* * *

 

Eigenlijk wilden Melissa en Tim thee drinken, maar Hélène Brandeis stond op champagne. 'Dat is nu wel het minste dat jullie mij schuldig zijn.' En zo dronken ze dus champagne in het paviljoen, zoals eerder de bedoeling geweest was. Een kelner had de fles naar het paviljoen gebracht. Op de balustrade glinsterde de zilveren koeler met het ijs, de pilaren wierpen donkere, schuine schaduwen op de grond, de oleanders bloeiden uitbundiger dan ooit en op de tennisbaan klonken vrolijke stemmen.
'De reis aller reizen,' zei Tim, draaide de steel van zijn glas tussen duim en wijsvinger en keek naar het spel van de koolzuurbelletjes die dartel uit elkaar sprongen. 'Misschien had hij die van het begin af gepland. Misschien was het zijn idee van het volmaakte geluk om in de lucht te vliegen met mij, met een ton drugs, zijn grootheidswaan en heerlijkheid. Misschien begon al het andere hem gewoon te vervelen. Het zou kunnen ...' Haar glas was half leeg en ze zette het neer. De champagne smaakte haar opeens niet meer. Ze leunde achterover, keek Tim aan en zei hoofdschuddend: 'Die stem uit de lucht? Van de aartsengel Gabriël! Zeg eens eerlijk, van wie heb je dat?' Ze moest hoesten toen ze probeerde hem na te doen: 'Draai bij en zet de motoren af. We hebben u op de korrel...'
'Dat was ook zo. De dikke had hem op de korrel...'
'Ik wil weten waar je dat geleerd hebt. Het kwam zó geloofwaardig uit de luidspreker.'
'Dat heb ik van de film, nee, van de televisie. Daar is eens een serie geweest over de havenpolitie.' De oude dame lachte zacht en hulde zich in rookwolken. Melissa's ogen werden smaragdgroen als een bergmeer. Ze wikkelde een haarlok om haar wijsvinger. 'Kijk hem maar aan! Wat een levensredder! Zo heb ik me hem altijd voorgesteld.'
'Dat was hij helemaal niet,' zei Hélène Brandeis en schonk de glazen weer vol, eerst het hare en toen dat van Melissa. 'Dat was die blonde. Een echte maffioso, volgens Rigo. En ik heb hem helaas geen enkele keer gezien. En hij was nog wel de eerste onvervalste maffia knaap met wie ik te maken gehad heb, - verdikkeme!'
'Misschien kun je een foto van hem krijgen? Met een opdracht.' Melissa plukte nu aan haar haren. 'Bijzonder knap was hij niet, Hélène. Toen ik over de muur wou klimmen...'
Maar waarom zou ze die geschiedenis oprakelen? Er schoot haar iets anders te binnen. 'Daar stond een rode auto. Een Seat. Daarom greep ik ook onbezonnen die draden beet en werd ik bijna geëlektrocuteerd. - Hebben jullie daar staan wachten?'
'Wij?' Ze zeiden het tegelijk en keken elkaar aan. 'Hoezo?'
'Och, zo maar...' Melissa leunde achterover, liet het licht op haar neus vallen en keek uit over de baai. 'Niets - het is alleen nog iets dat ik me had kunnen besparen. Als je alles bedenkt...'
'... is het mooi om te leven,' merkte Hélène Brandeis wijs op. 'En vooral hier... Over deze vakantie kunnen jullie je kleinkinderen nog vertellen.' Ze lachte op haar eigen manier. 'Ik niet. Ik heb geen kleinkinderen. Maar als ik er vroeger, hier in dit paviljoen en zelfs in deze zelfde stoel iets meer moeite voor gedaan had, dan had ik misschien ...'
Maar ze maakte de zin niet af. Waarom zou ze ook? Het tweetal zat al weer te tortelen. Op hen dan maar - en op de liefde!