Nick Dunne

Zeven dagen vermist

Het werd tijd. Precies om acht uur in de ochtend, negen uur in New York, pakte ik de telefoon. Mijn vrouw was beslist zwanger. Ik was beslist de hoofdverdachte. De enige verdachte. Ik zou nog vandaag een advocaat regelen, en dat zou precies de advocaat worden die ik niet wilde. Maar ik had hem nu eenmaal nodig.

Tanner Bolt. Ik heb helaas geen andere keus. Als je langs de zenders met juridische programma’s zapt, kom je altijd het bruin-uit-een-flesje-gezicht van Tanner Bolt tegen, verontwaardigd namens een of andere idiote cliënt die hij vertegenwoordigt. Hij was op vierendertigjarige leeftijd beroemd geworden als advocaat van Cody Olsen, een restauranthouder uit Chicago die ervan werd beschuldigd dat hij zijn hoogzwangere vrouw had gewurgd en haar lijk had gedumpt op een vuilnisbelt. Speurhonden hadden de geur van een lijk opgepikt in de kofferbak van Cody’s Mercedes. Uit zijn laptop bleek dat iemand op de ochtend dat zijn vrouw verdween een kaart had afgedrukt met de dichtstbijzijnde vuilnisbelt. Kortom, die zaak leek een makkie. Toen Tanner Bolt die zaak had afgehandeld, waren er bezwarende verklaringen tegen iedereen: tegen de politie, tegen twee bendeleden uit de West Side van Chicago en tegen een gemelijke uitsmijter van een club, maar niet tegen Cody Olsen. Hij liep de rechtszaal uit en trakteerde iedereen op cocktails.

In de tien jaar die volgden was Tanner Bolt bekend geworden als De Slechtvalk. Hij dook als een roofvogel op spectaculaire zaken en verdedigde overwegend mannen die werden beschuldigd van moord op hun vrouw. Hij won meer dan de helft van zijn zaken. Dat was zeker niet slecht, als je in aanmerking nam dat het meestal om heel ernstige zaken ging, met verdachten die erg weerzinwekkend waren – bedriegers, narcisten, psychopaten. De andere bijnaam van Tanner Bolt was de Aso-advocaat.

Om twee uur die middag had ik een afspraak.

‘U spreekt met Marybeth Elliott. Als u een boodschap achterlaat, bel ik u zo spoedig mogelijk terug…’ zei ze met een stem die precies op die van Amy leek. Amy die niets van zich liet horen.

Ik reed snel naar het vliegveld om naar New York te vliegen voor een afspraak met Tanner Bolt. Toen ik Boney toestemming had gevraagd om de stad te verlaten, moest ze een beetje lachen: Daar gaan politiemensen helemaal niet over. Dat is alleen maar zo op tv.

‘Hallo, Marybeth, hier weer met Nick. Ik wil graag met je praten. Ik wilde jullie vertellen… eh, ik wist echt niets over die zwangerschap, ik ben net zo geschokt als jullie… eh… en ik neem trouwens een advocaat, dan weten jullie dat. Ik geloof dat Rand zelf al zoiets voorstelde. Maar goed… jullie weten dat ik heel slecht ben in het inspreken van voicemail. Ik hoop dat jullie me terugbellen.’

Het kantoor van Tanner Bolt lag in midtown New York, niet ver van de plek waar ik vroeger werkte. De lift bracht me vijfentwintig verdiepingen omhoog, maar zo geruisloos dat ik alleen aan mijn oren voelde dat we opstegen. Op de zesentwintigste verdieping stapte een blondine met een nuffig mondje en een elegant mantelpakje in. Ze tikte ongeduldig met haar voet, wachtte tot de deuren dichtgingen en snauwde me toe: ‘Waarom drukt u niet op de sluitknop?’ Ik schonk haar een glimlach die ik altijd gebruik bij humeurige vrouwen, de montere glimlach die Amy als ‘de grijns van Nick’ betitelde. Toen zag ik dat de vrouw me herkende. ‘O,’ zei ze. Ze keek alsof ze iets vies rook. Ze was duidelijk niet verbaasd dat ik uitstapte op de verdieping waar Tanner kantoor hield.

Die man was nou eenmaal de beste, en ik had de beste nodig. Toch vond ik het vervelend om met hem in verband te worden gebracht, op welke wijze dan ook. Die gladjakker, die showpik, die advocaat van de duivel. Ik had bij voorbaat al zo’n hekel aan Tanner Bolt dat ik verwachtte dat zijn kantoor eruit zou zien als het decor van Miami Vice. Maar Bolt & Bolt was het tegenovergestelde: waardig, deftig. Achter smetteloze glazen deuren liepen mensen in heel dure pakken druk heen en weer tussen de verschillende werkkamers.

Een jonge, knappe man met een stropdas die de kleur had van tropisch fruit begroette me en installeerde me in de ontvangstruimte, met veel glimmende spiegels en glas. Hij bood me een glas water aan (afgeslagen). Toen liep hij terug naar zijn glanzende bureau en pakte een glanzende telefoon op. Ik zat op de bank, keek naar de skyline en zag hijskranen die als mechanische vogels op en neer gingen. Daarna pakte ik het papiertje met Amy’s laatste aanwijzing uit mijn broekzak. Vijf jaar is hout. Zou dat het cadeau van de speurtocht worden? Iets voor de baby: een wieg van bewerkt eikenhout, een houten rammelaar? Iets voor onze baby en voor ons. Een nieuw begin, een herkansing voor de Dunnes.

Go belde terwijl ik nog naar de aanwijzing zat te staren.

‘Alles weer goed tussen ons?’ vroeg ze meteen.

Mijn zus hield rekening met de mogelijkheid dat ik mijn vrouw had vermoord.

‘Zo goed als mogelijk is, alles in aanmerking genomen.’

‘Nick, het spijt me. Ik bel om me te verontschuldigen,’ zei Go. ‘Toen ik wakker werd voelde ik me belachelijk. En vreselijk. Ik was mezelf niet. Het was een moment van waanzin. Ik bied je mijn oprechte excuses aan, echt, ik meen het.’

Ik zei niets.

‘Je moet bedenken, Nick, ik was uitgeput, al die stress… Het spijt me… echt.’

‘Oké,’ loog ik.

‘Maar het was ook goed. Alle misverstanden zijn nu opgelost…’

‘Ze was wel degelijk zwanger.’

Mijn maag draaide zich om. Weer had ik het gevoel dat ik iets cruciaals was vergeten. Ik had iets over het hoofd gezien, en dat zou me duur komen te staan.

‘Het spijt me,’ zei Go. Ze wachtte een paar tellen. ‘Het is een feit…’

‘Ik kan er niet over praten. Dat gaat niet.’

‘Oké.’

‘Ik ben nu in New York,’ zei ik. ‘Ik heb een afspraak met Tanner Bolt.’

Ze slaakte een zucht van opluchting.

‘Godzijdank. Kon je zó snel bij hem terecht?’

‘Zo beroerd is mijn zaak.’ Ik was meteen doorverbonden met Tanner. Ik had mijn naam genoemd en had niet langer dan drie seconden hoeven wachten. Nadat ik hem had verteld over het verhoor in mijn woonkamer en over de zwangerschap, adviseerde hij me meteen het vliegtuig te pakken.

‘Ik ben een beetje aan het doordraaien,’ zei ik.

‘Je hebt een verstandig besluit genomen. Echt waar.’

Weer een stilte.

‘Tanner Bolt zal toch niet zijn echte naam zijn?’ zei ik, in een poging het gesprek iets luchtigs te geven.

‘Ik heb gehoord dat het een anagram is van Natner Tolb.’

‘Echt waar?’

‘Nee.’

Ik lachte. Het was misschien ongepast, maar het voelde goed. Toen kwam het anagram vanaf de andere kant van de kamer naar me toe gelopen. Zwart pak met krijtstreep, limoengroene das, haaiachtige grijns. Hij hield zijn hand onder het lopen al uitgestoken. Helemaal klaar voor de strijd.

‘Nick Dunne? Tanner Bolt. Loop maar mee, dan gaan we aan de slag.’

Het kantoor van Tanner Bolt moest kennelijk lijken op de clubroom van een exclusieve golfvereniging met uitsluitend mannelijke leden: comfortabele leren stoelen, planken vol wetboeken, een gashaard met vlammen die dansten op de stroom van de airconditioning. Ga zitten, steek een sigaar op, lucht je hart over je vrouw, vertel wat foute grappen, kerels onder elkaar.

Bolt ging expres niet achter zijn bureau zitten. Hij loodste me naar een tweepersoons tafeltje, alsof we gingen schaken. Dit is een gesprek tussen partners, wilde Bolt hiermee zeggen. Dit tafeltje is ons commandocentrum en van hieruit gaan we het regelen.

‘Mijn honorarium, meneer Dunne, is honderdduizend dollar. Dat is uiteraard een boel geld. Ik wil dus graag duidelijk zijn over hetgeen ik heb te bieden en wat ik van u verwacht, oké?’

Hij keek me aan zonder met zijn ogen te knipperen en met een sympathieke glimlach. Hij wachtte tot ik zou knikken. Alleen Tanner Bolt speelde het klaar om míj, een cliënt, naar hem te laten vliegen om me te vertellen hoe ik me moest opstellen zodat ik hém kon betalen.

‘Ik win, meneer Dunne. Ik win zaken die niet te winnen zijn, en de zaak die u weldra te wachten kan staan is – ik wil u niet ongerust maken – een moeilijke. Geldproblemen, probleemhuwelijk, zwangere vrouw. De media hebben zich tegen u gekeerd, het publiek heeft zich tegen u gekeerd.’

Hij draaide aan de zegelring aan zijn rechterhand en wachtte tot ik liet blijken dat ik luisterde. Ik had altijd horen zeggen: op veertigjarige leeftijd heeft een man het gezicht dat hem toekomt. Bolt was rond de veertig en zijn gezicht was goed verzorgd, bijna rimpelvrij, zelfingenomen, maar niet op een onprettige manier. Een zelfverzekerde man, de beste op zijn vakgebied, een man die hield van zijn leven.

‘Geen politieverhoren meer zonder dat ik erbij aanwezig ben,’ zei Bolt. ‘Ik betreur het ten zeerste dat u dat hebt gedaan. Maar voordat we de juridische details gaan bespreken, moeten we het hebben over de publieke opinie. Zoals het nu gaat, kunnen we ervan uitgaan dat alles wordt gelekt: uw creditcards, de levensverzekering, de plaats delict waar blijkbaar mee gesjoemeld is, het opgedweilde bloed. De politie denkt dat u het hebt gedaan, en dat laten ze weten aan het publiek. Het publiek is woedend, ze eisen uw arrestatie. We moeten een alternatieve verdachte vinden. Ten tweede: we moeten de steun van Amy’s ouders behouden. Het belang daarvan kan ik niet genoeg benadrukken. En ten derde: we moeten zorgen dat u een beter imago krijgt, want als het tot een proces komt, zal uw imago de jury beïnvloeden. Verwijzing naar een andere rechtbank betekent tegenwoordig niets meer – vierentwintig uur per dag tv, internet, de hele wereld is de rechtbank. Dus ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is dat we een ander beeld van u gaan creëren.’

‘Dat wil ik zelf ook, echt waar.’

‘Hoe staat het met Amy’s ouders? Kunnen we een steunverklaring van ze krijgen?’

‘Ik heb ze niet meer gesproken sinds werd bevestigd dat Amy zwanger was.’

‘Zwanger is.’ Tanner keek me aan met gefronste wenkbrauwen. ‘Is. Ze ís zwanger. Nooit, maar dan ook nooit in de verleden tijd over uw vrouw praten.’

‘Verdomme.’ Ik legde mijn gezicht even in mijn hand. Ik had niet eens gemerkt wat ik zei.

‘Tegenover mij is het niet erg,’ zei Bolt. Hij maakte een grootmoedig, wegwuivend gebaar. ‘Maar op alle andere plekken moet u nadenken over wat u zegt. Goed nadenken. Van nu af aan wil ik dat u pas iets zegt als u eerst goed over uw woorden hebt nagedacht. U hebt dus niet met Amy’s ouders gesproken. Dat bevalt me niet. U hebt wel geprobeerd met ze in contact te komen, neem ik aan?’

‘Ik heb een paar berichten ingesproken.’

Bolt krabbelde iets op een geel schrijfblok. ‘Oké dit moeten we als slecht nieuws beschouwen. Maar u moet ze te pakken zien te krijgen. Niet ergens in het openbaar, waar een of andere oetlul met een camera u kan filmen. We zitten niet te wachten op nog zo’n Shawna Kelly-moment. Of stuur uw zus op verkenning uit, misschien kan zij meer te weten komen. Ja, doe dat maar, dat is beter.’

‘Oké.’

‘Je moet een lijst voor me maken, Nick. Van alle aardige dingen die je de afgelopen jaren voor Amy hebt gedaan. Romantische dingen, vooral in het afgelopen jaar. Je hebt kippensoep voor haar gemaakt toen ze ziek was, of je hebt haar liefdesbrieven gestuurd toen je op zakenreis was. Het hoeft niet heel opzienbarend te zijn. Sieraden vind ik niet interessant, behalve als jullie die tijdens een vakantie hebben gekocht of zoiets. Het moeten echt persoonlijke dingen zijn, zoals in een romantische film.’

‘En als ik niet het romantische type uit de film ben?’

Tanner kneep zijn lippen op elkaar. Na een paar tellen trok hij weer zijn gewone gezicht. ‘Kom ergens mee, oké Nick? Je lijkt me een aardige vent. Ik weet zeker dat je het afgelopen jaar iets attents hebt gedaan.’

Van de afgelopen twee jaar kon ik niets aardigs bedenken. In New York, tijdens die eerste huwelijksjaren, deed ik niets liever dan mijn vrouw verwennen, die onbezorgde dagen toen ze over de parkeerplaats van een winkel op me af kwam rennen en in mijn armen sprong, spontaan blij omdat ze zojuist haarspray had gekocht. Haar gezicht voortdurend tegen het mijne gedrukt, haar helderblauwe ogen wijd open en haar blonde wimpers tegen de mijne, de warmte van haar adem onder mijn neus, de zotheid van dat alles. Ik heb nog twee jaar keihard mijn best gedaan toen mijn vrouw van me afdreef. Ik heb heel hard mijn best gedaan. Geen woede, geen ruzie, maar wel ben ik constant voor haar door het stof gegaan. De capitulatie, de pantoffelheld uit een tv-komedie: Ja, schat. Natuurlijk, liefje. De energie lekte uit mijn lichaam terwijl ik wanhopig probeerde uit te vissen hoe ik haar gelukkig kon maken. Elke actie, elke poging werd ontvangen door een ontevreden blik of een droevig zuchtje. Zo’n zucht die betekende: Je snapt me gewoon niet.

Tegen de tijd dat we naar Missouri verhuisden was ik alleen nog maar kwaad. Ik schaamde me voor mezelf – de zich aan alles onttrekkende, gemene kwal die ik was geworden. Ik was dus niet romantisch. Ik was zelfs niet eens aardig.

‘Ik wil ook een lijst van alle mensen die Amy iets aangedaan kunnen hebben, mensen die haar mogelijk kwaadgezind waren.’

‘Ik moet je nog vertellen dat Amy eerder dit jaar heeft geprobeerd een pistool te kopen.’

‘Weet de politie daarvan?’

‘Ja.’

‘Wist jij het?’

‘Pas nadat ik het had gehoord van de vent bij wie ze er een probeerde te kopen.’

Hij dacht precies twee tellen na. ‘Dan neem ik aan dat hun theorie is dat ze dat pistool wilde om zich te beschermen tegen jou,’ zei hij. ‘Ze was alleen, ze was bang. Ze wilde in je geloven, maar ze voelde dat er iets heel erg mis was. Dus wilde ze een pistool voor het geval haar ergste angst werkelijkheid zou worden.’

‘Wauw, je bent goed.’

‘Mijn vader was politieman,’ zei hij. ‘Maar dat pistoolidee bevalt me. We moeten alleen iemand anders vinden door wie ze zich bedreigd kon voelen. Een buurman die steen en been klaagde over een blaffende hond, een opdringerige kerel die ze van zich af moest houden… Wat het ook is, ik moet het weten. Dat is ongeveer het idee. Wat weet je van Tommy O’Hara?’

‘O ja! Ik weet dat hij een paar keer de tiplijn heeft gebeld.’

‘Hij is ervan beschuldigd dat hij Amy in 2005 heeft verkracht toen hij een afspraakje met haar had.’

Ik voelde dat mijn mond openzakte maar ik zei niets.

‘Ze had een oppervlakkig afspraakje met hem. Er was een etentje bij hem thuis, het liep uit de hand en volgens mijn bronnen heeft hij haar verkracht.’

‘Wanneer in 2005?’

‘Mei.’

Dat was gedurende de periode van acht maanden dat ik Amy uit het oog was verloren – de tijd tussen onze eerste ontmoeting in New York en die keer dat ik haar terugzag op Seventh Avenue.

Tanner trok zijn das recht, draaide aan zijn met diamant versierde trouwring en sloeg me gade. ‘Ze heeft het je nooit verteld?’

‘Ik heb hier nog nooit van gehoord,’ zei ik. ‘Van niemand. En zeker niet van Amy.’

‘Je zou verbaasd staan hoeveel vrouwen dat nog steeds een stigma vinden. Schaamte.’

‘Ik kan niet geloven dat ik…’

‘Ik probeer bij mijn cliënten altijd met nieuwe informatie te komen,’ zei hij. ‘Ik wil je laten zien hoe serieus ik je zaak aanpak. En hoezeer je mij nodig hebt.’

‘Zou die man een verdachte kunnen zijn?’

‘Natuurlijk, waarom niet,’ zei Tanner, al te luchtig. ‘Hij heeft een geschiedenis van gewelddadigheid jegens je vrouw.’

‘Is hij veroordeeld?’

‘Ze heeft de aanklacht ingetrokken. Wilde niet getuigen, neem ik aan. Als jij en ik besluiten samen te werken, zal ik hem natrekken. Ondertussen moet je proberen je iedereen te herinneren die ooit interesse in je vrouw heeft getoond. Het liefst iemand die in Carthage woont. Dat is geloofwaardiger. Nou…’ Tanner sloeg zijn benen over elkaar, ontblootte zijn onderste rij tanden, onprettig onregelmatig en vlekkerig in vergelijking met zijn volmaakte regelmatige boventanden. Hij hield zijn slechte tanden een tijdje tegen zijn bovenlip. ‘Nu komt het moeilijker gedeelte, Nick,’ zei hij. ‘Ik wil dat je volkomen eerlijk tegen me bent, anders werkt het niet. Want als ik het ergste weet, dan kan ik me daarop voorbereiden. Maar als ik door iets word verrast, zijn we de lul. En als wij de lul zijn, ben jíj de lul. Want ik vlieg gewoon weg in mijn privéjet.’

Ik ademde in. Keek hem in de ogen. ‘Ik bedrieg Amy. Ik heb Amy bedrogen.’

‘Oké. Met verschillende vrouwen of maar een?’

‘Nee, met eentje maar. Ik heb haar nooit eerder bedrogen.’

‘Met één vrouw dus?’ vroeg Bolt. Hij wendde zijn blik af. Zijn ogen bleven rusten op een aquarel van een zeilboot. Ondertussen draaide hij zijn trouwring rond. Ik zag hem voor me terwijl hij later zijn vrouw belde: Met eentje maar, met eentje maar, ik wil iemand die geen kloothommel is.’

‘Ja, met één meisje, ze is heel…’

‘Niet méísje zeggen, nooit méísje zeggen,’ zei Bolt. ‘Vrouw. Eén vrouw die heel bijzonder voor je is. Wilde je dat zeggen?’

Uiteraard.

‘Je weet toch, Nick, dat bijzonder in feite erger is dan… oké. Hoe lang al?’

‘Iets meer dan een jaar.’

‘Heb je haar nog gesproken sinds Amy wordt vermist?’

‘Ja, maar via een prepaid mobieltje. En een keer in levenden lijve. Twee keer. Maar…’

‘In lévenden lijve.’

‘Niemand heeft ons gezien. Dat weet ik zeker. Alleen mijn zus.’

Hij zuchtte, keek weer naar de zeilboot. ‘En wat is de… hoe heet ze?’

‘Andie.’

‘Hoe kijkt zij hier tegenaan?’

‘Ze was fantastisch… tot de zwangerschap… bekend werd. Nu denk ik wel dat ze een beetje… gespannen is. Erg gespannen. Erg, eh… behoeftig is niet het goede woord.’

‘Zeg wat je wilt zeggen, Nick. Als ze behoeftig is, dan…’

‘Ze is behoeftig. Aanhankelijk. Zoekt voortdurend naar bevestiging. Ze is echt heel lief, maar ze is jong, en nou ja, het was allemaal nogal moeilijk, dat is duidelijk.’

Tanner Bolt liep naar zijn minibar en pakte een Clamato. De koelkast was gevuld met flesjes Clamato. Hij opende het flesje tomatensap en dronk het in drie teugen leeg. Daarna depte hij zijn lippen met een servet. ‘Je moet het contact met Andie volledig en voorgoed verbreken,’ zei hij. Ik wilde iets zeggen maar hij bracht me met een handgebaar tot zwijgen. ‘Onmiddellijk.’

‘Ik kan niet zomaar met haar breken. Van de ene op de andere dag.’

‘Hier is geen discussie over mogelijk, Nick. Ik bedoel, kom op, man. Moet ik dit echt zeggen? Je kunt niet rondneuken terwijl je zwangere vrouw wordt vermist. Dan beland je in de gevangenis. Nee, het gaat erom dat je met haar breekt zonder dat ze zich tegen ons keert. Zonder dat ze met wraakzuchtige gevoelens achterblijft. Ze moet alleen maar mooie herinneringen overhouden. Je moet haar laten geloven dat dit het enige fatsoenlijke was. Ze moet beseffen dat het nu om jou draait. Hoe verbreek jij je relaties?’

Ik opende mijn mond maar hij wachtte mijn antwoord niet af.

‘Ik ga je helemaal voorbereiden op dat gesprek. Dat pakken we aan alsof het om een kruisverhoor gaat, oké? Goed, als je me wilt als advocaat vlieg ik meteen naar Missouri. Ik sla daar mijn tenten op en dan duik ik er echt helemaal in. Ik kan morgen al bij je zijn. Wil je dat?’

‘Ja.’

Ik was voor etenstijd terug in Carthage. Het was vreemd, maar nu Andie op instigatie van Tanner uit beeld moest verdwijnen – het was duidelijk dat ze echt niet kon blijven – accepteerde ik dat heel snel en treurde ik nauwelijks. Tijdens die twee uur durende vlucht maakte ik de overgang van verliefd op Andie naar niet verliefd op Andie. Alsof ik door een deuropening ging. Onze relatie kreeg meteen een sepiakleurig, nostalgisch tintje: verleden tijd. Bizar eigenlijk dat ik mijn huwelijk op het spel had gezet voor een meisje met wie ik niet meer gemeen had dan dat we beiden van lachen hielden en van een koud biertje na het vrijen.

Natuurlijk vind je het niet erg dat er een einde aan komt, zou Go zeggen. Het begon een lastige relatie te worden.

Maar er was een betere reden: Amy bloeide weer helemaal op in mijn geest. Ze was verdwenen en toch was ze sterker aanwezig dan wie dan ook. Ik was verliefd geworden op Amy omdat ik bij haar de ultieme Nick was. De liefde voor haar maakte me tot een supermens, ik voelde dat ik leefde. Zelfs in haar gemakkelijkste momenten was ze moeilijk, want haar hersens ratelden en ratelden maar door. Ik moest op mijn tenen lopen om haar bij te kunnen houden. Ik deed er soms een uur over om een gewoon e-mailtje aan haar te schrijven, ik begon allerlei onderwerpen te bestuderen om haar interesse vast te houden: de romantische dichters, de duelleercode, de Franse Revolutie. Haar geest was breed en diep en bij haar werd ik slimmer. En voorkomender, actiever en levendiger, bijna elektrisch geladen, want voor Amy was liefde iets als drugs, drank of porno: het kende geen maat. Elke beleving moest intenser zijn dan de voorgaande om dezelfde kick te krijgen.

Amy gaf me het gevoel dat ik uitzonderlijk was, dat ik kon meespelen op haar niveau. Dat was wat ons groot had gemaakt en ook wat ons ten val had gebracht. Want ik kon niet voldoen aan die hoge eisen. Ik begon te verlangen naar gemak, naar een doorsneeleven, en ik haatte mezelf erom. Uiteindelijk had ik haar ervoor gestraft, dat besefte ik nu. Ik had haar veranderd in een kribbig, prikkelbaar wezen. Ik had me voorgedaan als een bepaald soort man maar ik bleek een heel ander type te zijn. Erger nog, ik maakte mezelf wijs dat onze tragedie helemaal haar verantwoordelijkheid was. Na al die jaren was ik veranderd in een arrogante, wrokkige kankeraar. Precies zoals Amy het had verwoord.

Tijdens de vlucht naar huis had ik zo lang naar de vierde aanwijzing gestaard dat ik de tekst vanbuiten kende. Ik wilde mezelf kwellen. Geen wonder dat haar tekst dit keer zo anders was. Mijn vrouw was zwanger, ze wilde een nieuw begin, terugkeren naar onze gelukzalige, sprankelende periode. Ik zag voor me hoe ze door de stad rende om al die lieve briefjes te verstoppen, als een ijverig schoolmeisje dat niets liever wilde dan dat ik de oplossing zou vinden: dat ze zwanger was van mijn kind. Hout. Het was vast een antiek wiegje. Ik kende mijn vrouw: het moest een antiek wiegje zijn. Hoewel de aanwijzing niet echt de toon had van een moeder in blijde verwachting.

Ik ben een meisje, echt buitengewoon stout

Ik verdien een pak slaag met een stevig eind hout

Op deze plek liggen je spullen, vijf jaar getrouwd

Of heb ik ons huwelijk op raadsels gebouwd?

Wat was het daar leuk, op die stralende dag

En daarna een cocktail en vrolijk gelach

Ren daar nu heen, slaak een aanminnige zucht

Open de deur en wees voor verrassing beducht

Ik was bijna thuis toen ik het snapte. Waar je spullen bewaart, vijf jaar getrouwd: die spullen moesten iets zijn dat van hout was gemaakt. Een pak slaag met een eind hout kon een verwijzing zijn naar het houten schuurtje. Dat was het houten schuurtje achter het huis van mijn zus, een plek waar grasmaaieronderdelen en roestig gereedschap waren opgeslagen. Het was een vervallen schuurtje, iets uit een bloederige horrorfilm waarin onschuldige kampeerders langzaam worden afgemaakt. Go kwam er nooit. Ze had vaak voor de grap gezegd dat we het net zo goed in de fik konden steken. In plaats daarvan had ze het schuurtje verwaarloosd, zodat het nu was overwoekerd en vol spinnenwebben zat. Schertsend hadden we wel eens gezegd dat het een goede plek was om een lijk te begraven.

Dat kon niet waar zijn.

Ik reed door de stad. Mijn gezicht was gevoelloos, mijn handen waren koud. De auto van Go stond op de oprit, maar ik glipte langs het verlichte raam van de woonkamer en liep de steile helling af. Algauw was ik uit haar zicht, uit het zicht van iedereen. Helemaal op mezelf.

Helemaal achter in de tuin, bij de laatste rij bomen, lag het schuurtje.

Ik trok de deur open.

O mijn god.