9
Het uitstapje was een idee van Bill. Het was inmiddels bijna een
jaar geleden dat Lisa was ontvoerd en Peggy en hij hadden al die
tijd geen vakantie gehad. Elke vrije minuut was opgegaan aan het
verspreiden van oproepen, bellen naar het Centrum voor vermiste en
misbruikte kinderen en wachten op het telefoontje dat Lisa was
gevonden, dat ze nog leefde en op weg was naar huis. Dat
telefoontje kwam nooit. Maar het andere, dat het lijk van een jong
meisje was gevonden, evenmin.
Bill was bezeten geraakt van het idee dat hij bereikbaar moest zijn. Hij had het duurste antwoordapparaat gekocht dat hij kon vinden, een met een digitale ingesproken mededeling en een cassettebandje van een uur voor het opnemen van berichten. Hij had er, voordat hij en Peggy naar Hawaï vertrokken, nog een nieuw bandje ingedaan. Helaas had hij de instructies niet goed gelezen doordat hij in gedachten was bij het telefoontje dat maar nooit kwam en hij had de cassette er verkeerd om ingelegd, met de lege spoel aan het begin in plaats van aan het einde. Daardoor was er geen band over, waarop de machine ingesproken berichten kon opnemen.
Geef de schuld maar aan de ontwerper. Het apparaat had slim genoeg moeten zijn om te zeggen 'band vol' of terug te spoelen en over de oude berichten aan het begin van de band heen op te nemen, maar een van de eigenschappen van dit apparaat was dat je al je oude berichten kon afspelen. Dus weigerde het ding halsstarrig zichzelf automatisch terug te spoelen.
Peggy belde dagelijks naar huis, vaak twee keer per dag, en toetste de geheime code in die nodig was om hun berichten af te laten spelen, maar steeds gaf de digitale stem van de machine hetzelfde antwoord: 'U-heeft-nul-berichten.'
Bill belde de derde dag naar huis om het ding te testen, maar controleerde alleen of het ding opnam en na de tekst een pieptoon produceerde. Daarna hing hij op. Het kwam niet bij hem op om een testbericht in te spreken. Alles leek te werken. Hun vrienden en de politie wisten allemaal dat ze er even tussenuit waren om de nachtmerrie een paar dagen naar de achtergrond te dringen. Toen Bill het van die kant bekeek, vond hij het niet gek meer dat er niemand had gebeld. Peggy lag op bed en keek langs haar tenen om de zon uit de Stille Zuidzee te zien oprijzen. De zee lag duifgrijs onder een glorende, metaalblauwe lucht. Morgen, zaterdag, was de laatste volle dag van hun vakantie. Ze vertrokken zondagmorgen en zouden 's avonds laat thuiskomen. Bill moest maandag weer naar zijn werk en zij zou haar telefonische rondes weer hervatten.
Ze keek naar Bill. Ze hadden nog een kind gewild. Hadden. De gedachte om er nu weer aan te beginnen was... Dat zou ze vroeger nooit hebben gedacht. Als je haar toen de hypothetische vraag zou hebben voorgelegd of ze onder deze omstandigheden nog een kind zou willen, zou ze prompt hebben geantwoord: 'Ja, natuurlijk.' En Bill en ik waren er ook al mee bezig voordat Lisa werd... vermist, niet gekidnapt, niet ontvoerd - vermist. Want wat je verliest, kan teruggevonden worden. Waar zou Lisa nu zijn, vroeg ze zich af. De onderrand van de zon was losgekomen van de horizon en kleurde de palmen en bougainvillea en de rode en groene betonnen tennisbanen, die precies onder hun raam op de vijfde verdieping lagen. Peggy hoorde het geplok van tennisballen van de dauwtrappers, die hun eerste partij van die dag speelden. Hoeveel later was het op het vasteland, drie of vier uur? Was het al laat genoeg om hun berichten te controleren? Bill sliep nog. Het was niet nodig om hem wakker te maken. Ze kon nog wel even wachten. Ze wachtte al bijna een jaar. Peggy sloot haar ogen en probeerde de slaap weer te vatten. Onder haar zetten de badmeesters de ligstoelen klaar voor een nieuwe dag in het paradijs.