HEDEN

New York City



Vanuit het oog van Boeddha was alles zichtbaar. De nachtelijke hemel ontvouwde zich als een kroonluchter. Een guirlande van licht die hem tot gids diende. De sluiers van de nacht weken uiteen en toonden hem het pad dat hij moest gaan om niet ontdekt te worden.

De ritmische geluiden van hun dierlijke paring vulden als de kruidige luchtjes van een net klaargemaakte maaltijd de ruimte die hij even tevoren had betreden. Hij hoorde de vrouw kreunen en de naam van de man roepen.

'O, John. O!'

Haar stem klonk hees, ietwat ingehouden. Een stem vervuld van seks en belofte. Maar ondanks dat luisterde hij volslagen koelbloedig. Die koortsachtige opwinding was niet voor hem bestemd, dat was uitgesloten. Hij luisterde ernaar als naar een litanie uit een vreemde religie. Wellicht een christelijke mis. In het Latijn. Hij kroop op zijn buik, geruisloos als een slang. Herinneringen, gewoonten en disciplines hadden hem gemaakt tot wat hij was. Dit en het verleden. Maar daar had hij geen weet van.

Hij lag op zijn rug achter de bank en bereidde zich voor. Het gehijg en gekreun doorboorden de stilte en weefden een web van lustgevoelens rondom hem.

Uit zijn broekzak haalde hij een zacht plastic flesje te voorschijn. Het was gevuld met een kleurloze vloeistof. Vervolgens diepte hij een stalen naald met een opmerkelijke vormgeving uit zijn zak op. Het uiteinde ervan had de vorm van een T die precies tussen de eerste twee vingers van zijn gebalde rechterhand paste. Met een doelbewuste draai van zijn hand stootte hij de naald in het zachte plastic flesje en draaide de punt in de kleverige vloeistof rond. Toen hij vermoedde dat de naald geheel was bedekt, trok hij die terug en staarde zonder iets te zien naar het plafond. Hij luisterde enige tijd naar hun gegrom en gekreun, alsof hij een radio op een ver verwijderd station afstemde.

'Moira. O, Moira, ik hou zóveel van je!'

Tenslotte stond hij op en kwam boven de rug van de bank uit. De man lag bovenop. Als een stier bewoog hij zich op het traag kronkelende lichaam van de vrouw. Ze waren doorweekt van het zweet; het gezicht van de man zag rood van inspanning. Elk ogenblik kon hij zijn zaad in haar lozen.

Het gebeurde eerder dan hij had verwacht.

Het oog van de chirurg en zijn geoefende hand werkten samen toen hij de naald tot op oorhoogte omhoog bracht. Hij voelde de kracht als een zilveren stroom door zijn lijf vloeien. De man kwam met een ruk omhoog, op, neer, en bereed de vochtige sterke dijen van de vrouw. Van extase vervuld hield ze haar ogen stijf dichtgeknepen. Ze kreunde, diep en langgerekt. Toen de man weer omhoogkwam, schoot de naald naar voren, witglanzend in het lamplicht, en drong als uit eigen wil in de onderkant van de nek van de man.

Hoewel de naald in een flits werd teruggetrokken, volgde er ogenblikkelijk een reactie. Spieren spanden zich en de man begon naar lucht te happen. Op dat ogenblik opende de vrouw haar ogen; ze waren wazig van genot en het beeld wat ze haar doorgaven was onduidelijk. Toen haar orgasme toenam, klemde ze zich steviger aan hem vast. Een hete gloed, die zich naar alle kanten door haar lijf vertakte, zette haar onderlichaam in vuur en vlam. Ze schreeuwde het uit, maar niet van extase. Er was iets grondig mis. Ze begon te gillen toen de bezwete borstkas van haar minnaar met de kracht van een hamerslag op haar neerplofte. Ze zag zijn ogen, die haar zonder iets waar te nemen aanstaarden. Hij bevond zich nog steeds diep in haar, zo hard als steen.

Ze bleef gillen.