55

Voor de derde keer die avond sloeg Dawn het dossier van Simon Versteegen open. Ze kon zich maar niet concentreren. Ergens klonk gebonk, en het ging maar door. Een diepe bastoon die af en toe werd afgewisseld door iets wat op muziek leek, dreunde haar hotelkamer in. Ze merkte dat ze zich aan die herkenbare tonen vastgreep, dat maakte het monotone gedreun nog enigszins dragelijk.

Ze liep naar het raam, duwde het omhoog en keek naar buiten. Als ze op haar tenen ging staan kon ze in de verte nog net een stukje gracht zien liggen. Onder haar liepen lallende groepjes voorbij. Ze zag een jongen zich van zijn vrienden losmaken en zijn maaginhoud legen in het portiek aan de overkant van haar hotel. Ze stelde zich voor hoe die bewoner morgenochtend naar zijn werk ging en prompt in de kots zou trappen. Ze sloot de ramen. Toen ze de gordijnen dicht wilde trekken zag ze de deur aan de overkant opengaan. Met een zwiep werd een emmer water over de plek gegooid waar de jongen net had staan overgeven.

Ze liep terug naar haar bed, ging liggen en trok het dossier naar zich toe. Versteegen was drieënzeventig geweest toen hij om het leven werd gebracht. Hij kwam uit een groot gezin, had rechten gestudeerd en zijn loopbaan afgesloten als directeur van een groot farmaceutisch bedrijf. Hij had allerlei commissariaten vervuld. Op zijn zestigste was hij gestopt met werken. Niet omdat hij het zich toen pas kon permitteren, want er was veel geld in de familie, maar omdat hij er eerder gewoon geen zin in had gehad. Hij was twee keer getrouwd geweest en had geen kinderen van zichzelf, wel een stiefdochter. Nadat zijn tweede vrouw was overleden had hij haar dochter geadopteerd. Zij was zijn enige erfgename.

Ze spreidde de foto’s van de plaats delict voor zich uit.

‘Er moet iets zijn, er moet iets zijn,’ fluisterde ze.

Eén voor één pakte ze de foto’s op en legde ze weer neer. Bij de foto waar Ben haar over had verteld, de vegen die met Versteegens bloed op de muur boven het bed waren aangebracht, ging ze rechtop zitten. Ze hield het iets van zich af en kneep haar ogen een beetje samen. Hij had gelijk, het leek inderdaad op een tulp. Ze pakte de close-up ervan op en fronste haar wenkbrauwen. Het kwam haar zo bekend voor. Waar had ze dit eerder gezien? Ze schudde even met haar hoofd en sloeg het dossier dicht. Misschien hadden ze zich blindgestaard op een connectie tussen Schoeller en Versteegen. Wat als het nu om twee op zichzelf staande moorden ging?

Ze legde het dossier naast zich op de grond en deed de televisie aan. Toen ze de bbc had gevonden, stond ze op en liep naar de minibar. Ze hurkte voor het ijskastje neer. In een flits zag ze het voor zich. Snel liep ze naar haar tas, ze rukte het dossier van Schoeller eruit en greep naar de foto’s.

‘Waar ben je? Kom op, je zit er toch wel tussen,’ zei ze voor zich uit terwijl ze de stapel doornam. ‘Ah, daar ben je.’

Schoeller lag op de snijtafel. Zijn lichaam was gewassen en ze waren nog niet begonnen met de sectie.

‘Ik wist het, ik wist het.’

Nu het bloed weg was geveegd was het overduidelijk. De kerven op zijn bovenlichaam waren dezelfde als op de muur bij Versteegen. De twee bovenste snijwonden kwamen in een U-vorm samen. Daartussen liep een diepe kerf recht naar beneden, als de steel van een bloem. Twee steekwonden waren diagonaal aan weerszijden van de verticale snee aangebracht.

‘Een tulp?’ fluisterde ze.

Haar telefoon ging. Zonder haar ogen van de bladzijde los te maken, greep ze haar gsm.

Het tulpenvirus
titlepage.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_0.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_1.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_2.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_3.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_4.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_5.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_6.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_7.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_8.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_9.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_10.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_11.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_12.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_13.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_14.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_15.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_16.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_17.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_18.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_19.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_20.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_21.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_22.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_23.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_24.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_25.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_26.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_27.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_28.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_29.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_30.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_31.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_32.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_33.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_34.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_35.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_36.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_37.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_38.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_39.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_40.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_41.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_42.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_43.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_44.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_45.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_46.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_47.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_48.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_49.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_50.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_51.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_52.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_53.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_54.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_55.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_56.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_57.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_58.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_59.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_60.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_61.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_62.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_63.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_64.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_65.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_66.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_67.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_68.xhtml