overspelige
Vertaald door Olaf Brenninkmeijer en Rob Kuitenbrouwer
De vertalers ontvingen voor deze vertaling een werkbeurs van de Stichting Fonds voor de Letteren
(c) 2009 Jed
Mercurio
All rights reserved
(c) 2009 Nederlandse vertaling
Olaf Brenninkmeijer en Rob Kuitenbrouwer en uitgeverij Mouria,
Amsterdam
Alle rechten voorbehouden
Oorspronkelijke titel: American
Adulterer
Omslagontwerp: Zeno
Omslagfotografie: Bettmann/Corbis
isbn 978 90 458 0140 7
nur 302
www.mouria.nl
Voor mijn vrouw Wat zijn mannen toch een combinatie van goed en kwaad. jacqueline bouvier kennedy
Inhoud
De betrokkene 11
De Golf 24
De First Lady 50
De maan 60
De transactie 79
De knoop 103
De Muur De vleermuizen 160
De leuter 190
De Golf (2) 209
de brieven 231
Het dessert 255
De duw 279
De kamer 303
Het korset 320
Aantekeningen 332
Literatuur
De betrokkene
De betrokkene is een Amerikaans staatsburger die een hoog verkozen ambt bekleedt, getrouwd en vader van twee kleine kinderen, die meent dat monogamie zelden is wat de groten der aarde drijft. Hij heeft altijd relaties met vrouwen gehad - in grote aantallen, opeenvolgend en tegelijkertijd, in de persoon van intimi van de familie, rijke erfgenamen, societyfiguren, modellen, actrices, zakenrelaties, echtgenotes van collega's, animeermeisjes, winkelmeisjes en prostituees - sinds hij op jonge leeftijd ontdekte dat hij van vrouwen hield en zij van hem.
Het huwelijk was een vraagstuk dat zich alleen in langer durende relaties aandiende; het was voor hem geen serieuze zaak, tot hij zijn politieke ambities op een hoog ambt ging richten en talrijke collega-politici hem duidelijk maakten dat een goed huwelijk niet alleen wenselijk maar ook noodzakelijk was. Een politicus moet in het openbaar trouw blijven aan de principes en doelen die hij verkiest uit te dragen; of hij zijn vrouw trouw blijft is een andere zaak.
Zeven jaar geleden is hij, op zesendertigjarige leeftijd, getrouwd met een knappe jonge vrouw die twaalf jaar jonger is dan hij. Hij zal niet erkennen dat hij zijn huwelijksgeloften schendt. In het aangezicht van God heeft hij zich verzoend met de gedachte dat het nu eenmaal onmogelijk is beloften te doen die uitgaan van de duurzaamheid van de liefde, terwijl elk weldenkend mens begrijpt dat alleen een gek zijn gemoedsgesteldheid over twintig of dertig jaar kan garanderen. Het jawoord is een kwestie van etiquette, en de indruk wekken dat men het nakomt ook.
Zijn bruid had zich voorgesteld dat het instituut huwelijk als een toverstaf zou werken op zijn katholieke libido. In die tijd was die natuurlijk grotendeels op haar gericht. Hij weigert zich schuldig te voelen aan haar misvatting. Ze voelde zich aangetrokken tot een man die kon krijgen wie hij wilde. Als ze een type had willen hebben dat nauwelijks iets te naaien kan vinden, had ze zo iemand moeten trouwen - die zijn er natuurlijk in overvloed.
Als hij een mooie vrouw ziet, wil hij met haar naar bed. Dat is een natuurlijke, fysieke drift, die hij al vanaf zijn jeugd ervaart. Als het huwelijk dat verlangen had gestild, was niemand er blijer mee geweest - afgezien van zijn vrouw, uiteraard.
Eenmaal getrouwd moest de betrokkene uiteraard meer discretie betrachten. Hij ontkende elke wandaad, behalve tegenover onmisbare handlangers. Zijn werk legde beslag op zijn weekends en avonden, en gedurende die eerste fase van hun huwelijk hield hij zijn vrouw maandenlang voor dat hij buitenshuis in gezelschap van mannen verkeerde of, in het belang van het werk, van toevallig aanwezige vrouwen. Na verloop van tijd konden zijn plausibele ontkenningen de achterdocht van zijn vrouw niet meer verjagen. De periodes die hij buitenshuis doorbracht en zijn maatschappelijke verplichtingen in aanwezigheid van aantrekkelijke vrouwen boden kansen genoeg voor overspel, als hij daar nog zin in had. Haar achterdocht werd dan ook niet zozeer ingegeven door wat hij voor haar verborgen hield als wel door wat ze voor zich zag: de tersluikse blik, de te lang aangehouden handdruk, de terloopse verschuiving van zijn aandacht als hij een anekdote vertelde. Hoe fervent hij het ook ontkende, het inzicht dat overheerste was dat zijn seksuele belangstelling voor andere vrouwen niet was gedoofd.
Met het verstrijken van de tijd bleef hij ervan overtuigd dat zijn vrouw een uitstekende keuze was geweest, een keuze waarvan hij geen moment spijt had, al betreurde hij haar gebrek aan inschikkelijkheid waar het ging om zijn behoefte aan een eigen priveleven, dus koos hij voor de tactiek haar niet-aflatend te herinneren aan haar status. Hij wil geen ander, ook al verlangt hij naar andere vrouwen. Hij plaatst haar in alles bovenaan en haar positie in zijn leven, en in zijn hart, is uniek en veilig. Het zal weinig verbazing wekken dat de zaak met zulke verklaringen niet afgedaan was.
Na drie huwelijksjaren baarde zijn vrouw een doodgeboren dochter, prematuur, terwijl hij op vakantie was op de Middellandse Zee: wilde nachten op het jacht, seks met in totaal vier vrouwen, onder wie een dame die een tijdlang met zijn gezelschap meevoer en kortstondig zijn maitresse was. Hij kwam met tegenzin naar huis, want hij had het uitstekend naar zijn zin en de maitresse was een prachtige blondine, maar hij bracht het offer voor hun huwelijk.
Toch dreigde zijn vrouw hem in haar ontsteltenis met een scheiding. Ze bleef zo lang kwaad en van de kook dat hij zich zorgen maakte hoe lang hij het ontkennen zou kunnen volhouden. De betrokkene is er tot zijn genoegen van overtuigd dat zijn vrouw nooit onweerlegbaar bewijs van zijn overspel heeft verkregen. Hun liefde heeft overwonnen dankzij zijn vastberaden wil om zijn privacy te beschermen.
De verloskundige adviseerde het paar zo snel mogelijk opnieuw aan een kind te beginnen omwille van het welzijn van de echtgenote. Beide partijen hebben veerkracht hoog in het vaandel staan: ze hebben beiden veel geluk gehad in hun leven, dus moeten ze niet bang zijn voor tegenslag, vinden ze. Obstakels zijn er om te overwinnen en tragedies om te verduren. Rancune terzijde schuiven was dan ook cruciaal, al verstreken er enkele maanden voordat zijn priveleven, los van haar, opnieuw onderwerp van een redelijk gesprek kon worden. Tegen die tijd was zijn vrouw opnieuw in verwachting, en op dit moment zijn ze niet alleen gezegend met een prachtige dochter van drie, maar verwacht zijn vrouw ook hun volgende kind.
Het vaderschap is de grote zegen die het huwelijk hem heeft gebracht. Hij hecht waarde aan de duurzame band met een gezellin, en ook aan de sociale en professionele voordelen die het biedt om een echtgenote als partner en gastvrouw te hebben, maar de emotionele kern van zijn leven ligt in de band met zijn kind. Je zou kunnen stellen dat het huwelijk mannen als hij de mogelijkheid biedt van verantwoordelijk vaderschap. Koningen lieten in het verleden verstrooid over hun land bastaardkinderen achter die geen enkele aanspraak op hun vaderlijke steun konden maken, zoals gewone mannen met een zwak karakter om zelfzuchtige redenen wegdrijven uit het leven van hun kinderen.
De betrokkene wil zijn kinderen het veilige en liefdevolle thuis geven dat alleen een huwelijk biedt. In het uitspreken van die wens betrekt hij ook zijn eigen ervaringen: zijn vader was als geslaagd zakenman en politicus veel op reis, en in zijn jeugd ontdekte hij dat zijn vader een verre van trouwe echtgenoot was. Zijn moeder maakte op hem een volkomen trouwe indruk en hield zich ook inderdaad met devote toewijding aan haar huwelijksgeloften. Toch is zijn moeder niet het toonbeeld van de liefhebbende ouder: hoewel de betrokkene als kind vaak behoorlijk ziek was, ging ze regelmatig om haar eigen persoonlijke redenen op reis en zag hij haar soms weken niet. In een korte bespiegeling over zijn opvoeding concludeert hij dat zijn mening over geen van zijn beide ouders is gekleurd door hun trouw.
De vader van zijn vrouw was ook een rokkenjager. Hij bracht de schoonmoeder van de betrokkene publiekelijk in verlegenheid, zodat het tot een scheiding kwam. De ouders van de betrokkene zijn nog altijd getrouwd. Wel weigert zijn moeder zijn vader seks sinds ze hun jongste zoon heeft gebaard; zijn vaders maitresses vervulden in dat opzicht de rol van vervangster, hoewel bij de betrokkene nooit de indruk heeft postgevat dat deze gang van zaken zijn vader erg aan het hart ging. Zijn eigen vrouw daarentegen weigert hem geen seks, en als hij daaraan voldoende bevrediging zou ontlenen, was het leven eenvoudig.
Nagenoeg alle mannen bezitten de seksuele drift die van levensbelang is voor de instandhouding van de soort; die drift kan sterk of zwak ontwikkeld zijn, en bij sommige mannen is hij niet gericht op de vrouwelijke schoonheid naar conventioneel model, of zelfs helemaal niet op vrouwen. De betrokkene vindt zulke mannen in ethisch opzicht niet abnormaal. Ze ervaren verlangens die worden opgewekt door hun hormonen. Ieder mens behoort ethisch te reflecteren op de repercussies die de bevrediging van zijn natuurlijke verlangens heeft, en de betrokkene heeft in het verleden zijn eigen situatie overdacht. Hij weigert zijn gedrag te bestempelen als 'afwijkend' of 'pathologisch', omdat hij meent dat zijn libido binnen de grenzen van het normale ligt en geenszins abnormaal is, zoals een seksuele gerichtheid op kinderen of dieren dat bijvoorbeeld zou zijn. Zijn reflecties in het verleden hebben hem alleen gesterkt in zijn overtuiging dat wisselende seksuele contacten met andere vrijwillige partners dan zijn vrouw geen reden vormen tot moreel zelfverwijt. Hij reflecteert niet langer op zijn gedrag en handelt met een zuiver geweten.
De betrokkene zet zijn gezichtspunt kracht bij met de opmerking dat een aanhoudend verlangen naar vrouwen hem zowel natuurlijk als normaal voorkomt. Hij is geen beest dat wordt overvallen door een dierlijke drift. Hij scheurt een vrouw niet de kleren van het lijf of bespringt haar in het openbaar. Hij toont belangstelling voor haar persoon. Hij probeert haar te interesseren of te amuseren. Als hij concludeert dat er een mogelijk wederzijdse aantrekking bestaat, maakt hij directe maar subtiele avances.
Dit wil niet zeggen dat hij zich nooit inhoudt. In het verleden is zijn verlangen gewekt door vrouwen die al toebehoorden aan een man die hij graag mocht, achtte of vreesde, of die een vertrouweling van zijn vrouw was, of die hij enkel ontmoette in de nabijheid van zijn vrouw. In zulke gevallen schikt hij zich in zijn droeve lot van onthouding.
Ter wille van een goed begrip moet worden gesteld dat zijn drang meer inhoudt dan eenvoudige seksuele ontlading. Het najagen en veroveren van een nieuwe aantrekkelijke vrouw schenkt hem veel meer bevrediging dan seks met zijn vertrouwde aantrekkelijke vrouw. Het gaat hem ook niet om de aard van de seksuele activiteit zelf: met partners buiten het huwelijk gaat hij meestal niet anders om dan met zijn vrouw en zij gedragen zich in de regel niet uitgesproken gewilliger of bedrevener (en in sommige gevallen zelfs uitgesproken minder) dan zij, en evenmin maakt de intimiteit van de 'liefde' de fysieke ervaring voor hem plezieriger (of minder plezierig). De diepste seksuele opwinding wordt teweeggebracht door het nieuwe: het nieuwe van een seksuele partner. Hij vergelijkt de ervaring met het uitpakken van een cadeautje. Niet weten wat er komen gaat kan hem de adem benemen.
Zijn vrouw is bang dat in hun kring de indruk zal ontstaan dat ze haar man niet seksueel opwindt. Stelt u zich de volgende situatie voor: in haar hand heeft ze een glas gin, haar ogen branden van woede, en voordat ze de kamer uit stormt schreeuwt ze hem toe: 'Het is je geraden dat ze beeldschoon is!' Hij heeft zijn vrouw nooit gevraagd die opmerking toe te lichten. De conclusie die hij heeft getrokken, en waarop hij de eerste regel van zijn overspel heeft gebaseerd, was dat het haar troost te weten dat een maitresse zo mooi is dat ze elke echtgenoot, hoe liefhebbend ook, in verleiding zou hebben gebracht. Hoeveel getrouwde mannen zouden de kans versmaden met een ravissante schoonheid naar bed te gaan als ze zeker wisten dat niemand er ooit achter kwam? Haar opmerking geeft ook aan hoezeer zijn vrouw hecht aan goede smaak, al wordt ze bedrogen.
Als ze hem van een affaire verdenkt, zal hij die eerder beeindigen dan hij van plan was. Dat is zijn tweede regel. Hij zal altijd blijven ontkennen dat er een affaire is geweest, maar hij ziet in dat haar gevoelens minder worden beschadigd als ze kan aannemen dat hij maar een keer met een bepaalde vriendin geweest kan zijn. Hoe meer zijn relatie met een maitresse een gewoonte wordt, hoe groter de dreiging voor de soevereine positie van zijn echtgenote, en geen van beide echtelieden wil die positie in gevaar brengen.
Nadat hij haar beschuldigingen uitvoerig heeft ontkend, of eenvoudigweg heeft geweigerd erop in te gaan, zal hij concluderen dat hij om haar te troosten, zo niet de verdenking weg te nemen, slechts hoeft te voldoen aan zijn eerste twee regels. Intussen blijft de realiteit tussen hen onbesproken: zij heeft geen bewijs van zijn overspel, evenmin als hij bewijs heeft dat zij geen bewijs heeft. Hij zal haar nooit kwetsen of in verlegenheid brengen door zijn overspel toe te geven; niet alleen tegen haar, maar tegen niemand, en hier verschijnt zijn derde regel.
Heeft zijn vrouw zich eenmaal uitgeput in haar pogingen een bekentenis los te wrikken, dan kan ze zoiets zeggen als: 'Als ik denk dat er iets gaande is, wie denken dat dan nog meer?', of: 'Als ik het weet,' (al weet ze het niet, niet zeker) 'wie dan nog meer?' Dat zijn vrouw het niet weet is niet voldoende; niemand mag het weten. Vroeger ging hij het liefst achter vrouwen aan die zo min mogelijk met zijn werk te maken hadden, of met zijn familie of zijn vrouw. Hoe minder ze van hem wisten, hoe beter. Hij had allerlei relaties buiten de stad, met vrouwen die maar een vaag benul hadden van zijn identiteit en die niemand kenden die aan het begin kon staan van een roddelcircuit dat uiteindelijk zijn vrouw zou bereiken. Zelfs al was hij eerlijk tegen zo'n vriendin, hij kon de mogelijkheid uitsluiten dat hij haar bij een sociale verplichting, in gezelschap van zijn vrouw, tegen het lijf zou lopen. De regel die hij hieruit afleidde was de 'niemand weet het'-regel, en hij heeft zich in zijn affaires nooit veiliger gevoeld dan wanneer een maitresse aannam dat hij geen vrouw of kinderen had, amper een idee van zijn naam had en dus geen onthullende details over hem aan derden kon geven. Maar nu, in zijn nieuwe positie, is het vrijwel ondenkbaar dat hij een vrouw vindt die de belangrijkste feiten over hem niet kent.
Daarom moet hij, voor het eerst in zijn volwassen leven, overwegen zijn seksuele avonturen te beperken, hoewel hij zichzelf probeert te troosten met de gedachte dat er hoop moet zijn. Misschien vindt hij op reis in het buitenland intieme ogenblikken met een gewillige secretaresse, of zijn er op campagne ontmoetingen te regelen met een discrete ex-vriendin. Maar de intriges van het overspel vergen het nodige van iemands concentratie. Hoewel het vooruitzicht van monogamie hem afschrikt als een gevangenisstraf, moet een door de wol geverfde man als hij erkennen dat hij de komende jaren misschien maar het best kan benaderen met de kalmte van een veroordeelde, die enige troost kan putten uit de gedachte dat de straf hem althans de zenuwslopende machinaties zal besparen van verleiding, overspel en geheimhouding onder de ongetwijfeld allerzwaarste omstandigheden. Intussen weet hij natuurlijk dat de verleiding op enig moment weer zal toeslaan; hoe hij daarop zal reageren, valt niet te voorspellen.
De betrokkene heeft zich in het verleden ontwikkeld tot een expert in geheimhouding, maar toch benadert hij een affaire niet als een complot: hij zegt de ander niet dat zijn vrouw hem niet begrijpt, of dat ze geen seks met hem wil, of dat hij neerslachtig is en dagelijks op de rand van de zelfmoord balanceert omdat hij gevangenzit in een liefdeloos huwelijk waaruit alleen de gewillige tederheid van een andere vrouwenziel hem kan redden. In plaats daarvan zegt hij eenvoudigweg dat hij het beste huwelijk heeft dat een man als hij zich kan wensen, maar dat monogamie uitgesloten is. Hij heeft meer seks nodig, dringender en vaker dan een vrouw hem in decennia kan geven, en hij bekent de vrouw in kwestie, de vrouw die hij wil verleiden, dat hij uit al die andere aanwezigen bij het diner, het feest of de politieke bijeenkomst juist haar heeft gekozen, omdat zij hem seksueel aantrekt.
' Altiora peto,' fluistert hij: 'Ik zoek het hogere.' Maar er kan in de verleiding geen sprake zijn van een mogelijke blijvende relatie, een betrekking als concubine of het vooruitzicht dat hij verliefd op haar zal worden en zijn vrouw verlaat. Alle aanwijzingen moeten juist vanzelfsprekend het tegendeel suggereren. Niettemin blijkt zo'n vrouw vaak, en tot zijn ontzetting, niet te kunnen velen dat haar romantische illusies onbeantwoord blijven. Ze dreigt het zijn vrouw te zeggen; ze dreigt misschien haar verhaal aan de pers te verkopen, maar de kranten zijn niet geinteresseerd in het priveleven van een publiek figuur.
Toen de betrokkene in zijn vorige politieke ambt een relatie onderhield met een assistente, kwam haar vrome hospita erachter en begon de pers te bestoken met een regen van brieven over de kwestie, en zelfs met een foto van hem op het moment dat hij midden in de nacht de flat van zijn assistente verliet. De hospita vond dat zijn pose van toegewijde echtgenoot en vader een schijnvertoning was. Ze huldigde het simplistische wanbegrip van de zedige monogamist, maar de heren van de pers lieten het verhaal liggen; als mannen van de wereld gingen ze uit van het begrip dat er geen inherente tegenstelling bestaat tussen houden van je vrouw en kind en behoefte hebben aan een maitresse.
Dat hij een paar avonden per week naar bed ging met Pamela, zijn assistente, weerhield hem er niet van zijn vrouw en dochter met liefde en tederheid te bejegenen. In feite bleef zijn vrouw en kind, nu hij een uitlaatklep had voor zijn niet te onderdrukken driften, de humeurigheid van de gefrustreerde echtgenoot bespaard. En de vriendin had al helemaal geen reden tot klagen, behalve over het ongemak van de verhuizing toen ze zo verstandig was een nieuw appartement te zoeken en hij vervolgens een nieuwe betrekking voor haar regelde (als perssecretaresse van zijn vrouw).
Die affaire begon op het moment dat hij en zijn vrouw aan een gezin wilden beginnen, kort nadat ze hun echtelijke woning in Georgetown hadden betrokken. Seks werd een medisch procede: de daad moest worden verricht, alsof er bij wijze van spreken een kies getrokken moest worden. De succesvolle uitoefening van de lust is de remedie tegen kiezen trekken, maar de betrokkene onderging die met de grootst mogelijke omzichtigheid om zijn vrouw in haar kwetsbare emotionele staat te sparen, en aan het eind van het volgende jaar brachten ze met succes hun dochter ter wereld. Hij kreeg haar in een dekentje gewikkeld aangereikt en wiegde haar aan het bed van zijn vrouw, dit kleine schreiende wezen dat meer aan een dier dan aan een mens deed denken.
Op een rimpelloze zee was hij een onzichtbare evenaar overgestoken zonder er erg in te hebben, tot het moment waarop hij van koers veranderde; pas toen zou zijn kompas gaan draaien en pas toen zou hij zich realiseren dat hij verloren was. Hij brak met Pamela en liet andere verleidingen aan zich voorbijgaan. Zijn angst lag in de onzekerheid over de vraag hoe zijn echtgenote, nu moeder, nu de top van hun kleine driehoek, zou reageren op zijn persoonlijke uitstapjes en of ze, als hij zich wist te voegen naar zijn rol als huisvader, tot een verzoenender houding gebracht kon worden. Hij was met tegenzin gewend geraakt aan de incidenten waarin haar verdenkingen waren opgebruist tot een crisis van smart en onzekerheid, maar nu moest hij vrezen dat ze zijn dochter bij zulke melodramatische taferelen zou betrekken. Toch had hij zich daarover geen zorgen hoeven maken, want zijn vrouw had zeker zoveel reden tot vrees. Zij voorzag dat, hoewel de plicht hun dochter te beschermen en te verzorgen op hen beiden rustte, zij degene was die meer van haar onafhankelijkheid had opgeofferd. Nadat haar ouders gescheiden waren, had haar moeder hertrouwen als enige mogelijkheid gezien om haar kinderen weer een stabiel thuis te geven. Ook zijzelf zou zich gedwongen zien de welvaart en veiligheid die de betrokkene biedt (afgezien van maatschappelijk aanzien en kameraadschap) elders te zoeken, met het risico dat een nieuwe echtgenoot een minder liefhebbende vader voor haar dochter zou zijn en mogelijk zelfs dezelfde ondeugden zou hebben als de betrokkene, zo al geen ergere.
Hoewel de betrokkene hierover ook had nagedacht, nam zijn conclusie de angst niet geheel weg. Hij werd ongewoon gespannen, wat hij zijn vrouw verklaarde uit een terugkeer van de rugklachten die drie jaar daarvoor zware chirurgische ingrepen noodzakelijk hadden gemaakt. Zouden ze verergeren, dan lag invaliditeit in het verschiet en zou er een abrupt einde komen aan zijn ambitie naar een hoger ambt. De werkelijke oorzaak van zijn gespannenheid was het staken van zijn seksuele escapades; het vooruitzicht dat hij zijn impulsen niet meer de vrije loop zou kunnen laten boezemde hem evenveel schrik in als het vooruitzicht van een leven in een rolstoel.
Hoewel gefascineerd door zijn dochter, zag hij zijn leven met wrok indampen tot een verstikkende sleur. Trouw was hij een slechtere echtgenoot en vader dan ontrouw, en wel in die mate dat hij bang werd dat hij net zo streng zou worden voor zijn kind als zijn eigen moeder voor hem was geweest. Vandaar dat hij enkele maanden na de komst van zijn dochter zijn gewoonte seksuele partners buiten de deur na te jagen weer opnam, waarbij hij tot zijn immense opluchting ontdekte dat hij deze koers kon voortzetten onder dezelfde voorwaarden als voor de geboorte van zijn dochter. Hij kon een veel stabielere factor in het leven van zijn dochter zijn als hij de vrijheid had niet elke avond en elk weekend continu thuis te zijn, en een grotere steun voor zijn vrouw als zijn wrok tegen haar - de wrok die men ook tegen een gevangeniscipier koestert - verdween. Monogamie en ouderschap zijn ooit door ethische autoriteiten uitgevonden om de mannelijke seksdrang te sublimeren, maar in het geval van de betrokkene hebben ze het effect van een benzinetank die onder druk staat.
Op dit moment beschouwt hij zijn gezin als buitengewoon gelukkig. Hun dochter geniet de liefde van twee ouders, de geborgenheid van een warm nest en de niet-aflatende aandacht van een vader die haar verafgoodt. Als hij terugkijkt op die eerste ogenblikken dat hij zijn dochter in zijn armen hield, realiseert hij zich wat hij toen ervoer: impotentie, opgelegd door de beperking van zijn seksuele vrijheid. Maar zijn veerkracht heeft het gewonnen van de impotentie: hij heeft zich niet onttrokken aan zijn verantwoordelijkheden jegens zijn gezin, maar zich ook niet laten afbreken tot een verlept en verbitterd slachtoffer van de monogamie. Bevrijd van de angst en wrok van drie jaar geleden staat hij nu klaar om de geboorte van hun volgende kind te verwelkomen. Drie weken te vroeg zetten bij zijn vrouw de weeen in. In verband met haar verloskundige geschiedenis nemen de artsen geen risico en halen de baby, een jongetje, met spoed via een keizersnede. Hun zoon, die de naam John krijgt, naar zijn vader, lijkt gezond, maar omdat hij te vroeg geboren is, wordt hij uit voorzorg in een couveuse gelegd. Zijn moeder blijft in de operatiekamer achter terwijl zijn vader de kinderartsen en de verpleegster met het kind op de arm achternaloopt, en toekijkt hoe zijn zoon wordt opgeborgen in een warm glazen kistje, waar hij kronkelt en krijst als een bibberig roze hoopje leven. Als de betrokkene naar zijn vrouw teruggaat, delen ze tranen van geluk; de families verzamelen zich om hen heen en spoedig wordt het ziekenhuis overstroomd met cadeautjes van vrienden, bekendheden en hoogwaardigheidsbekleders: speelgoed en kleertjes voor hun zoon, bloemen voor zijn vrouw.
De bezoeken die de betrokkene aan het ziekenhuis brengt, zijn zijn eerste normale sociale contacten sinds de verkiezingen twee weken geleden. Een paar maanden eerder zou hij zijn behandeld als een man met enig aanzien wiens gezicht mensen misschien enigszins bekend voorkwam, zonder dat ze zouden weten hoe hij heette. Nu reageren mensen totaal anders op hem. Ze zijn nerveus, ze struikelen over hun woorden, ze blozen als hij hen aankijkt; sommigen, vreest hij, nemen een omweg om hem te ontwijken, terwijl anderen zich in hoekjes terugtrekken om hem tussen een schare gemillimeterde lijfwachten binnen te zien marcheren.
Hij is natuurlijk benieuwd hoe vrouwen zullen reageren. Een jaar geleden was hij altijd verzekerd van een bepaalde respons. Hij weet inmiddels dat hij het voorkomen heeft van een alfaman. Hij meet ruim een meter tachtig, zijn gebruinde gezicht straalt een onverwoestbare gezondheid uit en zijn scherp gesneden kostuums accentueren zijn slanke gestalte. Hij is gezegend met een kop dik lichtbruin haar en onderscheidt zich daarmee van het grijs en de wijkende haarlijn die onder mannen van zijn leeftijd gaan overheersen. Het is geen ijdele pose maar een vanzelfsprekend feit dat hij een fysiek aantrekkelijke man is voor zijn leeftijd, en uitzonderlijk voor een man van zijn status.
Vroeger kon hij verwachten een verpleegster bewonderend te zien kijken als hij langsslenterde, of te lachen als hij haar blik opving, of zelfs een beetje te flirten als hij haar aansprak, maar vandaag blijven zulke blijken van waardering geheel achterwege en slaan de verpleegsters hun ogen neer als victoriaanse dienstmaagden als hij maar een blik in hun richting werpt. Er is een kloof geslagen en de vrouwen durven nog niet op te kijken naar de gestrenge, onaanraakbare figuur aan de overkant. Deze eerste ontmoetingen in de nieuwste fase van zijn loopbaan als rokkenjager drijven hem terug in de diepte van de wanhoop, niet alleen omdat hij nooit meer onbespied zal zijn, maar ook omdat hij zich realiseert dat de verpleegsters in het ziekenhuis van Georgetown University model zullen staan voor alle vrouwen, van kust tot kust: wie zou haar eerbied laten varen en naar bed gaan met de nieuwgekozen president van de Verenigde Staten?
De Golf
Vanwege de keizersnede raden de artsen de first lady in spe aan om activiteiten die de buik belasten te vermijden en hoewel de nieuwgekozen president diep dankbaar is dat zijn vrouw en zijn pasgeboren zoon het goed maken, is hervatting van hun echtelijke seksuele verkeer voorlopig uitgesloten. De betrokkene is al zijn hele volwassen leven gewend regelmatig seks te hebben, slechts onderbroken door perioden van ziekte en krijgsdienst op zee. Over de vraag wat 'normale seksuele activiteit' is kan worden gediscussieerd, maar dat de betrokkene gewend is het veel en vaak te doen staat buiten kijf en onthouding betekent voor hem een ingrijpende inbreuk op zijn seksuele routine.
Vanaf zijn late tienerjaren wordt de betrokkene geplaagd door opeenhopingen van uitscheidingsproducten die toxisch worden als ze niet tijdig worden uitgescheiden. Het is natuurlijk niet moeilijk zichzelf handmatig te helpen, maar deze methode geeft hem niet veel bevrediging. Na afloop wordt hij overmand door schaamte dat een man van zijn leeftijd en status zich tot zulke vernederende handelingen moet verlagen in plaats van een echte vrouw van vlees en bloed te verleiden. Verleiding is een veel prikkelender ervaring, waardoor de ontlading een louterend karakter krijgt.
Terwijl het herstel van zijn vrouw vordert, wreekt het ontbreken van een seksuele uitlaatklep zich op het emotionele en psychische welzijn van de betrokkene. Binnen luttele weken raakt hij in de put. Eerst begint zijn prostaat, chronisch ontstoken na verscheidene venerische infecties in zijn jeugd, op te spelen door de opeenhoping van afscheidingsproducten. Hij voelt zich slap en dag na dag verhevigt zijn hoofdpijn. Zijn endocrinoloog signaleert een tremor en lusteloosheid, en stelt voor de dosis cortison te verhogen en de thyroxinedosering aan te passen. Het is belangrijk dat de nieuwgekozen president te allen tijde een energieke en levenskrachtige indruk maakt, dus hij schikt zich naar het advies van zijn dokter en slikt iedere ochtend en avond pillen in een poging de natuurlijke toevoer van hormonen, waartoe zijn lichaam niet in staat is als gevolg van de ziekte van Addison en een slecht werkende schildklier, te compenseren. Vervangende steroiden leiden tot vochtretentie, waardoor zijn gezicht opzwelt, dus belt hij met dokter J., een arts aan wie zijn vrouw de bijnaam 'dr. Feelgood' heeft gegeven en die ze sinds vorig jaar consulteren, en de brave borst schrijft hem amfetaminen voor, waardoor de betrokkene weer nieuwe energie krijgt, maar dan zonder de vervelende bijwerkingen van cortisonen, en laat voor het gemak een voorraadje injectienaalden en ampullen achter, zodat de betrokkene zichzelf injecties kan toedienen om de lusteloosheid tegen te gaan die hem vaak 's middags na lange en veeleisende vergaderingen overvalt.
Het besloten karakter van de meeste van deze vergaderingen maakt het hem gemakkelijker zich op zijn werk te concentreren, maar er zijn overal vrouwen. Vandaag vangt hij door een deuropening een glimp op van een knappe secretaresse die aan haar bureau zit en een telefoonhoorn naar haar oor brengt en het idee komt bij hem op om aan het eind van de vergadering terloops bij haar binnen te lopen en haar met een kwinkslag aan het lachen te maken, waarna ze misschien verlegen met haar hand door haar haren zal strijken terwijl hij naar de zwelling van haar borsten kijkt; ze zou zijn behoefte herkennen en uiteindelijk misschien ergens in een achterkamertje voor hem zwichten en toestaan dat zijn handen de knoopjes van haar frisse witte bloes losknopen. Maar ze blijft op haar post, verloren in de uitgestrektheid van de tijdelijke kantoren van de nieuwgekozen president, die haar aanstaart vanaf de overzijde van een ondoorwaadbare golf. En hoewel hij alleen is, is hij nooit alleen, geen minuut, want zelfs in zijn werkkamer wordt hij bewaakt door agenten van de geheime dienst, en zomaar een gesprekje met iemand aanknopen, laat staan met een aantrekkelijke jonge vrouw, behoort tot het verleden. Zijn secretaresse liet in zijn agenda altijd ruimte vrij voor afspraakjes, maar die staat nu tjokvol politieke besprekingen.
De vergadering van vandaag gaat over een eilandnatie en de anti-Amerikaanse dictator daarvan, met wie zijn voorganger de strijd had aangebonden maar die hij nooit had verslagen, waarna hij zijn goedkeuring had gegeven aan een invasieplan om het nieuwe regime omver te werpen, een stand van zaken waarop de nieuwgekozen president nu nog maar weinig invloed kan uitoefenen maar waarover hij over een maand, na zijn ambtsaanvaarding, beslissingen zal moeten nemen.
Zoals de nieuwgekozen president verwachtingsvol naar die dag uitkijkt, zo is ook zijn dochtertje opgewonden bij het vooruitzicht zoals alleen een driejarige dat kan zijn. Ze krijgt de taak ervoor te zorgen dat haar babybroertje zich zo snel mogelijk thuis voelt, een zaak van nationaal belang, zo benadrukken haar ouders, in de hoop met deze schaamteloze bevoorrechting te kunnen compenseren dat de komst van dat broertje haar verjaardag twee dagen later volledig heeft overschaduwd. Sinds zijn komst wordt ze heen en weer geslingerd tussen jaloezie en nieuwsgierigheid naar de pasgeboren baby. Ze maakt zich bijvoorbeeld zorgen dat haar vader haar nooit meer een verhaaltje voor het slapengaan zal voorlezen, waarop hij haar verzekert dat ze daar niet bang voor hoeft te zijn, al kan hij gezien zijn drukke nieuwe baan niet beloven dat het elke avond zal lukken, maar op die avonden dat hij tijd heeft zal hij dit goedmaken door haar niet een, maar twee verhaaltjes voor te lezen. Later gaan haar vragen, die voor hem een grotere uitdaging vormen dan het scherpste persinterview, in de richting van andere kwesties die met hun verhuizing te maken hebben en haar zorgen baren, zoals: 'Waar moet ik nu spelen?'
De nieuwgekozen president antwoordt: 'Ik kan de jongedame verzekeren dat spelen tijdens mijn regeerperiode veel leuker zal zijn', maar aangezien hij de consequenties van het niet-nakomen van deze belofte meer vreest dan enig ander gevaar, geeft hij een van zijn medewerkers opdracht contact op te nemen met de staf van het Witte Huis om ervoor te zorgen dat in een van de kamers een speelkamer wordt ingericht en dat er, voor zijn rekening, ergens een paar speeltoestellen worden geplaatst. Als hij te horen krijgt dat ze ervoor zullen zorgen, brengt hij dit nieuws vol trots over aan zijn dochter, om haar vervolgens haar verhaaltje voor het slapengaan te vertellen.
Als hij haar een nachtzoen geeft, bekijkt ze nieuwsgierig zijn gezicht en strijkt met haar vingers langs zijn wang; gegeneerd schrikt hij terug, en als zijn vrouw en hij zich er even later van vergewissen dat hun zoontje een slaapkamer verderop in diepe slaap is, voelt hij nog steeds de nieuwsgierige aanraking van zijn dochter. De nieuwgekozen president buigt zich over John jr.'s wieg en kijkt naar hem, terwijl hij ondertussen, net als zijn dochter eerder, aan zijn onnatuurlijk vlezige wang voelt, hopend dat zijn kinderen deze vloek niet zullen erven.
Een van de bijwerkingen van de verhoogde dosis cortison is dat hij vocht vasthoudt, waardoor de hals en wangen van de betrokkene opzwellen; dit ontlokt hem de opmerking dat hij eruitziet als 'die spotprent van Philipon waarin koning Lodewijk Filips langzaam in een peer verandert'. Hij voelt zich lelijk, maar slaagt er toch in zijn secretaresse, Mrs. Lincoln, een vrouw van middelbare leeftijd die al voor hem werkte toen hij nog senator was, op ironische toon te vragen of zij denkt dat een opgezet gezicht als reden aangevoerd zou kunnen worden om de inauguratie uit te stellen. 'Ze zeggen dat een camera je tien kilo zwaarder maakt,' zegt hij, 'en met het aantal camera's dat die dag op me gericht zal staan, zal ik eruitzien als de Graf Zeppelin.'
Mrs. Lincoln lacht. 'Zolang het de Hindenburg
maar niet is, Mr. President,' zegt ze.
Lang geleden zou de betrokkene ervoor gekozen kunnen hebben zijn
kwalen als alibi voor zijn ambitie te gebruiken, maar nu hij ze te
boven is gekomen zonder om een speciale behandeling te vragen,
heeft hij het recht te worden beschouwd als de gezonde, fitte en
levenskrachtige man die hij lijkt. Bovendien zou de waarheid door
tegenstanders en twijfelaars zijn aangegrepen om hem de toegang tot
het Witte Huis te ontzeggen, wat een terugkeer zou betekenen naar
de jaren toen hij als eenzaam jongetje op zijn ziekbed
geschiedenisboeken lag te lezen terwijl de andere kinderen lekker
buiten speelden.
Vanuit dezelfde gedachtegang neemt hij aan dat hij niet tot
diegenen behoort die tot op hoge leeftijd door kunnen blijven
buffelen, omdat zijn gezondheid nog steeds achteruitgaat en zijn
rug almaar pijnlijker en stijver wordt, zijn darmen regelmatig in
de knoop zitten, wat tot hevige buikkrampen en diarree leidt, en de
ziekte van Addison zich steeds heftiger openbaart, zoals te zien is
aan zijn 'zongebrande' huid, waarvan de teint in een bepaald licht
net niet bruin genoeg is om een zweem van geel te verhullen. De
reden waarom hij nu al - hij is pas voor in de veertig - een gooi
naar het presidentschap heeft gedaan, op een leeftijd die daarvoor
niet als optimaal wordt beschouwd, is dat zijn artsen niet kunnen
voorspellen hoe zijn lichamelijke conditie over vier of acht jaar
zal zijn. Sinds de niet helemaal geslaagde rugoperatie heeft het
vooruitzicht van een gestage aftakeling hem boven het hoofd
gehangen, en op dagen dat het zo slecht gaat dat hij om de zes uur
een injectie nodig heeft om niet krom te lopen van de pijn lijkt de
dag dichterbij te komen dat hij in een rolstoel zal belanden,
verlamd, incontinent en impotent; en omdat hij de toekomst niet kan
veranderen, moet hij proberen in het heden zo veel mogelijk te
profiteren van de mogelijkheden die zijn lichaam hem nu nog
biedt.
Aan de andere kant: door zijn ziekte te ontkennen ontzegt hij
zichzelf de vrijheid om buiten in het natte gras te gaan spelen en
sluit hij zich van 's morgens vroeg tot 's avonds laat op in een
strak schema van afspraken en vergaderingen. De nieuwgekozen
president wil een hofhouding van de besten en slimsten van het land
om zich heen verzamelen, en als hij het wat rustiger aan zou doen,
lange lunchpauzes zou nemen en 's middags in een warm bad de
vastzittende scharnieren in zijn rug zou losweken, zou dat kunnen
betekenen dat hij - en daarmee het land - een van die slimsten en
besten misloopt, en dus nodigt hij aan een stuk door
intellectuelen, historici, economen en anderen uit op zijn
tijdelijke hoofdkwartier, of hij belt ze persoonlijk, telkens met
dezelfde klaroenstoot dat hij van plan is zijn ambtsperiode te
gebruiken om een brug te slaan tussen de wereld van de macht en de
wereld van het denken, want hoewel niet te ontkennen valt dat
degenen die macht creeren een belangrijke bijdrage leveren aan de
grootsheid van een land, kunnen de intellectuelen die vraagtekens
bij die macht plaatsen een minstens even voorname rol spelen,
aangezien ze kunnen helpen bepalen hoe die macht gebruikt wordt. Al
snel spreekt het zich rond: de dagen van fletse kleurloosheid zijn
bijna voorbij en de lente zit in de lucht, een lente waarin de
kleurrijkste bloemen tot bloei kunnen komen, en zelfs de grootste
cynici bij universiteiten en bedrijven voelen zich aangetrokken tot
de publieke dienst, een gevoel dat ze nooit eerder hebben gekend,
maar dat de nieuwgekozen president al zijn hele volwassen leven
heeft gevoeld en dat nu zijn piek bereikt. De een na de ander voelt
de aantrekkingskracht en sluit zich aan.
Er zijn vrouwen op het werk, en de slimmen onder hen beseffen dat vrouwen met hun seks de machtigste man de baas zijn, dat die twee attributen, vrouwelijke schoonheid en mannelijke macht, dikwijls gelijkwaardig zijn en goed bij elkaar passen. Hij stelt zich voor dat er onder de secretaresses toch vrouwen moeten zijn die denken dat ze genoeg in huis hebben om hem het bed in te lokken; het enige wat hij hoeft te doen is door de verdedigingslinie van lijfwachten heen breken om ze heimelijk te kennen te geven dat hij geen saaie monogame huismus is.
Hij vindt het leuk als de vrouw het initiatief neemt voor een afspraakje; eigenlijk beschouwt hij een moment van oogcontact, een glimlach of een begroeting al als een 'eerste stap'. Maar de betrokkene schrikt er ook niet voor terug zelf als eerste seks voor te stellen; dat is zelfs gewoonlijk zijn modus operandi. Maar hij voelt zich een gevangene. De seksuele toxinen kolken in steeds grotere hoeveelheden door zijn lichaam, zorgen voor hoofdpijn, misselijkheid en spierkrampen, en als zijn oog toevallig op een fysiek aantrekkelijke vrouw valt, gaat er ergens een kraantje open waardoor er nog meer af te voeren vloeistoffen het systeem van de betrokkene binnenvloeien, zodat de ontsteking aan zijn zaadleiders verhevigt en zijn uroloog hem een korte antibioticakuur moet voorschrijven om een infectie van de urinewegen af te wenden, terwijl dr. Feelgood oppert dat de beste remedie ejaculatie is, niet door oppervlakkige masturbatie, maar door het hele proces te ondergaan van seksueel contact met een stimulerende partner, de enige zekere methode om de etterende sappen die zich al wekenlang zonder remissie in zijn lichaam ophopen kwijt te raken.
Van al zijn artsen is dr. Feelgood de enige die begrijpt dat de betrokkene last heeft van onthoudingsverschijnselen, een duidelijk zichtbaar symptoom van verslaving.
De nieuwgekozen president en de toekomstige first lady hervatten hun seksuele omgang, maar wat voor hem een bevrijding is, heeft op haar een beschadigend effect, want het litteken van de keizersnee en haar baarmoeder zijn nog onvoldoende hersteld en ze kan geslachtsgemeenschap nog niet verdragen, dus moet hij zich verontschuldigen en haar op haar wang kussen, terwijl zij hem verzekert dat hij haar geen pijn heeft gedaan, dat het alleen voorbijgaand onprettig voelde, en hij schuift van haar af en strompelt naar de badkamer waar hij de opeengehoopte secretie laat afvloeien om vervolgens met een bitter onbevredigde ruk aan de ketting door te trekken.
Je zou je kunnen afvragen waarom zijn vrouw nooit voorzichtig informeert naar zijn praktijken, en de reden is dat de kranten niet de enige zijn die hechten aan decorum. Zelfs tussen man en vrouw zijn er gebieden die verboden terrein blijven; de betrokkene heeft nooit - in een huwelijksgelofte of op andere wijze - beloofd zijn privacy op te geven. Zoals kinderen wel eens stout zijn, zo hebben mannen en vrouwen wel eens avontuurtjes: de truc is er geen aandacht aan te besteden. Een echtgenote hoeft niet precies te weten wat er op de wc gebeurt, dus laat hij of zij de deur dicht en negeert de geluiden.
Hij kruipt weer in bed, maar kan niet slapen omdat de gifstoffen zich alweer beginnen op te hopen, tegen zijn slapen bonken en de ontstekingen in zijn rug, darmen en zaadleiders aanwakkeren. Het is de nacht voor zijn inauguratie en er valt een dik pak sneeuw, een mogelijk excuus om niet met zijn steroidengezicht voor de hele wereld te hoeven verschijnen, maar hij wil geen excuus - hij staat klaar om zijn ambt te aanvaarden en zijn grote levenswerk te beginnen. Voordat hij in slaap doezelt ziet hij, vlak voor hij het bewustzijn verliest, een veld vol lichtjes die uitgaan en in een droomachtige halfslaap komen er verwarde flarden naar boven uit de afscheidsrede van zijn voorganger, waarin de Oude Smeerlap ons land voorstelde als duizend lichtpuntjes. De Oude Smeerlap zweeft boven een podium, in een soort gehoorzaal vol mannen in uniform en zegt: 'Ik sta nu op het punt verder te gaan met de rest van mijn leven', maar dan verandert het beeld, alsof er op een ander televisiekanaal wordt overgeschakeld, en zit hij in de Oval Office en kijkt met priemende ogen in de televisiecamera en zegt: 'We moeten waken voor het vergaren van onwettige invloed, gewild of ongewild...' om vervolgens op te gaan in een nevel van ruis, terwijl de nieuwgekozen president zich afvraagt aan wie deze waarschuwing gericht was, als hij al aan iemand gericht is, of dat hij zich de boodschap slechts heeft verbeeld. Dan slaapt hij in, terwijl de raketten slapen in hun silo's. De ochtend is helder en ijskoud, er ligt een dik pak sneeuw over de hoofdstad en boven op Capitol Hill wordt de menigte verblind door de lage winterzon als de nieuwe president de eed aflegt:
'Ik, John Fitzgerald Kennedy, zweer plechtig dat ik getrouw het ambt van president van de Verenigde Staten zal uitoefenen en dat ik naar beste vermogen de grondwet van de Verenigde Staten zal bewaren, beschermen en verdedigen.'
Hij heeft geen overjas aan en lijkt ongevoelig voor het weer, in tegenstelling tot de kleumende oude mannen om hem heen, maar in werkelijkheid is zijn kacheltje opgestookt met flinke doses pijnstillers, steroiden en amfetaminen nu hij de menigte aan de voet van het Capitool toespreekt:
'Laat vanaf dit moment en deze plaats overal bekend worden, bij vriend en vijand, dat de toorts is doorgegeven aan een nieuwe generatie Amerikanen. In het verleden zijn zij die dwaas de macht zochten door op de rug van de tijger te springen in zijn maag geeindigd. De wereld is ingrijpend veranderd. Want de mens heeft de macht in zijn sterfelijke handen om een eind te maken aan alle vormen van menselijke armoede, en aan alle vormen van menselijk leven. En toch zijn dezelfde revolutionaire principes waarvoor onze voorzaten streden nog steeds overal op de wereld aan de orde. Laat ieder land, of het ons nu goed- of kwaadgezind is, beseffen dat wij iedere prijs zullen betalen, elke last dragen, elke ontbering het hoofd bieden, elke vriend steunen, elke vijand weerstaan om het voortbestaan en het succes van de vrijheid te verzekeren.
Tot die landen die zich tot onze tegenstander maken wenden wij ons niet met een gelofte, maar met een verzoek: dat beide zijden hun zoektocht naar de vrede opnieuw beginnen, voordat de donkere krachten van vernietiging de gehele mensheid verzwelgen. Laat ons nooit onderhandelen uit angst. Maar laat ons nooit angst hebben om te onderhandelen. Laat beide zijden proberen de wonderen van de wetenschap op te roepen in plaats van zijn gruwelen. Laat ons samen de sterren verkennen, de woestijnen veroveren, ziekte uitroeien, de diepten van de oceanen toegankelijk maken en de kunsten en de handel aanmoedigen. Dit alles zal niet gedaan kunnen worden in de eerste honderd dagen. Noch zal het gedaan kunnen worden in de eerste duizend dagen, noch tijdens de duur van deze regering, noch wellicht zelfs gedurende ons leven op deze planeet. Maar laten wij eraan beginnen.
De wilskracht, het vertrouwen, de toewijding die wij in deze onderneming stoppen zullen ons land en allen die het dienen verlichten - en de gloed van dat vuur kan de wereld waarlijk verlichten. En dus, mijn mede-Amerikanen: vraagt niet wat uw land voor u kan doen - vraagt wat u kunt doen voor uw land.'
De menigte klapt en de nieuwe president wordt overvallen door een octopus van uitgestoken handen. Een daarvan moet van de Oude Smeerlap zijn - hij stond maar een paar meter van hem vandaan op het podium -, maar als de president zijn blik langs de gezichten laat glijden, ziet hij de grijsaard nergens. Hij heeft dus zijn laatste woord gezegd en is opgegaan in de geschiedenis, er daalt een gordijn van sneeuw over hem neer zoals hij verdween in de ruis van de droom van de afgelopen nacht, en de president wordt teruggeleid naar de autostoet, na een te kort verblijf in de openlucht. Hij zou het liefst te voet zijn teruggekeerd naar het Witte Huis maar de verdovingsinjecties raken uitgewerkt en de pijn in zijn rug keert alweer terug, en omdat hij tegenwoordig nog geen honderd meter kan lopen, buigt hij zich om in de limousine te stappen en de agent sluit het portier voor de helderkoude lucht die nu in leer verandert.
De president zit in een doos en zwaait door het raam naar buiten, ondanks alles vervuld van hoop voor zijn land en voor zichzelf. Hij gelooft dat het werk dat de komende jaren zal worden verzet de hele wereld ten goede zal veranderen. Hij heeft een idee voor een organisatie die het Peace Corps moet gaan heten en die idealistische jonge mannen en vrouwen de kans moet geven hun talenten in het buitenland te ontplooien en zijn boodschap uit te dragen dat de grootmachten hun hand moeten uitsteken in plaats van een wapen; misschien had hij dat moeten noemen in zijn rede, maar hij hoeft zich geen zorgen te maken, want hij weet dat zijn toespraak goed ging, en de first lady lacht hem trots toe terwijl ze over Constitution Avenue naar hun nieuwe huis rijden.
Later, in de Oval Office, pakken zijn secretaresses dozen uit en schuiven werklieden zijn bureau op zijn plek. Zijn vrouw komt met de kinderen aangezet en hij doet met zijn dochter een spelletje dat het midden houdt tussen verstoppertje en kiekeboe, want Caroline is nog te jong om de regels van het eerste te begrijpen en te oud om het laatste nog leuk te vinden, en dan, als zijn vrouw zegt dat het tijd wordt ze weer mee te nemen, moeten ze beloven snel terug te komen, omdat zijn kantoor de zoveelste cel lijkt, het zoveelste interieur, en hij wil dat zij de ruimte tot de hunne maken zodat hij zich er niet zo alleen voelt. Hij slaat zijn arm om de schouders van zijn vrouw, kust haar dikke donkere haar aan de zijkant van haar hoofd, ruikt eraan en kijkt neer op hun zoon in haar armen.
Het eerste uitvoeringsbesluit van de president is het verdubbelen van de federale voedselrantsoenen voor de armen, een geheime belofte die hij zichzelf heeft gedaan toen hij op campagne was in West Virginia, waar zijn vrouw en hij geschokt waren bij de aanblik van plattelanders die leken te leven als in de vorige eeuw of op een onontwikkeld continent, waar de kinderen eten van school mee naar huis namen om het met hun hongerige familieleden te delen. Aan het eind van zijn eerste volle dag heeft hij last van droge ogen, een loopneus en een pijnlijke keel, uitgelokt door zijn allergie voor huisstof, dat immers flink in beweging wordt gebracht als iemand een nieuw huis of een nieuw kantoor betrekt, en het is duidelijk dat hij antihistamine zal moeten slikken tot zijn immuunsysteem niet langer overgevoelig is.
Als het echte werk begint, ontdekt de president dat de puinhoop in het land inderdaad zo groot is als hij in zijn campagne heeft geroepen, dus beveelt hij zijn team van naaste medewerkers een lijst samen te stellen van alle idioten, dwarsliggers en uitvreters in alle sectoren van het federale bestuur, een lijst die door de president de shitlist wordt genoemd, maar al snel wordt zijn aandacht afgeleid door de mandarijnen van de inlichtingendiensten en het leger, die hem bestoken met rapporten over hun legertje van vijftienhonderd verbannen vrijheidsstrijders die in training zijn voor een amfibische landing die het startsein moet vormen voor een opstand tegen de dictator van een bepaalde buitenlandse natie. Natuurlijk zou de president het liefst zien dat alle tirannen ten val werden gebracht, en hij heeft voor deze republiek ook geen speciale voorliefde die hem van militair ingrijpen zou kunnen weerhouden want het is al lang geleden dat hij op het eiland vakantie kwam vieren om te gokken, hoeren te bezoeken en met de vrouw van de Italiaanse ambassadeur naar bed te gaan (of was het de Spaanse?), maar hij voelt ook niets voor het idee dat onze eigen militairen bij de operatie betrokken zouden raken, aangezien hij nog maar net is begonnen met zijn missie om het respect van volken met een andere ideologie te winnen, en het zou zijn zaak geen goed doen als hij zich openlijk en met het verfoeilijke geweld van een imperialist in de zelfbeschikking van een soevereine staat zou mengen, en al helemaal niet als het voor de hele wereld overduidelijk is dat deze specifieke dictator eerder als een luis in Amerika's pels moet worden beschouwd dan als een mogelijke dolkstoot in ons hart.
Maar de Central Intelligence Agency en de gezamenlijke chefs van staven zijn ervan overtuigd dat de operatie het karakter zal hebben van een chirurgische onthoofding, waarna de burgers dankbaar de teruggegeven vrijheid zullen omhelzen.
Terwijl de president in zijn schommelstoel zit, zijn gezicht bleek als was door de moeite die het hem kost de martelende krampen in zijn rug te verbergen, vraagt hij: 'Hoe weten we of de bevolking na de invasie het nieuwe regime zal steunen?'
De directeur van de cia heeft een simpel
antwoord: 'Waarom zouden ze dat niet doen, Mr.
President?'
Na afloop komt de president met grote moeite overeind en drukt zijn
handpalmen met kracht tegen het onderste gedeelte van zijn korset
in een poging zich achterwaarts te strekken, maar dat biedt geen
verlichting, alleen onverminderde pijn, dus vraagt hij Mrs. Lincoln
of die met spoed de first lady wil waarschuwen, terwijl hij naar de
kleine privestudeerkamer strompelt die aan de Oval Office grenst,
waar zijn vrouw een paar minuten later aankomt en hem liggend op de
vloer aantreft, verwikkeld in verwoede pogingen de sluiting van
zijn korset los te peuteren.
Ze helpt hem het korset uit te doen en dan trekken ze zijn broek
naar beneden, zodat ze hem in beide billen een pijnstillende
injectie kan geven, waarna zij de kuiltjes in zijn onderrug begint
te kneden in een poging de ijzeren greep van het spierspasme open
te wrikken en hij wacht tot de verdoving begint te
werken.
Dan gaat hij weer aan het werk.
Die avond, in de ambtswoning, dringt zijn vrouw erop aan dat hij
een dokter laat komen. In plaats van een komen er twee. Admiraal B.
bepleit een operatieve ingreep als enige afdoende behandeling, om
een uur later te worden tegengesproken door dokter T., die
verklaart dat een operatie de president vrijwel zeker voorgoed
invalide zou maken. Als men alle artsen ter wereld languit tegen
elkaar zou leggen, zouden ze nog niet samen tot een conclusie
komen, en dit is voor de betrokkene reden om met zijn artsen even
overspelig om te gaan als met zijn vrouwen. Hij gaat naar bed met
pijnstillers, maar wordt midden in de nacht wakker, weer met kramp
in zijn rug, dus laat hij zich uit bed op de grond glijden, zo
zachtjes mogelijk om de kinderen in de aangrenzende kamer niet
wakker te maken, maar bij het buigen en strekken hapt hij naar adem
van pijn en wekt daarmee zijn vrouw, die zijn favoriete plaat op
hun oude Victrola legt, het volume terugdraait tot fluisterniveau,
en over zijn spieren wrijft die even hard zijn als de koude stenen
vloer onder het slaapkamerkleed.
De betrokkene ontmoette zijn toekomstige vrouw tijdens een diner dat werd gegeven door een wederzijdse vriend, toen hij nog junior senator was en zij een baan had als zwervende camerareporter, waarbij ze op de belangrijkste ontmoetingsplaatsen van de hoofdstad voorbijgangers moest aanschieten om hun reactie te vragen op het lichtere nieuws van de dag. Hij gaf te kennen dat hij dat bewonderenswaardig vond, zoals ook niet meer dan verstandig is bij een eerste ontmoeting met een verslaggeefster die toevallig ook nog een beeldschone jonge vrouw was, waarop zij reageerde met de opmerking dat ze het slechts als een tijdelijk baantje beschouwde en dat ze eigenlijk een carriere in de serieuze journalistiek ambieerde, maar dat haar jeugd en haar knappe uiterlijk een serieuze loopbaan in de weg stonden. 'Nou, dan zal ik het nog ver brengen,' grapte hij.
Haar naam, Jacqueline, sprak ze op z'n Frans uit. Ze was intelligent maar bedeesd, een lumineuze persoonlijkheid die alle andere aanwezigen bij het diner die avond in de schaduw stelde, dus vroeg hij haar eerst om de asperges en toen om een afspraakje. De volgende twee jaar zagen ze elkaar af en aan, in een tijd dat hij vaak 's avonds en in het weekend moest doorwerken, terwijl haar reislust haar regelmatig naar Europa voerde, zodat het een vrijage met onderbrekingen was, waarin dikwijls weken voorbijgingen zonder dat ze elkaar zagen, maar als hij dan 's avonds laat ergens in een bar was, viste hij een handvol munten uit zijn zak om haar te bellen, ook al ging hij daarna nog naar huis met een of ander meisje dat hij had opgepikt; er was maar een vrouw die hij bleef bellen, een vrouw die ooit serieus voor de permanente vacature in aanmerking kwam.
Hij ligt op zijn buik, voelt haar handen zijn vlees kneden maar ziet niet haar blik, en herinnert zich dat hij in de eerste maanden van hun relatie niet goed kon peilen in hoeverre ze iets begreep van zijn dwangmatige neigingen, maar zelfs in dat stadium moet ze zich al hebben neergelegd bij de feiten zoals ze lagen, bijna alsof ze die van een man als hij verwachtte, een verwachting die ze ontleende aan wat ze wist van haar rokkenjagende vader, en misschien voelde ze zich onbewust wel aangetrokken tot een dergelijk type man. Wat haar redenen ook mogen zijn geweest, ze besloot dat een huwelijk het risico van een gebroken hart waard was, net zoals hij nu ligt te krimpen van de pijn door een ambt waarnaar hij hevig heeft verlangd maar dat meer van hem eist dan van gezondere mannen.
Ze is de enige vrouw die hij deelgenoot heeft gemaakt van zijn kwetsbaarheid. Aangezien hij al zijn hele leven aan allerlei aandoeningen lijdt, is het wel vaker voorgekomen dat hij er in het gezelschap van een vriendin door werd overvallen en hij een vrijpartij vanwege zijn rug moest onderbreken, soms met consequenties die achteraf bezien nogal komisch waren, maar destijds gaf hij er, in plaats van zijn gebreken toe te geven, meestal de voorkeur aan het meisje te laten geloven dat het aan haar lag, tenzij hij haar meer dan normaal respecteerde, in welk geval hij er zich wel van af kon maken met een oppervlakkige verwijzing naar zijn oorlogsverwondingen, een beetje zoals die man in The Sun Also Rises. Alleen de vrouw van de betrokkene is volledig op de hoogte van de omvang en de ernst van zijn kwalen en gebreken, dit in tegenstelling tot de verschillende leden van zijn familie die door de jaren heen getuige zijn geweest van zijn aanvallen maar nu niet meer tot zijn intieme kring behoren, en in tegenstelling tot de verschillende medisch specialisten die hem hebben onderzocht, op hun hoofd hebben gekrabd, met elkaar hebben overlegd en verduiveld weinig hebben gedaan, en van wie er niet een ooit heeft geprobeerd zich een compleet beeld te vormen van zijn lichaam, dat met rasse schreden in een staat van prematuur verval is geraakt. Hoewel ze ongetwijfeld liever een man had gehad die met een sterk gestel was gezegend, heeft zijn vrouw geleerd haar lot te aanvaarden, net als hij. Waarin ze misschien verschillen is dat hij geneigd is ook zijn seksuele drang tot het spectrum van zijn fysieke stigmata te rekenen; zoals hij niet in staat is zijn bijnierschors tot de productie van hormonen aan te zetten, zo is hij ook niet in staat zijn dwangmatig actieve libido in te dammen.
Maar 's morgens moet hij net doen alsof zijn klieren gewoon hun werk doen, zijn darmen voor een pijnvrije stofwisseling zorgen en zijn rug goede steun biedt. De betrokkene wordt nog steeds geplaagd door een lichte allergische reactie op het stof en de huidschilfers in zijn nieuwe omgeving die hem een droge hoest bezorgt waar hij vooral 's avonds last van heeft.
Om zeven uur 's morgens komt hij binnen in de gezinseetkamer van de ambtswoning, waar ze samen ontbijten; hij legt zijn dochter uit dat hij haar de avond tevoren geen verhaaltje heeft kunnen voorlezen omdat hij moest werken, maar hij maakt het goed door hand in hand met haar naar het eind van de westelijke zuilengalerij te lopen, waar ze een paar minuten lang de rozentuin verkent en uitgelaten kleine voetafdrukjes op het berijpte gras achterlaat. Dan lopen ze verder naar zijn kantoor, waar de gebruikelijke maskerende behandeling begint, tot de steroiden, pijnstillers en amfetaminen door zijn hele systeem zijn uitgestroomd en hem een vitale en gezonde aanblik geven. Hij laat Caroline even door de Oval Office rondscharrelen terwijl hij de kranten doorneemt, dan tilt hij haar op zijn knie en geeft haar een afscheidskus, waarna het kindermeisje haar terugbrengt naar de ambtswoning en hij de handen vrij heeft om de meest recente map met documenten over de invasie te bestuderen.
De chefs van staven van de landmacht, de marine en de luchtmacht trekken en groupe de Oval Office binnen, gevolgd door de directeur van de cia en zijn chef Operaties, om verslag te doen van de stand van zaken.
De president zegt: 'De codenaam Bumpy Road - Hobbelige Weg - klinkt mij weinig optimistisch in de oren, mijne heren. Ik vraag me af of hier sprake is van een staaltje omgekeerde psychologie van de cia en ik in de toekomst te maken zal krijgen met Operatie Totale Mislukking of Operatie Politieke Zelfmoord.'
Ze grinniken en proberen de president er vervolgens weer van te overtuigen dat het operatief wegsnijden van de dictator een groot succes zal zijn.
De president vraagt: 'Hoeveel man kan hij voor
een tegenaanval op de been brengen, schat u?'
'Vijfentwintigduizend, Mr. President,' antwoordt de directeur van
de cia.
'Mr. Dulles, volgens mij is er geen Price Waterhouse voor nodig om
vast te stellen dat hun kansen er met vijfentwintigduizend tegen
vijftienhonderd een stuk beter voor staan dan de onze.'
De directeur beschrijft hoe de invasie tot een volksopstand zal
leiden, maar de president koestert dezelfde argwaan tegen zijn
redenering als tegen de term military
intelligence - militaire inlichtingen -, het meest
sarcastische oxymoron in het jargon van de Amerikaanse overheid; de
cia en de chefs van staven zijn immers uit hetzelfde hout gesneden
als de officieren die zijn oudere broer om het leven hebben
gebracht, een piloot die aan flarden werd geblazen tijdens een
missie omdat hij explosieven aan boord had waarvan de ontsteking zo
gevoelig was afgesteld dat ze al bij de geringste turbulentie
konden afgaan. Ze lijken ook op de generaals en admiraals die
destijds veilig vanaf de vaste wal doorgingen met de oorlog in de
Stille Oceaan en daarbij strategieen volgden die duizenden en
duizenden onnodige slachtoffers eisten, ook onder de bemanning van
het schip waarover de president het commando voerde, een
torpedoboot die tot zinken werd gebracht door een torpedobootjager,
waarbij twee van zijn mannen verdronken en zijn eigen rug
definitief de vernieling in ging. Nu beginnen de generaals te
discussieren over de exacte aantallen en de wijze waarop de opstand
zich zal ontvouwen, terwijl de president zich afvraagt of er,
ondanks de fruitsalade aan onderscheidingen op hun borst, een man
tussen zit die ooit nachtenlang in het pikkedonker op de Stille
Oceaan heeft rondgedreven, luisterend naar het gerommel van schepen
die meer dan vijftig keer zo groot zijn als je eigen schip, of er
een man tussen zit die ooit zijn kameraden in de vlammen heeft zien
omkomen. Hun gesprek valt plotseling stil en als de president uit
zijn overpeinzingen ontwaakt, hoort hij hoe zijn eigen vingers
ongedurig op de leuning van zijn schommelstoel trommelen.
Als hij later weer alleen is, schuifelt de president naar het raam
en strekt zijn rug terwijl hij over het zuidelijke gazon in de
richting van het Washington Monument kijkt en de voertuigen volgt
die over Constitution Avenue zeilen, maar hij hoort niet het
geringste geluid door het kogelvrije glas, voelt niet het minste
zuchtje van de wind die de gevallen bladeren opstuwt in een
choreografie van duizend wuivende, dode handen.
Aan het eind van elke werkdag zet de president de deur naar de
kamer van zijn secretaresse een stukje open ten teken dat hij
beschikbaar is voor zijn medewerkers, en door de kier ziet hij nu
hoe zijn perschef buiten op de gang staat te praten met een knappe
jonge vrouw. Mrs. Lincoln overhandigt de president ter goedkeuring
de agenda voor de volgende dag en daarna geeft ze hem nog een paar
persoonlijke brieven, waaronder een met een afzenderadres dat ze
allebei herkennen, hoewel Mrs. Lincoln de envelop discreet op zijn
bureau legt alsof die van geen belang is, de envelop nog dicht in
tegenstelling tot de rest van zijn post, die ze zeer zorgvuldig
controleert, dan trekt ze zich terug in haar kamer; ze sluit de
tussendeur achter zich en geeft de president de privacy om de brief
al dan niet te lezen, en na een korte aarzeling maakt hij de
envelop open en trekt er een kleurige kaart uit met Veel geluk in je nieuwe huis! erop en op de
achterkant een korte groet die met lippenstift lijkt te zijn
geschreven en rechtsonder in de hoek met haar naam is
ondertekend.
De president heeft Marilyn niet meer gezien sinds een paar weken
voor de verkiezingen, aanvankelijk met het excuus dat hij te druk
was met de campagne, daarna had hij niet gereageerd toen ze hem een
telegram stuurde met gefeliciteerd! en ook niet toen ze opbelde
naar zijn tijdelijke hoofdkwartier, waarvan ze op de een of andere
manier het nummer te pakken had gekregen, en natuurlijk had hij in
die periode tijd vrij kunnen maken om tussen de bedrijven door een
rendez-vous met haar te hebben, hetzij in Palm Beach, hetzij aan de
westkust, maar het echte punt was Marilyns beroemdheid en de
moeilijkheden die een discrete liaison met zich mee zou brengen nu
hij is gekozen. De bitterzoete ironie daarvan is dat hij, als hij
had verloren, net zoveel goddelijke dagen met haar in Beverly Hills
had kunnen doorbrengen als hij maar wilde en haar had kunnen neuken
tot ze erbij neerviel, zonder dat het iemand iets had kunnen
schelen.
Om eerlijk te zijn was hij op zoek naar een ontsnappingsroute, want
haar rolletje in het koor van onregelmatige bedgenoten begon haar
tegen te staan en ze wilde auditie doen voor de hoofdrol, en hij
vond het bijbehorende hinten, duwen en hengelen een beetje
hinderlijk worden, met als climax hun afspraakje op de avond dat
hij de nominatie in de wacht had gesleept; hij begon zich zodanig
te ergeren dat het voor hem een hele opgave begon te worden de
indruk te vermijden dat hij geen zier om haar gaf, wat gegeven haar
status als het grootste sekssymbool van het land ongeloofwaardig
zou kunnen klinken, maar een van de lessen die hij in zijn loopbaan
als rokkenjager had geleerd is dat je je niet moet laten
intimideren door de schoonheid van een vrouw, laat staan door haar
openlijk tentoongespreide seksualiteit, aangezien die louter een
uiting is van haar onzekerheid. Een vrouw als Marilyn is er zo aan
gewend dat iedere man in haar omgeving met haar naar bed wil dat ze
uit haar evenwicht raakt als dat niet het geval is, bang wordt dat
haar gezicht niet langer fris of haar figuur niet langer stevig is,
tot het punt waarop een man wel altijd de indruk moet blijven
wekken dat hij met haar naar bed wil, maar ook weer niet al te
graag.
In Marilyns geval slaagde hij er naar zijn eigen mening zeer goed
in dit evenwicht te bewaren, want het is al jarenlang zijn gewoonte
iedere vrouw hetzelfde te behandelen - met als enige en prachtige
uitzondering natuurlijk zijn echtgenote. Bovendien lijkt het erop
dat als je met een actrice of model naar bed bent geweest, dit de
deur opent naar ontmoetingen met andere actrices en modellen. Deze
vrouwen worden in de loop van een gemiddelde week met zoveel
opgewonden mannen geconfronteerd dat ze een speciale methode
ontwikkelen om geschikte vrijers te kiezen, gebaseerd op een soort
kuddementaliteit, op het idee dat wat goed genoeg is voor de een,
goed genoeg is voor allemaal. Het is ook mogelijk dat als een man
een verhouding met een van deze sterretjes heeft weten te krijgen,
de andere hem gaan zien als een middel om hun status in de kudde te
bevestigen. Het strikt volgen van een beleid om alle vrouwen, hoe
mooi ook, hetzelfde te behandelen, brengt noodzakelijkerwijs met
zich mee dat je je niet overmatig in je eer aangetast toont als een
bepaald sterretje - of een stafmedewerkster of een huisvrouw wat
dat betreft - ongevoelig blijkt voor je charme, want de fijne
radertjes van het vrouwen versieren draaien op de smeerolie van de
toevallige ontmoeting en lopen knarsend vast als de versierder te
veel aandacht aan een afwijzing schenkt: in plaats daarvan moet
ieder tandje soepel blijven meegaan in de draaibeweging, hij naar
het volgende model of de volgende stafmedewerkster of huisvrouw, en
het sterretje - dat ongeacht hun gespreksonderwerp over zijn
schouder heeft staan loeren naar een nog betere, grotere vangst -
naar de volgende suikeroom.
Niets van deze smadende typering moet worden opgevat als een
beschrijving van Marilyn, en zeker niet in haar huidige incarnatie,
want terwijl ze tien jaar geleden inderdaad nog een sterretje was,
is ze sindsdien de verkleinvorm (in elke betekenis van het woord)
definitief ontgroeid, en op die juliavond in Los Angeles, nadat hij
de Democratische nominatie voor de presidentsverkiezingen in de
wacht had gesleept en in het Coliseum tachtigduizend aanhangers had
toegesproken, was het overduidelijk dat er in de hele stad geen
betere, grotere vangst te vinden was. Zijn vrouw had hem niet naar
de Conventie kunnen begeleiden omdat vliegen vanwege haar
zwangerschap medisch onverantwoord was. Als hij alleen reist, maakt
hij meestal van de gelegenheid gebruik om een paar oude vriendinnen
te bellen en een paar nieuwe te leren kennen, maar de zware taak om
vierentwintig uur per dag nieuwe stemmen te werven en koehandel te
drijven met oude stemmen moest voorrang krijgen, waardoor hij 's
avonds laat in de gevaarlijke positie kwam te verkeren dat hij in
zijn eentje in een hotelkamer zat, pijnstillers nam en whisky
dronk, en elke dag vermoeider en geiler werd, tot hij tot zijn
geluk een meisjesstudent ontmoette die als vrijwilligster bij het
campagneteam werkte: toen ze alleen waren, nam hij haar bij de
hand; ze volgde hem gewillig, waarna hij zijn gulp openritste en
zich verontschuldigde dat er vanwege het strakke conventieschema
geen tijd was voor voorspel.
Het stimulerende effect van haar gezelschap was jammer genoeg van
korte duur en al snel sloeg de vermoeidheid weer toe, zozeer dat
zijn voordracht op de conventiepodia eronder leed. Zijn
vermoeidheid was destijds - hij maakte nog geen gebruik van de
diensten van dr. Feelgood - een hardnekkig probleem, waar hij ook
niet overheen kwam door de toejuichingen van de menigte of de
opwinding van het debat, aangezien hij nooit de adrenalinestoot
ervaart die zijn rivalen wel voelen, dus was hij aangewezen op de
trage metabolische steun van cortisontabletten en voelde hij zich
na de overwinning even uitgeput als opgetogen, en kostte de klim
naar het podium hem zijn laatste krachten. Op een overwinningsfeest
daarna dat door wederzijdse vrienden was georganiseerd dook ineens
bij verrassing Marilyn op, die hem met haar bezitterige eerste kus
liet merken dat ze zijn overwinning ook als de hare beschouwde, en
hoewel hij beter had moeten weten, was de betrokkene niet in staat
zich daartegen te verzetten. Als een man seksueel gewend raakt aan
een vrouw, zal hij haar, mooi of niet, sekssymbool of niet, als een
meubelstuk gaan beschouwen, en als hij zich strikt houdt aan zijn
beleid dat hij zich niet door haar schoonheid laat verblinden, kan
hij ook niet blind worden voor de gegronde redenen om haar te
dumpen, en in Marilyns geval waren die redenen zonneklaar: zij was
de meest gefotografeerde vrouw in het land waarvan hij president
wilde worden. Maar nu, terwijl hij haar felicitatiekaart bekijkt,
doet hij moeite zich haar lichaam voor de geest te halen, dat
gezicht, die lippen, en hij voelt een steek van verlangen en
nieuwsgierigheid alsof hij zojuist een verborgen schat heeft
ontdekt. Hoewel hij over het algemeen zijn buit niet vergeet, wordt
de herinnering wel minder levendig naarmate de tijd verstrijkt -
minder levendig in visuele, maar niet in semiotische zin -, zodat
hij er wel de juiste kenmerken aan kan toeschrijven, maar ze zich
niet helder voor de geest kan halen: de scherpe lijn van haar
jukbeenderen, bijvoorbeeld, als hij haar schoonheid toeschrijft aan
haar jukbeenderen, of de strakheid van haar buik als hij aan haar
atletische figuur denkt, misschien omdat deze herinneringen in de
primitieve banen van zijn hersenen huizen waar ze voor het eerst
indruk maakten, en na een periode van afwezigheid valt het geheugen
dan terug op hun eerste ontmoeting toen hij, nadat de borsten of
het achterste van een meisje hem waren opgevallen, de eerste
opwelling van verlangen en nieuwsgierigheid voelde. Hoewel hij niet
ontkent dat hij bij Marilyn deels gemotiveerd werd door de
uitdaging het met een sekssymbool te doen, een trofee die iedere
rokkenjager met dubbele onderstreping in zijn curriculum vitae zou
bijschrijven, ongeacht hoe goed ze daadwerkelijk in bed was, was de
opwelling die hij op het moment van hun eerste ontmoeting voelde,
en later op het moment toen ze voor het eerst de liefde bedreven,
nog het alledaagse verlangen te verkennen wat er onder de
oppervlakte lag, maar nu, nu hij de kaart met haar lippenstiftgroet
in handen houdt, zijn die wonderlijke ontdekkingen vervaagd tot een
schemerige bibliotheek vol boekdelen die hij maar al te graag
opnieuw zou openslaan, nu hij weer wordt overstroomd door een vloed
die zijn ontstoken zaadleiders in vuur en vlam zet.
In de gang ziet hij de knappe jonge medewerkster weer, die met een stapel papieren onder haar arm uit de richting van de kantoren van de persafdeling aan komt lopen, dus hij lacht en zegt: 'Zorg je er wel voor dat Pierre je niet te hard laat werken?', waarop ze bloost en blijft staan in het schuldige besef gevangen te zijn door de monitor, want de agent die voor zijn deur op wacht staat heeft de stem van de president waarschijnlijk gehoord en draait zich om om te zien tegen wie hij het heeft, terwijl de perschef die zijn naam genoemd hoort worden uit zijn werkkamer tevoorschijn komt - reacties die de president ertoe brengen zo snel mogelijk de dichtstbijzijnde kamer in te schieten, de zogeheten Fish Room (zo genoemd omdat president Roosevelt er een aquarium had staan; de president zet deze traditie voort met een opgezette, drie meter lange zeilvis die hij voor de kust van Acapulco heeft gevangen op zijn huwelijksreis, een voorteken van de rijke vangsten die hij ondanks het huwelijksleven zal blijven binnenhalen), waar hij zich opnieuw in een dichte kamer bevindt, opnieuw met een erectie, en zich afvraagt hoe hij van een man die het bed deelde met godinnen heeft kunnen afglijden tot een man die nog geen twee woorden tegen een stagiaire mag zeggen.
De betrokkene heeft in geen twintig jaar zo sterk geleden onder seksuele onthouding, die leidt tot hoofdpijn, misselijkheid, diarree en ontsteking van de urineleiders. Die avond is hij gastheer op een receptie voor diplomaten, met de first lady in een schitterende nieuwe baljurk, charmant als altijd tegen hun gasten, waarna ze hem in hun slaapkamer uit zijn korset helpt. Hij slikt twee pijnstillers, plus zijn nachtelijke dosis cortison, een antibioticum en een slaapmiddel dat hem is voorgeschreven door dr. T. omdat het tevens een spierverslappend effect heeft. Hij streelt zachtjes haar buik, maar ze verstijft; dan geeft ze hem een nachtzoen, draait zich om en valt in slaap, terwijl hij wakker ligt en moet hoesten.
De volgende ochtend snakt hij naar frisse lucht, zijn kleren ruiken naar de sterkedrank en de sigarenrook van de receptie van de vorige avond, maar hij sjokt hand in hand met zijn dochtertje naar het eind van de westelijke zuilengalerij, waar ze hem vraagt waarom er in de vijver aan de voet van het zuidelijke gazon, waarin het waterniveau is gestegen door de smeltende sneeuw, geen eendjes zwemmen, want ze herinnert zich nog hoe ze bij hun vorige huis in Georgetown altijd de eendjes gingen voeren, en wat ze niet leuk vindt aan haar grote nieuwe huis is dat de eendjes zijn weggegaan, dus nadat hij haar een afscheidskus heeft gegeven vraagt hij Mrs. Lincoln of er niet voor een paar eenden in de vijver kan worden gezorgd, waarop ze reageert met de wedervraag: 'Wat voor soort eenden, Mr. President?'
'Het soort dat "kwak" zegt,' antwoordt hij, om
vervolgens door te lopen naar de Cabinet Room.
Volgens de cia, de gezamenlijke chefs van staven en een aantal
kabinetsleden is er in het buitenland onder invloed van een
gevaarlijke en extremistische ideologie een situatie ontstaan die
een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Ze lijken zo
overtuigd van hun gelijk dat de president zich begint af te vragen
of zijn bloedvergiftiging hem geen waanideeen heeft bezorgd die hem
doen denken dat de rationaliteit in zijn regering het onderspit
heeft gedolven en dat het experiment is overgenomen door de
muizen.
In zijn ambtswoning leest de president die avond Caroline een
verhaaltje voor, terwijl de first lady zich om John jr. bekommert,
die niet wil gaan slapen, en als het verhaaltje uit is gaat de
president naar zijn zoon, dankbaar dat hij nog wakker is, zodat hij
hem tegen zich aan kan houden terwijl zijn vrouw Caroline
welterusten kust en bij haar het licht uitdoet. De president neemt
John jr. mee naar de Oval Room, waar zijn vrouw op een van de
sofa's in het midden is gaan zitten, en laat zich langzaam in een
van de stoelen met een harde rechte rugleuning zakken, terwijl hij
de baby wiegt en op zijn pink laat sabbelen tot hij in slaap valt,
waarna de president en de first lady naar de eetkamer gaan om te
souperen en de first lady bij het eten een glas sauvignon drinkt en
na afloop een sigaret rookt.
Na het eten keert de persmedewerkster terug in de gedachten van de
president en hij fantaseert dat hij terug is in zijn vroegere
leventje, toen hij altijd eenvoudige oplossingen had voor dit soort
situaties; hij had dan gewoon de perschef en zijn medewerkers voor
een informele borrel in een naburig cafe uitgenodigd, waar hij in
een keer met iedereen kennisgemaakt zou hebben; vervolgens zou hij
met een aantal mannen uit de hogere echelons een gesprek zijn
aangegaan, een berekenende zet die hem in staat stelde zich
tegenover zijn doelwit te profileren als een joviale en mannelijke
man met gevoel voor humor, de alfaman die er in alle opzichten -
lengte, slank figuur, weelderige haardos - beter uitzag dan zijn
gespreksgenoten, om haar pas veel later op de avond rechtstreeks
aan te spreken, eerst door op te merken dat ze een of andere
opdracht zeer goed had uitgevoerd, dan door haar naar haarzelf te
vragen, dan door haar terloops aan te raken om te peilen hoe ze op
verdere avances zou reageren, en ten slotte (zelf drinkt hij bij
zulke gelegenheden altijd maar weinig omdat alcohol zijn maagwand
irriteert, met ernstige aanvallen van brandend maagzuur en
maagzweren tot gevolg) door aan te bieden haar met de auto naar
huis te brengen. Meestal geeft hij dan, om zichzelf en de ander de
pijnlijke ervaring van een afwijzing aan het eind van de avond te
besparen, van tevoren duidelijke signalen af over zijn seksuele
bedoelingen, meestal voordat ze in de auto stappen of in ieder
geval voordat hij met haar meeloopt naar haar appartement, waarbij
hij bovendien al eerder in de conversatie geprobeerd heeft te
achterhalen hoe en waar ze woont voor het geval hij het appartement
van een collega zou moeten lenen of een hotelkamer zou moeten
nemen. Maar zo'n avondje zit er nu niet in - het zou nogal een
discreet afspraakje zijn als daar rond middernacht ergens bij een
appartementengebouw in Georgetown opeens een presidentiele
autostoet zou komen voorrijden -, dus de betrokkene onderdrukt
iedere gedachte aan de knappe jonge persmedewerkster en zinkt weg
in gefrustreerde overpeinzingen.
De volgende ochtend is er bij het wakker worden een verrassing voor Caroline: in plaats van het gebruikelijke wandelingetje door de zuilengalerij van de westelijke vleugel lopen de betrokkene en zijn dochter over het zuidelijke gazon naar de vijver, gevolgd door haar moeder met haar broertje in de wandelwagen, waar ze tot haar vreugde op een kleine kolonie eendjes stuit en de president de feestvreugde vergroot door uit zijn jaszak een zak met stukjes brood tevoorschijn te toveren. Ze voert de eendjes terwijl John jr. zich behaaglijk omdraait in zijn voertuig, en als de president even later terugkeert naar de Cabinet Room, zijn daar al enkele kabinetsleden aanwezig om te bespreken hoe het binnengevallen land kan worden opgedeeld in lucratieve brokken voor het Amerikaanse bedrijfsleven.
De gifstoffen blijven door het hoofd, de ingewanden, de rug en de blaas van de president borrelen. Zijn droge hoest houdt hem 's nachts uit zijn slaap. Hij legt een regenboog van pillen klaar en slikt middelen om zijn hoofdpijn te verminderen en zijn ontstekingen te onderdrukken, maar vindt geen verlichting. De volgende ochtend ontneemt de ijlkoorts hem een helder zicht op zijn generaals; hij kan geen onderscheid meer maken tussen de olifant van de analyse en de tijger van de partijdigheid. Een vrouw steekt de gang over als hij met zijn adviseurs uit de Cabinet Room komt en even overweegt hij wat het hem zou kosten als hij haar nu naar een werkkamer zou volgen en de jaloezieen zou dichttrekken. In plaats daarvan is hij de hele middag druk in besloten bijeenkomsten met hoge ambtenaren, van wie er niet een zich verzet tegen het idee van een invasie. Niemand gelooft dat die op iets anders dan een eclatant succes zou kunnen uitdraaien, en dus geeft hij het leger opdracht de Golf over te steken.
De First Lady
Vrijwel direct komt er slecht nieuws uit Cuba. De impopulaire opstand komt niet van de grond en de president is ondanks zijn razernij de eerste die begrijpt waarom niet. Hij heeft veel gereisd, net als de legerleiders, maar zij hebben de wereld alleen bekeken vanuit een bunker, zonder enige interesse voor vreemde culturen of on-Amerikaanse ideologieen. Culturen buigen niet zonder pijn en de American way of life valt niet te exporteren als Coca-Cola.
Cubaanse vliegtuigen beginnen met het bombarderen van de stranden en vernietigen het schip dat de munitie aanvoert terwijl de vrijheidsstrijders worden ingesloten door tanks en infanterie, dus de president geeft orders voor een volgende luchtaanval vanuit Nicaragua met dekking van ongemarkeerde Amerikaanse straaljagers. In de staf die de operatie coordineert komt niemand op de gedachte dat de straaljagers opstijgen vanuit een andere tijdzone dan de bommenwerpers, zodat de bommenwerpers een uur eerder de Golf van Mexico oversteken dan hun dekking arriveert en worden neergeschoten.
De hele tijd, van de dag in de nacht en terug in de dag, kan de president niet stilzitten en niet slapen vanwege de vrijheidsstrijders die weerloos zijn ingesloten op het strand. De president gelast de invasie af en beveelt dat de opstandelingen zich in de bergen in veiligheid moeten brengen in afwachting van een nieuwe kans.
In de Oval Office daalt een doodse stilte neer.
'Wat is er met jullie?' vraagt de president.
'Stuur die mannen de bergen in!'
cia-directeur Dulles kucht nerveus. Hij zegt: 'De bergen zijn te
ver weg.'
'Hoe ver?' wil de president weten.
Dulles zegt: 'De Brigade zou moerassen moeten doorkruisen, ze
liggen onder vuur -'
'Hoe ver?'
'Honderdtwintig kilometer.'
De president kan nauwelijks een woord uitbrengen, hij kan die lui
van de cia, de generaals en al die anderen nauwelijks aanzien; hij
moet een golf braaksel die in zijn keel opwelt wegslikken en wuift
de anderen de kamer uit zodat hij tegen zijn bureau kan leunen om
te voorkomen dat hij omvalt omdat die imbeciele, incompetente
idioten weer eens hebben gedaan wat ze altijd doen, met dat
verschil dat hij deze keer degene is die het bevel heeft gegeven,
hij degene is die moedige kerels ter dood heeft veroordeeld in een
onbezonnen, slecht gepland avontuur, en hij is zo bang dat hij zal
stikken dat hij de rozentuin in loopt.
Hij voelt het kloppen in zijn rug. Rond middernacht begonnen zijn
longen op te spelen en nu doen zijn ribben pijn van het hoesten.
Veiligheidsagenten kijken vanuit de zuilengalerij toe terwijl hij
heen en weer stapt door de tuin en rek- en strekoefeningen doet
terwijl hij in feite naar frisse lucht snakt omdat hij stikt in de
stank van een slachthuis die zijn nieren en bijnieren, zijn darmen
en blaas vergiftigt en zijn tranen een bittere smaak
geeft.
Hij kan niet slapen. Hij wil alle beschikbare opties nagaan om die
mannen te redden. Zijn medewerkers en adviseurs zeggen hetzelfde
als de cia en de gezamenlijke chefs van staven: 'Escaleren.' Dat
weigert hij. Met een invasie zijn die mannen nu niet meer te
redden; dat kost alleen maar meer levens.
Uiteindelijk keert hij terug naar de ambtswoning, zijn gezin
slaapt. Hij blijft bij de bedden van de kinderen staan en strekt
zijn hand uit naar hun gezicht, hun haar, maar houdt zichzelf
tegen; hij onderdrukt de aandrang om te hoesten om ze niet wakker
te maken maar hij is dankbaar dat ze in leven zijn, in veiligheid,
en niet kapotgeschoten worden zoals die Cubaanse zoons en broers op
het strand, gedoemd tot de dood of de gevangenis. Dan slikt hij
meer pijnstillers, steroiden, antihistaminen en kalmeringsmiddelen
en spreekt met zichzelf af dat hij die bloeddorstige idioten van
generaals de komende weken en maanden tot de laatste man uit hun
baan zal verjagen.
Als hij drie uur bij vlagen heeft geslapen wordt hij wakker en kan
zich bijna niet verroeren. Zijn rug is zo stijf dat hij zijn vrouw
en een verpleegster nodig heeft om hem uit bed te manoeuvreren,
maar op de persconferentie die ochtend blijft hij staan en
verklaart: 'Ik ben de verantwoordelijke functionaris van de
regering. Een overwinning heeft honderd vaders maar een nederlaag
is een weeskind. De verantwoordelijkheid ligt geheel en al bij mij.
Ik ben er pertinent tegen dat wie dan ook binnen of buiten de
overheid probeert zich aan zijn verantwoordelijkheid te
onttrekken.'
De president keert terug naar zijn kantoor en staart in zuidelijke
richting uit over het gazon naar het Washington Monument, waarboven
dikke witte wolken door de blauwe voorjaarshemel jagen. Hij
probeert de deuren van de patio, maar ze lijken klem te zitten. Op
zijn poging ze open te krijgen komen de twee agenten van hun post
in de zuilengalerij, maar hij wil geen aandacht trekken dus hij
wuift ze weg en keert zich van de ramen af.
Later hoort de president tot zijn ontzetting dat leden van de
Cubaanse Revolutionaire Raad, het comite van ballingen dat de
nieuwe regering van Cuba zou hebben gevormd en van wie sommigen
zoons hadden in Brigade 2506, door de cia onder huisarrest zijn
geplaatst omdat ze een 'beheersprobleem' zouden vormen. De
president beveelt dat het huisarrest onmiddellijk wordt opgeheven
en dat de ballingen worden overgebracht naar Washington, waar hij
ze persoonlijk ontvangt in de Oval Office. Het is dan al de
volgende avond laat: zij zitten op de banken en hij in zijn
schommelstoel, constant in beweging om de pijn in zijn rug te
verzachten en met een vuist voor zijn mond om het hoesten te
onderdrukken.
De president zegt: 'De operatie was mijn beslissing. Het spijt me
erg dat die is mislukt, maar de Brigade heeft moedig gevochten. Uw
zonen hebben met trots voor hun land gestreden. Ik begrijp dat u
wilt weten waarom ik onze troepen niet heb gestuurd om ze te helpen
en de reden daarvoor is dat ik in de strijd tegen tirannie niet
hypocriet mag zijn; als ik onze vijanden veroordeel omdat ze het
zelfbeschikkingsrecht van een andere staat schenden, kan ik niet
verwachten dat de wereld het door de vingers ziet als wij hetzelfde
doen. Het was geen gemakkelijke beslissing voor me. Ik heb in een
oorlog gevochten en ik heb dappere mannen zien sterven. Mijn eigen
broer is gesneuveld. Ik begrijp uw pijn. Daarom zal ik schepen en
vliegtuigen sturen om de overlevenden te redden. Maar het laatste
wat ik u wil zeggen is dit: in dit land bent u allen vrij; vrij om
te gaan en te staan waar u wilt, vrij te zeggen wat u wilt, vrij te
praten met wie u wilt. Dat is waar uw zoons voor hebben gevochten
en u hebt die rechten hier, en ik hoop dat u ze in de naaste
toekomst in uw vaderland weer zult hebben.'
Ze vertrekken, zwijgzaam, bedroefd, en kort daarna zit hij weer
alleen te schommelen, met de zon die opgaat in de nieuwe dag en
zijn verwachting dat er veel zal zijn veranderd, veel goodwill zal
zijn verspeeld. Zijn reputatie ligt aan scherven, maar de stad
lijkt dezelfde, de gezichten in de gangen dezelfde, de eendjes van
zijn kleine meid en de teddyberen van zijn zoon. Hij passeert de
persassistente die net op het werk aankomt en vraagt haar hoe ze
heet en als ze antwoordt lijkt ze dat te doen met plaatsvervangende
schaamte en loopt hij snel door, ziek van het gif dat binnen in hem
gist, hoewel de kritiek op de operatie althans in eigen land milder
is dan hij vreest. Hier en daar klinkt zelfs lof, wat hem doet
denken dat hij nu al in het voetspoor van zijn voorganger is
getreden en ook populairder zal worden naarmate hij slechter
presteert. De regeringsmolen draait door: vergaderingen worden
gepland, persconferenties, optredens in het openbaar, voors en
tegens worden afgewogen en beslissingen worden genomen, maar de
president kan de gedachten aan die mannen op het strand niet van
zich af zetten: het rumoer, de noodkreten, granaten en bloed, dan
de invallende nacht, de doodsangst in het verstikkende duister, tot
het allemaal opnieuw begint. Tijdens een bijeenkomst met slechts
een kleine kring in de Oval Office realiseert hij zich dat zijn
medewerkers hem aanstaren en er kennelijk een ongemakkelijke stilte
is gevallen.
'U was aan het woord, Mr. President,' legt een van hen
uit.
'Ja?' zegt hij.
De president kan zich geen woord herinneren van wat hij zou hebben
gezegd maar als de anderen weg zijn zegt de minister van Defensie:
'U dacht hardop, Mr. President.'
'Wat heb ik gezegd, Bob?'
'U zei: "Hoe heb ik zo stom kunnen zijn?"'
Sinds het fiasco zijn er nog maar een paar dagen verstreken, maar
nu al lijkt het zonneklaar dat een mislukking bij voorbaat
onvermijdelijk was. De president hoort dat sommige lobbyisten erop
rekenden dat een annexatie van Cuba voor hun opdrachtgevers in de
zakenwereld een onmetelijke oorlogsbuit zou opleveren (nadat ze de
contracten hadden verworven om het puin en de lijken op te ruimen).
Sommige van deze partijen lijken te betreuren dat de president hun
kansen op een lucratieve overwinning heeft verprutst, maar andere
blijven optimistisch over nieuwe kansen in de naaste
toekomst.
Intussen zwerft de president tussen de bijeenkomsten door over de
gangen, van zijn kantoor naar de Cabinet Room en de Fish Room. Mrs.
Lincoln maakt zich zorgen over zulke eenzame onderbrekingen in zijn
schema en regelt aaneengeschakelde afspraken, zodat zijn geest niet
afdwaalt in schaamtevol zelfonderzoek. Spoedig is de betrokkene nog
slechts alleen tijdens zijn middagoefeningen in het zwembad, met
water dat tot boven de dertig graden wordt verwarmd om zijn rug te
sparen, en op het toilet, maar dat laatste begint een bron van
aanzienlijk onbehagen te worden. De president heeft tegen de
diarree die hem tijdens de invasie plaagde grote doses Lomotil
geslikt met als gevolg dat hij nu, teruggekeerd tot normalere
werktijden en stressniveaus, ernstig geconstipeerd is. Hiervoor
heeft hij door dr. T. Metamucil voorgeschreven gekregen dat hem
pijnlijke buikkrampen bezorgt waarvoor adm. B. hem weer Bentyl
geeft, maar ondanks frequente en langdurige bezoeken aan de wc, die
bij Mrs. Lincoln en de geheime dienst niet onopgemerkt blijven,
blijkt de president niet in staat de verstopping te verdrijven. De
situatie wordt verergerd door een recente verergering van zijn
ontstoken urinebuis en prostaat, die het urineren beide uitermate
pijnlijk maken (de betrokkene krijgt penicilline van dr. T. en
Furadantin van de admiraal), dus hij leegt zich zo min mogelijk,
hetgeen ook weer groot ongemak teweegbrengt, vooral als hij zit en
zijn volle blaas op zijn ontstoken prostaat drukt en op zijn
gezwollen darmen die zich op hun beurt uitzetten tegen de gevoelige
wervels in zijn onderrug.
Als dr. Feelgood langskomt, schrijft hij voor de rug en ingewanden
van de president diverse tonicums voor, alvorens rechtstreeks te
vragen naar zijn seksleven. 'Geniet u genoeg activiteit, Mr.
President?' vraagt hij met zijn zware accent.
'Wat heet genoeg?' antwoordt de president.
De dokter zegt: 'Iemand die frequente seksuele activiteit gewend
is, kan last krijgen van drastische psychologische
onthoudingsverschijnselen. Ernstige storingen van de concentratie
en het oordeelsvermogen.'
Het gevoel te stikken volgt de betrokkene in een onzichtbare wolk,
als hij met zijn vrouw samen is of met zijn kinderen, als hij golf
speelt en zich niet kan concentreren zodat hij slagen topt en de
bal door het gras schiet en alleen de veldmuizen bedreigt. Als hij
bij zijn vrouw in bed stapt omhelst hij haar en het verdriet om de
gevallenen maakt zijn ogen vochtig, waarop ze hem zegt dat alles
goed komt, maar ze kan zijn nachtmerries niet delen want ze heeft
nooit een soldaat zien sterven, heeft nooit iemands hoofd naast
zich zien ontploffen.
's Ochtends eet hij een smakeloos vezelrijk ontbijt, maar moet toch
een pijnlijk en vruchteloos halfuur op het toilet doorbrengen voor
hij aan zijn dagelijkse agenda kan beginnen. De druk op zijn bekken
loopt op tot hij die middag nieuwe pillen tegen de constipatie
krijgt voorgeschreven, zonder enige uitwerking ditmaal, en die
avond rookt hij na weer een flauwe vezelrijke maaltijd een sigaar
en drinkt drie bloody mary's, ook zonder uitwerking, behalve op
zijn maagzuur.
Hoofdpijn wordt zijn ergste klacht. Als hij moet hoesten, wordt de
druk op zijn schedel onverdraaglijk. Hij voelt de wortels van zijn
haren van binnenuit naar buiten geduwd worden. Ook de volgende dag
treedt er in zijn toestand geen verbetering in. Toch betrekt hij
naar vaste gewoonte niemand bij zijn kwellingen zodat zelfs zijn
artsen geen compleet beeld krijgen van zijn scala aan ongemakken,
hoewel Mrs. Lincoln ziet hoe hij zijn onderkaak spant en met zijn
ogen knijpt, iets waarvan zijn medewerkers aannemen dat het te
maken heeft met de mislukte invasie.
Mrs. L. vraagt de president voorzichtig of hij zich goed genoeg
voelt om die avond zoals gepland naar een diner aan de westkust te
vliegen, maar het is een belangrijke gelegenheid, zijn eerste
officiele bezoek aan Californie sinds zijn verkiezing. Als ze naar
haar kantoor terug is, zoekt hij het kaartje van Marilyn dat hij in
zijn bureau had opgeborgen en steekt het in de binnenzak van zijn
colbert.
De president kust zijn gezin ten afscheid en verzekert zijn vrouw
dat hij de reis best aankan alvorens de marinehelikopter de sprong
maakt naar de luchtmachtbasis Andrews, waar hij de vlucht naar het
westen aanvaardt in de Special Air Mission Boeing. Alvorens hij die
avond spreekt is er een maaltijd, en de president laat niet graag
in het openbaar zien dat hij zich aan een beperkt dieet moet
houden, dus hij verorbert zijn steak net als iedereen, hoewel hij
niet tegen rundvlees kan en zijn inwendige klachten er alleen door
toenemen. De toespraak wordt goed ontvangen en hij probeert zich
met een sigaar en een whisky voldoende te ontspannen voor het
gebruikelijke handenschudden en praatjes maken; dan begeleidt de
geheime dienst hem naar zijn hotel, waar twee bodyguards zich
buiten zijn suite opstellen terwijl hij drie kwartier pijn lijdt op
het toilet. Daarna gaat de president op bed liggen en neemt zijn
voor de avond voorgeschreven doses hormoonvervangers in, plus
pijnstillers, spierverslappers, bactericiden en middelen om zijn
stoelgang op gang en zijn maag tot rust te brengen, tot zijn bloed
kolkt van de chemicalien.
Het is bijna middernacht, maar hij kan niet slapen. Zijn sinussen
voelen verstopt, iets wat regelmatig gebeurt als hij ergens voor
het eerst slaapt, al wordt de presidentiele suite volgens
voorschrift intensief gestofzuigd om elk spoor van huisstof te
verwijderen en worden alle kussens of matrassen die veren bevatten
vervangen aangezien de sinusitis, het hoesten en de benauwdheid
simpelweg worden veroorzaakt door het endemische stof in de
omgeving. Hij doet het licht weer aan en hoort de agenten buiten
zijn deur in de houding springen. De president hinkt naar de
badkamer, bang dat het steak dinner van
die avond weer naar boven komt, maar behalve een kleffe smaak komt
er niets op. Hij laat het bad vollopen met gloeiend heet water dat
de spiegels en het chroom van de badkamer in nevelen hult en laat
zich dan in het water glijden zodat zijn huid roze kleurt en
tintelt; hij ligt daar bijna een uur en warmt het water regelmatig
bij met een straal uit de hete kraan maar het biedt hem maar weinig
verlichting, dus klautert hij uiteindelijk uit de badkuip, droogt
zich af en gaat weer naar bed, vanwaar hij de bewegingen van de
agenten volgt die de lichtspleet onder de deur doorkruisen. Hij
trekt een broek en sweater aan, doet de deur open en zegt: 'Ik heb
frisse lucht nodig.'
'Ogenblikje, Mr. President, dan meld ik het even.'
'Gewoon een frisse neus halen,' zegt hij.
'Natuurlijk, Mr. President, maar u begrijpt dat we opdracht hebben
om uw bewegingen te melden.'
'Ik heb me bedacht,' zegt hij.
'Het spijt me, Mr. President, ik heb het zo gemeld.' 'Laat maar
zitten, alsjeblieft.'
De president doet de deur dicht en loopt terug naar een van de
bedden; zijn hoofd lijkt op ontploffen te staan. Hij neemt een
besluit en belt een nummer. De telefoon gaat zes, zeven keer over
voor ze met slaperige stem opneemt, dan zegt hij: 'Met
mij.'
'Jack?'
'Ik ben in de stad.'
'Mijn god! Waar?'
'Het Beverly Hills.'
'Zal ik komen?'
'Het is al laat.'
'Morgen dan?'
'Morgen vlieg ik terug naar D.C.'
Ze zegt: 'Het is niet zo laat, ik kan vanavond nog wel komen. Ik
heb je zo gemist.'
Hij kan haar aan de andere kant van de lijn horen ademen. Hij ziet
haar mond voor zich en vraagt zich af wat ze aanheeft.
'Kom maar hierheen,' mompelt hij.
De president loopt in zijn suite heen en weer tussen de twee
slaapkamers en dan de badkamer in, maar de stoelgang zit muurvast.
Hij trekt een schoon shirt aan en een paar minuten later roept hij
de agent bij zich en zegt: 'Een oude kennis komt me
opzoeken.'
'Geen probleem, Mr. President, ik heb alleen zijn naam en adres
nodig voor de screening. Moet voor het ontbijt wel geregeld
zijn.'
De president aarzelt. 'Mijn kennis wil vanavond nog
komen.'
'Vanavond, Mr. President?'
'Zo meteen, ja.'
De agent schuifelt ongemakkelijk. 'Ik moet het mijn chef melden,
Mr. President. Bezoekers aan de presidentiele suite moeten voor
aankomst gescreend zijn, en dat kost tijd, dat weet u,
sir.'
'Nou, daar is nu geen tijd voor.'
De agent kijkt de president aandachtig aan. De president bijt
nerveus op zijn lip. 'Wat wilt u dat ik doe, Mr. President?' vraagt
de agent hem.
'Ik zou je erg dankbaar zijn als je haar gewoon naar boven laat,'
zegt de president.
De agent merkt het vrouwelijk voornaamwoord op, maar al was er net
een autoband geklapt, hij is erop getraind om niet te
reageren.
De president gaat verder met ijsberen. Zijn handen zijn licht gaan
trillen en hij is bijna geneigd de hele afspraak af te blazen, maar
ademt diep in en besluit: 'Ja. Zorg er alsjeblieft voor dat ze naar
boven wordt gelaten.'
Nu kijkt de agent om naar de deur waar zijn collega nog op wacht
staat. De twee wisselen een blik; dan haalt de agent bij de deur
zijn schouders op en staart weer onbewogen de gang in.
'Mr. President, met alle respect, we volgen voor alle bezoekers een
veiligheidsprotocol. Dit is hoogst ongebruikelijk, sir.'
'Ik wil haar spreken,' zegt de president eenvoudig, met een
ondertoon van radeloosheid.
De agent gaat in de houding staan. 'Jawel, Mr. President, ik zal
zien wat ik kan doen.'
'Maak je niet te druk,' zegt de president. 'Ik ben van plan haar
grondig te fouilleren.'
De agenten zijn niet gerustgesteld maar Marilyn arriveert ongeveer
een uur later - vijftig minuten make-up, tien minuten taxi. De
president hoort haar stem buiten, waar ze hoffelijk wordt begroet
door de agenten, met wie ze even flirt, en als hij de deur opendoet
ziet de president de gezichtsuitdrukking van de agenten nog net
verstrakken.
De president helpt Marilyn uit haar mink en maakt drankjes klaar.
'Het is geweldig je weer te zien,' zegt hij.
'Het is geweldig om u te zien, Mr. Pre-zi-dent,' zegt ze
giechelend.
'En jij bent mijn first lady,' zegt
hij, al ontgaat de ironie haar.
Hij kijkt naar haar blonde haar en de zwelling van haar borsten, en
kort daarna hoest hij zijn gif in haar op.
De maan
Op haar typische bezitterige wijze staat Marilyn erop mee te gaan naar het vliegveld om de president uit te zwaaien en zijn beleefde pogingen haar daarvan af te brengen hebben nauwelijks effect, want als echte filmdiva heeft ze de kunst geperfectioneerd slechts te horen wat ze wil horen, al wordt het haar toegebruld door een megafoon. Als haar president zegt hij dat ze echt niet met hem mee kan naar het vliegveld - ja, hij draagt haar zelfs op het hotel ogenblikkelijk via de achteruitgang te verlaten, maar ze glimlacht slechts, legt een vinger op zijn lippen voordat ze zijn das strikt en belooft dat ze hem, als hij de mannen van de geheime dienst nog een keer lief aankijkt om haar onder camouflage naar de sam Boeing te escorteren, een gedenkwaardig afscheid zal bezorgen.
Hij aarzelt. Dan zegt hij: 'Hoe
gedenkwaardig?'
'Onvergetelijk!' zegt ze.
De president treft voorzieningen om haar in een aparte auto
naar
het vliegveld te laten brengen en aan boord van het vliegtuig te smokkelen. De indruk moet worden gewekt dat ze de afgelopen nacht niet in zijn gezelschap heeft doorgebracht maar de reis speciaal heeft ondernomen om een belangrijke kwestie met de president te bespreken voordat hij terugvliegt naar Washington. In een privecabine waar de bemanning en het andere personeel geen toegang toe hebben denkt de president aan het vooruitzicht terug te keren naar een leven van constipatie in zijn vele pijnlijke vormen en bezwijkt hij nog een keer voor de verraderlijke permeabiliteit van zijn libido, met als gevolg dat het vliegtuig zijn geplande vertrektijd mist en het andere vliegverkeer vertraging oploopt, tot Marilyn uit de cabine tevoorschijn komt en vertrekt. Later krijgt de opperbevelhebber te horen dat zijn medewerkers de vertraging hebben toegeschreven aan een presidentiele haarknipbeurt.
'Geknipt en geschoren,' mompelt hij.
Als de deuren eenmaal zijn gesloten en de sam het luchtruim kiest, verheugt de president zich in een helder hoofd, open sinussen en een pijnvrije maag en urinewegen. Op zijn gebruikelijke plaats bij het raam nipt hij van een glaasje sinaasappelsap; dan stort hij zich met hernieuwde energie op een stapel rapporten over de economie. De diepe rimpels rond zijn ogen zijn zachter geworden waardoor hij vijf jaar jonger lijkt. Hij stuurt een stralende glimlach naar een stewardess die al vele malen eerder met de sam heeft gevlogen, maar nog nooit met de nieuwe president en ze bloost, onder de indruk van zijn heldere ogen, zijn weelderige haardos en zijn gebronsde teint. Als hij opstaat om zich bij zijn medewerkers te voegen voor een beleidsvergadering in de lucht, biedt ze aan de kreukels uit zijn jasje te strijken.
'Zou je het uit willen hangen?' zegt hij, en ze helpt hem uit zijn jasje, waarbij ze dicht genoeg achter hem komt staan om een vleugje van haar Chanel tot zijn neus te laten doordringen.
De avond tevoren maakte hij zich, toen hij zich
vooroverboog om Marilyns nek te kussen, zorgen dat ze hem zou
afwijzen en zou uitroepen:'Maar dit kan toch niet! Je bent de
president!' Later sprak ze deze woorden inderdaad, maar dat was na
afloop en ze zei het op trotse, kirrende toon. En nu hij de
stewardess heupwiegend door het gangpad ziet lopen om zijn jasje op
te hangen beschouwt hij zijn nieuwe ambt als een
afrodisiacum.
Na de vergadering trekt hij zich voor een middagslaapje terug in
zijn hut. Het schrikbeeld dat Marilyn te pas en te onpas in zijn
leven zal opduiken en weer verdwijnen vervult hem met ontzetting.
De seks van de afgelopen nacht heeft hem veranderd van een man die
smachtend van de dorst door de woestijn zwerft in iemand die
toevallig op een cocktailbar is gestuit, maar wat hem grote zorgen
baart is dat hij een groot deel van zijn privacy zal moeten opgeven
om haar op een bevredigende manier te kunnen ontmoeten en dat hij
zich met haar slechts aan twee van de drie basisregels van het
rokkenjagen zal kunnen houden: ten eerste dat Marilyn betoverend
genoeg is om het risico te nemen en ten tweede dat hun vrijpartijen
niet in een vaste relatie mogen uitmonden (zijn definitie van
'vast' gaat niet verder dan dat beide partijen altijd seks
verwachten als daar gelegenheid toe is). De derde en misschien
belangrijkste regel - en de regel waaraan hij zich niet heeft
kunnen houden - is dat niemand ervan mag weten. In het verleden was
het een koud kunstje een meisje op te pikken en mee te nemen naar
een hotelkamer; niemand zou haar zien komen of bijhouden wanneer ze
weer naar buiten kwam, maar nu hij president is, is het definitief
gedaan met dit soort anonieme handelsreizigersseks.
Marilyn is mogelijk het bekendste vrouwelijke gezicht van de hele wereld, dus ze kan nergens naartoe zonder herkend te worden, en toen ze elkaar de afgelopen zomer op de Democratische Conventie ontmoetten zagen ze geen kans dat in het geheim te doen, want dat zou alleen maar meer wantrouwen wekken, en dus gingen ze openlijk samen dineren bij Puccini's alsof zij kwam lobbyen voor een of ander Hollywoods goed doel (het welzijn van dieren of zo) en hij haar geduldig aanhoorde. Zelfs toen hij haar zijn limousine binnensmokkelde had je nog kunnen volhouden dat hij alleen maar als galante gastheer zijn gaste bij haar appartement afzette.
Maar de feiten van het rendez-vous van de afgelopen nacht spreken andere taal: een dame is zonder begeleiding midden in de nacht tot de presidentiele suite toegelaten en pas de volgende ochtend weer vertrokken, en dit feit is al zo verdacht dat het eigenlijk niet meer uitmaakt of de dame in kwestie nu een muizige secretaresse was of, zoals in dit geval, 's werelds meest begeerlijke seksgodin.
Het uitermate ongemakkelijke gesprek dat hij de afgelopen avond met de agent voor zijn deur heeft gevoerd deed hem denken aan de tijd dat hij meisjes meesmokkelde naar zijn kamer in Harvard, of in marinehavens, waar je altijd het risico liep op een plichtsgetrouwe wachtpost te stuiten en te moeten kiezen of je hem op vriendschappelijke toon kon paaien of op barse toon op je strepen moest gaan staan. In die tijd was hij een onderknuppel tussen de onderknuppels maar gisteravond, toen Marilyn zich bij zijn suite aandiende, geheel bereid om uit haar nertsmantelverpakking geholpen te worden, las de president op het gezicht van de agent, hoe zorgvuldig hij het ook achter een stenen facade van professionele desinteresse probeerde te verbergen, een uitdrukking die sprak van verraad aan zijn gezin, zijn collega's en zijn kiezers. Als de agent van dienst een overtuigde moraalridder van de monogamie was, tant pis, maar de president vermoedt dat hij onder zijn aanhangers ook als zo iemand geldt, en dat die door dit soort avontuurtjes wel eens uit de droom geholpen zouden kunnen worden. Als de stewardess zijn jasje brengt, hem erin helpt en de kraag rechttrekt in de verwachting dat hij fysieke intimiteit met een knappe vrouw niet onprettig zal vinden, zegt hij: 'Tot de volgende vlucht, hoop ik', en ze antwoordt: 'Dat hoop ik ook, Mr. President.'
Wat de consequenties van zijn avontuurtje ook mogen zijn, de president voelt zich door het gebeurde helder in zijn hoofd en bevrijd van zijn gifstoffen en het lukt hem een klare en doortastende toon aan te slaan tegen zijn medewerkers, van wie de meesten zich tegenover de president precies zo gedragen als gisteren, wat hij interpreteert als een bewijs dat zij ook vinden dat een man recht heeft op een verzetje, ongeacht of hij een dokwerker in de haven van Boston is of de president van de Verenigde Staten.
De betrokkene en zijn vrouw zijn die avond herenigd. Ze werken samen het avondritueel met de kinderen af en gaan dan aan tafel voor het diner. Tijdens het voorgerecht merkt zij op dat hij er goed uitziet en later, tijdens het nagerecht, zegt ze het nog eens: 'Je ziet er goed uit, Jack.'
Hij glimlacht maar geeft geen antwoord, en is ervaren genoeg om niet in haar ogen naar sporen van wantrouwen te speuren. In plaats daarvan staart hij naar het oppervlak van zijn Saint-Emilion, terwijl hij het wijnglas rondjes laat draaien in zijn hand en het bedienend personeel om een kleine corona vraagt. De first lady steekt voor zichzelf een filtersigaret op en zegt: 'Je zult wel over Cuba heen zijn.'
'Klopt,' zegt hij, terwijl hij de rook laat
opstijgen, 'maar niet over hun sigaren.'
De betrokkene kent het gevoel van zelfvoldaanheid over zijn
veroveringen dat de overspelige soms zijns ondanks overspoelt. Hij
kent het apocriefe verhaal van de man die schipbreuk lijdt op een
onbewoond eiland in het gezelschap van een beeldschone vrouw met
wie hij steeds weer, dag na dag, hartstochtelijke seks heeft, maar
toch steeds dieper in de put raakt, waarop hij de vrouw vraagt zijn
kleren aan te trekken en hem de volgende ochtend aan de andere kant
van het eiland te ontmoeten. De volgende ochtend ziet ze hem
vrolijk zwaaiend op zich af komen, terwijl hij roept: 'He maat,
moet je horen van die chick van me, wat die allemaal met me in bed
doet...!'
Filosofen discussieren over de vraag of een boom die in een
afgelegen bos omvalt wel geluid maakt en de onervaren rokkenjager
gaat zich zorgen maken of de waarde van zijn seksuele escapades
vermindert doordat niemand ervan weet, waardoor hij de neiging
krijgt zelfvoldane signalen af te geven dat hij in het geheim
bijzondere dingen heeft bereikt. Als de first lady voor het naar
bed gaan zijn korset losmaakt, moet zelfs de betrokkene even de
neiging onderdrukken haar te vertellen dat hij de afgelopen nacht
met 's lands meest begeerde sekssymbool heeft doorgebracht, alsof
zijn vrouw dan trots op hem zou zijn.
Ze masseert zijn littekens en hij voelt haar adem op zijn schouder.
Hij draait zich om en kust haar en zij laat zich in de richting van
het bed manoeuvreren.
'Ben je er klaar voor?' vraagt hij.
'Ja,' zegt ze.
'Want als je het alleen voor mij doet...'
Ze schudt haar hoofd en kust hem. 'Ik doe het voor mezelf,' zegt
ze.
Een cruciaal aspect van de seksuele psychologie van de betrokkene
is het probleem dat geslachtsgemeenschap met zijn eigen vrouw zijn
onthoudingsverschijnselen niet wegneemt, en dat heeft te maken met
de unieke opwinding van seks met een nieuwe of onregelmatige
partner. Dit verschil zou voor zijn vrouw moeilijk te begrijpen
zijn. Zijn vader had tenminste nog het excuus van een echtgenote
die niet met hem naar bed wilde. Erger is dat de betrokkene de
seksuele beschikbaarheid van zijn vrouw als zo vanzelfsprekend
beschouwt dat juist dat hem er vreemd genoeg dikwijls van weerhoudt
er gebruik van te maken.
De volgende ochtend voelt hij zich bij het opstaan als herboren,
zonder hoestaandrang of benauwdheid in zijn borst. Hij lijkt vrij
abrupt gewend aan hun nieuwe woonomgeving, maar de first lady is
minder opgewekt dan gewoonlijk en in plaats van door te vragen over
zijn reis naar de westkust vertrouwt ze hem toe dat ze bepaald niet
vrolijk wordt van het vooruitzicht de komende vier of acht jaar te
moeten doorbrengen in oude schimmelige kamers met afbladderende
verf, prullerige erfstukken en smakeloze kunstobjecten - en
meubels, zo klaagt ze, die afkomstig lijken uit een dumpzaak - en
het komt niet als een verrassing als ze tijdens het ontbijt zweert
dat ze voor dit probleem een oplossing heeft gevonden, en wel
precies dezelfde als in alle eerdere periodes in hun huwelijk dat
ze niet echt gelukkig was, namelijk: een kapitaal uitgeven aan een
opknapbeurt.
De meeste van zijn chronische aandoeningen lijken voorlopig onder controle maar dat kan niet worden gezegd van de rug van de betrokkene, die ernstig te lijden heeft onder de lange werkdagen en de grote werkdruk, een situatie waaraan de onenigheid tussen dr. T. en adm. B. over de beste behandelwijze geen goed doet. Het nieuwste voorstel is dat de president nog een derde specialist consulteert, dokter K. Het consult vindt plaats in het Witte Huis, zoals ook het geval zou zijn geweest als dr. K. een specialist op het gebied van buitenlandse zaken was die voor advies op het Witte Huis was ontboden, een benadering die de goede man zowel vereert als irriteert. Hij heeft de medische dossiers van de president bestudeerd - althans de gedeelten daarvan die relevant zijn voor diens rug - en vat zijn ziektegeschiedenis samen met de kernachtige beknoptheid die de president waardeert: een gescheurde lumbale tussenwervelschijf opgelopen bij een potje college-football, verergerd door een zware botsing met een van de waterdichte schotten van zijn torpedoboot toen die werd geramd door een Japanse torpedobootjager, gevolgd door osteoporose als bijwerking van steroidengebruik die heeft geleid tot ineenstorting van de vijfde lumbale ruggenwervel zodat inwendige fixatie met een metalen plaat noodzakelijk werd, waarna het postoperatieve herstel werd gecompliceerd door bloedvergiftiging - de toekomstige president raakte zelfs in coma en kreeg de laatste sacramenten toegediend -, waarna er, na zijn herstel, een ontsteking in de inwendige fixatieplaat werd vastgesteld zodat die bij een tweede operatie moest worden verwijderd, waarbij het bot en het kraakbeen waaraan de plaat was vastgeschroefd beschadigd raakten, beschadigingen die slechts gedeeltelijk konden worden hersteld met bottransplantaties.
Dr. K. onderzoekt de president in de ambtswoning en schrikt zich een ongeluk, alsof hij een kermisgedrocht te zien heeft gekregen, want net als alle andere burgers had hij er geen idee van dat hun energieke jonge leider, op wie hij misschien nog heeft gestemd, zijn rug kan buigen noch strekken, zijn linkerbeen niet verder kan optillen dan de paar graden die nodig zijn om te kunnen lopen, zijn eigen schoenen en sokken niet kan aantrekken, zich niet zelf kan omdraaien in bed en niet in een fauteuil of een ligstoel kan zitten, waarop de goede dokter te kennen geeft dat de rug-, bekken- en buikspieren van de president gevaarlijk zwak zijn en dat hij zich als hij niet definitief invalide wil worden aan een stringent dagelijks trainingsprogramma zal moeten onderwerpen.
De president reageert op zijn bezorgdheid door te zeggen: 'Dokter, het zal u misschien interesseren dat president Eisenhower tijdens zijn ambtstermijn een hartaanval en een beroerte heeft gehad.'
'Net als het hele land, ja,' antwoordt de dokter.
De president stoot een bulderende lach uit, die voor iedereen hoorbaar door de gangen schalt, maar zoals de diagnose achter gesloten deuren wordt gesteld, zo doet hij ook zijn voorgeschreven oefeningen in de beslotenheid van zijn eigen woon- en werkverblijven en in het zwembad, met bijna heet water dat zijn lichaam soepeler maakt, of liever gezegd: minder stijf.
Hij begint naaste adviseurs te vragen zich daar bij hem te voegen. Soms wordt er gezwommen, maar meestal staan ze aan de rand van het zwembad met losgemaakte stropdas en glimmende gezichten van het zweet.
Wekelijks informeert de president bij de ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie naar het lot van de Cubaanse geinterneerden, de overlevenden van de Brigade die in Cuba in de gevangenis zijn beland en over wier vrijlating in zijn opdracht onderhandelingen moeten worden gevoerd met de Cubaanse regering. Maar vandaag is het de beurt aan het ministerie van Justitie om de president onder druk te zetten als een hoge ambtenaar in het zwembad onthult dat de fbi een belangrijke adviseur van het ministerie van Buitenlandse Zaken verdenkt van homoseksuele contacten, een kwestie die aan het licht is gekomen tijdens een reguliere (dat wil zeggen gespannen) bijeenkomst met de directeur van de fbi. Volgens het fbi-rapport heeft de ambtenaar van Buitenlandse Zaken de gewoonte bepaalde bars te bezoeken en hebben fbi-agenten vastgesteld dat telkens weer andere mannelijke kennissen de nacht bij hem doorbrengen in een door hem gehuurd appartement aan de andere kant van de stad van waar hij met zijn vrouw en kinderen woont.
'Hij moet eruit, Mr. President,' zegt de man
van het ministerie van Justitie. 'Hij vormt een
veiligheidsrisico.'
De president klimt moeizaam uit het zwembad en droogt zijn ogen. De
agent die bij de douche staat opgesteld is dezelfde als in die
nacht met Marilyn, en de president begroet hem hartelijk: 'He
Dwight, hoe is het?'
'Heel goed, Mr. President. En met u?'
'Prima. En Peggy en de kinderen?'
'Ook goed. Dank u, Mr. President.'
Om zijn overspelige praktijken door te kunnen zetten is de
president afhankelijk van de medeplichtigheid van anderen, en
hoewel hij liever in zijn eentje zou hebben gehandeld, heeft hij
wel vaker met dit bijltje gehakt. Soms kan men zich het beste
beroepen op een soort herenclubmentaliteit: de hele meute jaagt, je
houdt elkaar de hand boven het hoofd, maar vooral: je creeert een
algehele sfeer waarin ontrouw de normaalste zaak van de wereld
is.
De agent staart zonder iets te zien in een niet-bestaande verte
terwijl de president zich wast en afdroogt, handelingen die hij
zoals op kostschool of bij de marine zonder enige gene uitvoert
ondanks de twee dertig centimeter lange littekens op zijn
ruggengraat. De president schaamt zich evenmin voor zijn
vroegtijdig versleten lichaam als voor zijn seksuele pekelzondes,
maar wel voor de criminele invasie van Cuba die het door hem
beloofde nieuwe tijdperk heeft doorkruist.
De Russen hebben een van hun kosmonauten in een baan om de aarde gebracht, een jonge piloot die Gagarin heet, en daarmee onze eigen plannen om als eerste een mens in de ruimte te brengen verijdeld. Een zware symbolische slag voor ons nationale prestige, omdat het de simpelen van geest op aarde zou kunnen overtuigen van de superieure prestaties van het communistische systeem en de simpelen van geest in ons eigen land, altijd een groep waarop in tijden van crisis een beroep kan worden gedaan, van de inferioriteit van onze kernraketten, een punt dat de president tijdens de afgelopen verkiezingscampagne herhaaldelijk heeft aangestipt om wantrouwen te wekken tegenover de schokkende zelfgenoegzaamheid van de vorige regering en munt te slaan uit de verlegenheid waarin zijn voorganger werd gebracht toen hij op de golfbaan (waar anders?) antwoord moest geven aan zijn Russische tegenhanger die nog nagenoot van de succesvolle lancering van de Spoetnik.
Bliep-bliep, deed de kleine satelliet, waarop de Oude Smeerlap reageerde met de wedervraag wat het voor zin had een bal van chroom de ruimte in te slingeren.
Maar voor de nieuwe president zal de hoon nog luider klinken, want terwijl een Russische kosmonaut al een ruimtereis om de aarde heeft volbracht, zitten wij nog te hannesen met chimpansees.
Uiteindelijk is onze man klaar voor zijn vlucht en besluit de president dat de lancering live op de televisie moet worden uitgezonden zodat de natie deelgenoot kan worden van de spanning en opwinding van het gebeuren, al wordt hij gewaarschuwd dat de natie ook deelgenoot zou kunnen worden van de onverwachte vuurwerkshow van een explosie, maar hij blijft bij zijn besluit, omdat hij ervan overtuigd is dat het de technici zal helpen zich op hun taak te concentreren en dat het, zoals hij hem persoonlijk heeft gezegd, voor de astronaut zelf niet uitmaakt of hij nu voor iedereen zichtbaar in rook opgaat of als niemand het ziet, en de schade voor de president even groot zal zijn.
De first lady voegt zich bij de president om samen met enkele naaste medewerkers, de gezamenlijke chefs van staven en de vicepresident de lancering te volgen op een televisietoestel dat in de Oval Office wordt neergezet. Het niet door adrenaline gestimuleerde hart van de president klopt normaal, terwijl de polsslag van de anderen oploopt. De countdown telt af naar nul en dan schiet de kleine raket de lucht in en krimpt ineen tot een klein stipje op een wolk van stoom. Nadat Onze Man veilig is opgestegen en weer veilig is teruggekeerd, wat slechts een kwartier in beslag neemt, doet de president mee met het lachen en handen schudden. De vicepresident geniet van het succes en stompt in de lucht en de president vraagt hem om samen met hem telefonisch de felicitaties over te brengen aan Mr. Webb bij de nasa; daarna, als de groep uiteen is gegaan, is de president een paar minuten alleen met zijn vrouw.
De first lady draagt een opvallende nieuwe hoed en een nieuwe jas, wat de president herinnert aan de kledingrekening voor de lieve som van veertigduizend dollar die hij kortgeleden binnenkreeg.
Ze zegt: 'De roddelrubrieken blijven maar
kakelen over wat ik aanheb, hoe mijn haar zit... Ik word met
argusogen gevolgd, Jack.'
'Ik weet het, Jacqueline.'
'Misschien moet ik iets beter op mijn uitgaven letten. Ik zal wat
zuiniger aan proberen te doen.'
'Dat is het enige wat ik vraag,' zegt hij. 'Ik weet dat het niet
meevalt om de first lady te zijn.'
'Ik walg van die titel,' zegt ze. 'Die klinkt als de naam van een
rijpaard.'
Hij lacht hardop en plant een kus op haar mond. Geen vrouw kan hem
zo aan het lachen maken als zij.
Een week later vliegt de president naar Florida
voor een bezoek aan ons nationale Space Center en om persoonlijk
zijn gelukwensen over te brengen aan de vluchtleiding, en
natuurlijk de astronaut zelf. Die dag maken de vicepresident en hij
een rijtoer in een open limousine; ze zwaaien naar de juichende
menigte langs de weg en op een gegeven moment merkt hij tegen Onze
Eerste Man in de Ruimte op dat niet veel mensen weten dat de
vicepresident tevens de voorzitter is van de Commissie voor de
Ruimtevaart, om er met een glinstering in zijn ogen aan toe te
voegen dat hij er als de vlucht in een catastrofe was geeindigd
voor gezorgd zou hebben dat iedereen dat te weten was
gekomen.
De president koestert geen al te warme gevoelens voor de
vicepresident, voornamelijk om onbelangrijke redenen die te maken
hebben met persoonlijke smaak en hygiene; hij is er herhaaldelijk
getuige van geweest dat de vicepresident een van zijn dikke
worstvingers gebruikte om neusslijm op te graven en luidkeels
telefoneerde met de deur van zijn kamer wagenwijd open en hij heeft
uit onafhankelijke bron vernomen dat zijn tweede man in de wasbak
pleegt te urineren, soms zelfs tijdens een vergadering. De
president maakt zelden gebruik van openbare toiletten uit vrees dat
zijn ontstoken prostaat hem verraadt met een onmannelijk straaltje
en hij vraagt zich af of de vicepresident misschien de gedachte
koestert dat iedere gouden parabool van pis hem tot de sterkere en
vitalere politicus maakt.
Voor hun ambtsaanvaarding stelde de vicepresident alles in het werk om de nieuwgekozen president tot een intiemere sociale omgang te bewegen, totdat die laatste er uiteindelijk mee instemde een weekend bij hem op zijn ranch te komen 'jagen', al was het jachtelement enigszins kunstmatig, want het gezelschap hoefde alleen maar - tot de tanden gewapend - in het struikgewas te wachten tot een ploeg ingehuurde boerenknechten een roedel herten in de hinderlaag had gedreven. Deze ervaring bevestigde de president in zijn mening dat de vicepresident, ondanks zijn politieke handigheid en loyaliteit, de neiging heeft sociale situaties verkeerd in te schatten, wat bij de president een zeker medelijden oproept. Maar tot op de dag van vandaag staan hem de wrede knallen van het geweervuur bij, de blinde doodsangst in de ogen van de dieren en dan het gutsende bloed voordat de poten het begaven. Het lukt hem niet de verrassende voorliefde van de vicepresident voor slachtpartijen van zich af te schudden.
De familie van de president bezit een landgoed in Palm Beach waar ze gewoonlijk in de winter hun weekends doorbrengen en daar gaat hij, na afscheid te hebben genomen van de vicepresident en Onze Eerste Man in de Ruimte, naartoe om onder het eten informele besprekingen te voeren met enkele van zijn naaste medewerkers; het gespreksonderwerp is ditmaal het ruimteprogramma en de doelen daarvan. Opnieuw is de president in het voordeel tegenover zijn medewerkers doordat hij, dankzij een leestechniek die hij zich in zijn jonge jaren toen hij langdurig het bed moest houden heeft eigen gemaakt, in staat is 1500 woorden per minuut te scannen en negentig procent van de daarin verwerkte informatie in zich op te nemen, en hij is de eerste die uit de uitputtende dossiers de twee essentiele factoren weet te destilleren, namelijk (1) dat de meeste in het ruimteprogramma gestelde doelen onvoldoende tot de verbeelding van de Amerikanen spreken en dat een simpele overwinning op de Russen dus eigenlijk het hoofddoel zou moeten zijn, en (2) dat gezien de Russische voorsprong op het gebied van bepaalde aspecten van de ruimtetechnologie het gekozen doel zo ver van de huidige technische mogelijkheden vandaan zou moeten liggen dat het de Space Agency de tijd geeft onze achterstand in te halen.
Bij zijn ambtsaanvaarding heeft de president een beroep gedaan op de beste mannen die het land te bieden had om hun talenten aan de publieke zaak te wijden, net zoals hijzelf dat heeft gedaan, ondanks zijn rijkdom en zijn opleiding die de poorten van elke grote onderneming voor hem hadden geopend, en nu vindt hij dat hij het volk moet prikkelen tot eenzelfde inspanning en iedereen ertoe moet aanzetten naar boven te kijken. 'Wat we moeten doen is een mens op de maan zetten,' stelt de president voor, als kernachtige onderstreping van zijn geloof in de grenzeloosheid van de Amerikaanse ambitie.
De vrouw en de kinderen van de betrokkene zijn niet met hem meegegaan naar Palm Beach maar in Washington gebleven om daarna een paar dagen door te brengen op de ranch die de familie in Virginia heeft gehuurd, een besluit waarvoor zijn vrouw zich verontschuldigde met het argument dat het voor de kinderen in deze tijd van het jaar in Florida te warm is en dat Caroline hevig naar haar pony verlangde.
Als de zon ondergaat verzamelt het presidentiele gezelschap zich buiten rond het zwembad. Hij draagt een warm kompres in zijn korset en nipt van een daiquiri. Zijn darmen hebben weer het hele gamma van constipatie, diarree en koliek doorlopen en bevinden zich nu even in een wankel evenwicht in afwachting van de omslag naar de volgende aanval. De president heeft de antibioticakuur voor zijn urineweginfectie afgemaakt, met als resultaat dat hij nu met minimaal ongemak kan urineren. Marilyn heeft dan misschien het gif uit zijn slangenbeet gezogen, maar de slang is er nog en geeft zijn gif af via een subtiel osmoseproces tussen zijn gekrompen bijnier en zijn gezwollen prostaat. Hoewel de ziekmakende intensiteit van zijn seksuele behoeften is verminderd, zijn die behoeften wel aangescherpt sinds zijn eerste avontuurtje op kantoor, en al snel rijst de vraag of het mogelijk zal zijn terug te keren naar het overspelniveau van voor de verkiezingen, en wel te beginnen op deze zachte avond in Florida, nu de knappe jonge persmedewerkster deel uitmaakt van het gezelschap. Ze is meegekomen met haar baas, de perschef van de president, die haar een kleine taak had toebedeeld omdat hij het een nuttige ervaring achtte waarvan ze veel zou kunnen leren, helemaal nu onze eerste geslaagde bemande ruimtevlucht bij de nieuwsmedia tot een gunstiger houding tegenover de regering heeft geleid.
Het meisje richt zich rechtstreeks tot de president, de eerste keer dat ze iets zegt zonder dat haar iets is gevraagd, en zegt: 'Mr. President, hebt u er bezwaar tegen als we het zwembad gebruiken?'
Hij zegt: 'Probeer maar eens of je net zo hard kunt plonzen als gezagvoerder Shepard', en ze lacht, en terwijl zij en enkele andere medewerkers zich in het zwembad vermaken, leest hij via de snelleesmethode een stapel rapporten. Hij verschuift het warme kompres naar de andere kant van zijn ruggengraat. Door een kier tussen kriskras op elkaar gestapelde rapporten vangt hij een glimp op van de spetterende en spartelende groep in het zwembad, en zijn blik valt herhaaldelijk op het meisje, dat met de schoolslag de ondiepe zijde bereikt en daar gaat staan, zodat het water uit haar gladde haar druipt en haar badpak strak en glinsterend aan haar lichaam kleeft, maar als ze zich omdraait voor het volgende baantje wendt hij zijn blik een fractie van een seconde te laat af.
Het meisje is tweeentwintig jaar. Terwijl zij met haar collega's in het zwembad poedelt en hij bedenkt dat zijn recente avontuurtje met Marilyn misschien al door zijn staf is gerationaliseerd tot een eenmalige ontmoeting tussen voormalige geliefden zorgt hij ervoor dat ze de volgende keer als ze vanuit het water opkijkt een vertrekkende figuur ziet die langzaam met een hoge adviseur naar binnen sjokt, verwikkeld in een discussie waaraan zij vanwege haar lage status geen deel kan hebben.
Voordat hij naar bed gaat, belt hij nog even met zijn vrouw, die hem bijpraat over de belevenissen van de kinderen op de ranch, in het bijzonder de ponyritjes van zijn dochter, waar hij graag bij zou zijn geweest, ook al weet hij dat hij na blootstelling aan paardenhaar minstens vierentwintig uur lang piepende longen zal hebben. Dan doet hij de rugoefeningen die dr. K. hem heeft voorgeschreven en daarna helpt zijn butler hem uit zijn korset en in zijn pyjama. De medicijnen die de betrokkene moet nemen liggen op het nachtkastje naast de telefoon en het notitieblok en hij neemt ze een voor een in met een slokje water nadat hij ze eerst heeft gecontroleerd aan de hand van het medicatieschema dat adm. B. voor hem heeft opgesteld; een ervan is een sedatief dat hem in slaapt helpt voor de nog op zijn netvlies brandende beelden van de persmedewerkster in haar strakke glanzende zwempak hem het hoofd op hol kunnen brengen.
De volgende ochtend keert het gezelschap terug naar Washington waar de president de hele dag door Witte Huis-aangelegenheden in beslag wordt genomen; daarna trekt hij zijn smoking aan voor een receptie in het Smithsonian ter ere van Onze Eerste Man in de Ruimte, waar zijn idee om te proberen als eerste land een man op de maan te zetten met oprecht enthousiasme wordt begroet. Er zijn ook critici die het doel onhaalbaar achten, maar de president wil dat ons volk gelooft dat wij als land tot alles in staat zijn als we ons ertoe zetten en dat we dit geloof alleen kunnen testen door onszelf geen gemakkelijke, maar juist moeilijk te bereiken opgaven te stellen en door onze knapste koppen op ideele projecten in te zetten in plaats van op het vergaren van zo veel mogelijk geld of wapentuig.
De president ziet hoe de vicepresident zich met vleiende aanbiedingen voor productreclames en bedrijfsprogramma's vastklampt aan Onze Eerste Man in de Ruimte. Hij dankt zijn positie als scheepsmaat meer aan zijn politieke kapitaal dan aan zijn talenten. De president valt hem in de rede, zonder veel acht te slaan op het sombere gezicht van de vicepresident als hij overboord wordt gezet.
'Natuurlijk houden we voor u een plaatsje vrij
op de tweede reis naar de maan, gezagvoerder,' zegt de
president.
'Waarom de tweede, Mr. President?' vraagt de astronaut.
'De eerste heb ik al voor de vicepresident gereserveerd.'
De astronaut lacht en een ober houdt hun een blad champagneglazen
voor. De president raakt zijn champagne nauwelijks aan, omdat hij
er brandend maagzuur en soms dagenlang diarree van krijgt, maar
verbergt zijn lichamelijke klachten door te zeggen: 'Ik moet niet
te veel drinken, gezagvoerder, want dan bellen Russische spionnen
naar Moskou dat vannacht een goede nacht voor een verrassingsaanval
zou zijn.'
'En wie komt er dan op uw stoel, Mr. President?' zegt de
astronaut.
'Ik hoop maar dat ze nog even geduld hebben,' antwoordt de
president.
Dan ziet hij dat de blik van de astronaut afdwaalt naar de
persmedewerkster, die er in haar cocktailjurk jong en knap uitziet
en haar best doet een niet al te verveelde indruk te maken onder de
attenties van een hoge ambtenaar van de Space Agency. Later, na het
diner en de speeches, gezeten aan het hoofd van de tafel, riskeert
de president een sigaar en met slechts een licht trekkerig gevoel
in zijn darmen is het zijn beurt om het meisje te bekijken. De
mannen aan zijn tafel omklemmen hun whiskyglazen en blazen
rookwolken naar elkaar terwijl de president en de astronaut als
marinemensen onder elkaar over marinezaken praten. De president
koestert een jongensachtige bewondering voor Onze Eerste Man in de
Ruimte en de astronaut voelt dat, want het aanvankelijke ontzag is
uit zijn houding tegenover de opperbevelhebber verdwenen en nu
praten de twee met elkaar alsof ze twee gelijkwaardige
alfamannetjes zijn.
Onze Eerste Man in de Ruimte heeft een marinierskapsel, is
bovengemiddeld knap, hoewel iets minder lang dan de president, en
verkeert duidelijk in een uitstekende lichamelijke conditie na
maandenlang aan rigoureuze medische tests te zijn onderworpen. De
blik van de astronaut dwaalt weer af naar het meisje en ditmaal
volgen de ogen van de president de zijne openlijk. De astronaut
zegt: 'Zo worden ze in Pensacola niet gemaakt.'
De president zegt: 'Ga dan een praatje met haar maken', om er
vervolgens na een korte pauze aan toe te voegen: 'O nee,
gezagvoerder, ik vergat even dat u getrouwd bent.'
Onze Eerste Man in de Ruimte grijnst. 'Maar mijn vrouw is wel met
een zeeman getrouwd. Excuseert u mij, Mr. President.' Met zijn
linkerhand nonchalant in zijn broekzak en zijn glas schuin in zijn
rechtervuist stapt hij op haar af. De president ziet de verbazing
op haar gezicht als ze door Onze Eerste Man in de Ruimte onthaald
wordt op verhalen over zijn vijftien minuten durende reis door de
hemel; dan wendt de president zijn blik af, tevreden constaterend
dat alle mannen zijn zoals hij, of althans degenen die er de kans
toe krijgen.
Toch heeft de betrokkene zich nooit zo alleen gevoeld als tijdens
de korte periode dat hij nu president is. Hij zou zijn huidige
emotionele tekort zelfs 'eenzaamheid' willen noemen, al is het geen
eenzaamheid in de gebruikelijke zin. Hij zoekt gezelschap zoals
anderen kameraadschap zoeken, seksuele intimiteit waar anderen naar
liefde hunkeren; toch verschilt hij in essentie niet van andere
mannen van zijn generatie met een vergelijkbare opleiding en
professionele status of zelfs van andere mannen in alle tijden, van
welke klasse of welk ras dan ook, die immers allemaal dezelfde
biologische basis delen, met dezelfde chemische processen, zij het
dat de concentraties en kracht van de werkzame bestanddelen licht
kunnen varieren. Waarin ze wel verschillen is de bereidheid de
eigen lichamelijke behoeftes te accepteren en ernaar te handelen,
plus natuurlijk het feit dat sommigen veel meer kansen en
gelegenheden krijgen dan anderen. Het levende bewijs hiervoor is
Onze Eerste Man in de Ruimte - officier, gentleman, kerkganger,
echtgenoot en vader -, die momenteel druk bezig is zijn
wapensysteem te richten op een zo op het oog ontvankelijk doelwit:
een jonge vrouw die al de hele avond aandacht heeft gekregen van
(meestal getrouwde) mannen en nu verleid wordt door een nationale
held en een pionier van de New
Frontier.
De president van de Verenigde Staten steekt de vloer over en voegt
zich bij de astronaut en de persmedewerkster, net op het moment dat
Onze Eerste Man in de Ruimte een koppelingsmanoeuvre op zijn
lanceerplatform wil voorstellen. De president dirigeert het gesprek
in de richting van de maanlanding en weet daarmee de aandacht van
het meisje te verleggen naar hemzelf, de alfa der alfa's, langer
(de vorige regering had nog serieus overwogen circusdwergen als
astronauten te rekruteren) en met veel meer haar, en haar de vraag
te ontlokken: 'Denkt u echt dat het mogelijk is, Mr.
President?'
'Ik denk dat het echt kan, en dat het onze opgave is. Anatole
France schreef al: "Om grootse daden te volbrengen moeten we niet
alleen handelen, maar ook dromen." En om George Bernard Shaw te
parafraseren: "Sommigen zien wat er is en vragen: waarom? Anderen
dromen van wat er niet is en vragen: waarom niet?"
Ik denk dat het echt kan. En dat het onze opgave is. Omdat Amerika
zo de wereld, en de geschiedenis, zijn kracht kan tonen, zijn
gedrevenheid, zijn moed en zijn vindingrijkheid, zonder dat wapens
of oorlog daarbij een rol spelen.'
Haar ogen worden groter bij het beeld van een toekomst van
ongekende mogelijkheden. In het onaangedane gezicht van de
astronaut trilt een spiertje, maar hij weet dat hij niets kan doen
om te voorkomen dat dit meisje vannacht de president zal
toebehoren.
De transactie
Mooie jonge vrouwen belonen de status of prestaties van mannen soms met seks, wat door de betrokkene wordt beschouwd als een passend eerbetoon dat dankbaarder wordt aanvaard dan de gebruikelijke medaille. Het is een gewoonte waarover hij maar zelden nadenkt, aangezien hij, wanneer hemzelf de eer te beurt valt, de transactie natuurlijk, passend en evenredig vindt. Mannen met een hoog aanzien in de handel of de kunsten krijgen vaak genoeg aanbiedingen van jonge bewonderaarsters al zijn ze niet allemaal gezegend met het voorkomen van de betrokkene en spiegelen ze zichzelf alleen voor dat hun fysiek of spiritueel charisma dat ruimschoots compenseert, alsof hun rijkdom en/of macht niet relevant zijn voor de transactie.
Hoewel de betrokkene erop vertrouwt dat hij ook vrouwen had kunnen krijgen als hij een reclameman op Madison Avenue was geweest of een automonteur aan de lopende band bij de Ford Motor Company is hij geenszins zo dwaas te denken dat hij even aantrekkelijk zou zijn, of zelfs maar bijna. Een man van statuur kan nog wat leren van de filosofie van de Chinese winkelier die als hij moet onderhandelen over een bruid de bijkomende voordelen van zijn bezit niet scheidt van zijn karakter maar juist omhelst als integraal bestanddeel van zijn aantrekkelijkheid, net zoals een knap gezicht dat zou zijn of een atletisch figuur (of welk onderdeel daarvan je ook maar zou willen bedenken).
Zulke gedachten brengen de betrokkene vrijwel nooit op het idee de transactie te bezien vanuit het gezichtspunt van de vrouw. Als hij dat doet concludeert hij dat de vrouw op de een of andere manier biologisch is geprogrammeerd om zich te laten verleiden door pauwenveren en dat ze bovendien haar seksuele schoonheid wel moet beschouwen als een kostbaar bezit, zodat ze, als ze zich geeft aan de man van haar keuze, daaraan ongeveer net zo'n gevoel van macht en invloed ontleent als wanneer ze op hem zou stemmen (gesteld dat ze daar oud genoeg voor is). Een politicus die in een verkiezing probeert een ambt te verkrijgen is overgeleverd aan de genade van de kiezer, die dus paradoxaal genoeg een enorme potentiele macht bezit, en die situatie wordt gespiegeld door de ontmoeting tussen de verheven machthebber in de politiek, het bedrijfsleven of de kunsten en de seksueel aantrekkelijke jonge vrouw die met haar lichaam de machtigste tegenstander kan ontwapenen, en op het moment waarop beide partijen zich bewust worden van die aanlokkelijke realiteit, en de daarmee verbonden prijs, treedt er een machtsevenwicht in dat gemakkelijk kan overhellen naar de kant van de in andere opzichten machteloze jonge vrouw. De betrokkene stelt zich de vrouw niet voor als een calculerende femme fatale die uit is op gunsten of invloed maar als iemand die haar bewondering een verwarde uitdrukking geeft in de taal van de seks, al erkent hij dat die laatste inschatting stamt van een man die dermate gewend is aan respect in velerlei kringen dat eerbetoon hem weinig meer zegt, terwijl het uitzonderlijke eerbetoon dat ligt in de overgave van de knappe jonge vrouw op hem overkomt als het zuiverst mogelijke blijk van goedkeuring. In sommige milieus is deze vorm van seksueel eerbetoon zo gebruikelijk dat de machtige man de beloning door de knappe vrouw als zijn recht gaat beschouwen, en de betrokkene bespeurt in elk geval een zekere mate van irritatie als hij met inzet van kostbare tijd en moeite aandacht besteedt aan een jonge vrouw zonder enige politieke of maatschappelijke invloed, om erachter te komen dat ze evenmin bereid als in staat is hem zijn 'medaille' te verlenen. Zulke contractuele misverstanden spelen vanavond gelukkig geen rol, aangezien de jongedame in kwestie tot op de letter lijkt te begrijpen wat er van haar wordt verlangd.
De praktische obstakels om met haar naar bed te kunnen, bleken veel gemakkelijker te overwinnen dan hij had gedacht. Op de receptie droeg de president haar op terug te gaan naar het Witte Huis in de veronderstelling dat er later op de avond nog een briefing met haar baas, de perschef, zou zijn waarbij zij zou moeten notuleren; dat was ook de boodschap die een van zijn medewerkers had overgebracht aan de geheime dienst, en toen de jonge vrouw alleen in het Witte Huis arriveerde, begaf ze zich naar de ambtswoning om de aankomst van de perschef in gezelschap van de president af te wachten. De president had de perschef echter bewust niet opgeroepen en hem direct na het diner naar huis laten gaan. De first lady had de kinderen meegenomen naar Cape Cod, zodat de president en zijn gast de Lincoln Bedroom voor zich alleen hadden, waar hij enkele ogenblikken de tijd nam om haar te wijzen op de houtsnijwerkmotieven in het reusachtige hemelbed alvorens als volgende punt op de agenda over te gaan tot de kwestie van seks.
De transactie vergt slechts enkele minuten. De betrokkene is tientallen jaren bezig geweest met het opvrijen van gangsters en het masseren van politieke tegenstanders, en de aldus geproduceerde rijkdom, status en macht mogen wel voldoende zijn om hem de afgrijselijke afknapper van het voorspel te besparen. Wat egoistisch als het meisje dat ook nog wil. Toch mag de bestudeerde onverschilligheid van de president ons niet blind maken voor zijn jagershart. Dat slaat zo hard dat hij het bloed in zijn hoofd kan horen. Deze man zonder adrenaline voelt de golfslag nu opkomen, oog in oog met een vrouw, klaar voor de strijd, haar spieren gespannen voor de vlucht - pas nu, net als hij toeslaat. Ze is de muis die bij de slang is gezet.
Misschien omdat de president de moeite heeft genomen het meisje een glas wijn aan te bieden, stelt ze zich voor dat hij ook met haar wil praten, dus begint ze hem nerveus te vertellen over haar school, haar studie, wat het betekent om in het Witte Huis te werken... Ze heeft kennelijk als vrijwilliger in zijn campagneteam gewerkt en de harde werkers zijn beloond met een of ander baantje, hoe klein ook, in haar geval door de perschef, die een plekje voor haar in zijn kantoor heeft gevonden waar ze de telefoon aanneemt en de knipselmap bijhoudt, een baan waar ze het nu met de president over wil hebben. Zij en andere meisjes als zij (van wie er binnenkort een bij Mrs. Lincoln komt werken en een ander op het ministerie van Buitenlandse Zaken) zijn allemaal naar dezelfde exclusieve scholen en universiteiten in New England geweest als de first lady, iets wat de president herkent in haar dictie en maniertjes. Voor het geld hoeven deze meiden niet te werken, dus nemen ze met alle plezier een slecht betaald en simpel baantje aan als een paspoort naar de high society en ze lijken grootgebracht met een voorkeur voor oudere, rijkere, machtigere heren.
Maar de president is niet geinteresseerd in haar opleiding of haar familie, die ze misschien noemt om hem vergelijkbare onthullingen te ontlokken, of in meer dan de meest oppervlakkige bespreking van politieke kwesties, want hij heeft niet de geringste intentie zijn diepere gevoelens over zijn ambt met iemand anders te delen dan zijn vrouw. Als een vrouw zo graag wil praten, kan dat hem ergeren, tot hij zich realiseert dat ze zijn verleidingskunst niet passief ondergaat maar dezelfde rekensom heeft gemaakt als hij. Tegen Marilyn, bijvoorbeeld, heeft hij niet een opmerking gemaakt over de inval in Cuba, ook al werd hij op dat moment dag en nacht geplaagd door helse spookbeelden van de ellendige dood van die mannen. Vanavond is het lichaam van het meisje het enige wat hem interesseert, daarom zegt hij onomwonden: 'Ik moet nog stukken lezen, dus ik ben bang dat we geen tijd te verliezen hebben.'
Naderhand wil ze opnieuw praten maar hij heeft geen behoefte aan zulke intimiteit en belt naar de receptie.
'Meneer Salinger heeft de boodschap kennelijk niet gekregen,' zegt hij tegen de receptionist. 'Nee, bel hem maar niet. Ik ben moe en ik stel de afspraak liever tot later uit. Wilt u een auto naar de noordelijke portiek sturen voor...?'
'Jill,' herhaalt ze, maar dat zal hij direct weer vergeten.
Terwijl ze haar jas aantrekt, vraagt ze: 'Is
het waar? Dat we naar de maan kunnen?'
Hij zegt: 'Ik ben ervan overtuigd dat deze generatie dingen kan
veranderen en dingen kan bereiken die nooit eerder zijn gedaan. De
wereld is nu van ons.'
Ze glimlacht en kust hem op zijn wang maar hij heeft zich
emotioneel al bijna geheel afgesloten en soms kost het de
betrokkene moeite het alledaagse fatsoen op te brengen om deze
postcoitale fase niet gelijk te stellen met de fase na een
productief toiletbezoek. Voor de betrokkene is tot op de dag van
vandaag het meest acute nadeel van de transactie het moment dat hij
nu beleeft, de etiquette van het afscheid, als hij dringende
behoefte heeft de productie door te spoelen. Hij is opgelucht als
ze vlot vertrekt zodat hij bijtijds toe kan komen aan zijn
rugoefeningen, zijn medicijnen en de broodnodige slaap voor zijn
ochtendvlucht naar zijn gezin op de Cape.
De butler lijkt niet op te kijken van het licht gekreukelde
beddengoed; hij brengt de president water om zijn pillen mee in te
nemen en helpt hem in zijn pyjama. De president hoeft zich niet
druk te maken over hoe hij de slaapkamer achterlaat want de lakens
worden in het weekend gewassen en vervangen door frisse schone
voordat zijn gezin zondagavond terugkomt.
Voordat hij in slaap valt denkt hij erover na of, afgezien van Onze
Eerste Man in de Ruimte, iemand enige aandacht heeft besteed aan
het intieme gesprekje waarin hij het meisje op de hoogte stelde van
het plan elkaar later te ontmoeten, of aan haar vertrek uit de
ambtswoning na de zogenaamde briefing, maar hij betwijfelt het. Ze
heeft niet meer dan twintig minuten in de ambtswoning doorgebracht
totdat de briefing werd afgeblazen en de beveiligers haar hebben
uitgelaten. Daar zou niemand iets achter zoeken, ook de butler
niet, die de verstoring van het beddengoed op het conto van de
president zelf zal schrijven - een of andere oefening voor zijn rug
- dus de betrokkene kan de geruststellende conclusie trekken dat
niemand de indruk kan hebben gekregen dat hij zich gedurende zijn
ambtstermijn door seksuele affaires laat afleiden, zijn enige zorg
ten opzichte van zijn medewerkers aangaande zijn
overspel.
De betrokkene is al zo lang een praktiserend rokkenjager dat de
successen nauwelijks enige geestelijke of emotionele inspanning
kosten; integendeel, in feite, zoals blijkt uit de fysieke
ongemakken die hem treffen als hij gedwongen is tot onthouding, en
bovendien zal hij zelf beweren dat ze hem gemeten in tijd en
inspanning minder afleiden dan een set tennissen of een rondje
golf. Seks is voor de betrokkene zoiets als golf: een paar haastige
holes, zo vlug mogelijk de baan rond.
Het meisje is een toonbeeld van discretie als ze de president opnieuw ontmoet, en hij bespeurt geen wantrouwige blikken bij zijn medewerkers. Zelfs de perschef, zijn onwetende handlanger, lijkt de briefing waarvoor hij niet werd uitgenodigd te zijn ontgaan. Het is dus business as usual, gevolgd door een weekend met vrouw en kinderen in hun gehuurde vakantieverblijf op Cape Cod, waar hij besluit de vrijerij met het meisje van het Bureau Persvoorlichting een tijdje voort te zetten. Geheimhouding is natuurlijk zijn eerste zorg. Zijn vrouw bezoekt hem soms in de westelijke vleugel, hoewel haar staf is gevestigd in haar kantoor in de oostelijke vleugel, en de persmedewerkers zijn gewoonlijk aanwezig bij gebeurtenissen in het Witte Huis. De betrokkene maakt zich zorgen dat een te vertrouwelijk moment of een onoplettende mededeling over waar ze wanneer waren de verdenkingen van zijn vrouw zal aanwakkeren.
Hoewel hij tijdens het weekend aan het meisje denkt, heeft hij lang geleden geleerd dat de succesvolle rokkenjager een strenge hokjesgeest moet bezitten. Hij stelt zich dus op als de toegewijde huisvader - wat hij natuurlijk ook is - en geniet van zijn vrije tijd met de kinderen. Vooral Caroline graaft aan het strand met een grenzeloze fascinatie kuilen in het zand, Jackie en John jr. komen en gaan, maar de helderste herinneringen aan het weekend zijn de simpele momenten van fysiek samenzijn als gezin, Jackie die naast hem ligt te lezen - zij een boek over antiek, hij economische rapporten -, terwijl hij John op schoot wiegt, helpt opzitten, zijn warme schedel tegen zijn borst voelt, Carolines hand in de zijne als ze langs het kreupelhout kuieren, en zeker het moment vlak daarvoor, toen ze zich lostrok om op onderzoek uit te gaan en hij bleef staan met uitgestoken hand en een hart dat op breken stond, tot ze hem weer vond.
Toch wordt de president ook in het weekend bestookt met de gebruikelijke verslagen en telefoontjes uit Washington. In het huis neemt hij een telefoontje van het ministerie van Justitie aan dat heeft besloten de zaak van de medewerker van Buitenlandse Zaken weer op te pakken, en de president neemt zich voor er maandag naar te kijken, wat hij ook doet; als hij even tijd heeft laat hij Mrs. Lincoln het dossier halen, waarin verslagen van observaties en getuigenverhoren door de fbi zijn samengevat die erop neerkomen dat de ambtenaar zonder twijfel schuldig is en waarin tot slot beknopt de mening wordt geformuleerd dat het regeringsbeleid uitgaat van de vaste stelregel dat praktiserende homoseksuelen ongeschikt zijn voor een publiek ambt.
De president en de first lady hebben in het weekend met zijn familie gedineerd en de eerste twee avonden van de week worden doorgebracht met de kleinere diners in de ambtswoning die inmiddels een soort society-events zijn geworden, gewoonlijk in de vorm van een etentje in de eetzaal van de ambtswoning waarvoor de presidentiele gastheer en gastvrouw een zestal gasten uitnodigen, meestal vrienden die ze al kennen uit de tijd voordat de president in functie kwam, misschien een vooraanstaand journalist en zijn vrouw of een ambassadeur en soms iemand van buiten de politiek, zoals een kunstenaar of dichter. Het zijn vrij informele bijeenkomsten, op twee onderdelen na: in de eerste plaats schrijft het protocol voor dat aan het begin van de avond niemand, ook hun beste vrienden niet, de eetzaal voor de president mag betreden, en in de tweede plaats spreekt niemand uitgezonderd de first lady hem aan bij zijn voornaam. Liever dan in verlegenheid te worden gebracht als ze een oude vriend 'Mr. President' moeten noemen, noemen ze hem dus helemaal niets, hoewel ze bijna allemaal een manier hebben gevonden om, als ze het in de derde persoon over hem hebben, 'de president' zo uit te spreken dat het tegelijk respectvol en ironisch klinkt - iets wat hem eerlijk gezegd best bevalt.
De gasten zijn er ook aan gewend geraakt dat de president een gewone eetkamerstoel verwisselt voor zijn schommelstoel en dat hij zich in nogal wat gevallen moet beperken tot een smakeloos maal gespeend van vlees, groenten of kruiden, en alcohol en sigaren moet laten staan, hoewel de first lady de rook van haar filtersigaretten onbaatzuchtig in zijn richting blaast. Soms draaien ze een film (waarin nu en dan gezichten opduiken waarvan hij moet verzwijgen dat hij ze herkent en hem soms een nieuwkomer opvalt wier naam hij onthoudt om door te geven aan zijn zwager in Hollywood, met het oog op een volgend feestje aan de westkust), maar aangezien twee uur stilzitten nooit zo'n goed idee is voor zijn rug, excuseert hij zich op zo'n moment vaak om rapporten te gaan lezen en telefoontjes te plegen.
En eindelijk hebben zijn vrouw en hij dan een avond samen. Nadat de kinderen naar bed zijn gebracht drinkt ze witte wijn en kettingrookt haar l&m's, terwijl hij zijn karige dieet volhoudt omdat zijn maag hem de afgelopen dagen weinig problemen heeft gegeven, afgezien van een aanval van koliek gevolgd door bloederige diarree. De stemming is gemoedelijk en ze lachen samen om grapjes ten koste van krantencolumnisten en verwaten staatshoofden. Zijn vrouw brengt geanimeerd verslag uit over haar restauratieprogramma, wat hij met gepaste belangstelling aanhoort. Hij vraagt zich wel eens af hoe hun conversaties op een buitenstaander zouden overkomen, als Jackie zijn gewichtige analyse van de situatie in Berlijn beantwoordt met de beschrijving van een buitengewoon boeiende antieke stoel die haar medewerkers ergens in een kelder hebben ontdekt.
Weg van de opgefokte joligheid van de etentjes en cocktailparty's worden de president en de first lady weer gewoon een getrouwd stel dat thuis eet. Ze hebben genoeg te bepraten en te lachen, maar de president blijft alert op elk teken van spanning dat zou kunnen suggereren dat zijn vrouw verdenkingen jegens hem koestert. Hij denkt terug aan zijn onschadelijke ontmoeting met de persmedewerkster en bedenkt wrokkig dat hij zich bespied voelt door zijn vrouw terwijl hij haar en hun kinderen zoveel liefde en zekerheid biedt, dus gaat hij in de aanval, zoals gewoonlijk tegen haar mode-uitgaven, die eerder zijn gestegen dan gedaald sinds ze het er de vorige keer over hebben gehad.
'Ik heb een gat in mijn hand,' zegt ze. 'Dat is
mijn slechte eigenschap. En wat is de jouwe, Jack?'
Snel zegt hij: 'Grootheidswaan, denk ik', waar ze om moet lachen
met haar mooie lach, een meisjeslach, en ze buigt haar hoofd naar
hem toe en ze kussen elkaar.
De volgende ochtend komt er een telefoontje van Justitie. De minister wil weten wat hij tegen de fbi moet zeggen want de directeur wil weten wat er aan de ambtenaar bij Buitenlandse Zaken wordt gedaan, waarop de president antwoordt dat, nu hij de stukken heeft gelezen, de ambtenaar van meer waarde blijkt te zijn dan hem was verteld en hij meer tijd nodig heeft om tot een beslissing te komen. Nadat hij heeft opgehangen trommelt de president een paar seconden met zijn vingertoppen op zijn bureau, dan belt hij Mrs. L. op de intercom en vraagt wanneer de volgende briefing met Buitenlandse Zaken gepland staat. Het antwoordt luidt 'later deze week', waarop hij aangeeft dat hij met name die en die ambtenaar erbij wil hebben, hoewel hij zijn secretaresse uiteraard niet meedeelt waarom.
Later neemt Mrs. Lincoln een telefoontje voor de president aan dat gelukkig, aangezien het Marilyn is, komt terwijl hij in een vergadering zit. Hij heeft haar in een onbewaakt ogenblik (een van de vele) in de hotelsuite in Los Angeles zijn rechtstreekse nummer gegeven en ontvangt sindsdien bijna dagelijks raadselachtige boodschappen. Ze laat berichten achter waarin ze vraagt of ze van impresario moet veranderen of meedeelt dat ze een schattige puppy heeft gezien die ze wel moest kopen maar dat ze zich nu zorgen maakt over zijn allergieen. Mrs. Lincoln boekstaaft de telefoontjes trouw als komend van '...', aangezien de betrokkene mannelijk klinkende codenamen bedenkt voor zijn minnaressen. Hij heeft nu al moeite hun naam te onthouden, dus het pseudoniem dient ook vaak als een aide-memoire, en zo kan een mollig meisje bijvoorbeeld de naam Tim Todd Smith krijgen. Dus Mrs. Lincoln neemt de boodschap aan en noteert het nummer om terug te bellen, registreert beide plichtsgetrouw en zonder bijzonderheden onder hun alias, en geeft hem de lange lijst bellers als ze halverwege de middag de agenda doornemen.
Mrs. Lincoln is zijn secretaresse sinds het begin van zijn carriere in de Senaat en ze weet waarschijnlijk meer over zijn afgeschermde priveleven dan wie ook, zij het dat ze alleen de namen kent van de vrouwen met wie hij omgaat en misschien vagelijk weet hoe lang een relatie duurt, en voor zover hij weet zeker geen diepere kennis bezit van wat hij met deze dames uitspookt. Ze houden beiden afstand, Mrs. Lincoln en Mr. President, al ontbreekt het hun niet aan wederzijdse genegenheid en trouw, en dat komt hun beiden goed uit, ongeveer net zoals zijn huwelijk er een is van twee afstandelijke, onbuigzame karakters die beiden, hoewel sociaal aantrekkelijk, in hun hart verlegen zijn en niet snel vrienden maken. Mrs. Lincoln zou er dan ook van opkijken als iemand zou zeggen dat ze een goed professioneel huwelijk hebben, temeer daar ze een nogal gezette dame is van meer dan middelbare leeftijd en hij haar nooit aanspreekt met 'Evelyn'. De president heeft werkelijk geen flauw vermoeden van wat Mrs. Lincoln vermoedt over zijn buitenechtelijke activiteit. Er is bijvoorbeeld nooit gesproken over het geval van Pamela, nu de perssecretaresse van de first lady, met wie hij een affaire had in de tijd dat ze als receptioniste op zijn kantoor in de Senaat werkte, in een vrij kleine staf en in een tijd dat de campagne van Pamela's hospita om de betrokkene publiekelijk aan de schandpaal te nagelen moeilijk buiten Mrs. Lincolns gezichtveld kan zijn gebleven.
De betrokkene voorvoelt dat Mrs. Lincolns geduchte discretie spoedig weer op de proef gesteld zal worden, aangezien ze in haar kantoor naast het zijne gezelschap heeft gekregen van een nieuwe assistente die de verantwoordelijkheid op zich zal nemen voor een berg typewerk en andere administratieve klusjes. Deze nieuwe kracht lijkt de president uit dezelfde mal afkomstig als Jill: campagnevrijwilligster, afgestudeerd aan Farmington (net als zijn vrouw), knap, levenslustig, ongebonden en welopgevoed. Helemaal zijn type, als zoiets bestaat, want dat type moet wel een vrouw zijn met de kenmerken van zijn vrouw - uiterlijk, verfijning, opleiding, geestigheid en intelligentie -, hoewel geen vrouw die kenmerken in dezelfde mate bezit als de first lady. Het leeghoofdige type gaat de betrokkene gauw vervelen: Marilyn, bijvoorbeeld, die hartverscheurend maar tevergeefs haar best doet om een serieuze en goedgeinformeerde indruk te maken. Ze heeft zich in haar hoofd gehaald dat ze beide is doordat talrijke mannen haar in die illusie hebben bevestigd om toegang te krijgen tot haar bed, en hij merkt dat hij zichzelf vaak geweld moet aandoen om zijn afwijkende mening voor zich te houden omdat hij inziet hoezeer hij haar daarmee zou kwetsen, maar als er onder haar minnaars een is met het recht zich intellectueel de meerdere te verklaren is hij het, vergeleken met haar begerige entourage van patsers uit Hollywood en gangsters uit Las Vegas.
De betrokkene vermaakt zich een paar minuten terwijl Mrs. Lincoln het nieuwe meisje uitlegt wat er van haar verlangd wordt. Intussen vouwt hij het briefje met Marilyns boodschap op en gooit het in de prullenbak. Als hij terugkijkt op hun laatste samenzijn ziet hij haar door een waas van wanhoop. Hij vergelijkt zijn toestand van die paar weken geleden met een fysieke en psychische bloedvergiftiging waarvan hij nu moet herstellen: hij moet van zijn fout met Cuba leren en zijn politieke gezag herwinnen.
Terwijl Mrs. Lincoln en de rest van zijn staf lunchpauze houden, gaat hij zwemmen in het oververhitte zwembad, waar hij het trainingsschema van dr. K. tot in detail uitvoert. De president consulteert adm. B. eenmaal per week, maar hij besluit hem in de loop van de middag te ontbieden voor een extra afspraak, en de admiraal is blij te horen dat de president vindt dat de behandeling van zijn andere kwalen aan herziening toe is. Adm. B. adviseert voorrang te geven aan de verstoorde spijsvertering van de president, aangezien die onvoorspelbare crises veroorzaakt in de opname van oraal ingenomen medicijnen, maar hij is niet zo blij als hij hoort dat de president dr. T. heeft benaderd voor een second opinion, die meent dat het terugdringen van zijn ziekte van Addison prioriteit verdient aangezien de behandeling daarvan met corticosteroiden de werking van zijn spijsverteringsstelsel verstoort. Dr. C., een endocrinoloog, wordt uit New York ingevlogen voor een priveconsult in het Witte Huis en staat algauw versteld van de lange lijst presidentiele kwalen: de ziekte van Addison, een slecht functionerende schildklier, brandend maagzuur, gastritis, een maagzweer, dikkedarmontsteking, prostaatontsteking, uretritis, chronische infecties van de urinewegen, huidinfecties, koorts met onbekende oorzaak, verzakte lendenwervels, osteoporose van de onderrug, osteoartritis in de nek, osteoartritis in de schouder, hoog cholesterol, allergische rinitis, allergische sinusitis en astma.
De ziekte van Addison is een aandoening van de bijnieren, klieren die boven op de nieren liggen en hormonen uitscheiden die tezamen een heel scala aan lichaamsfuncties aansturen. De president heeft een lekeninzicht in de ziekte overgehouden aan de vijftien jaar die hij aan de effecten ervan heeft geleden, zoals vermoeidheid, gewichtsverlies, buikpijn, spierpijn, hoofdpijn, abnormale verkleuring van de huid, lage bloeddruk, misselijkheid, diarree en braken, lusteloosheid, constipatie, spierkrampen en gewrichtspijn.
De ziekte werd bij de betrokkene voor het eerst gediagnosticeerd nadat hij in Engeland was ingestort, waar werd vastgesteld dat hij de ziekte al enige tijd onder de leden moest hebben gehad omdat hij al langer leed aan gewichtsverlies, vermoeidheid, koorts, spijsverteringsproblemen en een gelige gelaatskleur, maar opeenvolgende artsen hadden de diagnose over het hoofd gezien, waarschijnlijk jarenlang, omdat ze de klachten toeschreven aan een chronische darmontsteking. Op de terugreis aan boord van de Queen Mary was hij opnieuw ingestort en waren hem de laatste sacramenten toegediend. Zoals alle leden van de medische broederschap sluit dr. C. de rangen met zijn naamloze collega's uit het verleden en probeert de president ervan te overtuigen dat de steroiden die in de behandeling van zijn spijsverteringsklachten werden toegepast voor elke fatsoenlijke arts het diagnostische beeld zouden hebben verstoord en tegelijkertijd mogelijk hebben bijgedragen aan de atrofie van zijn bijnieren. De president geeft geen commentaar en houdt zijn mening over de schreeuwende incompetentie van de medische stand liever voor zich. Hun gesjoemel met de feiten is hem trouwens een keer wel goed uitgekomen, namelijk toen er voor de verkiezingen geruchten opdoken over zijn gezondheidstoestand en die door een arts werden tegengesproken met het argument dat de senator niet leed aan 'een aandoening die klassiek wordt omschreven als de ziekte van Addison', waarbij het gesjoemel school in het bijwoord 'klassiek': de klassieke ziekte van Addison is een primaire bijnierschorsinsufficientie, en het viel wetenschappelijk niet uit te sluiten dat de klachten van de patient secundair waren ontstaan als bijwerking van de langdurige behandelingen met corticosteroiden.
Je zou je kunnen voorstellen dat de patient reden genoeg heeft de specialist te vragen of zijn hormonale disfunctioneren misschien verantwoordelijk is voor zijn uitzonderlijke libido. Voor zijn huwelijk heeft de betrokkene die vraag ook een keer gesteld, maar toen werd hem verzekerd dat nooit wetenschappelijk was aangetoond dat endocriene aandoeningen de oorzaak zijn van satyriasis. Onnodig te zeggen dat geen van zulke overwegingen in het kader van het consult van vandaag past; een endocrinoloog van naam als dr. C. zou desgevraagd tot de mening zijn gekomen dat zijn afhankelijkheid van seks zuiver psychisch was en zijn onthoudingsverschijnselen psychosomatisch.
Dr. C. bestudeert het dossier van de president en stelt de juiste vragen; de president geeft de juiste antwoorden, maar verzwijgt de irrelevante details, zoals zijn dagelijks gebruik van pijnstillers en zijn bijna dagelijks gebruik van amfetamine. De dokter stelt voor de dagelijkse doses hydrocortison, fludrocortison en prednisolon beter op elkaar af te stemmen, en hetzelfde te doen met de schildkliermedicatie, en de toestand van de president nauwgezet onder controle te houden. De president vraagt op zijn beurt wat voor invloed die veranderingen zullen hebben op zijn andere klachten maar de dokter houdt de boot af met de bewering dat hij geen betrouwbare prognose kan geven voor zijn rug- en spijsverteringsklachten, evenmin als voor zijn ontstoken urinewegen. Hij is er echter onwrikbaar van overtuigd dat de sleutel tot het welzijn van de president ligt in een fijn afgestemde therapie voor zijn ziekte van Addison. Met die boodschap vertrekt de goede man naar New York en gaat de president verder met de voorbereidingen van een toespraak tot het Congres die de parlementsleden zal doordringen van de ernstige problemen waar het land voor staat.
Hij probeert als het maar even kan met zijn gezin te ontbijten en dan met zijn dochter naar de Oval Office te wandelen, en soms komen ze hem allemaal opzoeken als hij een gaatje in zijn agenda heeft. Zijn dochter wacht gewoonlijk in het kantoor van Mrs. Lincoln en gluurt dan door de op een kier staande deur terwijl hij net doet alsof hij aan de telefoon over haar praat.
'Spreek ik met het Federaal Bureau
Kleuterscholen? Echt waar? Is Caroline echt zo stout
geweest?'
Of hij doet net alsof hij een rapport van de cia leest:'Het schijnt
dat de geheime dienst de oudste dochter van de president in haar
neus heeft zien peuteren...'
'Papa!' roept ze dan klaaglijk.
Hij kijkt abrupt op, lacht hard en klapt drie keer in zijn handen:
het signaal voor haar om zijn kantoor binnen te rennen voor een
knuffel en een praatje. Hij maakt tijd om zijn oefeningen in het
zwembad te doen als de staf gaat lunchen en gaat dan tot de avond
weer aan het werk, in de hoop dat hij terug kan zijn voordat de
kinderen naar bed gaan en hij hun een verhaaltje voor het
slapengaan kan voorlezen alvorens zijn vrouw en hij zich opmaken
voor hun avondafspraak, hetzij een formele ontvangst op de begane
grond, hetzij een privediner boven in de ambtswoning. Maar al die
tijd is de president zich bewust van een spanning rond zijn ogen en
een subtiele verstrakking van zijn lippen die alleen voor zijn
meest intieme naasten herkenbaar zijn als tekenen van pijn, de
spastische spieren op de metaalplaat in zijn rug, het wurgend
strakke korset dat tegen zijn draaierige ingewanden duwt, zijn hele
lichaam dat wordt samengeperst zodat de druk opstijgt naar zijn
hoofd vanwaar hij niet kan ontsnappen.
Als hij aan het werk is of zich naar bijeenkomsten in de Cabinet
Room of de Fish Room begeeft, vangt hij soms een glimp op van Mrs.
Lincolns nieuwe assistente achter haar typemachine of bezig
documenten te nieten. Daar zit ze, maar een paar meter verderop,
een cadeau klaar om uitgepakt te worden, maar voorlopig sluit hij
zijn geest af voor de mogelijkheden en concentreert hij zich op
zijn politieke verplichtingen.
Een van zijn vergaderingen deze week, waaraan de van
homoseksualiteit betichte beleidsfunctionaris zal deelnemen, gaat
over de laatste inzichten van het ministerie van Buitenlandse Zaken
in de situatie in Zuidoost-Azie. De vergadering is een
routineaangelegenheid; toch let de president speciaal op het gedrag
van de man. De adviseur ziet er onopvallend uit, maar hij antwoordt
intelligent en to the point, en biedt met name op een punt
deskundig commentaar, namelijk de tactiek van de guerrillaoorlog
die inheemse legers toepassen. Aan het eind van de briefing bedankt
de president alle aanwezigen even hartelijk, maar hij neemt een
ogenblik pauze voor zijn volgende afspraak om een beslissing over
het lot van de adviseur te nemen.
De hormooninsufficientie van de president heeft als voordeel een
kalm, zelfs opgewekt humeur, maar het nadeel is dat hij nooit die
plotselinge stoot fysieke en geestelijke energie ervaart die andere
mensen helpt moeilijke omstandigheden te lijf te gaan. De president
en zijn speechschrijvers worstelen met een toespraak tot het
Congres over urgente staatszaken en gaandeweg raakt de president
vermoeid en verzwakt, en om nieuwe energie op te doen kan hij
alleen maar gaan slapen. Op zulke momenten wordt zijn stofwisseling
op gang gehouden met amfetamine en krijgt hij rust met kalmerende
middelen, maar de toespraak neemt vorm aan en de hoofdthema's erin
worden vastgelegd in door hemzelf en door hemzelf alleen
geformuleerde sleutelzinnen. Hij heeft maar een doel voor ogen: de
wereld laten zien dat hij de verprutste invasie zal
goedmaken.
Op de dag van de toespraak wordt de president in een gesloten
limousine naar het Capitool gebracht, waar hij het Congres moet
confronteren met de nalatigheden van zijn voorganger en het moet
winnen voor een nieuwe visie voor dit decennium. Zonder de
stuwkracht van adrenaline kijkt hij uit over de oplopende rijen
kritische gezichten, maar zijn stem klinkt vast als hij de
honderden wetgevers aanspreekt en zijn handpalmen zijn droog als
hij begint:
'We beleven uitzonderlijke tijden. En we staan voor een uitzonderlijke opgave. Onze kracht en overtuiging hebben onze natie de leidende rol opgelegd in de zaak van de vrijheid. Het grote strijdperk voor de verdediging en uitbreiding van de vrijheid ligt tegenwoordig in de landen van de opkomende volkeren. Zij verlangen dat er een eind komt aan onrecht, tirannie en uitbuiting. Maar de tegenstanders van de vrijheid maken plannen om munt te slaan uit de hoop van de jongste naties van de wereld, die te beheersen en uiteindelijk te vernietigen. Het gaat in deze strijd om macht en geweld, maar ook om wilskracht en doorzettingsvermogen, om levens en gebied, maar ook om geest en ziel. En in die strijd kunnen wij niet afzijdig blijven.
Deze opgave is niet met een simpele beleidslijn te beantwoorden. Uit ervaring weten we dat er niet een natie is die de macht of de wijsheid bezit om alle problemen in de wereld op te lossen. We zouden ons deerlijk vergissen als we deze problemen uitsluitend vanuit een militair perspectief zouden beschouwen. Militaire verdragen kunnen naties niet helpen die met hun sociale onrechtvaardigheid en economische chaos oproer en extremisme uitlokken. Wij staan hier, bereid om de volkeren van de minder ontwikkelde naties ruimhartig te laten delen in onze deskundigheid, ons kapitaal en ons voedsel om te voorkomen dat ze door crisis worden overspoeld.
Maar terwijl wij spreken over delen en opbouwen en ideeenstrijd, spreken anderen van wapens en dreigen met oorlog. Daarom hebben we geleerd onze defensie op peil te houden. We zullen een vijand slechts van een nucleaire aanval kunnen afhouden als we over een zo sterke en onkwetsbare vergeldingskracht beschikken dat de vijand weet dat hij door onze reactie vernietigd zou worden. Maar dit concept van afschrikking veronderstelt rationele afwegingen gemaakt door rationele mensen. De geschiedenis van onze aarde, en de geschiedenis van ons land in het bijzonder, herinnert ons afdoende aan de mogelijkheden van een irrationele aanval, een misrekening, een onnodige oorlog of een escalerend conflict waarin de belangen aan beide kanten oplopen tot het punt van maximaal gevaar wordt bereikt, dat evenmin te voorzien als af te wenden is. Ik kan deze opmerkingen over defensie en bewapening niet afsluiten zonder het belangrijkste doel te benadrukken waarop onze hoop gevestigd is: de schepping van een wereldordening waarin ontwapening mogelijk wordt. Ik ben vastbesloten aanvaardbare politieke en technische alternatieven voor de huidige bewapeningswedloop te ontwikkelen. Tot slot dit: als we de strijd die nu overal ter wereld gaande is tussen vrijheid en tirannie willen winnen, moeten we ons realiseren dat de spectaculaire prestaties die de laatste weken in de ruimte zijn verricht grote indruk hebben gemaakt op mensen overal ter wereld die proberen te bepalen welke weg ze moeten kiezen. Het is nu tijd voor een grote nieuwe Amerikaanse onderneming, tijd dat dit land uitdrukkelijk de leiding neemt in de ruimtevaart, een prestatie die in veel opzichten de sleutel kan inhouden voor onze toekomst op aarde. Hoewel we niet kunnen garanderen dat we deze wedloop op een dag zullen winnen, staat vast dat we als laatste zullen eindigen als we de poging niet tenminste wagen. Ik vind dat dit land zich moet vastleggen op het doel om voor het verstrijken van dit decennium een mens op de maan te laten landen en veilig terug naar de aarde te brengen. In deze tijd kan geen enkel ruimtevaartproject meer indruk maken op de mensheid of meer bijdragen aan de verkenning van de ruimte op de lange termijn, en zal er geen onderneming zijn die zoveel moeite of kapitaal vergt. Als we maar half zo hoog zouden mikken of ons vizier lager richten omdat we terugschrikken voor de moeilijkheden, kunnen we er naar mijn oordeel beter helemaal niet aan beginnen, tenzij we bereid zijn het werk te doen en de lasten te dragen om het doel te bereiken.
Naar mijn oordeel beleven we een cruciaal moment in het leven van ons land en in de strijd voor de vrijheid op aarde. Laat me ten slotte nog een punt benadrukken: ons verlangen naar vrede. We zoeken geen veroveringen, geen satellietstaten, geen rijkdom: we kijken slechts uit naar de dag dat "geen volk zijn zwaard meer trekt tegen een ander, en niemand zich oefent voor de strijd".'
De toespraak wordt gevolgd door applaus en felicitaties van mensen dichtbij. Toch kan de betrokkene niet de lijfelijke signalen voelen van een doorstane beproeving, want er zijn geen hartkloppingen geweest die tot rust moeten komen, geen zweethanden om af te drogen, want zijn chemische huishouding blijft constant bij triomf of nederlaag, en de eerste fysieke aanwijzing van wat hij heeft gepresteerd komt in de vorm van zijn vrouw die hem omhelst en kust en hem haar trots laat voelen.
Nu zijn politieke gezag is hersteld, wordt de president geacht een beslissing te nemen over onze handelwijze in Zuidoost-Azie. De voorzitter van de gezamenlijke chefs van staven verwoordt de overheersende mening als hij zegt: 'We moeten ze wat laten zien.' Een kleine, geheime actie is in Cuba mislukt maar een grote, openlijke actie zal aantonen dat onze kracht onaangetast is. De president informeert het kabinet daarentegen dat hij militair ingrijpen niet zal goedkeuren en van plan is onderhandelingen te openen gericht op een wapenstilstand in de regio. De gezichten betrekken, niet in de laatste plaats die van de generaals, van wie er een 'fuck' mompelt.
Later komen zijn medewerkers binnen met reacties uit de pers en van Congresleden, en realiseert hij zich dat zijn gok is geslaagd, dat zijn grootse visie van een beter land en een betere wereld groeiende bewondering wekt. Toch heeft hij bij gelegenheden als deze niet genoeg aan de waardering van zijn collega's en is zelfs de liefde van zijn vrouw, misschien tijdelijk versterkt door zijn gestegen aanzien, hem te alledaags. Zelf vindt hij dat hij dringend behoefte heeft aan het seksuele eerbetoon van een ontvankelijke jonge vrouw die hij met zijn politieke brille zozeer voor zich heeft ingenomen dat ze bereid is met haar lichaam te stemmen. Hij gelooft dat het type leider dat nodig is om zijn doelen in zo korte tijd te bereiken in staat moet zijn de kern van de mens aan zich te binden; om een hele natie en een hele generatie mee te krijgen moet hij in staat zijn hun kompas in de richting van het algemeen belang te trekken met dezelfde zwaartekracht die hem uit zijn vroegere leventje van academische leegloop en materiele soevereiniteit heeft getrokken, en de toetssteen van zijn vermogen de harten van de jeugd onder spanning te zetten ligt in het eerlijke quid pro quo van een seksuele transactie.
Jill is de voor de hand liggende keuze en hij beraamt een plan om haar vanavond opnieuw te verleiden, want zijn vrouw en kinderen vertrekken vandaag (donderdag) voor hun gebruikelijke lange weekend buiten de stad, in dit geval naar de ranch in Middleburg, Virginia, waar de pony van zijn dochter is gestald. Nadat hij 's middags afscheid van hen heeft genomen met een omhelzing voor zijn vrouw en voor de kinderen een traag loslaten van handen, John jr. in de armen van het kindermeisje en Caroline die zich vastklemt aan de zoom van haar moeders rok, werkt de president door tot de vroege avond, hoofdzakelijk in besprekingen met anderen, maar als de zon ondergaat alleen, alvorens hij een paar medewerkers uitnodigt mee te gaan zwemmen in de wetenschap dat Jill zal proberen erbij te zijn, wat ze vervolgens ook is, in een geleend badpak en samen met de nieuwe assistente van Mrs. Lincoln met wie ze een soort verbond heeft gesloten.
De president glijdt door het stomende water en stopt nu en dan om een praatje met medewerkers te maken, maar ze spreken de president alleen aan als ze door hem worden aangesproken dus kan hij zijn trainingsprogramma ongemerkt afwerken terwijl zij in kleine groepjes rondzwemmen, de meisjes - Jill en het nieuwe meisje zijn de enige vrouwen - met verhitte, blozende en glimmende gezichten, tot hij uiteindelijk naar hun hoekje zwemt en terloops informeert naar hun werk.