7
Miel keek naar zijn telefoontje. Hij probeerde het nog maar eens en kreeg dezelfde melding. Een ander nummer proberen dan maar. Eh, Danny! Hij moest en zou Dymphy vertellen dat hij ook aanwezig zou zijn op haar verjaardag. De telefoon ging over.
“Miel!”
“Danny! Hoi, ja, inderdaad met mij! Zeg, ik kan Dymphy niet te pakken krijgen Gefeliciteerd trouwens!”
“Hoezo niet? Jij ook gefeliciteerd!”
“Telefoonnummer onbereikbaar!”
“Oh, dat is wel vreemd,” zei Danny.
“Ja, ze moet toch wel bereikbaar zijn op haar verjaardag?”
“Ja, Dymphy vind het heel leuk om telefoontjes te krijgen en dit is dé dag dat ze die kan verwachten. Ik ben zo bij haar thuis, ik zal wel even kijken waarom ze niet opneemt!” zei Danny.
∗
“Tanja! Hoi! Waar is Dymphy?!” riep een enthousiaste Danny, die zo snel mogelijk zijn vriendinnetje wilde feliciteren.
“Ze heeft nu haar eerste rijles! Leuk, hè?” zei Tanja vrolijk. “Gefeliciteerd met je vriendinnetje trouwens! Leuk dat je er bent, help je straks even om de meubels te verschuiven? Er komt zo allemaal visite!”
“Oh, heeft ze haar rijles nu al?! Dan is het wel logisch dat ze dat ze niet te bereiken is, natuurlijk. Jij ook gefeliciteerd.” Danny plakte drie zoenen op de wangen van zijn schoonmoeder.
“Nou ja, ze zal zo wel thuiskomen, ze zijn al ruim anderhalfuur weg! Wil je koffie?”
“Ja, lekker!” zei Danny. In alle drukte vergat hij Miel terug te bellen met de mededeling dat Dymphy gewoon haar eerste rijles aan het volgen was.
Een uur later was Dymphy er nog steeds niet en Tanja en Danny waren toch wel ongerust aan het worden. “Ik bel de rijschool even,” zei Tanja.
“Hallo met Tanja, weet u misschien waar Piet is?”
Ze keek Danny even aan.
“Rijles aan het geven. Dat begrijp ik. Hm. Heeft u zijn telefoonnummer?”
In haar gezicht trok even een spiertje samen toen ze verder ging met: “Waar ik het voor nodig heb?! Mijn dochter is al tweeënhalf uur aan het rijden terwijl het een uurtje zou duren! Ik ben ongerust! Belt u Piet maar even en zeg dat hij mijn dochter terugbrengt!”
Even bleef ze stil.
“Waarom kunt u dat niet?! U zorgt er maar voor! U belt mij binnen vijf minuten terug!” en zonder een antwoord af te wachten hing ze op met: “Dag mevrouw!”
∗
Nadat hij de batterij uit z’n telefoon had gehaald, hij nog eens een keer goed had geschud en het schermpje goed had schoongemaakt, liet Miel de telefoon nog maar eens overgaan bij Dymphy. Miel was altijd wel snel ongerust maar op een of andere manier had hij een slecht voorgevoel en overigens wilde hij haar het blije nieuws vertellen dat hij op haar verjaardag kwam. De telefoon ging over, wat in ieder geval een verbetering was.
“Toestel van Dymphy…,” er klonk een onbekende mannenstem. “U spreekt met Piet.”
“Piet? Welke Piet? Geef Dymphy eens! Is alles goed met haar? Waarom neem jij op? Geef Dymphy nou! SCHIET EENS OP!” riep een ongeduldige Miel.
Een luide keelschraap was het antwoord. “Vent! Piet! Kom op! Waar is Dymphy?” vroeg Miel.
“Ik weet het niet precies!”
“Hoezo niet? Je hebt haar telefoon in je handen!” Miel verloor zijn geduld, “WAAR IS DYMPHY?”
“Ik ben Dymphy h-haar rij instructeur,” zei Piet met bibberende stem.
“Ik ben bang da – ”
“– VERDOMME! DRAAI ER NOU NIET OM HEEN!” schreeuwde Miel die helemaal panisch werd.
“Ze is zonet meegenomen door een ambulance. We zijn tegen een lantaarnpaal aangereden.”
“Ja, dat viel te verwach – Pardon? Ambulance? Waar dan? Is ze ernstig gewond? Ik moet haar bezoeken! Weten haar ouders het al? Waarom was het toestel zonet niet bereikbaar? Waarom heb ik zoveel vragen? Ik bel eerst Danny wel even. Dag Piet…Waardeloze vent.”
∗
“Danny, met Miel. Weet je het al of moet je eerst even gaan zitten?”
“Wat weet ik al?”
“Goed, ga maar even zitten dan. En plaats Tanja ook maar even op een veilige bodem en zet me dan even op de speaker, wil je?” zei Miel kalm.
Ze gingen zitten. “Goed, Miel, wat is er?”
“Het gaat over Dymphy. Ik kreeg net ene Piet te pakken op Dymphy’s mobiel…”
“Huh? Waar zitten ze dan? Ze is al zolang aan het lessen terwijl het maar een uurtje zou duren.”
“Ja, dat is nu het gedeelte waar je even voor moest gaan zitten…Blijkbaar heeft ze een ongeluk gehad en is ze net meegenomen door een ambulance.”
“Nee!” gilde Tanja. “Wat is er gebeurd? Hoe gaat het met haar? Wat weet je allemaal nog meer?”
“Niet zoveel,” mompelde Miel. “Alleen dat die Piet maar een slome kwal is die zo nu en dan stottert. Oh, en dat ze tegen een lantaarnpaal zijn gereden. Maar voor meer informatie kun je altijd Dymphy’s mobiel even bellen, krijg je hem vast ook aan de lijn. Ik ben trouwens onderweg.”
“Waar naartoe?” vroeg Danny.
“Wat denk je, druif? Naar jullie! Ik wil ook meteen naar het ziekenhuis!”
Bliep, bliep, bliep, bliep, bliep, bliep, bliep, bliep, bliep…
Miel keek om zich heen. De piepende apparatuur was nogal vervelend en deed hem denken aan een ziekenhuis, waar hij eigenlijk ook wel zat. De penetrante ziekenhuisgeur had eenzelfde effect. De vloer was pasgeleden nog gedweild, zag hij. Er waren nog natte strepen te zien. De muur was wit, evenals de rest van de kamer waar hij zich in bevond. Buiten was het ondertussen donker geworden en hij kon door het raam een paar sterren zien. Hij liep naar het raam toe. De sterren die hij had gezien vormden samen met een paar andere sterren de grote beer, een van de weinige sterrenbeelden die Miel kende.
Langzaam keek hij verder en zag hij een vallende ster. Snel deed hij een wens. Hij liep terug naar de plek waar hij eerder had gezeten en keek naar de dekens die zachtjes op en neer gingen, gelijklopend met de ademhaling van Dymphy. Hij plaatste een hand op de dekens en keek naar haar gezicht. Ze zag er behoorlijk gehavend uit. Ze had een flinke snee in haar voorhoofd en er zat een grote schram met daaromheen een blauwe plek op haar rechterwang. Hij keek over de dekens naar de andere kant van het bed waar Tanja zat met Dymphy’s hand in de hare. In de wandelgangen zag hij Roel heen en weer ijsberen.
Danny liep nog net niet sluipend de kamer in.
“Hoe is het?” fluisterde hij.
“Rustig. Nog steeds allesbehalve wat je van die rooie gewend bent,” zei Miel zacht. “Wat was je lang weg?”
“Grote boodschap.”
“Ah,” zei Miel gesmoord. Hij haalde zijn hand van de dekens. “Ik ga even een luchtje scheppen.”
Hij liep richting de deur en merkte dat Danny hem achterna kwam, ze stopten op de gang. “Miel?”
“Ja?”
“Dymhy en ik hadden uiteindelijk besloten om de morning-afterpil niet te halen, aangezien we vonden dat de kans op een zwangerschap wel erg klein was, omdat ze de pil wel slikt als ze het niet vergeet.”
“Oh, dat klinkt logisch. Is het dan niet een beetje raar dat ze vergeet of ze de pil vergeet? Bedenk ik me nu. Dat zie je toch aan zo’n strip?” vroeg Miel verbaasd.
“Ja, dat is eigenlijk wel de bedoeling,” zei Danny. “Maar elke keer dat ze het vergeten is, gooit ze de pil in het toilet en spoelt hem door. Ze is bang dat Tanja boos wordt als ze de strip, met alle vergeten pillen erin, vindt. Daarom kunnen we dat ook niet nakijken.”
“Handig,” zei Miel sarcastisch.
Danny ging onverstoord verder. “Ik heb wel tegen de dokter gezegd dat er dus een kleine kans bestaat dat ze zwanger is. Ze hebben zo’n speciale zwangerschapstest waarbij je het binnen een paar dagen al kan weten. Ze vonden het wel verstandig om te testen in verband met mogelijke medicijnen.”
“Nou ja, hoe dan ook. Het is in beide gevallen genieten. Is ze zwanger, dan zit je binnenkort met een kind opgescheept. Zijn jullie niet zwanger, dan kun je nog een paar keer proberen dat wel te worden!”
“Hm, ja, precies,” zei Danny.
“We zullen het zien. Ik ga even een luchtje scheppen!” zei Miel.
∗
Miel trok de rits van z’n jas helemaal tot boven dicht en sloeg z’n armen om zichzelf heen. Het ziekenhuis was een vreselijke plek, vond hij. Natuurlijk werden er genoeg goede daden verricht, maar die bedrukte sfeer was langzaam bezig om zijn hele stemming naar de knoppen te helpen. Vanmiddag waren Roel, Tanja en Danny zo goed geweest om Miel op te halen vanaf Amsterdam Centraal en vanaf daar waren ze naar het ziekenhuis gegaan. Bij aankomst was duidelijk geworden dat Dymphy momenteel buiten bewustzijn was, maar dat het waarschijnlijk niet heel lang zou gaan duren. Tenminste, dat was de schatting van de arts die hen dat mededeelde en hij zag eruit alsof hij al heel wat gevallen had gezien. Hij was kalend, had diepe rimpels op z’n voorhoofd en behoorlijke wallen onder zijn ogen. Goedbetaald en afgepeigerd waren twee woorden die zomaar bij Miel omhoog kwamen borrelen.
In coma in het ziekenhuis terecht komen was het resultaat van Dymphy haar eerste rijles. Geen idee hoe ze dat voor elkaar had gekregen maar hij zou het vast horen als ze wakker werd. Nadat hij een paar rondjes had gelopen liep hij weer richting de ingang en zag hij een paar verdiepingen hoger Roel en Tanja samen voor het raam staan. Roel z’n arm over de schouders van z’n vrouw en andersom.
De volgende ochtend waren Miel en Danny een broodje gaan halen en toen ze die in de foyer opaten, kwam een dokter op hen af.
“Danny, Miel. Goedemorgen.”
Hij nam ze even apart en ging op een krakkemikkige stoel naast ze zitten.
“Ik heb nieuws,” begon hij.
“Is Dymphy wakker?” vroeg Danny meteen.
“Is Tom Cruise eindelijk uit de kast?” riep Miel.
“Nee, dat nog niet. Maar mijn collega zei dat het niet al te lang meer moest duren,” zei de arts.
“Wat is er dan?” vroeg Danny nieuwsgierig.
“Nou, de artsen hebben wat testen gedaan.”
“Wat voor?” De vraag kwam van Danny, die het antwoord eigenlijk al wel wist.
“Je had gevraagd aan ons om een bepaalde test te doen,” zei de oud uitziende arts.
“Ja, dat klopt.” Danny was één en al oor.
“De test is zojuist uitgevoerd. Danny, Dymphy wordt oma. Nee, wacht. Dymphy wordt mama. Tanja wordt oma. Jij wordt papa. En jij,” zei de arts naar Miel kijkend. “Jij wordt eh…?”
“Peetoom,” zei Miel trots. Hij kon zich het gesprek van een tijdje terug nog goed herinneren.
Na nadere informatie ging de arts verder met zijn ronde.
“Ik weet niet wat ik moet zeggen,” zei Danny. “Ik word vader. Zal het een jongen of meisje worden?” vroeg hij zich hardop af.
“Dat is zo snel nog niet te zeggen,” zei Miel. “Dat duurt een poosje langer. Maar binnenkort kun je dan echo’s laten doen en zo. Hartstikke tof! In de tijd dat jullie weg waren heb ik me zitten verdiepen in het onderwerp voortplanting en het blijkt best wel heel interessant te zijn. Alleen wat jammer van al die vrouwelijke geslachtsorganen. Dat is een kleine afknapper. Aan de andere kant lijkt me het ook wat minder prettig om een baby via je plasbu – ”
Danny keek Miel niet begrijpend aan en rende vervolgens het trappenhuis in, waarschijnlijk op weg naar Dymphy. Onderweg kwam hij Roel en Tanja tegen die een kop koffie met een muffin aan het nuttigen waren. Hij nam bij hen plaats en vertelde over de zwangerschap van hun dochter. Miel kwam erbij zitten.
∗
Roel en Tanja waren aan het bijkomen van het nieuws om opa en oma te worden.
Miel keek hen aan. “We moeten volgende week naar Nieuw-Zeeland!”
“Nieuw-Zeeland?” vroegen Roel en Tanja in koor.
“Jahaa! Oh, dat weten jullie natuurlijk nog niet. Ik zou vandaag juist Dymph bellen om te vertellen dat we daar binnenkort naartoe gaan. Omdat het mogelijke neerstorten van Eddy’s vliegtuig waarschijnlijk niet klopt, wil ik dat gaan onderzoeken!”
“Neerstorten?” vroeg Tanja geschokt.
“Is dat nou jouw dochter die boven ligt, of niet?” vroeg Miel ongeduldig. “Dat heeft ze toch wel verteld?”
“Ja, dat is wel mijn dochter, maar – ”
“Oké. De feiten,” zei Miel, die begreep dat zij er niets van snapten.
“Eén: ik heb het Danny en Dymphy horen doen. Twee: de volgende dag hoorden we dat Eddy was neergestort! Drie: het is totaal niet logisch dat hij eerst neerstort en dat we vervolgens met zijn eigen mobiel worden gebeld. Vier: de verbinding werd verbroken toen ik hem belde…Vijf: het klopt niet! Dus dat wil ik gaan onderzoeken!”
Roel fronste. “Juist. En Dymphy hoeft ook niet bij te komen van het ongeluk en hoeft ook niet naar school? En Danny hoeft niet te werken, en jij hebt van de een op de andere dag ook vrij gekregen?”
Miel keek hem vernietigend aan. “Bederf m’n plannen nou niet! Dat valt allemaal wel te regelen! Feit is dat we moeten reizen en ik kan het niet gebruiken dat Dymphy nu ligt te slapen. Ze moet haar tassen pakken. Excusez-moi.” Miel liep weg, duwde op de rode drukknop om de deuren te laten openen en verdween uit het zicht. Hij wende zich richting de keukens, haalde twee pannendeksels en stapte de lift in, op naar de derde verdieping.
Hij ging zitten op het voeteneind van Dymphy’s bed en haalde diep adem. Hij had nu lang genoeg in dit saaie gebouw gezeten. Het was tijd om te lachen met Dymphy, haar te feliciteren en om haar eens flink aan te tand te voelen over het ongeluk. Hij bracht de pannendeksels naar elkaar toe, bedacht zich voordat deze elkaar raakten, haalde ze weer bij elkaar weg en sloeg ze toen met een rotgang tegen elkaar aan. En nog een keer, en nog een keer. Hij had behoorlijk plezier en schreeuwde ondertussen maar Dymphy’s slagzin: “Dymphy! OPSTAAN! HET IS OCHTEND! Oh ., Danny, geef dat glas water eens?”
Hij draaide het glas boven Dymphy’s hoofd om en zag hoe de inhoud het ene moment nog in het glas zat en het andere moment over Dymphy’s hoofd droop. Er gebeurde niets. Miel boog zich voorover.
“Nou, dokter. Hoe staat het ervoor?” vroeg Danny sceptisch.
“Ik snap het niet. Ze had nu wakker moeten worden. Het helpt altijd! Ook in films!”
“Films zijn niet echt! We zitten hier niet in een of andere idiote film! Dit is allemaal echt, Miel! Snap dat nou eens! Het leven bestaan niet altijd uit waargebeurde Will & Grace afleveringen! Waarom wil je dat nou altijd zijn met Dymphy? Waarom maak je haar nou nat? Waarom…Waarom?” zei Danny die pissig werd.
“Nou,” zei Miel. “Daar is een simpele verkla – ”
Dymphy was blijkbaar toch enigszins wakker geworden want ze bewoog haar arm en gaapte daarna luid.
Danny onderbrak Miel. “Dymphy!” Hij rende naar haar toe. “Ben je er weer?”
Dymphy was nog niet helemaal wakker maar bevond zich blijkbaar nog gedeeltelijk in een droom. “Geen rondjes…Geen rondjes…” mompelde ze. “GODVER PIET, LUISTER NOU EENS!…M’n telefoon gaat…” en toen gilde ze. Vervolgens opende ze haar ogen, keek ze om zich heen en vroeg toen zacht aan Danny: “Meneer, waar zijn we hier?”
Danny’s ogen schoten vol. “Ze herkent me niet meer!”
“Natuurlijk wel, dit is gewoon zo’n Dymphy-stunt,” zei Miel.
“Waar zijn we?” vroeg Dymphy nog eens. “Waarom is mijn gezicht zo nat?”
“W-we zijn in…Miel die heeft eh…” stamelde Danny.
“Schiet nou eens op, Danny. We hebben echt niet de hele dag de tijd!” zei Dymphy ongeduldig.
Toen Danny dat hoorde sprong hij bovenop haar en gaf hij haar een flinke zoen.
“Dus toen wilde hij me een rondje laten rijden, nou vraag ik je. Hoe haalt ie het in z’n hoofd?” zei Dymphy even later toen iedereen om haar bed heen zat. “Een rondje! Hoe verzint ie het? Ik ging er dus maar niet op in en ik was ook helemaal niet dwars, hoor! Vervolgens belde er iemand en wilde ik even kijken wie het was, want ik was vergeten om de telefoon uit te doen en toen vergat ik de rest even en uiteindelijk werd ik hier net wakker…Ik ben benieuwd hoe de volgende rijles zal verlopen.”
“Jeetje,” zei Miel. “Dat was ik waarschijnlijk! Ik belde!”
“Oh, dat geeft niets Miel! Je hoeft je echt niet schuldig te voelen, je me mag me altijd bellen. Al heb ik nu wel wat pijn,” zei Dymphy.
“Was het niet gewoon een rotonde waar je overheen moest, dan?” vroeg Miel, die zo zijn vermoedens had.
“Jawel, maar als rechtdoor ook kan, is dat korter en ben je dus milieubewust bezig. Alles voor het goede doel!”
“Ik dacht dat je dood was,” zei Miel zacht. “En dat zou mijn schuld zijn!”
Dymphy lachte. “Oh, schatje toch, ik lig hier toch! Helemaal gezond, ik heb alleen wel lang geslapen en ik verga bijna van de spierpijn…Maar verder gaat het goed. Voel je nou alsjeblieft niet schuldig.”
“Oh, Dymphy…Voordat ik het vergeet,” begon Danny en alle ogen keken zijn richting op, al wetende wat hij zou zeggen. “Dymphy, lieverd. Ik heb nieuws.”
“Oh, wat dan?”
“Miel doet het met jongens!”
“Dat wist ik al,” zei Dymphy.
“Oh. Eh, nou in dat geval ben je zwanger.”