Miles was al bijna een uur aan het woord toen Jill Lane, de eigenaresse van Murder for Fun, het podium op kwam om hem te verlossen.
'Er is nog tijd voor twee vragen. Daarna zal de heer Van Meter uw boeken signeren.'
Op de voorste rij stak een man van middelbare leeftijd zijn hand op. Miles gebaarde naar hem.
'Meneer Van Meter, ik heb op internet gezocht en daar het programma gevonden van de voorleestournee die u na het verschijnen van de vorige editie van De Dode Slaapster heeft gehouden. Wist u dat er in twee van de steden die u toen heeft bezocht ook onopgeloste moorden hebben plaatsgevonden? Er zijn precies zulke moorden als Joshua Maxfield begaan heeft, gepleegd in Cleveland, Ohio en in Ames, Iowa.'
'Nee, dat wist ik niet, maar die tournee voerde me langs zesentwintig steden en het zou wel toevallig zijn als er in geen van die zesentwintig een moord was gepleegd.'
'Maar de overeenkomsten waren wel erg opvallend. Zou het kunnen dat u door iemand achterna wordt gereisd die de moorden die u heeft beschreven kopieert?'
'Ik hoop van niet.' Miles glimlachte en hief zijn handen op alsof hij wilde gaan bidden. 'Ik hoop niet dat u wilt dat ik me nu net als Jessica Fletcher uit de tv-serie Murder She Wrote ga voelen. Is het u wel eens opgevallen dat er in iedere plaats waar ze naartoe gaat een moord wordt gepleegd? Ik heb me altijd afgevraagd waarom de politie haar er nooit van verdacht heeft een seriemoordenaar te zijn.'
Het publiek lachte en Miles stond te grijnzen.
'Nog één vraag,' zei Jill Lane.
Van achter een stapel boeken achter in de winkel kwam een vrouw te voorschijn. Ze stak haar hand op.
'Miles,' zei ze terwijl ze naar de spreker toe liep. Van Meter keek even verbaasd en glimlachte vervolgens.
'Dames en heren, dit is werkelijk ongelooflijk,' zei hij tegen het publiek. 'We hebben een bijzondere gast in ons midden. Ashley Spencer is hier. Ashley, wat kom jij in vredesnaam in Seattle doen?'
Er klonk geroezemoes toen het publiek Ashley in de gaten kreeg. Enkele aanwezigen herkenden haar van de foto's in het boek of van de televisie. Zodra het publiek haar herkende, klonk er een spontaan applaus.
Ashley bleef een paar rijen voor het podium staan en hield het boek van Miles omhoog. 'Ik heb het boek dat je voor me gesigneerd hebt eindelijk gelezen. Het was goed.'
'Als jij zoiets zegt, is dat pas echt een compliment.'
'Ik heb nog een vraag,' zei Ashley.
'Vraag maar raak.'
'Je hebt je altijd erg bekommerd om mijn gevoelens en me nooit gevraagd wat er op de avond dat mijn vader en Tanya werden vermoord in ons huis is gebeurd.'
'Ik wist dat het erg moeilijk voor je was om daarover te praten.'
'Dus alles wat je over die avond hebt geschreven is gebaseerd op informatie uit de politierapporten en de getuigenverklaringen voor de rechtbank?'
'Precies. Ik geloof dat iemand me die vraag al eens eerder heeft gesteld.'
Ashley sloeg haar exemplaar van De dode slaapster open. 'Dit is mijn vraag. In het eerste hoofdstuk schrijf je: Ashley lag op haar bed te wachten tot hij haar ook zou vermoorden. Toen ging de deur van de logeerkamer dicht en stond de in het zwart geklede Maxfield, met zijn bivakmuts op en zijn handschoenen aan, opeens in de deuropening van Ashleys kamer. Ze dacht dat zij nu aan de beurt was om eerst verkracht en daarna vermoord te worden. Maar nadat hij een paar tellen naar haar had staan kijken fluisterde hij "tot straks" en liep de trap af. Even later hoorde Ashley de deur van de koelkast opengaan.'
Ashley deed het boek dicht en keek naar Miles. 'Hoe wist je dat de man die mijn huis was binnengedrongen "tot straks" zei voordat hij naar de keuken liep?'
Miles haalde zijn schouders op. 'Dat kan in een van de politierapporten hebben gestaan. Of misschien heb je dat zelf in een getuigenverklaring gezegd.'
Ashley had Miles de hele tijd glimlachend aangekeken, maar nu maakte de glimlach plaats voor een blik waaruit niets dan blinde haat sprak.
'Nee, Miles. Ik heb nooit iemand verteld dat de man die mijn vader vermoordde iets tegen me zei voordat hij naar de keuken ging. Ik was zo getraumatiseerd door het hele gebeuren dat ik dat heb verdrongen. Ik moest er pas weer aan denken toen ik deze week voor het eerst je boek las.'
Miles glimlachte nog steeds. 'Maar je moet er met iemand over gepraat hebben, dat kan niet anders.'
'Dat dacht ik eerst ook - dat ik er met iemand over had gepraat en dat was vergeten - en dus heb ik alle politierapporten waarin mijn naam voorkwam en de verslagen van mijn verklaringen tijdens de hoorzitting en het proces gelezen. Daarna heb ik ook nog met Delilah Wallace en Larry Birch gepraat. Zij kunnen zich ook niet herinneren dat ik gezegd heb dat de moordenaar iets tegen me zei.'
Ashley zweeg even en wierp Miles een woedende blik toe. 'Alleen ikzelf en de man die mijn huis binnendrong, weten wat er in mijn slaapkamer is gezegd.'
Het publiek werd onrustig en de fans van Miles begonnen onderling te praten. Miles stak zijn hand op.
'Ho even, Ashley, kalm blijven. Ik weet niet wat je bezielt, maar Joshua Maxfield heeft je vader en Tanya Jones vermoord. Dat is ook door de jury bevestigd.'
'Zegt de naam Ken Philips je iets?'
Deze vraag leek Miles te verbazen. 'Nee, moet dat dan?' antwoordde hij.
'Ken Philips was de advocaat die mijn adoptie geregeld heeft. Hij is ook een van jouw slachtoffers. Jij hebt hem kort voordat je mijn huis binnendrong, vermoord.'
Verscheidene aanwezigen waren volkomen verbijsterd.
'Waarom kom je nu met zulke onzinnige aantijgingen?' vroeg Miles.
'Waarom ben je kort voor de moord op Ken Philips bij Elite Storage geweest? Wat ging je daar doen?'
Miles leek even van zijn stuk gebracht. 'Dat is jaren geleden, Ashley. Hoe moet ik dat nog weten? Ik kan me niet eens herinneren dat ik daar geweest ben.'
'Uit hun administratie blijkt dat je daar een dossier hebt meegenomen, kort nadat je vader een van de advocaten van jouw kantoor had geraadpleegd omdat hij mij in zijn testament wilde laten opnemen. Dat was een paar weken voordat Ken Philips werd vermoord en de aanslag bij mij thuis werd gepleegd.'
Miles grijnsde minzaam naar Ashley. Als jij zegt dat dat zo is, zal dat wel,' zei hij, 'maar ik kan je nu even niet volgen, en de meeste mensen hier ook niet, denk ik.'
Hij wendde zich tot het publiek om steun, maar de enige reacties die hij kreeg, waren verwarde en vijandige blikken.
'Je had gehoord dat je vader zijn testament wilde laten veranderen,' zei Ashley. 'Ik vermoed dat je in het dossier van de compagnon die met het nieuwe testament bezig was, hebt gekeken — waarschijnlijk na kantoortijd, toen iedereen al naar huis was. Daar zag je dat een zekere Ashley Spencer een deel van Henry's vermogen zou erven. Je had geen idee wie die Ashley Spencer was, en dus heb je er alle privé-dossiers die jouw kantoor van Henry had, op nageslagen. Toen je daar niets kon vinden ben je naar het opslagbedrijf gegaan onder het mom dat je naar een oud dossier op zoek was.
Je wist dat mijn vader je zuster zwanger had gemaakt en dat ze in Europa was bevallen, maar ze hebben je nooit verteld wat er met het kind was gebeurd. Het dossier over mijn adoptie bevond zich in het archief bij het opslagbedrijf. Je ging daarheen, zogenaamd omdat je een dossier nodig had voor een andere zaak. Het moet een schok voor je geweest zijn toen je las dat mijn vader mij had geadopteerd en dat ik in Portland woonde. Maar je las ook dat mijn adoptie geheim was gehouden en dat er maar een paar mensen van op de hoogte waren. Anton Brucher was inmiddels overleden, maar mijn vader, Terri en Ken Philips waren nog in leven.
Henry was vroeger een wrede, autoritaire man, maar na zijn bijna fatale beroerte was hij een ander mens geworden. Je was bang dat hij zijn plan door zou voeren en mij tot zijn erfgenaam benoemen, of dat ik zelf aanspraak wilde maken op zijn vermogen als ik er eenmaal achter zou komen dat ik Caseys dochter was. Of misschien werd de haat die je tegen mijn vader koesterde omdat hij met je zuster naar bed was geweest, nieuw leven ingeblazen. Hoe dan ook, je nam je voor om mij en iedereen die wist dat ik Henry's kleindochter was te doden. Je hebt eerst geprobeerd om mij thuis te vermoorden en later, nadat Maxfield was ontsnapt, ook nog een keer in het studentenhuis van de Academy.
Je wist dat iedereen hem zou verdenken.'
'Dit is volkomen krankzinnig, Ashley. Waarom doe je dit?'
'Omdat jij een koelbloedige, niets ontziende moordenaar bent.'
'Maar dan vergeet je het boek dat Joshua Maxfield heeft geschreven. Als ik degene ben die je huis is binnengedrongen, hoe wist Maxfield dan dat de moordenaar in jullie keuken iets heeft staan eten nadat hij Tanya Jones verkracht had?'
'Die vraag is niet moeilijk te beantwoorden. De Dode Slaapster is je eerste boek dat is uitgegeven, maar je was al een tijdje bezig met schrijven. Je was trots op de moorden die je had gepleegd. Je wilde er graag over opscheppen, maar je besefte dat je dan in de dodencel zou belanden, en dus zocht je naar een alternatief — door er een roman over te schrijven. Je hebt een boek over je misdaden geschreven en dat naar Joshua Maxfield gestuurd met de vraag of hij het wilde redigeren. Uiteraard had je het manuscript niet van je naam voorzien en alleen een postbusnummer opgegeven voor de terugzending. Maar je wist niet dat Joshua Maxfield aan writer's block leed en om een idee voor een nieuwe roman zat te springen. Hij plagieerde jouw roman, met de bedoeling om de herschreven versie onder zijn eigen naam te publiceren.'
'Ashley, ik weet dat je een heleboel hebt meegemaakt. Ik hoopte dat je met de veroordeling van Maxfield al die ellende achter je zou hebben gelaten. Maar naar nu blijkt, heb je nog steeds professionele begeleiding nodig om je te helpen bij het verwerken van je problemen.'
'Bedoel je dat ik volgens jou niet goed snik ben?' vroeg Ashley.
Miles schudde zijn hoofd. Hij keek verdrietig. 'Ik weet precies wat er allemaal door je heen gaat. Je weet dat ik Casey ook bijna ben kwijtgeraakt. Een dergelijk verlies kan grote invloed op je persoonlijkheid hebben.'
'Dat is zo, Miles, maar het kan er ook de oorzaak van zijn dat jouw vingerafdrukken op de meest vreemde plaatsen opduiken, zoals op de eerste versie van Joshua Maxfields boek.' Miles verstijfde. 'Het fragment dat Maxfield aan zijn schrijfgroep voorlas, was een ingrijpend herschreven bewerking van een eerdere versie. Tot voor kort dacht iedereen dat hij zelf die eerdere versie had geschreven, maar toen ik eenmaal begon te vermoeden dat jij de auteur ervan was, heeft Delilah Wallace het gerechtelijk laboratorium de pagina's stuk voor stuk laten controleren op vingerafdrukken.' Ashley gebaarde naar het publiek. 'Kun je deze mensen uitleggen hoe jouw vingerafdrukken op een aantal pagina's van dat manuscript terecht zijn gekomen?'
Aller ogen richtten zich op Miles, maar Miles staarde Ashley alleen maar aan.
'Nadat ze jouw vingerafdrukken hadden ontdekt, kreeg de FBI een huiszoekingsbevel voor jouw huis,' ging ze verder. 'Ze vonden in een bureaula de kritische opmerkingen die Joshua haar aanleiding van je manuscript had gemaakt. Hij was er erg negatief over. Hij wilde dat je er niet mee verder zou gaan, zodat hij het idee kon inpikken zonder dat hij bang hoefde te zijn dat jij je manuscript naar een uitgever zou sturen.'
Miles draaide zich razendsnel om en wilde naar de achteruitgang van de winkel rennen, maar zijn weg werd versperd door twee mannen in blauwe windjacks met op de rug het logo van de FBI.
'Blijf staan, meneer Van Meter,' zei Claire Rolvag. De medewerkster van het publiciteitsbureau stond op enkele passen van haar auteur. 'Ik ben van de FBI. U staat onder arrest.'
Terwijl Claire sprak, waren enkelen van de aanwezige vragenstellers naar voren gekomen en sloten Van Meter in. Hij keek hen sprakeloos aan en wierp Ashley vervolgens een pisnijdige blik toe.
'Dit is een val. Je hebt me in de val gelokt,' zei Miles terwijl hij in de boeien werd geslagen. Het klonk of hij het zelf amper kon geloven.
Ashley liep naar Van Meter toe en keek hem woedend aan. 'Precies... ellendeling die je bent.'
Miles staarde haar aan. Zijn ogen verrieden geen enkele emotie. 'Ik ben volkomen onschuldig, Ashley,' zei hij op effen toon. Het klonk eerder als een bedreiging dan als de kreet van een onschuldig iemand. 'Als dit achter de rug is, moeten we eens een lang gesprek onder vier ogen hebben om over jouw vergissing te praten.'
'Denk je soms dat je me bang kunt maken?'
Op dat moment maakte Miles een fout. Hij gniffelde. Ashley deed een stap achteruit en gaf hem een keiharde trap in zijn kruis. Miles sloeg dubbel en begon te kokhalzen. Ashley sloeg hem met haar gebonden exemplaar van De Dode Slaapster midden in zijn gezicht. Claire trok haar weg.
Het publiek moest nog even op adem komen, maar daarna ontstonden er levendige gesprekken.
'Dat was niet verstandig,' zei Claire tegen Ashley terwijl Miles naar het achterste deel van de winkel werd afgevoerd.
'Misschien niet,' zei Ashley, 'maar als ik de kans kreeg, zou ik het nog een keer doen.'
Jill Lane stond met haar mond wijdopen. Ze hield haar hand voor haar borst.
'O, mijn god,' zei ze ten slotte. 'Ik kan het niet geloven.'
'Het spijt me, maar we konden u niet van tevoren inlichten,' zei Claire. 'We moesten Miles in de waan laten dat dit zijn zoveelste spreekbeurt was om hem in de val te lokken en hem te laten toegeven dat hij de woorden van de moordenaar, "Tot straks", niet van Ashley had gehoord. Behalve Barbara Bridger wist niemand wat er hier vanavond zou gebeuren.'
'Daar hoeft u zich niet voor te verontschuldigen,' zei Jill. 'Dit is de meest opwindende gebeurtenis sinds de opening van de zaak. En onze winkel komt nu in het hele land op de televisie. We worden beroemd.'