Het was een warme dag in mei en ze liep in haar eentje door de straten van Milaan. Na een tijdje kwam ze bij een uitgestrekte, betegelde piazza voor een kerk. Het plein was vol duiven. Witte, grijze en sommige met een blauwe glans draaiden om elkaar heen als tijdens een wellustige paringsdans. Een paar trippelden schokkerig voldaan rond op de zonverwarmde tegels, pikten achteloos hier en daar een broodkruimel. Langs de grote, open ruimte stonden bankjes verankerd in de grond. Een moeder met een baby in de kinderwagen probeerde de krant te lezen terwijl haar kleine dochtertjes rondrenden en aan het spelen waren met rubberen ballen in verschillende kleuren, die onder luid gelach van de kinderen op de grond stuiterden. Een jonge man met opgestroopte mouwen stond bij een eenvoudig kraampje gebrande amandelen in kleine papieren zakjes te verkopen. Hij zweette in de hitte, zijn gekrulde haar plakte op zijn voorhoofd en hij veegde keer op keer zijn gezicht af met een zakdoek. De zoete geur van de amandelen verspreidde zich en prikkelde haar neus. Ze had honger en had met iemand afgesproken om in het oude gedeelte van de stad te gaan lunchen. Daar was ze naar op weg, maar ze nam toch even de tijd om te blijven staan en te genieten van het schouwspel. Een groep schoolkinderen in groengeruite uniformen zat op dekens in een kring te luisteren naar hun leraar, die met weidse gebaren waarschijnlijk de geschiedenis van de kerk aan het vertellen was. Een verliefd stel knuffelde elkaar op een van de banken en op een andere bank zaten drie in het zwart geklede oude vrouwen te praten in de schaduw van de cipressen. Rondom het hele plein stonden goed onderhouden woonhuizen met kleurige luiken. Ze glimlachte toen ze de piazza overstak en haar weg vervolgde, de kronkelige steegjes in van La Brera, de oudste wijk van Milaan.

 

Een paar uur later was ze terug op hetzelfde plein, op weg naar een afspraak met haar agentschap. Ze had haast. De lunch met de nieuwe mannelijke kennis was onverwacht gezellig geweest en was uitgelopen. Ze was eigenlijk een beetje verliefd. Ze verheugde zich op de komende tijd, wanneer ze zou werken in dit mekka van de modewereld. Haar hoofd zat vol gedachten over de man die ze zojuist ontmoet had.

Toen ze het eerder zo levendige plein bereikte bleef ze plotseling staan en keek ontzet om zich heen. Het toneel was dramatisch veranderd. Op de grond lagen ongeveer dertig duiven, levenloos en bebloed. Het was verontrustend stil. De oudere vrouwen, de spelende kinderen en het verliefde paar waren verdwenen.

Ze hapte naar adem. Het was net een strijdtoneel, vlak na het bloedbad. Vernietiging en dood hadden in één klap de harmonie verjaagd. De mooie duiven lagen her en der verspreid, hun verenkleed met bloed besmeurd. Hun oogjes waren gesloten, de nekken slap en de snaveltjes lagen op de grond. Onder een bank lag een eenzame achtergebleven bal. Ze keek omhoog en ontdekte dat de duiven die het overleefd hadden op de vensterbanken van de huizen rondom het plein zaten, dicht tegen elkaar aan. Ze waren nog steeds stil. Er was geen enkel geluid te horen. Ze keek naar haar ene schoen en ontdekte een rode vlek. Staarde er vol walging naar. Was dat bloed van een duif? Haar wangen werden rood van een onverklaarbare schaamte.

Nogal overstuur trok ze een passerende man aan de mouw van zijn jas en vroeg hem wat er gebeurd was. Hij haalde zijn schouders op. Begreep hij haar niet?

Voor ze snel verder liep naar haar afspraak wierp ze nog een laatste blik op de dode duiven. Ze had een droge mond en haar hoofd bonkte. Ze kon nauwelijks bevatten dat het bruisende leven op het plein zo wreed kon veranderen in totale duisternis en verwoesting.

Gevaarlijk spel
titlepage.xhtml
text_part0000.html
text_part0001.html
text_part0002.html
text_part0003.html
text_part0004.html
text_part0005.html
text_part0006.html
text_part0007.html
text_part0008.html
text_part0009.html
text_part0010.html
text_part0011.html
text_part0012.html
text_part0013.html
text_part0014.html
text_part0015.html
text_part0016.html
text_part0017.html
text_part0018.html
text_part0019.html
text_part0020.html
text_part0021.html
text_part0022.html
text_part0023.html
text_part0024.html
text_part0025.html
text_part0026.html
text_part0027.html
text_part0028.html
text_part0029.html
text_part0030.html
text_part0031.html
text_part0032.html
text_part0033.html
text_part0034.html
text_part0035.html
text_part0036.html
text_part0037.html
text_part0038.html
text_part0039.html
text_part0040.html
text_part0041.html
text_part0042.html
text_part0043.html
text_part0044.html
text_part0045.html
text_part0046.html
text_part0047.html
text_part0048.html
text_part0049.html
text_part0050.html
text_part0051.html
text_part0052.html
text_part0053.html
text_part0054.html
text_part0055.html
text_part0056.html
text_part0057.html
text_part0058.html
text_part0059.html
text_part0060.html
text_part0061.html
text_part0062.html
text_part0063.html
text_part0064.html
text_part0065.html
text_part0066.html
text_part0067.html
text_part0068.html
text_part0069.html
text_part0070.html
text_part0071.html
text_part0072.html
text_part0073.html
text_part0074.html
text_part0075.html
text_part0076.html
text_part0077.html
text_part0078.html
text_part0079.html
text_part0080.html
text_part0081.html
text_part0082.html
text_part0083.html
text_part0084.html
text_part0085.html
text_part0086.html
text_part0087.html
text_part0088.html
text_part0089.html
text_part0090.html
text_part0091.html
text_part0092.html
text_part0093.html
text_part0094.html
text_part0095.html
text_part0096.html
text_part0097.html