4 
Die avond ging Billi de trap op naar Vader Balins huis. Dus Kay was terug. En dus hoefde ze niet meer in haar eentje in de klas te zitten. Het zou wat. Ze had het de afgelopen twaalf maanden prima zonder hem gered.
En dan te bedenken dat ze Kay via het maatschappelijk werk hadden gevonden. Ze herinnerde zich nog de dag dat hij bij hen kwam, vlak voordat haar training was begonnen. Een soort sprieterig insect van een jongen die op was van de zenuwen en schrok van elke schaduw, die 's nachts altijd nachtmerries had en praatte met dingen die er niet waren, of die normale mensen in ieder geval niet konden zien. En die aanvallen had die hij zich achteraf nooit herinnerde, waarin hij begon te raaskallen in god mocht weten wat voor talen. Hij maakte haar volkomen van slag door te vertellen dat hij met spoken had gepraat. In haar slaapkamer. Geen wonder dat hij van het ene naar het andere pleeggezin was gegaan. Maar dat was niet ongebruikelijk. Mensen met een grote paranormale begaafdheid hadden altijd een moeilijke jeugd. Visioenen, klopgeesten, vreemde verschijningen: welk gezin zou er niet door ontregeld raken? Als ze niet leerden hoe ze hun vermogens moesten beteugelen, zouden ze uiteindelijk gek worden. Hoeveel Orakels waren de tempeliers in de loop der jaren kwijtgeraakt? Hoeveel waren krijsend in het gesticht beland, terwijl de stemmen in hun hoofd hun eigen gedachten overschreeuwden?
Vader Balin woonde in de kapelaanswoning, een sierlijk gebouw uit de achttiende eeuw met wit gekalkte muren en een hoog, zwart hek met spijlen, direct naast de Tempelkerk. Billi liep tussen de rozenstruiken door over het tuinpad naar de zwart geverfde voordeur en klopte aan. Toen er werd opengedaan kwam de geur van knoflook en geroosterde paprika's haar tegemoet. Vader Balin glimlachte toen hij zag dat zij het was.
‘Italiaans vanavond?’ vroeg Billi. ‘Is er iets te vieren?’ Alsof ze dat niet wist. Ze had haar Oordeel overleefd en alleen maar een doos chocolatjes gekregen. Kay was terug van een jaar vakantie en ze bouwden een feestje.
‘Signora SanGreal. Ik vroeg me al af wanneer je zou komen opdagen.’ De oude man deed een stap opzij. ‘Kay is er.’
‘Dat weet ik, ja.’
Balin zette zijn bril op zijn hoge, kale schedel. Hij was het gezicht naar buiten toe van de tempeliers. Als priester van de Tempelkerk verzorgde hij alle gewone diensten en wereldlijke activiteiten. Zijn officiële titel was de Zeer Eerwaarde meester van de Tempel, maar voor de ridders was hij hun kapelaan en belast met de religieuze taken.
‘Ik had gedacht dat je enthousiaster zou zijn, Bilqis.’ Alleen Balin noemde haar bij haar eigenlijke islamitische naam.
Uit de keuken klonk het gekletter van pannen, borden en bestek. Pars kwam met een dampende schaal spaghetti de gang in. Hij knipoogde naar haar voordat hij onder de kandelaar door dook en de eetkamer in ging, waaruit geroezemoes opklonk en nog meer gekletter. Billi liep hem achterna.
Door de ramen die op de tuin uitkeken scheen het maanlicht naar binnen, maar de ridders hadden het te druk met de warme maaltijd om oog te hebben voor de kleurige collage van planten, struiken en bloemen die het meesterwerk was van de priester. Billi wrong zich tussen Pars en Kay in op een stoel.
Afgezien van Vader Balin waren er slechts vier andere aanwezigen: Gwaine, Pars, Kay en haar vader, die elleboog aan elleboog aan de kleine eettafel zaten. Ze wist dat de rest in Dartmoor op een weerwolf aan het jagen was. Sinds het Bodmin Akkoord, dat was gesloten na Arthurs overwinning op het alfamannetje van de weerwolfroedel, hadden de wolven zich beperkt tot het doden van schapen en een enkele koe. Maar een van hen had zich van de roedel afgescheiden en viel als een dolle hond wandelaars aan. De tempeliers waren eropuit getrokken om hem te vangen.
Haar vader zat zwijgend aan tafel en bladerde door de stapel krantenknipsels aan zijn rechterkant, terwijl hij af en toe een blik wierp op de laptop links van hem. Gwaine keek op, maar schonk haar geen aandacht; hij liet zijn blik langs haar dwalen, alsof ze niet bestond. Gwaine, de seneschalk, de onderbevelhebber van de tempeliers. Hij was een oude strijder met gemillimeterd staalgrijs haar, een dun baardje en ogen die diep verscholen lagen tussen de rimpels. Eigenlijk had híj in plaats van haar vader tempelmeester moeten worden na Uriens’ dood. Gwaine had Arthur ooit gerekruteerd en hij kon het niet verkroppen dat zijn schildknaap nu zijn meester was. Billi wist dat de oude man op de loer lag, dat hij zijn kans afwachtte om het commando over de tempeliers over te nemen. Arthur hoefde alleen maar als eerste te sterven.
Billi zag dat Kay haar betekenisvol aankeek; ook hij kon Gwaine niet luchten of zien. Volgens Gwaine was een Orakel slechts één stap verwijderd van een heks, en over dat soort mensen hield de seneschalk er een Bijbelse visie op na.
Een tovenares zult gij niet in leven laten.
‘Nog nieuws van Pelleas?’ vroeg Arthur, met zijn ogen nog op het scherm gericht. Pars zoog een sliert spaghetti naar binnen voordat hij antwoordde.
‘Tot nog toe alleen een heleboel dode schapen. Hij en Bors gaan de boerderijen af, Berrant en Gareth doen de kampeerterreinen. Ik denk dat het een nomade is die de problemen veroorzaakt.’
Het Innerlijke Beest. Eén enkele weerwolf was al fataal; daarom had haar vader de halve Orde eropaf gestuurd. De helft! Ze keek de tafel rond. Balin niet meegerekend, hij maakte geen deel uit van de vechtende Orde, waren ze met z'n negenen. Niet meer dan negen tegen de goddelozen, tegen al het bovennatuurlijke kwaad dat in de schaduwen loerde. Ooit waren er duizenden tempeliers geweest. Eén slechte dag en ze waren er geweest. Weggevaagd. Tien jaar geleden was dat bijna gebeurd, tijdens de IJzeren Nachten.
Toen haar moeder was gestorven.
Waarom kon ze zich haar niet herinneren? Ze was vijf geweest, dus ze zou zich íéts moeten herinneren. Ze had niet meer dan schimmige beelden, vage emoties en het gevoel dat ze gelukkig was geweest. Niets tastbaarders. Maar Billi had van de anderen gehoord dat de IJzeren Nachten twaalf dagen van verschrikkingen waren geweest. De tempeliers waren door ghouls gevangengenomen, de oude meester als eerste, vervolgens de orakelgroep en een heleboel anderen, totdat alleen Arthur en een handjevol mannen over waren. Door zijn leiderschap werd Arthur van sergeant gepromoveerd tot tempelmeester, maar wel tegen een afschuwelijke prijs. Een paar ghouls die Arthurs zuivering hadden overleefd, waren erachter gekomen waar hij woonde en hadden zijn vrouw vermoord. Misschien had Billi het wel verdrongen omdat het zo vreselijk was geweest.
‘Wat heb je, Art?’ vroeg Pars. Arthur overhandigde hem een paar foto's en Billi ving er een glimp van op. Bijtwonden in iemands nek.
‘Die zijn afgelopen nacht door onze hospitaalbroeders gemaakt. Er was een meisje voor een nachtclub flauwgevallen. Ze dachten dat het ons wel zou interesseren.’ Arthur en de oudere ridders noemden hun contacten bij de ambulancedienst nog steeds hospitaalridders, ook al was hun orde niet meer actief bij de oorlog betrokken. Ze konden echter bruikbare informatie verzamelen over ‘ongewone’ aanvallen of verwondingen. Zoals vampierbeten.
Dat wordt weer een gezellig uitje, dacht Billi. Zolang zij maar niet mee hoefde. Een hele nacht op een verlaten kerkhof op Hongerige Doden jagen was wel het laatste waar ze zin in had. Ze had nog één kans om haar wiskunde in te leveren, anders zou ze tot aan de kerst mogen nablijven.
Pars bestudeerde de foto's. ‘Heeft het meisje het overleefd?’
‘Ja, maar amper.’ Arthur keek de tafel rond. ‘We moeten deze in de kiem smoren.’
Pars overhandigde de foto's aan Gwaine.
‘Enig idee waar hij zijn hol heeft, Art?’ vroeg Gwaine.
Arthur schudde zijn hoofd. ‘Nee. Maar ik wil dat jij en Parsifal hem opsporen. Vannacht.’ Hij wendde zich tot Billi.
‘Nu Kay er weer is, kunnen we beginnen met de lessen mentale afweer.’ Hij keek naar Kay. ‘Wat dacht je van morgen?’
‘Prima.’
‘Mooi. Zeven uur in Finsbury Park. Je weet waar je met haar naartoe moet, Kay.’
Mentale afweer? Van Kay? Was hij echt zo goed geworden?
‘Maar pap, we hadden afgesproken dat ik na het Oordeel drie avonden vrij zou hebben. Om mijn huiswerk in te halen,’ zei Billi. Het ging er niet om dat ze tijd wilde om leuke dingen te doen. O nee, over plezier maken repte de Tempelregel met geen woord.
‘Niet belangrijk. Jij gaat met Kay trainen.’ Arthur raapte de knipsels bijeen en stopte ze in zijn map. ‘Nog andere kwesties?’ Gwaine gaf een kort rukje met zijn hoofd en Balin vormde een geluidloos ‘nee’ met zijn lippen, maar Pars stond op.
‘Twee puntjes maar, Arthur.’ Hij hief zijn mok. ‘Ten eerste, welkom terug uit Jeruzalem, jongeheer Kay. Het leven was zonder jou uitermate saai. Ik verheug me op een uitvoerig verslag.’ Het ontging Billi niet hoe de anderen naar Kay keken. Het wijze, almachtige Orakel. Het verbaasde haar dat ze niet allemaal in adoratie voor hem neerknielden. Pathetisch gedoe. Toen keek Pars Billi grijnzend aan. ‘En ik wil een toost uitbrengen op het nieuwste lid van de Orde. Nog maar vijftien en, vergeef me mijn woordgebruik, nu al retegoed. Het zal niet lang meer duren of we noemen jou meester.’ Er klonk luid gesnuif van Gwaine, maar Pars negeerde het. ‘Op Bilqis SanGreal.’
Die goeie ouwe Pars. Altijd een vriendelijk woord. Hoe vaak had ze niet gewenst dat hij haar vader was in plaats van haar peetvader. De anderen stonden ook op, Gwaine als laatste. Zelfs Arthur tilde zijn mok op, een klein stukje.
‘Op Billi!’
Toen deed Arthur zijn laptop met een klap dicht en legde zijn map met knipsels er bovenop.
‘Als dat alles is, zal ik jullie niet langer van je werk afhouden.’ Hij stak zijn spullen onder zijn arm en liep de kamer uit. Balin en Gwaine gingen met hem mee, terwijl Pars Billi en Kay hielp met afruimen. Hij tilde een stapel borden op en bleef toen staan. Hij liet zijn hoofd, dat bijna het plafond raakte, zakken totdat hij zich op ooghoogte met de twee schildknapen bevond.
‘En jullie gedragen je,’ zei hij. Hij keek Billi een hele tijd aan en liep toen weg.
Kay zette de porseleinen theekopjes op een dienblad. Billi hielp hem niet.
‘Dus jij gaat me wat Jeditrucjes leren,’ zei ze.
‘Je hebt gehoord wat je vader zei. Maak je geen zorgen, ik zal het rustig aan doen. Als je wil kan ik je daarna met je huiswerk helpen.’
‘Nee, toevallig wil ik dat niet.’ Zo makkelijk zou hij er niet mee weg komen.
Ze had hem gemist.