Op eigen wieken
Dokter Lewis bezocht grootma Hudson pas toen ik al naar school
was. Ik besloot haar niet te waarschuwen dat hij kwam. Ik keek even
bij haar binnen voor ik wegging; ze was wakker, zat rechtop in bed
en zag er iets meer uitgerust uit, maar was nog steeds zwak en haar
stem klonk niet krachtig.
'Hoe gaat het vanmorgen met u?' vroeg ik.
'Goed.' zei ze. 'Ga jij je gang maar.' Ze wuifde me naar
buiten nog voordat ik de kans kreeg zelfs maar te opperen dat de
dokter zou komen. Ze vond het erger dat ik haar onwel zag dan dat
ze zich onwel voelde. Haar trots maakte haar tot een eenzame vrouw,
dacht ik.
Op weg naar school vertelde ik Jake wat ik had gedaan.
'Goed zo,' zei hij. 'Tenminste iemand heelt het lef gehad haar
voor één keer te laten doen wat juist is. Natuurlijk bestaat de
mogelijkheid datje voortaan in de garage zult moeten slapen.'
grapte hij.
'Dat kan me niet schelen,' zei ik. Hij keek naar me in de
achteruitkijkspiegel en glimlachte.
'Het lijkt erop dat ze meer heeft gekregen dan waar ze op
rekende toen ze besloot nog eens iets liefdadigs te doen en jou in
huis te nemen, hè?' Hij staarde me nog even aan alsof hij meer wist
en wachtte tot ik het zou bevestigen. het grootste deel van
de ril naar school bleef ik zwijgen. Net doen of ik iemand was die
ik niet was maakte me misselijk. Ik wilde het raam opendoen en het
uitschreeuwen toen we langs de chique huizen en mensen reden: 'Ik
ben mevrouw Hudsons kleindochter. Mijn moeder is Megan Hudson
Randolph. En als je me niet gehoord hebt, zal ik nog wat harder
schreeuwen. Ik ben mevrouw Hudsons kleindochter...' Even dacht ik
dat ik het werkelijk geroepen had. Er lag een vreemde
uitdrukking op Jakes gezicht.
'Alles oké?' vroeg hij.
'Ja,' zei ik. Ik barstte bijna in tranen uit, maar herhaalde:
'Ja, het gaat goed met me.'
Ik zat de het e dag op spelden, in de verwachting dat grootma
Hudsons woede als een donkere wolk een koude regen op mijn hoofd
zou loslaten. Jake wist wat ik verwachtte. Toen hij me afhaalde na
de repetitie, kon ik zien dat hij opgewondener was dan
gewoonlijk.
'Hoe gaat het met mevrouw Hudson?' vroeg ik zo gauw ik
kon.
'Wel, je moet enige invloed op haar hebben gehad,' antwoordde
hij. 'Ze heeft toegestemd in het plaatsen van een pacemaker.'
'Heus? Wanneer gebeurt het?' vroeg ik.
'Morgenochtend. Dokter Lewis neemt geen enkel risico dat ze
zich bedenkt. Goed gedaan,' voegde hij eraan toe. Ik stapte snel
in. Ik wilde zo snel mogelijk naar huis om te horen wat ze zou
zeggen.
Zodra ik binnenkwam, holde Merilyn de keuken uit om me te
begroeten. Ze was kennelijk in de buurt van de voordeur gebleven om
te horen of ik eraan kwam. De uitdrukking op haar gezicht vertelde
me dat ze gestrest was en kwaad op mij. Ik vermoedde dat grootma
Hudson haar frustratie en woede op haar had botgevierd en haar nog
meer had overladen met kritiek en bevelen.
'Mevrouw Hudson wil je onmiddellijk spreken.' verkondigde ze
voldaan. 'Je schijnt al een hoop moeilijkheden te hebben
veroorzaakt in de korte tijd datje hier bent. Verbaast me
niks.'
Ik vermoedde dat ze hoopte dat ik nu de deur uitgezet zou
worden. Ik gaf geen antwoord. Ik holde de trap op naar de
slaapkamer van mijn grootmoeder. Ze lag nog precies zoals ik haar
had achtergelaten, rechtop zittend tegen de kussens. Ik klopte op
de open deur.
'Kom binnen, kom binnen,' zei ze snel.
'Hoi.'
'Hoi? Kom me niet aan met dat lieve, onschuldige gezicht datje
moeder tot een klassieker heeft gemaakt. Ik weet wat je hebt
gedaan. Ik hoop dat je nu tevreden bent,' begon ze. 'Je hebt dokter
Lewis gebeld zonder het mij te zeggen, en hij staat erop dat ik die
verdomde pacemaker neem of hem anders niet meer bel. Het is om
razend te worden. Je hebt tegenwoordig geen zeggenschap meer over
je eigen lichaam.' klaagde ze. Ze keek me strak aan. iedereen
doet een duit in het zakje. Zelfs mensen die je dacht te
kunnen vertrouwen.'
'Ik maakte me ongerust over u,' zei ik, 'dus heb ik de dokter
gebeld.'
'Onzin.'
'Dat is geen onzin. Dal is voorzichtig gedrag. Volwassen
gedrag.'
Ze zoog haar wangen in en klemde haar lippen op elkaar terwijl
ze me aankeek.
'Vind je jezelf al wijs genoeg om te welen wat volwassen
gedrag is voor een ander en wat niet?'
'Ja,' hield ik vol.
Ze schudde haar hoofd, maar haar blik verzachtte, van ergernis
en humeurigheid in onwillige goedkeuring.
'Je mama, zoals je haar noemt, moet jou en je broer en zus
heel goed hebben opgevoed onder die afgrijselijke omstandigheden.
Nou ja, gedane zaken nemen geen keer. Laten we er niet over ruziën.
Wat gebeuren moet, gebeurt.'
'Hoe laat doen ze het?' vroeg ik.
'Morgenochtend om tien uur. Ze hebben me verzekerd dat het
tegenwoordig een simpele procedure is, maar dat is alleen maar
medische propaganda. Ik ken niets dat simpel is tegenwoordig,
behalve sommige mensen die voor me komen werken, en zelfs sommigen
die bij me komen wonen,' ging ze verder. Ze keek als een verwend
kind.
'Ik blijf morgen thuis en ga met u mee,' zei ik.
Ze hief met een ruk haar gezicht op.
'Dat doe je niet. Dat is belachelijk.'
'Maar-'
'Denk eens na. Miss Voorzichtig Gedrag, Miss Volwassen Gedrag.
Waarom zou je? Je bent maar een gast,' bracht ze me op scherpe toon
in herinnering.
Ik slikte mijn teleurstelling in. Ik had gehoopt dat ze me een
beetje anders was gaan bekijken, maar zich vastklampen aan haar
geheim was nog steeds belangrijker voor haar. De familienaam bleef
de hoogste prioriteit en moest ten koste van alles beschermd
worden. Ik bleef misschien altijd een vreemde in dit huis en de
familie. Het was moeilijk te verteren.
'En mijn moeder en Victoria?'
ik heb ze met tegenzin gebeld. Victoria komt straks. Megan
zegt dat ze morgen in het ziekenhuis is. Ik zou beter af zijn als
ze geen van beiden kwamen opdagen.'
'Waarom? Ze zijn uw dochters. Ze horen bij u te zijn.'
'Om mijn hand vast te houden?' Ze lachte. 'Ze zullen iedereen
alleen maar zenuwachtig maken en Victoria zal ruziemaken met de
dokter en de administrateur van het ziekenhuis over de kosten van
een aspirientje.'
Ik moest lachen, zag voor ogen wat ze beschreef. Ze kalmeerde
en vroeg me om haar over school te vertellen, over mijn rijlessen
en de repetities van het toneelstuk. Ik liet haar een paar cijfers
zien van proefwerken en essays, en ze trok geïmponeerd haar
wenkbrauwen op.
'Ik moet eerlijk bekennen.' zei ze, 'dat ik, toen Megan me
over je vertelde en het besluit viel je naar Dogwood te sturen,
niet dacht dal het van lange duur zou zijn. Ik kon me niet
voorstellen dal iemand die komt vanwaar jij komt, het er goed zou
afbrengen op die school.'
'Dank u,' zei ik. 'Geloof ik.'
Ze lachte en toen zei ze dat ik moest gaan kijken hoe het met
het eten stond.
'Dat meisje wordt een luilak als we haar niet in de gaten
houden,' zei grootma Hudson. Ik glimlachte bij mezelf. Voor het
eerst sinds ik hier was had ze gezegd "we'.
Merilyn was chagrijnig, vooral toen ze ontdekte dat ik niet in
serieuze moeilijkheden verkeerde. Ik vond dat de rosbief te gaar
was en de aardappelen te vet. Ik was er niet happig op haar het
eten naar grootma Hudson te laten brengen, maar ze negeerde mijn
opmerkingen en gedroeg zich alsof ik zelfs niet in hetzelfde
vertrek was. Toen ik klaar was met eten, ging ik terug naar grootma
Hudsons slaapkamer en zoals ik verwacht had, ontdekte ik dat ze
heel weinig had gegeten.
Mijn tante Victoria kwam ongeveer een uur na het eten. Ondanks
haar moeders gezondheidscrisis had ze eerst haar werk op kantoor
afgemaakt, zei ze met zoveel woorden toen ze in grootma Hudsons
slaapkamer kwam. Ik weet dat ze verbaasd was me daar te zien. Zehad
een aktetas hij zich en legde die op het bed. Toen draaide ze zich
naar mij om.
'Ik heb begrepen dat jij de dokter hebt gebeld,' zei ze tegen
me.
'Ja.'
'Waarom heb je niet eerst mij of mijn zuster gebeld?'
'Ik dacht dat het belangrijk was de dokter zo gauw mogelijk te
laten komen, en u heeft me nooit uw telefoonnummer gegeven,' zei
ik.
'Heeft mijn moeder je gevraagd de dokter te bellen?' ging ze
verder met haar verhoor.
'Nee.'
'Hou op met dat meisje te behandelen alsof ze een misdadigster
is, Victoria,' zei grootma Hudson.
Victoria keek me even woedend aan en draaide zich toen
mompelend om.
'Het was erg brutaal van haar om dat te doen. Ze is maar een
gast hier in huis.'
ik heb gedaan wat me juist leek en de dokter is het daar
blijkbaar mee eens,' antwoordde ik vinnig.
Ze negeerde me en maakte haar aktetas open.
'We moeten een paar papieren doornemen, moeder, en er zijn
documenten die je moet tekenen,' zei ze, en haalde het ene dossier
na het andere tevoorschijn en legde het aan grootma Hudsons
voeten.
'Nu?'
'Niemand heeft me gewaarschuwd,' klaagde ze. 'Je krijgt een
serieuze hartoperatie, moeder. Er zijn nog een paar onafgewerkte
zaken wat de erfenis betreft, die moeten worden afgehandeld.'
Ik snakte bijna hoorbaar naar adem. Was dat waarover ze zich
zorgen maakte? Onafgewerkte zaken van de erfenis? Ze had nog niet
één vraag gesteld over de medische procedure of de diagnose. Ze zag
dat mijn mond openviel en keek me meesmuilend aan.
'Wil je ons alsjeblieft excuseren,' beval ze, 'dit is
persoonlijk.'
Ik keek even naar mijn grootmoeder en stond toen op.'Er is
geen reden om haar weg te sturen, Victoria. Je weet dat ik niets
teken of doe zonder mijn accountant. Geef alles maar aan hem. Toe
dan,' zei grootma Hudson, wuivend naar de papieren alsof het
lastige vliegen waren, 'stop het weg.' 'Maar moeder-'
'Wat het ook is, ik weet zeker dat het wel even kan
wachten.'
'Niet als er iets met je zou gebeuren,' zette Victoria door.
'Dan krijgen we alleen maar nog grotere
problemen.'
'Dat is iets afschuwelijks om te zeggen. Er zal niets met haar
gebeuren, en de dokter zei dat ze niet verontrust mag worden, zeker
niet vanavond. Hij heeft haar iels gegeven om rustig te blijven,'
viel ik haar in de rede.
Victoria draaide zich zo snel naar me om dat ik bijna omviel
door de windvlaag die ze veroorzaakte.
ik dacht dal ik je gevraagd had om weg te gaan. Dit is een
familiekwestie. Jouw opinies zijn niet van belang voor me.'
Vanuit mijn ooghoek zag ik dat mijn grootmoeder belangstellend
naar me keek. Ze leek zelfs gesterkt door de woordenwisseling
lussen mij en Victoria.
'De gezondheid van uw moeder is de belangrijkste
familiekwestie. Ik heb de dokter beloofd dat ik ervoor zou zorgen
dat ze zich vanavond ontspande. In plaats van tegen me te
schreeuwen, hoort u me dankbaar te zijn.' viel ik tegen haar
uil.
Haar gezicht werd donkerrood en de spieren in haar nek spanden
zich.
Grootma Hudson glimlachte.
ik heb nog nooit zoveel mensen voor mijn belangen zien
opkomen,' zei ze. Ze keek naar Victoria. 'Het maakt dat ik eeuwig
wil blijven leven.'
Victoria keek of ze stikte in een perzikpit.
ik probeer alleen maar te doen wat juist is,' klaagde ze.
'Papa zou dat van me verwacht hebben.'
Met tegenzin stopte ze de dossiers weer in haar koffertje en
sloeg het deksel dicht. Even later besloot ze dat ze naar beneden
moest om iets kouds te drinken en een paar heel belangrijke
telefoongesprekken te voeren. Ik had nog nooit iemand gezien die
het zo druk had als zij en zei dat tegen grootma Hudson.
ik vermoed dat de het ft van wat ze doet onnodig is,' zei ze.
'Mijn man presteerde heel wal meer met veel minder
inspanning.'
Haar oogleden leken zwaarder dan even geleden. Ik pakte de kop
thee uit haar hand en schudde haar kussens op. Wal de dokter
haarook had gegeven, het had het gewenste effect, dacht ik. Ik
wenste haar welterusten en ging mijn huiswerk maken.
Een halfuur later hoorde ik Victoria weer bovenkomen en ik
opende mijn deur op een kier om naar haar te kijken. Ze stond in de
deuropening van de slaapkamer. Ik wist dat grootmoeder Hudson al in
diepe slaap was. Victoria liep bonkend naar de trap, keek even naar
mijn deur. Haar ogen zagen rood van woede.
Die blik bleef me bij toen ik ging slapen en achtervolgde me
in mijn nachtmerries. Ik zag Victoria overal, zelfs in Washington
D.C., meehollend met Jerad en zijn bende, die achter mij aan zaten.
Ze droeg die verdomde aktetas en omklemde die als een hamer, gereed
om me ermee op mijn hoofd te slaan.
Dokter Lewis regelde een ambulance om grootma Hudson naar het
ziekenhuis te brengen. Ze was kwaad en wilde weten waarom Jake haar
niet gewoon met de Rolls kon brengen.
'Een ambulance,' verklaarde ze, 'is niet comfortabeler en zal
alleen een hoop overbodige aandacht trekken.'
Ik begon te begrijpen dat grootma Hudson ziekte beschouwde als
een zwakte, iets waarvoor je je moest schamen, en iets waarover je
controle had. Ze wilde haar pacemaker geheimhouden, zonder enige
fanfare het ziekenhuis in en uit gaan, en niemand ooit vertellen
wat er gebeurd was.
Opnieuw probeerde ik haar over te halen me met haar mee te
laten gaan, maar ze was er nog minder toe te bewegen dan de vorige
avond. Juist toen ik in de Rolls stapte om naar school te gaan,
kwam de ambulance. Jake keek toe terwijl de ziekenbroeders de trap
op holden.
'Wacht maar tot ze haar ontmoeten,' zei hij. 'Zij zal ze wel
intomen.' Hij keek naar mij. 'Maak je geen zorgen over haar. Ze
gaal niet dood voor ze daar goed en wel toe bereid is.'
Ik knikte. Hij had misschien niet het emaal ongelijk, dacht
ik. Ze had het lef om zich te verzetten legen de Man met de Zeis en
hem te vertellen dal hij netjes buiten moest wachten lot het tijd
was.
Ik vond het moeilijk die dag om mijn volledige aandacht bij de
lessen te houden. Ik keek uit naar de bel. De lunchpauze kwam en
ging, en de middaglessen begonnen. Ik had half-en-half verwacht en
gehoopt dat mijn moeder de school zou bellen om me het laatste
nieuws te geven over grootmoeders operatie, maar niemand
belde.
Mijn paard, Flagler, scheen mijn gebrek aan concentratie te
voelen en schudde voortdurend met haar hoofd en verzette zich tegen
de teugels tijdens de les. Zonder enige reden ging ze draven en ik
hotste als een gummipop in het zadel, waardoor Drewitt in lachen
uitbarstte. Toen ik afsteeg zei hij tegen me dat ik erbij liep als
een dronken zeeman met O-benen.
Ik deed het ontzettend slecht op de repetitie, vergal mijn
tekst, vergat mijn positie op het toneel en mijn bewegingen, en
sprak met een stem die op de eerste rij al nauwelijks verstaanbaar
was. Maureen was op deze repetitie aanwezig en zat er met een
voldane glimlach bij als Bufurd me aan iets moest herinneren of me
vragen om wat duidelijker te spreken.
'Voel je je niet goed?' vroeg Audrey me fluisterend toen we
allebei in de coulissen stonden.
'Jawel, maar ik maak me bezorgd over mevrouw Hudson. Ze is
vanmorgen naar het ziekenhuis gegaan voor een pacemaker.'
'O, nou ja, als ze dood zou gaan, zou iemand het toch wel
komen vertellen?' zei ze zonder veel gevoel.
ik weet het niet,' zei ik. Ik wist het echt niet.
'Als ze sterft, ga jij dan terug naar Washington?'
ik weet het niet,' zei ik weer. Ik schudde mijn hoofd, ik weet
het niet. maar dat is niet de reden waarom ik me bezorgd
maak.'
Ze keek weer even naar me en beet op haar onderlip.
'O, ik hoop maar dat ze je niet terugsturen, zei ze. 'Je bent
zo goed in het toneelstuk.'
ik denk dat het leven van mevrouw Hudson wel iets belangrijker
is dan deze opvoering, hè?'
'Wat? O ja, ik bedoelde niet... ik bedoel... ja,' zei ze,
waarna ze snel naar de achterkant van het toneel liep.
Ik had medelijden met haar. Ze probeerde alleen maar een
manier te vinden om mijn vriendin te worden, maar op het ogenblik
had ik daar geen geduld voor. Gelukkig kwam er een eind aan de
repetitie.
Corbette pakte mijn elleboog vast en hield me tegen toen ik
mijn boeken pakte en haastig het middenpad af wilde
lopen.
'Nou?' vroeg hij.
'Nou wat?'
'Hoe zit het met morgen?'
'O. Ik... was het het emaal vergeten. Sorry,' zei ik en
vertelde hem snel wat er aan de hand was.
'O, dat komt best in orde,' verzekerde hij me. 'Mijn
grootvader heeft het vorig jaar laten doen. Ik bel je vanavond,
oké? Oké?' herhaalde hij toen ik geen antwoord gaf.
!Wat? Ja, oké.' zei ik, meer om snel weg te kunnen dan iets
anders. Ik holde praktisch het theater uit naar de auto. Jake stond
ernaast te wachten. Zijn glimlach stelde me onmiddellijk
gerust.
'Alles is in orde,' zei Jake snel. 'Het gaat heel goed met
haar. De dokters zullen haar over een dag of zo naar huis laten
gaan.'
'Heus? Geweldig,' zei ik.
'Ja.' Hij glimlachte. 'Ze hebben je nu meer dan ooit nodig in
dat huis.'
Op weg naar huis dacht ik na over wat hij gezegd had en hoe
hij het gezegd had. Dat was waar Audrey dacht dat ik me zorgen over
maakte, en dat dacht Victoria beslist ook. Dacht iedereen dat ik
ine alleen maar bezorgd maakte over mezelf? En waarom eigenlijk
niet? besefte ik toen. Ze wisten verder niets over me.
Toen ik binnenkwam in huis, trof ik mijn moeder en tante
Victoria aan in de zitkamer. Ze dronken allebei wijn en praatten
met elkaar.
'Hoe gaat het met mevrouw Hudson?' vroeg ik vanuit de
deuropening. Tante Victoria meesmuilde, maar mijn moeder begroette
me met een warme glimlach.
'Hel gaat goed, Rain. Bedankt dat je haar hebt overgehaald om
eindelijk te doen wat juist is. Ik zit nu al bijna een jaar achter
haar aan om zich eens goed te laten onderzoeken en dit probleem uit
de weg te ruimen. Dokter Lewis vertelde me van je telefoontje.' Ze
wendde haar hoofd van Victoria af en knipoogde. 'Hoe gaal het met
jou?'
'Goed.' zei ik.
'Ik heb begrepen datje goede cijfers haalt.'
Victoria bromde iets.
'En je hebt de hoofdrol in de toneelopvoering?'
'Ja.'
'Een verbazingwekkend gettokind,' zei Victoria spottend en nam
een slok wijn. Ze kneep haar ogen achterdochtig samen en keek naar
Megan. 'Het is een geluk dat het kind dat jou en moeder is
toegewezen zo talentvol is. Je had ook een drugsverslaafde kunnen
krijgen of zo.' Ze keek weer naar mij. 'Niet dat we alles weten wat
er te weten valt over Rain. Politiedossiers over minderjarigen
worden meestal geheimgehouden.'
'Ik heb geen politiedossier,' snauwde ik.
'Rain heeft een goede reputatie en goede schoolrapporten,' zei
mijn moeder kalm. 'Ze verdient een kans iets van zichzelf te
maken.'
'Jij en je altruïstische onderneminkjes, Megan. Wat vindt
Grant hiervan?' vroeg tante Victoria.
'Hij steunt mijn liefdadigheidswerk, Victoria.'
'Wat mensen niet al doen om zich een plaats te veroveren in de
politiek,' zei Victoria hoofdschuddend.
'Dat is niet de reden waarom ik het doe,' zei mijn moeder
scherp.
'Ik weet het. Ik weet het,' zei Victoria vermoeid. 'Heb je er
ooit wel eens over gedacht iels van die energie in werk te stoppen
waarmee je iets meer zou kunnen verdienen voor je gezin dan klopjes
op de rug, Megan? Je hebt nog steeds dat malle idealistische trekje
datje al die jaren geleden in zulke moeilijkheden bracht.'
'We zijn welvarend genoeg zonder dat ik een manier hoef te
vinden om voor meer inkomen te zorgen, Victoria. En het is geen mal
idealisme om mensen te willen het pen die er niet zo goed aan toe
zijn als jij.'
'Je kunt nooit welvarend genoeg zijn,' hield tante Victoria
vol. 'Je hebt je eigen kinderen om je zorgen over te maken.'
Mijn moeder keek me met een snelle verontruste blik aan.
'Zijn uw kinderen hier ook, mevrouw Randolph?' vroeg ik, in de
verwachting dat ze misschien ergens in huis waren. Ik haalde diep
adem. Het was tijd om ze te leren kennen, dat wist ik.
'Nee, ik wilde ze niet op zo korte termijn van school halen,'
antwoordde ze.
Ik staarde haar even aan. Ze wilde ze niet van school halen?
Hun grootmoeder had op de operatietafel kunnen sterven en ze
drongen er niet op aan om hier te komen ?
'Ze komen binnenkort op bezoek,' ging ze verder, toen ze mijn
gezicht zag.
'O. Blijft u een tijdje hier?1 vroeg ik, hopend dat het waar
was. Ik wilde zo graag wat meer tijd met haar doorbrengen.
'Dat waren Victoria en ik nel aan het bespreken. We hebben
besloten een verpleegster aan te nemen voor een paar weken.
Victoria heeft het te druk om hier vaak te zijn en ik woon te ver
weg. En,' ging ze verder, 'dan wordt die verschrikkelijke
verantwoordelijkheid van je schouders genomen. Al ben je heel goed
in staat die aan te kunnen. Maar jij moet naar school en ik heb je
niet hiernaartoe gehaald om te komen babysitten,' eindigde
ze.
Victoria schudde haar hoofd en dronk haar wijn op.
'Ik moet terug naar kantoor,' zei ze, en ze stond op. 'Zorg
ervoor dat Grant die papieren doorkijkt die ik verleden week heb
opgestuurd.'
'Ja,' beloofde mijn moeder.
'Het is geen onbelangrijke kwestie, Megan.'
ik beloof het. Ik zal ervoor zorgen,' zei ze nadrukkelijk,
maar tante Victoria liet zich niet sussen.
ik zal hem bellen.' dreigde ze en liep naar de deur. In de
deuropening bleef ze naast me staan, ik heb nummers achtergelaten
op het prikbord in de keuken als je om de een of andere reden iets
belangrijks nodig hebt. al verwacht ik dal de verpleegster me wel
op de hoogte zal houden van de toestand van mijn moeder.' Ze keek
achterom naar mijn moeder, in elk geval hoefje niet mijn zuster te
bellen en haar het emaal hiernaartoe te slepen. Begrepen?' zei ze
nadrukkelijk.
'Ja mevrouw,' zei ik. Ik wilde bijna salueren.
Ze perste haar lippen op elkaar en ging weg. Toen ik haar
dooide voordeur naar buiten zag gaan, draaide ik me om naar mijn
moeder. die haar vinger tegen haar lippen legde voor ik iets kon
zeggen.
'Merilyn is vlakbij,' fluisterde ze.
Ze wees naar de stoel tegenover haar en ik ging zitten. 'En
hoe gaat het hier nu werkelijk met je?'
Ik vertelde haar weer over mijn cijfers en dat ik genoot van
mijn paardrijlessen en de toneelopvoering.
'Maar kun je opschieten met mijn moeder? Ik weet hoe lastig
ze
kan zijn. Haar ideeën zijn in cement geplant.'
' we hebben een wapenstilstand gesloten,' zei ik. 'Ze
pretendeert veel harder te zijn dan ze in werkelijkheid is, al
klaagt ze altijd over de manier waarop jonge mensen tegenwoordig
worden opgevoed,' zei ik, wat me deed denken aan de andere
kleinkinderen van grootma Hudson. 'Ik had gehoopt dat u Brody en
Alison mee zou brengen.'
'Het was echt te moeilijk voor ze om zich vrij te maken.
Alison had een repetitie waarvoor ze moest studeren; Brody had een
belangrijke wedstrijd. Het leek me beter ze een andere keer mee te
nemen. Wees maar niet bang, jullie zullen elkaar heus wel
ontmoeten. Heb je al iets gehoord van je moederen je broer?'
'Alleen van mama,' zei ik. Ik vertelde waar ze nu woonde en
wat Roy had gedaan.
'Je moet haar bellen en haar laten weten dat hier alles nog
goed gaat. Ik weet zeker dat ze zich ongerust maakt over je.'
ik zal het doen,' zei ik.
Ze keek om zich heen. Een zachte glimlach verving haar
vermoeide, bezorgde blik.
'Wat een huis, vind je niet? Je hebt mijn oude kamer, hè? Ik
zat laat in de middag altijd voor het raam en keek naar de donker
wordende lucht.' Ze sloeg haar armen om zich heen. 'Ik voelde me
hier zo veilig. Het was of dit kasteelmuren waren en er een
slotgracht rond het huis liep. Hier kon me niets slechts overkomen.
Mijn vader zou het niet dulden. Hij kwam als een haas naar huis als
hij hoorde dat er ook maar een traan over mijn wang rolde. Ik weel
niet hoe vaak ik op zijn schoot heb gezeten in zijn studeerkamer en
naar hem luisterde als hij me vertelde over de dromen die hij voor
me had. Het waren net sprookjes.
'Maar,' ging ze met een diepe zucht verder. 'Je kunt niet
dromen voor anderen. Toen ik naar school ging en vrienden kreeg en
de wereld zag aan de andere kant van die slotgracht, een wereld
waar mensen niet in sprookjes leefden, veranderde alles. Ik heb hem
in zoveel opzichten teleurgesteld," zei ze triest, 'maar het heeft
zo moeten zijn.'
'Jij en Victoria zijn zo verschillend. Het is moeilijk te
geloven dat jullie verwant zijn,' zei ik.
Ze lachte.
'Ze is twee jaar jonger dan ik, maar ze gedraagt zich of ze
tien of twintig jaar ouder is, ik weet het . Ze is te serieus.
Altijd geweest. Mijn vader schonk minder aandacht aan haar dan aan
mij toen ze opgroeide, maar later leek hij zich meer met haar op
zijn gemak te voelen dan met mij. Ze trok zijn vooropgezette ideeën
over mensen en zaken en het doel van het leven nooit in
twijfel. En toch...' zei ze aarzelend.
'Toch wat?'
'Ik kan de keren op mijn vingers aftellen dat ik hem haar met
vaderlijke genegenheid een zoen heb zien geven, terwijl hij mij
overlaadde met liefkozingen, met zoveel liefde, dat hij me aan het
giechelen maakte.' Ze zweeg toen ze eraan terugdacht. Er verscheen
een blijde uitdrukking op haar gezicht bij die herinneringen. Toen
werd ze bedroefd. 'Hoe tevreden en onafhankelijk Victoria zich ook
voordoet, ik geloof dat ze zich als kind bedrogen voelde. Ik heb
echt medelijden met haar.'
'Ze zou het vreselijk vinden als ze dat wist,' zei ik.
Mijn moeder knikte en lachte.
'Toch geloof ik dat ze jaloers op me is. zelfs al noemt ze
mijn leven zinloos. Kom,' zei ze, en stond op, 'ik moet terug. Je
kunt me bellen als er iets gebeurt of als je iets nodig hebt.
Moeder komt zondag thuis en de verpleegster, mevrouw Griffin, is
dan bij haar.'
Ik stond op en ze keek me met een stralende glimlach
aan.
'Om de een of andere reden wist ik, toen ik je nog maar net
kende, al heel zeker datje hier zou kunnen aarden. Je had er niet
lang voor nodig om de overgang te maken naar een beter leven, naar
een wereld vol mogelijkheden. Ik denk datje mama gelijk had. Je
kunt de banden van het bloed niet ontkennen. Je lijkt te veel op
mij, op mijn moeder, mijn vader, op de Hudsons.'
ik lijk niet op Victoria,' protesteerde ik.
'Nee, maar ik denk dat Victoria daar blij om is,' zei ze
lachend. Ze omhelsde me en liep naar buiten.
Ik vond het naar om haar te zien vertrekken. Ik voelde me zo
onbevredigd. Toen de deur achter haar dichtviel, bleef ik een
ogenblik in de hal staan. De stilte in het grote huis omringde me.
Ik was zelfs dankbaar voor Merilyns voetstappen en haar zeurende
stemmet je toen ze me vroeg of ik gepocheerde zalm of de
overgebleven kalkoen wilde vanavond.
'Neem een dag vrij, Merilyn.' antwoordde ik.
'Hè?'
'Je kunt vanavond vrij nemen. Ik maak mijn eigen eten wel
klaar,' zei ik.
'Maar ik ben de kokkin en...'
ik ben maar in m'n uppie vanavond," zei ik lachend.
'Goed dan. Doe wat je wilt.' zei ze. 'Maar je moet de boel
zelf opruimen.'
Ze draaide zich met een ruk om en trok zich terug in haar
kamer. Haastig liep ik naar boven om mama te bellen. Ze was blij
van me te horen en verheugde zich dat ik van zoveel goede dingen
kon profiteren. Ik vertelde haar over grootma Hudsons operatie en
legde uit dat de vooruitzichten goed waren.
'Daar ben ik blij om,' zei ze. 'Ik denk niet datje echte
moeder je mee naar haar huis zal nemen als die vrouw sterft.'
'Het komt wel goed, mama.' zei ik. Om de een of andere reden
wilde ik mijn moeder nu niet bekritiseren, al had ik er alle reden
toe, al zou ik er altijd alle reden toe hebben.
Na een ogenblik stilte vertelde mama me over Ken. Ik voelde
dat ze bij zichzelf had overwogen het voor me te verzwijgen.
'Ken zit weer in de problemen,' zei ze.
'Wat is het deze keer?'
'Hij is een paar dagen geleden gearresteerd omdat hij samen
met een andere man probeerde een drankwinkel te beroven. Hij heeft
me opgespoord om te vragen of ik hem kon het pen, maar wat kan ik
doen? Ik heb geen geld voor een advocaat.'
'Het spijl me, mama.'
'Ik weel het, lieverd, maar dit maakt me alleen maar extra
blij dat ik je daar vandaan heb gehaald. Denk er maar niet aan. Het
spijt me dat ik het je verteld heb.'
'Heb je al iets van Roy gehoord? Weet hij het?'
'Hij heeft gebeld, ja. Ik heb het hem verteld, maar je weet
hoe hij en Ken met elkaar omgingen. Hij was niet zo ongerust als
jij. Hij informeerde naar jou en hij zei dat het hem goed
ging.'
'Heb je zijn adres?'
Ze las het me voor door de telefoon. Toen we nog wat gebabbeld
hadden, pakte ik de brief die ik aan Roy had geschreven en
adresseerde de envelop. Morgen zou ik hem op de post doen.
Later genoot ik zelfs van mijn eenzaamheid en het klaarmaken
van mijn eigen maaltijd. Ik kookte de vis zoals mama en ik dat
altijd deden en maakte een romige, lichte aardappelpuree, niet vet
zoals die van Merilyn. Het was het beste maal dat ik had gegeten
sinds ik hier was komen wonen. Het gaf me het gevoel dat ik weer
terug was in mijn gezin en we allemaal rond de tafel zaten in
gelukkiger tijden. Beni zou zoals gewoonlijk iets te klagen hebben
en Roy zou haar plagen. Ken zou opscheppen over de fantastische
dingen die hij ging doen en mama zou staan te neuriën achter het
fornuis. Waarom wist ik toen niet dat gelukkige ogenblikken slechts
illusies waren?
Merilyn kwam een keerde keuken binnen terwijl ik aan het werk
was, keek afkeurend naar mijn bezigheden, en ging toen weg. Ik zat
in mijn eentje in de eetkamer en verbeeldde me grootma Hudsons
kritische ogen die mijn tafelmanieren controleerden. Ik moest erom
glimlachen.
Terwijl ik bezig was af te ruimen, ging de telefoon. Ik
herinnerde me dal Corbette zou bellen en zorgde dat ik eerder dan
Merilyn bij de telefoon was. Maar het was een verpleegster van het
ziekenhuis.
'Een ogenblik alstublieft,' zei ze, en toen kreeg ik grootma
Hudson aan de telefoon.
ik bel om te horen hoe het met mijn huis gaal,' zei ze.
'Het staat er nog,' antwoordde ik. 'Alles is in orde. Hoe gaat
het met u?'
ik had Thuis moeten blijven. Ze hebben me in een soort
elektrische machine veranderd. Zijn mijn dochters geweest en alweer
weg?'
'Ja,' zei ik.
'Hebben ze mijn erfenis verdeeld voor het geval dit ding in
mijn borst ontploft?'
'Niet dat ik weet,' zei ik lachend.
'Die verpleegster wil dat ik de telefoon neerleg. Ik heb met
een proces moeten dreigen voor ik toestemming kreeg om te
telefoneren. Ze houden me gevangen tot zondag, maar laat die luilak
van een Merilyn niet lanterfanten. Ik verwacht een schoon huis te
zien als ik terugkom.'
ik zal het haar vertellen.'
'Dank je. En zorg dat jij ook niet gaat lanterfanten.'
'U voelt zich kennelijk een stuk beter,' zei ik lachend.
Ze hing op. Toen Merilyn kwam om de toestand in de keuken te
inspecteren, vertelde ik haar wat grootma Hudson had gezegd.
ik doe mijn werk goed,' zei ze. 'Ze heeft geen reden tot
klagen.'
'Dan hoef je je nergens zorgen over te maken,' stelde ik haar
gerust. Ze inspecteerde de keuken en ging weg. Ik liep naar boven
om wal gemakkei ijkers aan te trekken, zodat ik me kon ontspannen,
lezen en televisie kijken. De achtbaan van emoties waarin ik de dag
had doorgebracht, had me uitgeput. Ik wist zeker dat ik vroeg in
slaap zou vallen.
Net toen ik in mijn slaapkamer kwam, ging de telefoon weer.
Deze keer was het Corbette.
'Kan ik morgen om twee uur langskomen?' vroeg hij meteen. Het
was of hij stiekem moest bellen, om niet afgeluisterd te
worden.
ik denk het wel,' zei ik. 'Maar hadden we niet legen Bufurd
moeten zeggen wat we gaan doen?' vroeg ik. Ik maakte me nog steeds
bezorgd over het feit dat ik Corbette builen school zou ontmoeten.
Misschien zouden we onze tekst op een verkeerde manier leren.
'Welnee,' zei hij. 'We zullen hem verrassen.'
Ik wilde weer tegensputteren, maar deed het niet. Ik
moest toegeven dat ik nieuwsgierig was naar Corbette. Dat was het
enige wat ik bereid was toe te geven.
Maar toen ik had opgehangen keek ik naar mijn raam en
verbeeldde Roys gezicht in het glas weerspiegeld te zien.
Hij keek me afkeurend en ongerust aan, met een bezorgde blik
in zijn ogen.
Er liep een rilling over mijn rug en even vroeg ik me af of
het niet beter was als ik zou leven zoals mijn moeder had gedaan:
achter die kasteelmuren, beschermd door die denkbeeldige
slotgracht.
Althans, tot ik mijn eigen weg zou gaan.
Het duurde niet lang voor ik het antwoord kreeg.