2 – DEKMANTEL
A ~ GODS WOORD
Lees het volgende tekstgedeelte:
Waarop David aan Joab opdracht gaf om Uria naar hem toe te sturen. Uria meldde zich op bevel van Joab bij David, die hem vroeg hoe Joab en het leger het maakten en hoe het er met de oorlog voorstond. Vervolgens zei hij: ‘Ga naar huis en ontspan u wat.’ Toen Uria het paleis verliet, kreeg hij nog een geschenk van de koning mee. Maar Uria ging niet naar huis; hij bleef slapen in het poortgebouw van het paleis, bij de knechten van zijn heer. Toen men David verteld had dat Uria niet naar huis was gegaan, zei hij tegen hem: ‘U hebt toch een lange reis achter de rug. Waarom bent u niet naar huis gegaan?’ Uria antwoordde: ‘De ark en het leger van Israël en Juda zijn ondergebracht in hutten, opperbevelhebber Joab en zijn manschappen bivakkeren in het open veld; zou ik dan naar huis gaan om te eten en te drinken, en te slapen met mijn vrouw? Zo waar u leeft, dat doe ik niet!’ David zei tegen Uria: ‘Blijf ook vandaag nog hier, dan laat ik u morgen teruggaan.’ Uria bleef die dag dus nog in Jeruzalem. De dag daarop nodigde David hem bij zich aan tafel en voerde hem dronken. Toch ging Uria ’s avonds niet naar huis, maar legde zich opnieuw te slapen bij de knechten van zijn heer. De volgende morgen schreef David Joab een brief, die hij aan Uria meegaf. In de brief stond: ‘Stel Uria op waar het hevigst wordt gevochten en geef hem geen rugdekking, opdat hij wordt getroffen en sneuvelt.’ Joab onderzocht waar de verdediging het sterkst was, en stelde Uria juist daar op. De verdedigers van de stad deden een uitval naar Joab. Er vielen slachtoffers onder de soldaten van David, en ook Uria vond de dood. Joab liet aan David verslag uitbrengen van de strijd en beval de bode: ‘Als je de koning het hele verloop van de strijd hebt verteld, en als hij dan woedend tegen je uitvalt: “Waarom hebben jullie je zo dicht bij de stad gewaagd? Jullie konden toch weten dat ze vanaf de muur zouden schieten! Zijn jullie soms vergeten hoe Abimelech, de zoon van Jerubbeset, in Tebes aan zijn einde is gekomen? Een vrouw heeft toen vanaf de stadsmuur een maalsteen op zijn hoofd gegooid, zodat hij stierf. Waarom hebben jullie je dan zo dicht bij de muur gewaagd?” dan moet je zeggen: “Ook uw bevelhebber Uria is omgekomen.”’ De bode ging naar David en vertelde hem alles wat Joab hem had opgedragen. Hij zei tegen David: ‘Onze tegenstanders waren sterker dan wij en deden een uitval naar ons. We dreven ze terug tot voor de poort, maar toen namen de boogschutters ons vanaf de muur onder schot en sneuvelden er soldaten van de koning. Ook uw bevelhebber Uria is omgekomen.’ David droeg de bode op om tegen Joab te zeggen: ‘U moet er maar niet te slecht over oordelen; de oorlog eist nu eenmaal zijn tol. Houd moed! Heropen de aanval op de stad en maak haar met de grond gelijk.’ De vrouw van Uria kreeg bericht dat haar man was gesneuveld, en ze treurde om haar echtgenoot. Toen de rouwtijd voorbij was, nam David haar bij zich aan het hof. Zij werd zijn vrouw en baarde hem een zoon. Naar het oordeel van de HEER was het wel degelijk slecht wat David had gedaan.
(2 Samuël 11:6-27)
1. Batseba stuurde de koning een boodschap om hem te laten weten dat ze zwanger was. Hoe reageerde koning David daarop? Welke opdrachten gaf hij aan Uria?
2. Wat was de reden voor Uria’s gedrag?
3. David schrijft een brief naar Joab. Beschrijf Davids nieuwe plan en zijn houding in uw eigen bewoordingen.
4. Hoe reageerde Batseba op de dood van haar man? Wat kunt u uit haar reactie opmaken?
5. Wat gebeurde er met Batseba nadat de rouwperiode voorbij was?
6. Maak een vergelijking tussen de gedragingen en houdingen van David, Uria en Batseba.
B ~ GODS WEGEN
1. Batseba vertrouwde erop dat David een oplossing zou vinden voor ‘het probleem’. David koos ervoor de zaken zelf te regelen. En Uria werd daar de dupe van.
2. Wanneer u verkeerde keuzes maakt, in welk patroon vervalt u dan?
3. Hebt u anderen wel eens geholpen zaken te verdoezelen en hoe hebt u dat dan gedaan?
4. Welke invloed had uw keuze op anderen?
5. Welke invloed had andermans keuze op uw leven?
C ~ BEZINNING
Een mens denkt de juiste weg te gaan, terwijl die eindigt bij de dood.
(Spreuken 14:12)
1. Welke richting hebt u ingeslagen?