II
Hij zette zijn fiets aan het rek en keek omhoog. Bij Machteld boven hem brandde nog licht. Met het hoofd nog vol muziek en de raadgevingen van de laatste les beklom hij de buitentrap, daarna de binnentrap.
Han Bijman was vijfenveertig, had een blauwe maandag scheikunde gestudeerd en werkte sindsdien evengoed bij Shell Research & Technology, zij het op de financiële administratie.
Machteld, vijfenvijftig, Limburgse, geboren op een herenboerderij bovenop de Cauberg, werkte als juriste voor de reclassering. Een jaar geleden was hij onder haar komen wonen in het huis aan een Amsterdamse zij gracht. Beiden waren vrijgezel, Han omdat hij nog nooit gezoend had, Machteld omdat zij na haar laatste verhouding geen nieuwe meer wenste. In plaats daarvan danste zij nu, zeer frequent, maar tevens met de haar typerende intellectuele inslag, te nuchter en rationeel om zich erin te verliezen. Toch was zij het die hem voor de dans had gewonnen.
Sedert Han een keer voor haar planten had gezorgd, vroeg zij hem geregeld boven voor een glas wijn, later ook wel te eten. Allengs wende hij zo aan haar grote, weelderige lichaam, raakte hij vertrouwd met haar voorname tongval, was hij zich gaan koesteren in het overwicht van haar onwankelbare kennis - zij wist meer, deed alles beter en diepgravender dan anderen: ze had Spaans geleerd om tangoteksten te kunnen lezen; de geschiedenis van het huis lag als kadastraal dossier in haar bureau; ze gaarde haar witlof in witte wijn met een scheut slagroom en wat peper en zout, net als haar moeder vroeger op de hoeve. Het interessante van de salon, vond zij, was dat de daar geldende hiërarchie volkomen afweek van die in de gewone maatschappij: de aantrekkelijkheid van de tangodanser werd geenzins bepaald door status of uiterlijk, maar uitsluitend door zijn danskwaliteit. Han vond dat ook heel interessant, en toen hij bovendien vernam dat er in de Amsterdamse scene een weliswaar afnemend, maar nog steeds zeer betreurenswaardig vrouwenovertal bestond streek hij zich onwillekeurig door het dunne haar. Op tafel lag het cursusrooster van de Academia de Tango; hij nam het mee, schreef zich in. Vanaf de eerste les was het vanzelfsprekend dat hij na afloop verslag kwam doen.
En zeker na de laatste les!
Zonder de pas in te houden passeerde hij zijn eigen deur op de tweede verdieping en liep hij verder omhoog. Het geluid van een tango hing als een parfum in de overloop, zwol nog aan toen Machteld, een halve kop groter dan hij, op zijn bellen opendeed.
'Buenas noches, tanguero!'
Glimlachend volgde hij haar naar de kamer. De antieke meubels glansden, hier en daar brandde een kaars, midden op de vloer lag een open, halfgevulde koffer, de salontafel ernaast was bezaaid met reispapieren, paspoort, zonnebril, walkman, twee paar dansschoenen, verschillende kleurig verpakte cadeautjes, en de laatste Cadena. Machteld zette de muziek uit, bracht hem een glas wijn en ging ongedwongen verder met pakken. Morgenochtend zou ze in alle vroegte afreizen naar Buenos Aires. Natuurlijk deden wel meer Nederlandse dansers dat, meer zelfs dan uit enig ander Europees land waar de tango was opgeschoten, maar zij vertrok exact op de sterfdag van de legendarische Carlos Gardel; zij zou logeren in het legendarische tangopension La Alegrfa; zij had privé-lessen besproken bij de legendarische dansmeester Antonio Todaro, en zij had al kaartjes voor de meest legendarische salons van La Boca en Palermo, op hun beurt weer de meest legendarische tangowijken van de stad. Drie weken zou ze wegblijven; hij zou weer voor de planten zorgen.
Wat was er vertrouwelijker dan met je rug naar iemand toe staan en ondertussen gewoon praten?
Met zijn armen over elkaar stond Bijman voor het raam. Terwijl beneden het donkere water tussen de kades spiegelde vertelde hij over zijn laatste les, dat ze, na eerder de media luna, de sandwich en de ocho's, nog weer een nieuwe figuur, eigenlijk gezegd versiering hadden geleerd, de gancho.
'Het haakje,' zei Machteld vanuit de vrouwenrol. Schuin achter hem, in zijn ooghoek, liep zij onophoudelijk heen en weer; de ene na de andere zomerjurk verdween fladderend in de koffer.
Volkomen op zijn gemak, zij het ook wat opgewonden door een zwemend vergezicht, vervolgde Bijman zijn relaas: ze hadden de basispas gedanst zonder elkaar vast te houden, met de armen los Jangs het lichaam, zodat hij zijn dame geleid had met niets dan de stuwing van zijn torso; het was een oefening borst aan borst bijna, maar toch mochten ze elkaar niet aanraken, moesten ze in de eigen as blijven.
'Natuurlijk, altijd in de eigen as blijven... dat is voor de tangodanser zo ongeveer wat artikel I voor de grondwet is!' beaamde Machteld, die de kleurige jurken nu afdekte met wit en zwart ondergoed. 'En wat die rechterhand betreft: ja, laat die maar eens weg, doe er niet te veel mee... dat geprik met die vingers in je rug af en toe, sommige mannen schijnen te denken dat een vrouw daar een bedieningspaneel heeft zitten...'
De oorzaak van zijn opwinding hield Bijman nog even voor zich, in plaats daarvan neuriede hij het begin van het nummer waar ook deze laatste les weer mee was afgesloten.
Machteld herkende het onmiddellijk, neuriede een maat mee en zei op weemoedige toon: 'Ach ja, "La Cumparsita"...de eeuwige afsluiting van elke les en iedere salon op de hele wereld... van zichzelf al zo droevig, en te droeviger nog omdat je weet dat het 't laatste nummer is en dat de illusie zo zal ophouden, als je de zaal uit moet en de mensen zich over de nachtelijke straten verspreiden... Om dat moment nog wat uit te stellen, wordt het soms ook wel een paar keer achter elkaar gedraaid, in verschillende uitvoeringen, bijvoorbeeld eerst een instrumentale en dan nog een gezongen - drie keer is te veel. Maar goed, droefenis, dat is toch ook de kern van alles? De schrijver Enrique Santos Discépolo zegt ergens: "De tango is een droevige gedachte waarop men kan dansen."'
Het woord was gevallen, Bijman bedwong zich niet meer en vertelde met ingehouden opwinding dat de docenten hen tot slot, bij het afscheid, salonwaardig hadden verklaard: tango was immers lopen, dus als je maar bleef lopen, wat kon je dan gebeuren?
De laatste woorden van de docent haalde Bijman in de directe rede en tegenwoordige tijd aan, net of het de zijne waren, en hij met Machteld sprak op voet van gelijkheid.
Maar nu bleef het stil achter hem.
Hij draaide zich om.
Voorbij de salontafel zat Machteld achter haar overvolle bureau. Waarschijnlijk had ze daar vanavond al eerder aan zitten werken. Voorovergebogen schreef ze iets op. Haar rode, krullende haar viel los op de boeken.
'En nu schijnt er zondag een salon te zijn...' ging hij behoedzaam door. Er waren folders te over geweest, maar om het nut van een abonnement op het tangomaandblad te demonstreren, hadden de docenten ook nog eens de aankondiging uit de Cadena voorgelezen. Dat was een halfuur geleden. Zo onverschillig als hij kon, nam hij nu het exemplaar van de lage tafel in de hand. 'Eens kijken of er iets over in staat... Ja, hier heb ik het al!'
Maar nog voor hij de naam kon noemen, deed Machteld het.
'Cristofori,' zei ze zonder opkijken. 'Natuurlijk willen ze dat jullie daar naartoe gaan, die salon organiseert de Academia immers zelf. Je kunt op maandag ook naar De Kroon, op woensdag naar Moeders Mooiste, je kunt naar de Schinkelkade, naar de Boksschool, wat zeg ik: je kunt in Amsterdam bijna elke avond dansen, maar nee, de leerlingen van basiscursus i moeten uitgerekend naar de grootste, duurste en meest exclusieve kwartaalsalon van de stad!'
'Toch begreep ik dat het er juist heel ontspannen toeging... Je kunt er in ieder geval gewoon heen... en dj Renzo draait!' riep hij, lezend in de Cadena weer.
'Dj Renzo draait overal,' zei Machteld, nog steeds zonder opkijken. Ofschoon zelf een gedreven danseres, had ze een verklaarde hekel aan alle mensen die de tango in plaats van het leven stelden, het meest van al aan dj Renzo, over wie ze dan ook graag praatte. Sinds een paar jaar was hij professional in het milieu, eerst alleen als diskjockey, maar tegenwoordig reisde hij ook geregeld naar Buenos Aires om oude platen te zoeken die hij vervolgens, gesorteerd naar milonga, wals en tango, op cd's brandde en onder eigen label verkocht. 'En waarom wordt dj Renzo overal gevraagd? Omdat Renzo een groot artiest is. In een oud Cade- 720-interview, waarin hij zich eerst op de borst klopt als latin lover, zegt hij dat ook: een avond opbouwen is voor hem precies hetzelfde als schilderen; hij zegt letterlijk dat hij draait zoals Rembrandt schilderde - echt waar! Dj Renzo, voorheen Rens...!'
Nog altijd met het blad in de hand vroeg Bijman nu wat BsAs eigenlijk betekende.
'Wat denk je? Buenos Aires.'
'Maar... maar dan speelt er ook een orkest uit Buenos Aires op de salon, hier in Amsterdam, terwijl jij dan juist daar bent!'
Heel langzaam draaide Machteld zich nu naar hem toe. Ze keek hem fronsend aan, zuchtte, vroeg toen: 'Han, ben je werkelijk van plan daarheen te gaan?'
Hij had aanmoedigingen verwacht, geestdrift, alles behalve deze vraag die alle kracht uit hem wegtrok. 'Waarom niet?' antwoordde hij, slap van teleurstelling. 'Een beetje sfeer proeven, ervaring opdoen, rustig beginnen... speciale tangoschoenen zijn voor een man nog niet eens nodig, de leraar zei dat je je zolen met een stukje schuurpapier en wat talkpoeder evengoed de juiste gladheid kunt geven! Natuurlijk zal het op zo'n salon best druk wezen, maar de voornaamste passen zitten er nu toch echt wel goed in...'
'Maar Han, het gaat niet om de passen, het gaat om de dans!'
Langzaam legde hij de Cadena terug op het tafeltje; bitter wendde hij zich af naar het raam. Zoals hij de laatste maanden geen enkele keer naar les was gegaan zonder eerst een tangoplaat op te zetten en zich thuis in te dansen, de armen om een denkbeeldige dame geslagen, zo had hij na afloop van elke les de nieuwe stof voor het slapen nog uitvoerig geoefend, zo nodig met raadpleging van de genummerde voetstappen in het antiquarische instructieboekje dat Machteld hem voor de aardigheid had meegegeven - nog zag hij zich diep voorovergebogen door zijn kamer draaien, in elke hand een ontstopper om ook de passen van de dame te zetten...
Op montere toon ging Machteld intussen door hem de salon te ontraden.
Zij zei: 'Daar komen alleen de echte tanguero's en milongita's, die mensen doen niets anders meer, dat zijn de tangoschimmen van de nacht... een beetje tanguero moet voor zo'n matinee de wekker zetten!'
Ze legde uit dat hij de codes niet kende, dat hij bijvoorbeeld in staat was om klokke vier binnen te stappen of van pure opgelatenheid het ene na het andere glas te drinken, terwijl tango en drank absoluut niet samengingen.
Ze zei: 'En vraag nooit een dame die beter danst dan jijzelf, daar doe je haar geen plezier mee... je moet een vrouw kunnen boeien, verrassen, en in Cristofori verwachten ze wel iets meer dan de versnelde kruispas...'
Nooit ofte nimmer ook mocht hij iemand ten dans vragen zonder voorafgaand oogcontact, tenzij een dame op zekere manier dromerig voor zich uitkeek en de cabeceo zat te oefenen, teken van onvoorwaardelijke beschikbaarheid - maar die blik kwam zelden voor en was bovendien moeilijk te herkennen. Nee, veel beter ging hij nu eerst door met beginners 2, de oefenavonden op de Academia kon hij ook al wel bezoeken, maar iemand die meende dat het op een salon ontspannen toeging en de meest elementaire principes nog leren moest, kon zich op dat slagveld onmogelijk handhaven.
'En wat je ook nog niet weet: niet praten onder het dansen! Juist die beginners praten veel te veel! Wie praat is een individu, wie zwijgt is een man in het algemeen... en daar wil je toch mee dansen!'
Terwijl de bezwaren zich zo achter hem bleven opstapelen voelde Han zijn krachten terugkeren, zijn verbittering verdwijnen: Machteld kon natuurlijk ook niet weten hoe hard hij had geoefend; misschien dacht zij wel dat hij nog over elke pas moest nadenken en danste met zijn ogen gericht op zijn voeten.
Toen hij zich weer naar de kamer keerde zag hij Machteld haar hoofd schuddend voor zich uitkijken, alsof ze nog steeds niet begrijpen kon dat hij over de salon begonnen was.
'En dan die naïviteit van jou over dat leiden!' wendde zij zich nu ook naar hem. 'Goed, de man leidt wel, maar denk nooit dat je de leiding ook werkelijk bezit - de vrouw leidt ook, omdat ze de man laat leiden, dat wil zeggen: zolang en in de mate waarin zij wil. Soms daagt ze hem uit, dan weer weigert ze zijn initiatieven, en zo'n haakje laat ze zich echt niet afdwingen doordat de man zijn voet tussen de hare weet te zetten, die gééft ze hem, in alle vrijheid, als ze hem wil belonen... en anders niet!'
Machteld kwam achter haar bureau vandaan, liep naar het midden van de kamer, keek over haar heup omlaag, sloeg toen plotseling haar onderbeen omhoog om een denkbeeldige mannenkuit.
'Gancho!'
Lachend hurkte ze vervolgens neer tussen het tafeltje en de koffer.
Ze verkeerde in een uitstekende stemming.
Bijman verkeerde ook in een uitmuntende stemming. Onder de doorgaande ontmoedigingen was wat hem aanvankelijk slechts voor ogen zweemde allengs gestold tot een even vast als vermetel besluit. En waarom zou hij ook niet gaan? Machteld zat dan in Buenos Aires, en de mensen die zij kende op de salon kenden hem niet - niemand die er een woord over zou zeggen.
De hoge hakken gingen mee omdat die haar altijd dwongen naar haar balans te zoeken, de halfhoge om de Argentijnen niet af te schrikken met haar lengte - zichzelf zo hardop verklarend stopte Machteld de twee paar dansschoenen in de koffer. Ze sloot het deksel, deed de documenten en overige spullen op het tafeltje als handbagage in een tas, dacht toen opeens aan iets wat ze bijna vergeten was.
'Alsjeblieft... omdat je vandaag je cursus hebt afgemaakt...'
Het overhandigde vel papier kwam uit de rommel op het bureau; ze had zitten vertalen, voor hem, een pas gevonden gedicht vanjorge Luis Borges; blozend las Bijman de regels in zijn handen.
Onwerkelijk verleden dat toch waar is:
De onmogelijke herinnering gestorven te zijn
Vechtend op een hoek ergens in een buitenwijk.
Vervuld van tango liep hij wat later de trap af. Niets had hij van
zijn besluit losgelaten. Dat hij het Machteld feitelijk verzweeg,
versterkte zijn tangogevoel alleen nog maar meer. Zondag, drie
dagen nog...