DE MUZIEKDOOS

Thanksgiving was waarlijk een feest van de dank dat jaar, met Logan en Drake en Logans ouders en mijn baby die in me groeide. Tegen Kerstmis voelde ik het kind schoppen. Drake legde vaak zijn warme handjes op mijn dikker wordende buik om de baby te voelen bewegen. Voor het eerst in mijn leven had ik mijn eigen huis, mijn eigen gezin, mijn eigen geluk.

Logan vroeg me nooit wat ik Fanny had geboden voor het voogdijschap van Drake. Ik had hem nooit verteld dat ik Steine had getelefoneerd om Tony te vragen een miljoen dollar over te maken aan Fanny. Ik wist dat Tony het zou doen. Ik wist dat hij nog steeds hoopte mijn genegenheid te kunnen terugkopen. Maar ik had hem niet bedankt en zelfs de transactie niet bevestigd. Dat zou een andere keer gebeuren, als de oude wonden beter genezen waren.

Op een avond vóór we naar bed gingen, zei Logan glimlachend: 'Drake is een fantastisch jongetje. Ik ben blij dat we hem terug hebben.'

'O, Logan. Dank je.' Ik omhelsde hem.

'Dank je? Waarvoor?'

'Datje zoveel van ons houdt,' zei ik. Hij moest lachen.

ik zou niet anders kunnen, al zou ik het willen.' Hij kuste me zacht op mijn voorhoofd.

Een paar dagen later kwam Logan terug van de fabriek om me te vertellen dat hij gehoord had dat Randall Fanny had verlaten en teruggegaan was naar de universiteit, maar dat Fanny het zich niet erg aantrok.

'Een paar mensen van het personeel praatten over haar tijdens de lunch. Het schijnt dat Randall een paar mensen vertelde hoe ze hem had behandeld. Ze zei,' ging Logan verder, Fanny nabootsend, 'Nou ik net zo rijk ben als Heaven wil ik niet datje terugkomt. Ik heb meer geld dan ik kan uitgeven en een hoop knappe jongemannen zullen bij me komen aankloppen. Dus je hoeft hier niet met je staart tussen je benen terug te komen en te verwachten dat ik in je armen vlieg.' Hij zweeg even en keek me vol verwachting aan. 'Waar heeft Fanny het geld vandaan, Heaven?'

Ik vertelde hem de waarheid en hij luisterde zonder een woord van kritiek. Hij zei niet dat ik met Fanny hetzelfde had gedaan als Tony met Luke. Hij glimlachte slechts en zei: 'Dan zal ik nog harder moeten werken om een enorm succes te maken van de Willies fabriek en Tony al dat geld terug te betalen, zodat we hem nooit meer iets schuldig zullen zijn.'

Ik omhelsde hem en zoende hem; hij was de liefste echtgenoot ter wereld.

We leefden verder, hoorden nu en dan verhalen over Fanny, over de dingen die ze kocht en de mensen met wie ze omging. Nu en dan kwam ze bij Drake op bezoek. Hij was altijd erg beleefd tegen haar, maar ik kon zien dat hij bang was dat ze zou proberen hem weer mee te nemen. Altijd als ze kwam stelde ik hem gerust en zei hem dat dat nooit meer zou gebeuren.

De winter vloog voorbij en op een dag was het voorjaar. Het was alsof

God een cadeau had uitgepakt van bloemen en gras en warme blauwe lucht. Het geritsel van de bladeren, het suizen van de wind door het gras en de wilde bloemen die de lucht vervulden met een zoet parfum, deden een blijde hoop in ons opleven en de droeve dagen van de winter vergeten. Overal scheen de zon.

Appleberry snoeide en plantte en ons huis bloeide op. Drakes melancholieke buien werden steeds zeldzamer, tot ze praktisch verdwenen waren, al peinsde hij soms nog wel eens over zijn vader en moeder.

De fabriek ging fantastisch van start. Logan deed me versteld staan over zijn gevoel voor marketing. Hij reisde het hele land door en het duurde niet lang of hij moest het personeelsbestand uitbreiden, en de mensen in Winnerow werden nog trotser op hun fabriek.

Op een ochtend na het ontbijt ging de telefoon en ik nam op. ik zou je man maar meteen hier naar toe sturen,' kirde Fanny. 'Mijn water is gebroken.'

'Wie is het?' vroeg Logan.

'Fanny,' zei ik. 'Start de auto maar vast. Haar water is net gebroken en ze heeft iemand nodig om haar naar het ziekenhuis te brengen.'

'Heaven, ik kan je nu niet alleen laten. Jij kunt ook elk moment bevallen,' zei hij. Hij probeerde de telefoon uit mijn hand te nemen, maar ik legde mijn palm op de hoorn.

'Schat, ondanks alles wat Fanny heeft gedaan, is ze mijn zuster, en ze heeft niemand anders.'

'Goed,' gaf Logan tenslotte toe. 'Maar jij gaat mee. Ik wil niet datje hier achterblijft met alleen de bedienden om je naar het ziekenhuis te brengen. Bovendien,' zei hij grijnzend, 'zouden al die uren van de zwangerschapscursus en gymnastiek voor de bevalling verspild zijn. Ik haal je koffertje. Vraag jij aan Appleberry of hij op Drake wil passen. Hij vindt het altijd een feest als Appleberry met hem speelt.'

'We komen zo,' zei ik tegen Fanny.

ik zou maar opschieten, want het kan er elk moment uitploppen. Ik wil mijn baby niet onderweg krijgen. Zeg tegen Logan dal hij gauw komt, hoor je?'

Fanny stond op de veranda te wachten met twee enorme koffers.

'Leg ze in de achterbak, Logan,' zei Fanny, die mij in de auto zag zitten. 'Hé, Heaven, kom je zien hoe het in zijn werk gaat?'

Logan worstelde met de koffers. 'Fanny, wat heb je in godsnaam daarin zitten?'

'Al mijn kleren en nieuwe pantoffels en... Dacht je dat ik me op een gewone manier ga kleden nu ik al dat geld heb?' zei Fanny. Toen kromp ze ineen en greep Logans arm vast. 'Schiet op,' stotterde ze.

Logan reed snel naar het ziekenhuis en stopte op het pad waar gewoonlijk de ambulances rijden. Fanny schreeuwde en ging tekeer op de achterbank.

'Ik ga dood van de pijn!' gilde ze.'Ik ga dood! Geef me een paar van die pillen om me weg te maken! Gauw! Ik wil verdoofd worden!'

Een paar verplegers kwamen met een rijdende baar, legden Fanny erop en bedekten haar met een wit laken. Ze lag nog steeds te gillen toen de automatische deuren opengingen en ze haar door de gang reden.

'Geef me iets om me te verdoven!'

Logan keek naar mij en sloeg zijn arm om me heen. 'Hoe gaat het met je, schat?'

ik geloof niet dat het overbodige moeite was dat ik met jou en Fanny ben meegegaan,' zei ik glimlachend.

'Wat?!' stotterde Logan.

'De baby is onderweg,' zei ik.

'O, mijn God, ik ga onmiddellijk een draagbaar halen. Ik zal - '

'Dat hoeft niet,' zei ik lachend, ik kan best lopen.'

Logan liep te ijsberen terwijl we zaten te wachten op een verloskamer. De weeën waren begonnen, maar de pijn was niet erg, helemaal niet erg. Eindelijk, vele uren later, terwijl die lieve Logan naast me zat en mijn ademhaling controleerde en de minuten tussen mijn nu erg pijnlijke weeën telde, kwam de verpleegster binnen om te vertellen dat Fanny een zoontje had. In het begin van de avond kwam mijn eigen baby ter wereld, schreeuwend met twee gezonde longen.

'Het is een meisje!' zei de dokter.

Een verpleegster maakte haar snel schoon, wikkelde haar in een dekentje en legde haar voorzichtig op mijn borst. Ik sloeg de deken weg. Ze had mijn korenblauwe ogen, maar donkerbruin haar. Troys haar, haar dat zelfs net als het zijne in de hals krulde. Zachtjes telde ik haar teentjes en vingertjes en zag dat haar kleine vingertjes dezelfde vorm hadden als die van Troy. Tatterton-vingers, die op een dag misschien miniatuur-mensen en -huizen zouden maken. Logan scheen van dat alles niets te merken. Hij was enthousiast en opgewonden over ons dochtertje.

'Wil je haar vasthouden, Logan?' vroeg ik.

ik ben bang dat ik haar breek. Ze is zo klein,' zei hij.

'Schat, jij bent de voorzichtigste man die ik ken. Hier is je dochter,' zei ik, en overhandigde haar aan hem.

Voorzichtig legde hij zijn hand onder het hoofdje en drukte het bundeltje tegen zijn borst. 'Heaven,' zei hij, terwijl hij in het gezicht van de baby staarde. 'Mijn leven lang heb ik jou als het mooiste meisje op aarde beschouwd, maar nu weet ik dat onze liefde een nog mooier kind heeft geschapen. '

'Logan, ik zou haar graag Annie willen noemen, naar mijn oma.'

'Annie,' fluisterde Logan tegen zijn dochter. Ze begon wild te schreeuwen.

We moesten allebei lachen, ik denk dat ze haar naam al kent,' zei Logan en gaf de baby aan me terug.

Even later kwam de verpleegster, die erop aandrong dat Logan naar huis ging en mij liet rusten. Ze nam de baby mee naar de kinderzaal en ik sliep een paar uur. Ik droomde van mijn baby, van Logan en Troy, en werd wakker met Annies naam op mijn lippen. O, ik wist zeker, absoluut zeker dat ze Troys dochter was, en ik zwoer dat Logan het nooit zou weten - haar liefde voor hem, en mijn liefde voor hem, zouden alles goedmaken.

Pijnlijk kwam ik uit bed en liep langzaam door de gang naar de glazen wand van de babyzaal. Een rauwe stem begroette me aan het eind van de gang. 'Hé, kijk eens even wie eindelijk op is en rondstruint.'

Fanny zat in een rolstoel en werd door een particuliere verpleegster geduwd.

'Waar is jouw zoontje?' vroeg ik.

'Luke? Ik heb hem naar pa genoemd. Luke is daar, de mooiste baby in de rij,' zei ze. Ik zag dat ze echt van de baby hield en trots op hem was.

'Hij is een mooie baby,' gaf ik toe.

'Ik dacht wel dat je dat zou vinden, Heaven. Je bent met zijn vader getrouwd en hij lijkt precies op hem. Waar is je dochtertje?'

Ik wees naar Annie, die lag te brullen.

'Weetje het zeker, Heaven? Ze lijkt op niemand die ik ken.'

Er ging een koude rilling door me heen. Fanny kon het niet weten, kon de waarheid niet vermoeden. Ik plakte een glimlach op mijn gezicht. 'Maar, Fanny,' plaagde ik haar, 'als ze zo schreeuwt, lijkt ze een beetje op jou, gisteravond.'

Zelfs Fanny moest lachen.

'Ik zie je nog, zuster,' zei ze. Toen liet ze zich door haar verpleegster terugrijden naar haar kamer. 'En niet te snel, ik wil in alle kamers kijken,' gaf ze opdracht. 'Het is hier net General Hospital.'

Tien dagen later brachten we Annie naar huis. Ik gaf haar boven in bed de borst toen Logan thuiskwam uit de fabriek. Hij was zo dol op het kind dat hij vaak even wegging uit de fabriek voor wat hij noemde een "babybezoekje". Hij holde naar binnen, hield de baby even in zijn armen of keek naar haar terwijl ze lag te slapen, en ging dan weer terug naar de fabriek.

Deze speciale middag toen hij boven kwam had hij een doos in zijn armen. Er stond op BREEKBAAR.

'Wat is het?' vroeg ik.

ik weet het niet,' zei Logan. 'Het is net afgegeven.'

Hij maakte de doos open, haalde voorzichtig de inhoud eruit en zette die naast mijn bed.

'Het was een volmaakt weergegeven miniatuur van Troys bungalow. Alles was er, zelfs de doolhof erachter.

'Kijk nou eens,' zei Logan verbluft. 'Het dak kan eraf.'

Hij haalde het eraf en een tinkelend carillon speelde Troys lievelingsprelude van Chopin. In de bungalow lag een man, die precies op Troy leek, op de grond, met zijn handen achter zijn hoofd gevouwen. Naast hem zat een meisje dal sprekend op mij leek toen ik voor het eerst in Farthy kwam. Alles was precies zoals het toen was: de kleine meubeltjes, kleine bordjes, zelfs klein gereedschap om speelgoed te maken.

Alleen Troy had dit kunnen maken. Alleen Troy. Hij wist het. Hij wist dat ze van hem was. En hij wilde me laten welen dat hij het wist. Het was zijn manier om het me te vertellen, zijn manier om zijn dochter op te eisen. O, Troy, had het allemaal maar anders kunnen zijn. En ze was perfect. Zo perfect!

'Er is geen kaartje bij,' onderbrak Logan mijn overpeinzingen. 'Mal, hè? Een van onze handwerkslieden moet dit voor je hebben gemaakt en hebben vergeten er een kaartje bij te doen. Hoe moeten we hem bedanken? Ik zal een paar van onze mensen aan het werk zetten om uit te zoeken wie het gemaakt heeft. Het is prachtig, hè, Heaven? Zo'n aandacht voor details. Ik durf te wedden,' zei Logan plotseling, 'dat Tony er iets mee te maken heeft. Misschien is het zijn manier om zich te verontschuldigen, hè?'

'Ja,' fluisterde ik. Ik kon geen woord uitbrengen, zo overweldigd was ik door dit teken van Troys eeuwigdurende liefde. Logan dacht dat het kwam omdat ik zo onder de indruk was van het fraaie geschenk. 'Kun jij Annie terugleggen in haar wieg?' fluisterde ik hees.

'Natuurlijk,' zei hij.

Hij nam de baby uit mijn armen en legde haar voorzichtig in de wieg. 'Ik zal dit mee naar beneden nemen,' zei hij, en stak zijn hand uit naar de kleine bungalow.

'Nee, laat maar, Logan. Ik wil er nog even naar kijken.'

'Goed. Ik moet nu terug naar de fabriek. Ik zie je straks.' 'Oké.'

Hij kuste me op de wang en liep snel naar buiten.

Weer maakte ik het dak open en de magische tinkelende muziek vervulde de kamer. Een wolk die voor de zon was geschoven zweefde weg en het warme zonlicht stroomde door het raam naar binnen en liefkoosde de kleine bungalow.

Opnieuw hoorde ik de zachte pianoklanken. De melodie werd luider en leek gevangen in de bries die de gordijnen voor het raam van mijn slaapkamer luchtig tegen het glas deed dansen. Ik keek naar de blauwe lucht alsof ik de muziek zag opstijgen en zette toen het dak weer terug op de bungalow.

Ik zou het speelgoed op een plank in Annies kamer zetten tot ik haar op een dag, vele jaren later, zou vertellen wat die bungalow betekende. Ik wist zeker dat als ik dat deed ze zou begrijpen waarom ik zo had moeten handelen. Want ik zou haar altijd de waarheid vertellen, mijn eigen waarheid. En de waarheid heelt altijd.