geslopen terwijl ik gebiologeerd naar de tafelmanieren van de luipaarden stond te kijken. ‘Er zit veel calcium in, dat is goed voor hun tanden en botten.’

‘Ze waren zonet enorm wild,’ zeg ik vol verwondering.

Carrie knikt. ‘Je moet niet vergeten dat het gewoon wilde dieren zijn.’

Hetzelfde geldt voor Ty, denk ik, terwijl ik kijk hoe hij een handvol rauwe McNuggets door het hek duwt, voor een van de minder opdringerige dieren. De luipaard kauwt ze weg en likt dan aan Ty’s handpalm, om er zeker van te zijn dat ze niks van het heerlijke vlees heeft gemist.

‘Ik haal even wat spullen bij de dierenarts. Ik ben over een uurtje of twee weer terug.’ Carrie geeft me een schouderklopje.

‘Oké.’ Ik knik, direct weer mijn blik op de luipaarden richtend. Nu hun voorgerecht op is, gaan ze weer terug naar het kruiwagenbuffet voor een tweede of derde stuk kip. Ik vraag me af of ze wel eens iets anders willen. Misschien, heel misschien, zit er eentje tussen die gek is op een stuk gebakken tofoe.

‘Waar is je vriendinnetje?’ schreeuwt Ty.

‘Ze heeft net overgegeven,’ zeg ik, zo bits als ik maar kan.

Geen reactie.

‘Vind je dat niet erg?’ Ik kijk hem met samengeknepen ogen aan.

‘Ze is model, toch? Ik weet zeker dat ze wel weet hoe het moet.’

Ik heb zin om te gaan gillen. Wat is toch jouw probleem? Maar hij komt recht op me af met de kruiwagen. Ik spring achteruit om een botsing te voorkomen. Hij kijkt me kwaad aan en loop me voorbij. Ik haal verontwaardigd adem. Wat is dat voor geur? Het is geen rauwe kip of leeuwenpoep. Iets dampigs. Geen benzine. Terpentine? Ik moet vanmiddag gaan verven. Dan weet ik het. Whiskey. De geur is vervlogen, maar het kwam duidelijk uit Ty’s mond.

Is hij Meneertje Boos omdat hij alcoholist is? Misschien moet ik Martha’s advies opvolgen en wat meer informatie verzamelen voor ik hem confronteer. Ik loop langs de kooien en blijf staan bij een onbekend harig gezicht.

‘En hoe heet jij?’ vraag ik, zoekend naar het naambordje.

Hij gromt als een gewichtheffer, maar ik kan het niet vertalen.

‘Daar is het!’ Ik pak het houten bordje van de grond en hang het weer aan het hek. ‘Troy.’

Er klikt iets in mijn hoofd: ‘Troy! Natuurlijk, Helen! Zij weet vast wat ik moet doen.’

Ik bel haar nummer, biddend dat ik haar niet stoor tijdens het opspuiten van een cruciaal stukje glaceersel.

‘Hallo?’

‘Helen! Lara hier. Ik denk dat we een probleempje hebben.’

Ik vertel haar snel over Ty’s onacceptabele gedrag, maar Helen is behoorlijk vasthoudend.

‘Met Sasha komt het wel goed. Ze heeft in haar verleden vaak genoeg te maken gehad met dit soort theatrale gedoe.’

‘Maar dit keer is het anders,’ geef ik toe.

‘Hoe dan?’

‘Nou, bedoel je behalve dat het toen allemaal sprieterige vrouwmannen waren en dit een enorme macho, is ze helemaal verliefd op hem.’

‘En jij bent bang dat het een uiting is van haar zelfhaat, het feit dat ze dit soort molestatie aantrekt?’

‘Begint iedereen zo te praten als ze naar Californië verhuizen?’

Helen begint te lachen.

Ik leg het nog eens uit op zijn Californisch. ‘Ik maak me gewoon zorgen dat, gezien haar fragiele staat op dit moment, dit misschien niet de juiste plek voor haar is.’

‘Maak je alsjeblieft geen zorgen, Lara. Het komt wel goed. Deze plek is met veel zorg uitgekozen door de California Club. En daarnaast is het nog maar voor vijf nachtjes. Als ze grote problemen heeft, kan ze je altijd bellen.’

‘Maar wat als ik in het Yosemite zit? Dat is honderden kilometers hier vandaan?’

‘Zoë zit op maar een uurtje rijden in LA. Als zij hem niet weet te onderwerpen, dan kan niemand dat.’

Ze heeft een punt.

‘Alles komt echt goed, geloof me maar.’

‘Als je er zeker van bent…’

‘Echt. Luister, ik heb hier een soufflé die bijna instort.’

De verbinding wordt verbroken.

Ik draai me om naar Troy. Hij kijkt me aan alsof hij wil zeggen: als Helen zegt dat het goed komt… en schudt dan met zijn manen. Ik zucht en loopt terug naar het huis voor mijn volgende opdracht.

De komende twee uur ben ik bezig met het schilderen van hekjes, terwijl Sasha haar eerste les in omgevingshygiëne voor dieren krijgt. Geen prijs voor wie raadt wie besloot wie wat moest doen. Toch denk ik dat Ty wat milder begint te worden, want hij laat haar kooien schoonmaken waar geen tijgers in zitten.

Het is één uur. Mijn tijd zit er bijna op, nog maar een half uur voordat ik vertrek. Ik kijk naar Sasha. Terwijl ik al bezig ben met mijn vijfde paaltje, lijkt het alsof ze nog amper is begonnen met de schoonmaak van de eerste kooi. Ze stopt steeds, leunt dan zwaar op haar schep en vecht zichtbaar tegen de tranen. Als Ty niet zo op ons zou letten, en ik dus niet bang zou zijn voor zijn boze oog, zou ik naar haar toe gaan om haar te troosten. Maar ik weet dat dit alleen maar nog meer woede veroorzaakt.

‘Hoe gaat het?’ Carrie komt bij me staan.

‘Goed, nog maar twee paaltjes. Heb je alles wat je van de dierenarts nodig had?’

‘Ja, ik ga de medicijnen nu geven.’ Ze kijkt Sasha aan. ‘Ik neem aan dat ze er niet aan gewend is haar handen vies te maken,’ zegt ze.

‘Echt, zo is ze normaal nooit,’ zeg ik.

‘Weet zij dat ook?’

Goede vraag.

‘Om eerlijk te zijn, is het allemaal nieuw voor haar – ze is nog maar kort geleden gestopt met modellenwerk, dus de nieuwe Sasha, de ex-model-Sasha, is nog een beetje in ontwikkeling,’ leg ik uit.

‘Probeert ze erachter te komen wie ze van binnen is?’ vraagt Carrie.

Ik knik.

‘Denkt ze dat ze alleen maar haar uiterlijk heeft?’

‘Ik ben bang van wel.’

‘Geen wonder dat ze het nog niet los kan laten.’

Ik kijk naar arme Sasha. Ze vecht tegen zichzelf. Ik weet dat een deel van haar die schep aan de kan wil gooien, zichzelf in de slaapzak wil verstoppen om daar tot dinsdag te blijven liggen huilen. Ik vraag me af of ik Carrie moet vertellen hoe depressief ze is, misschien om haar te vragen Ty te vragen de wapens neer te leggen. En zelf ook maar te gaan liggen, naast haar, in de slaapzak. Als hij niets zegt, is hij wild aantrekkelijk.

‘Je weet dat ze het helemaal verkeerd om doet, toch?’

‘Wat bedoel je?’ Is er een speciale techniek om poep te scheppen waar ik niks van afweet?

‘Ze kan niet eerst zichzelf vinden en dan haar uiterlijk loslaten. Ze moet eerst in het diepe springen en haar uiterlijk loslaten.’

Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Natuurlijk is dit een van de beste plekken ter wereld om gruwelijk verminkt te raken, dat zou al een goed begin zijn.

‘Ik denk niet dat ze van nature ijdel is,’ mijmert Carrie. ‘Het zit gewoon heel diep van binnen.’

Sasha sleurt aan een kruiwagen om alles wat ze heeft opgeschept weg te brengen, maar raakt na twee passen een steen, waardoor de kruiwagen om kantelt en alles eruit valt.

‘O nee!’ roep ik.

‘Misschien moet je even laten zien hoe het moet,’ stelt Carrie voor.

‘Ik?’

Carrie trekt haar wenkbrauwen op, alsof ze wil zeggen: ‘Probeer maar.’

Ik grijns terug. ‘Oké! Waarom niet?’

Ik leg mijn verfkwast neer en ren naar Sasha. ‘Jij hebt veel te veel lol. Mag ik meedoen?’ zeg ik.

‘O, Lara!’

Ik houd mijn hand omhoog, alsof ik daarmee kan voorkomen dat ze gaat blubberen. Vreemd genoeg lijkt het te werken. ‘Nou, ik heb geen idee wat voor vreemd individu jij bent, maar volgens de California Club is dit jouw droom die waarheid wordt, dus ik denk dat het tijd is dat je de poep gaat omarmen!’

Sasha kijkt me vol ongeloof aan. ‘De poep omarmen?’

‘Kom nou, je staat hier in het zonnige Californië, tot aan je enkels in de uitwerpselen, wat wil je nog meer? Denk eens aan die zielige modellenvriendinnen van je, die in hun Manolo’s eeltknobbels aan het kweken zijn en staan te rillen van de dieetpillen…’

‘Die met blote voeten over het strand van Barbados lopen en champagne drinken in Parijs,’ voegt Sasha toe.

‘Precies!’ zeg ik aarzelend.

Even denk ik dat Sasha een openbaring krijgt die alles gaat veranderen en waardoor ze zal besluiten weer terug te gaan naar het modellenwereldje tot ze anti-rimpelcrème en rollators kan aanprijzen, maar dan verandert de uitdrukking op haar gezicht.

‘Als ze me nou eens zouden zien!’ Ze giert het uit.

‘Wat zouden ze hiervan zeggen?’ Ik grinnik en geef haar een por.

Ze kijk naar haar modderige voeten en dan om zich heen naar de gammele gebouwen en in mist gehulde bergen op de achtergrond, en begint te lachen. ‘Ze zouden zeggen dat ik gek was!’

‘Nou, dan ligt er in elk geval al één puzzelstukje op de juiste plek!’ joel ik.

‘Ben ik gek?’

‘Omdat je bent weggelopen uit je leventje vol luxe en weelde? Natuurlijk!’

‘Misschien wil ik meer van het leven.’

‘Nou, wat zegt dat dan over jou?’ vraag ik.

‘Dat al die dingen niet belangrijk voor me zijn? Dat ik ze heb geprobeerd en dat het even leuk was, maar dat ik er niet echt van uit mijn dak ga.’

‘Dus hoe zou je iemand noemen die zijn hart volgde en al zijn schepen achter zich verbrandde, ook al weet hij niet wat er gaat komen? Iemand die de kans op een nieuw leven met twee handen grijpt, ook al weet hij niet wat dat nieuwe leven is?’

Sasha haalt diep adem en trekt dan een pruilmondje.

Ik wacht.

En dan zegt ze het.

‘Moedig?’

Ik knik.

‘Ik ben moedig!’ Ze test de zin uit en vind hem goed klinken. ‘Ik ben moedig!’ zegt ze, nu wat luider. ‘Kijk eens naar mij!’ lacht ze, terwijl ze haar schep pakt. ‘Auuuuuu!’ Ze klapt dubbel van de pijn.

‘Wat?’ Ik ren naar haar toe.

‘Splinter!’

‘Laat eens kijken.’ Ik leg haar hand in de mijne.

Plotseling vult het geluid van sarcasme de lucht.

‘Och, heb je een nagel gebroken? Zal ik de noodmanicure bellen? We hebben het nummer in de telefoon staan, voor noodgevallen…’ moppert Ty terwijl hij voorbij loopt.

Dit keer zakt Sasha niet in. Ze pakt snel een kluit gedroogde poep en gooit die naar hem.

Helaas (of misschien gelukkig) is ze een slechte schutter en gooit ze ver naast. Hij loopt gewoon verder, zonder het te merken, hoewel ik betwijfel of hij ons hysterisch gelach echt niet heeft gehoord.

‘Ach, het is weer wat anders,’ zucht ik, terwijl ik mijn ogen droog veeg.

‘Wat?’

‘Dat een man je haat om hoe je eruitziet, in plaats van een vrouw.’

Ik besluit afscheid te nemen terwijl Sasha zich zo goed voelt. Na een snelle laatste groet aan de katten (vooral het afscheid van Ryan valt zwaar – iets in de manier waarop hij naar me kijkt, die alwetende blik, raakt me diep) zijn de mensen aan de beurt. Ik omhels Carrie. Ty is in geen velden of wegen te bekennen. Jammer.

Terwijl Sasha met me mee loopt naar de auto, bedenk ik dat Carrie over een paar uurtjes ook weg is (naar San Francisco om geld op te halen), zodat Sasha ’s nachts alleen achterblijft met Ty.

‘Red je het wel?’

Ze knikt.

‘Onthoud goed dat het zijn probleem is,’ adviseer ik haar. ‘Hij heeft duidelijk last van bindingsangst.’

‘Ik kan hem wel aan!’ zegt Sasha, die nog steeds hyper is door de ontdekking van haar eigen moed. ‘Concentreer jij je maar op je tijd met Elliot. En geef Zoë een dikke knuffel van me. Laat je me weten hoe het met haar gaat?’

‘Doe ik!’ Ik glimlach.

Ik geef Sasha nog een laatste knuffel en trap dan het gaspedaal in. Stad van de Engelen, ik kom eraan!