22

 

‘Ik heb iets!’ riep Danny Cavanaugh. Brenna en Nick keken elkaar aan. Ze waren op elke verdieping van het haveloze gebouw geweest, vanaf de begane grond omhoog, tot deze, de zevende. Het leek erop dat iemand was begonnen de boel te slopen, maar het had opgegeven, zodat de schaarse bezoekers nu tussen stapels baksteen en puin liepen, op vloeren die al begonnen te verzakken. Op sommige plekken kon je de steunbalken zien liggen. Verraderlijk. Brenna kon niet geloven dat de liften nog werkten.

Het ventilatiesysteem, aan de andere kant... Hoe koud het hier ook was, in het hele gebouw hing een geur die in je poriën kroop. Geen wonder dat Orion liever buiten verbleef. Dit was geen plek om te kraken, zelfs niet als je wanhopig was.

‘Denk je dat Danny deze keer echt iets heeft gevonden?’ zei Brenna.

Morasco haalde zijn schouders op. ‘Hij slaat wel erg lichtvaardig loos alarm.’

Dat was een understatement. Op de zesde verdieping had Danny iedereen in een stinkend kamertje bijeengeroepen, pal naast de trap, om daar achter een afgebrokkeld muurtje een dode coyote aan te treffen. Op de derde verdieping waren het een paar dode kraaien geweest. Op de eerste een flinke hoop dierenstront. Wat nu weer? dacht Brenna, terwijl iedereen zich naar het einde van de verdieping haastte, naar een kamer zonder deur. Danny stond daar, volkomen stil in zijn blauwe jas en met zijn mondkapje op, wijzend naar een stuk zeildoek in de hoek van de kamer alsof het het graf van Scrooge was en hij de Geest van Toekomstig Kerstmis.

Heel even dacht Brenna dat het weer vals alarm was. Maar toen rook ze de geur en trok een van de agenten een deel van het zeildoek weg en zag ze het. Een been, in spijkerbroek. Een blauwe Nike met een witte streep - dezelfde schoen die Spielberg had gedragen op de foto naast RJ’s spiegel. De agenten trokken de rest van het zeil weg en wat eronder lag werd zichtbaar. Het lijk. Brenna zag donkerblauwe huid. Ze zag zwart, aangekoekt bloed, een kapot gezicht. Ze moest zich afwenden, niet omdat de aanblik haar misselijk maakte, maar vanwege Hildy - de grote droevige ogen van Hildy, Hildy’s broze stem...

‘Robbie heeft me veel pijn gedaan, maar ik wil hem niet missen. Hij is mijn jongen. Ik wil hem terug.’

Haar enige zoon. Haar enige kind. ‘Het spijt me heel erg,’ fluisterde Brenna, denkend aan Hildy in haar appartement, de gekromde, harde rug onder haar handen terwijl ze haar omhelsde. Zo breekbaar en frêle was Hildy; Brenna wist dat dit haar zou vernietigen. Brenna had ook één kind en dus wist ze dat. Dit zou haar tot stof doen vergaan.

Ze hoorde hoe Wayne Cavanaugh de medische recherche belde en toen hoorde ze haar eigen naam. Ze draaide zich om en zag Morasco, die naast het lijk stond en haar wenkte.

‘Ik kan niet. Nog niet.’

‘Nee,’ zei hij. ‘Kom hier eens kijken.’

Ze liep naar de plek waar hij stond, slechts dertig centimeter van het lijk vandaan. Hij trok rubberhandschoenen uit zijn zak, deed er een aan en pakte iets op van de grond - een glanzende ketting. ‘Hoe heette ze ook alweer? Het meisje dat Trent en Ludlow heeft gedrogeerd? Dat zich kleedt als een pin-up?’

‘Ik heb je haar naam nooit verteld,’ zei Brenna. ‘Maar ze heet Diandra.’

‘We moeten waarschijnlijk een achternaam voor haar vinden,’ zei Morasco.

‘Waarom?’ Brenna kwam dichterbij terwijl hij de ketting omhooghield. Ze zag de hanger. Het was een kleine, zilveren d.

 

Hildy kwam naar het mortuarium van Westchester County om het lichaam van haar zoon te identificeren. Brenna wachtte samen met Morasco op haar in de hal. Ze dacht aan de hanger. ‘Ik moet haar vinden,’ zei ze.

‘Diandra.’

‘Ja.’

‘Je denkt dat ze RJ Tannenbaum heeft vermoord, en ook Ludlow,’ zei Morasco.

Ze schudde haar hoofd. ‘Diandra heeft Ludlow vermoord en heeft geprobeerd Trent te vermoorden,’ zei ze. ‘Maar ik geloof niet dat ze RJ heeft vermoord. Ik denk dat Shane Smith hem door zijn hoofd heeft geschoten terwijl zij goedkeurend toekeek.’

‘Waarom?’

‘Schieten is niet haar werkwijze,’ zei ze. ‘Als zij degene was die RJ had vermoord, zou zijn broek rond zijn enkels hangen en zou zijn gezicht nog heel zijn, waarschijnlijk met een glimlach erop.’

‘Nee,’ zei Morasco. ‘Ik bedoel, waarom denk je dat RJ is vermoord?’

‘Dat weet ik niet,’ zei Brenna. ‘Maar ik wil wedden dat Diandra het me zou kunnen vertellen.’

‘Hallo, Brenna.’ Hildy Tannenbaum stond voor haar, met Pokrovsky achter haar.

‘Hildy.’ Brenna stond op en omhelsde haar, terugdenkend aan twee dagen geleden, slechts twee dagen geleden in Hildy’s appartement, toen ze haar omhelsd had ten afscheid, deze tengere vrouw met de gekromde schildpadrug, de vrouw met het vermiste kind - afstandelijk en koud achter zijn gesloten slaapkamerdeur, het getypte, formele afscheidsbriefje. Maar nog steeds haar kind. ‘Ik wil je helpen, zegt Brenna, Hildy’s pruik tegen haar kin geperst. En dat is ook echt zo. Ze wil hen beiden helpen...

Brenna kwam terug naar het heden, omhelsde Hildy nogmaals vanwege haar zoon, haar dode zoon, twee dagen geleden dood en twee maanden geleden al dood zonder dat iemand het wist. Rottend onder een zeildoek in dat haveloze gebouw, niet beter af dan de coyote of die kraaien.

‘Fijn om je weer te zien,’ zei Hildy.

Brenna greep haar te stevig beet, wist ze. Ze keek op naar Pokrovsky en maakte zich los. ‘Gecondoleerd, Hildy,’ zei ze.

Ze keek Hildy in haar ogen. Die waren droog maar, zag ze, getroffen. Pokrovsky nam Hildy’s kleine hand in zijn grote knoest en hield hem vast. Hij zei niets. Brenna vroeg zich af of dat de eerste keer was dat dit gebeurde. Hildy die Pokrovsky toestond haar hand vast te houden. Ze keek op naar zijn gezicht, de glazige ogen warm en bedroefd. Brenna concludeerde dat dat zo was. ‘Je hoeft niet te blijven,’ zei Hildy. ‘Yuri gaat met me mee naar binnen om me te helpen bij de identificatie.’

‘Weet je het zeker?’ zei Morasco.

Ze knikte en sloot haar ogen, bereidde zich voor. ‘Ik denk dat het een fout was,’ zei ze zacht.

Brenna keek haar aan. ‘Wat?’

‘Robbie die professioneel filmmaker wilde worden.’

‘Hij was een volwassen man, Hildy. Jij kon hem niet vertellen wat hij met zijn leven moest doen.’

Ze glimlachte, of probeerde dat, een grimas waarbij de rest van haar gezicht niet was betrokken. ‘Toen hij nog op de middelbare school zat, heeft zijn vader een Super8-camera voor hem gekocht. “Misschien dat we hem zo het huis uit krijgen,” zei Walter. Maar voor Robbie was het alsof we hem een paar ogen hadden gegeven. Hij werd verliefd op die camera. Hij filmde alles. Hij was geobsedeerd. Hij filmde vogels buiten. Hij filmde mij terwijl ik stond te strijken.’

‘Je bent mooi als je staat te strijken,’ zei Pokrovsky.

Ze keek hem niet aan. ‘Die camera gaf hem een sociaal leven. Hij begon filmpjes te maken met de andere kinderen in de buurt. Hij ging bij de filmclub op school. Hij had vrienden...’

‘Daar kan ik me niets van herinneren.’

‘Dat was toen jij afwezig was,’ zei Hildy. ‘Het leven houdt niet op als jij weg bent.’

‘Dat weet ik,’ zei hij zacht en er gebeurde iets tussen hen. Een moment dat Brenna niet begreep. Ze keek naar Morasco. Hij haalde zijn schouders op.

‘Niets maakte Robbie gelukkiger dan film, en de film werd zijn dood,’ zei ze. ‘Was de camera bij hem? Of heeft iemand die meegenomen?’

‘Hij was verdwenen,’ zei Morasco.

‘Zie je wel, Yuri? Die camera die hij heeft gekocht. Met jouw geld...’

‘Ik weet niet of de camera de belangrijkste reden was,’ zei Brenna.

‘Die zuidelijke vrouw. Was zij de reden?’

‘Dat denk ik niet.’ Ze zweeg over Shane. Die naam moesten de politiemensen van Mount Temple maar met Hildy bespreken. Brenna wilde haar gezicht niet ineen zien schrompelen, niet nu, niet pal voordat ze de resten van haar zoon moest identificeren. Een jonge agent in uniform liep de hal in, een meisje met een donkere huid, ingevlochten haar en een statige houding. ‘Meneer en mevrouw Tannenbaum?’

Niemand nam de moeite haar te corrigeren.

‘Als u met mij mee wilt lopen?’

‘Eén moment,’ zei Hildy. Ze opende haar tasje. ‘Ik heb dit in de la van Robbies nachtkastje gevonden.’ Ze viste er een klein sleuteltje uit en legde dat in Brenna’s hand. ‘Het is voor die postbus,’ zei ze. ‘Aangezien dit ons samen heeft gebracht, leek het me dat jij hem moest hebben.’

Brenna nam de sleutel aan en gaf haar daarbij een kneepje in de hand. Hildy had echt heel kleine handen, als een kind. ‘Bedankt.’

‘Ik wou dat we samen konden bidden.’

‘Dat kan, als je wilt.’

Ze schudde haar hoofd. ‘Dat zou respectloos zijn,’ zei ze. ‘Robbie was atheïst.’

Brenna keek hoe Pokrovsky en Hildy achter de agent aan de hal uit liepen. Voordat ze de deur naar het mortuarium waren gepasseerd, zei Hildy: ‘Bedankt, Brenna.’

‘Waarvoor bedankte ze me?’ vroeg ze aan Morasco toen ze weg waren.

‘Een antwoord,’ zei hij zacht. Die blik kroop weer in zijn ogen, de blik die Brenna niet graag zag. ‘Ze heeft tweeënhalve maand met een vraag geleefd,’ zei hij. ‘Jij hebt haar een antwoord gegeven.’

Morasco liep het gebouw uit. Brenna kwam achter hem aan. Het was half vijf en al bijna aardedonker. Dat vond Brenna afschuwelijk aan de winter.

Morasco wendde zich tot haar. ‘Ik moet naar huis,’ zei hij, nog steeds die uitdrukking op zijn gezicht. Datgene Waar We Over Moeten Praten. ‘Nick?’ zei ze.

‘Ja?’

‘Niet iedereen heeft antwoorden nodig, weet je?’

Hij knikte. ‘Dat weet ik.’ Hij raakte haar gezicht aan en toen kuste hij haar, heel teder, alsof ze iets fragiels en breekbaars was. Dat vond ze niet prettig.

‘Ik zie je morgen,’ zei hij.

‘Oké...’ Brenna liep naar haar auto. Ze voelde de kus nog. De droevigste kus aller tijden. Ja, ze begreep de behoefte aan antwoorden. Natuurlijk deed ze dat... Ze was van de universiteit af gegaan en voor Errol Ludlow gaan werken en had haar huwelijk laten stranden, allemaal vanwege die behoefte. Maar waarom zou ze antwoorden van Nick moeten krijgen? Waarom konden ze niet gewoon hun mond houden en elke nacht neuken zonder ooit iets anders te bespreken dan wie aan welke kant van het bed slaapt en kan ik iets voor je uit de keuken halen?

Uiteraard was er een antwoord dat Brenna wilde krijgen en die vraag had niets te maken met Nick Morasco. Ze dacht aan de vraag toen ze het portier van haar auto openmaakte en instapte: Als RJ Tannenbaum atheïst was, waarom schreef hij dan ‘deut3i:6’ onderaan de foto van zijn lievelingsregisseur?

Brenna’s telefoon ging. Ze keek op het schermpje, zag de naam van Trent en nam op. ‘Ja?’

‘Ik heb goed nieuws, goed nieuws en vreemd nieuws. Wat wil je het eerst horen?’

‘Het goede nieuws.’

‘Oké. Ik ben uit het ziekenhuis.’

‘Dat is geweldig!’

‘Ja, ik ben een eersteklas fysiek specimen,’ zei hij. ‘Wat wil je nu horen?’

‘Wat zou jíj willen dat ik hoorde?’

‘Het goede nieuws.’

‘Toe maar.’

‘Ik heb Shane Smith gevonden.’

‘Echt?’ Brenna zette grote ogen op. ‘Hij heeft RJ vermoord, Trent. Dat weet ik bijna zeker.’

‘Is RJ dood?’

‘Ja. Dit moet de politie weten. Ze moeten Shane Smith onmiddellijk arresteren. Waar is hij?’

‘Oké, dat is het vreemde nieuws.’

‘Vertel.’

Trent haalde adem. ‘Shane is in Niagara Falls.’

Brenna fronste haar wenkbrauwen tegen de telefoon. ‘Is hij daar gebleven?’

‘Hij had niet veel keus.’

‘Pardon?’

‘Brenna,’ zei Trent. ‘Shane Smith is al twee maanden dood.’

 

Volgens een krantenartikel dat Trent aan Brenna liet zien in zijn appartement, was het lichaam van Shane Smith op 2 december gevonden door reddingswerkers die op zoek waren naar een Japanse toerist die over de reling in de waterval was gesprongen. Shane was weken daarvoor verdronken, maar omdat het lijk al die tijd in ijskoud water had gelegen, was het ongewoon goed bewaard gebleven. Ze hadden hem niet alleen kunnen identificeren met behulp van zijn gebitsgegevens, maar ook door zijn vele tatoeages. Zover ze konden zeggen was Shane in de laatste week van oktober verdronken, wat het waarschijnlijk maakte dat hij was gestorven op de dag dat Brenna hem had gezien - 30 oktober - op de Maid of the Mist.

Ze wil dood...

‘Denk je dat Diandra hem heeft geduwd?’ zei Trent.

Ja.

‘Je twijfelt er niet aan, hè?’

‘Nee. Ze had zo’n uitdrukking op haar gezicht toen ik haar op de boot zag... Het is moeilijk uit te leggen,’ zei Brenna. ‘Ik denk dat ze... zich pantserde om het te doen.’

‘Waarom waren ze op die boot met jou?’

‘Dat is een van de vele dingen die ik Diandra graag zou vragen als ik haar de volgende keer tegenkom.’ Brenna zag haar weer voor zich, hoe ze gehaast uit Trents badkamer kwam in haar roze angoratrui en zichzelf Jenny noemde met dat hoge kleine meisjesstemmetje...

‘Wauw,’ zei Trent. Hij staarde haar aan. ‘Je wilt haar echt te grazen nemen.’

‘Is het zo duidelijk?’

Hij trok een wenkbrauw op. ‘Het is best sexy.’

‘Ik bedoel dat ik haar te grazen wil nemen op een non-Grindhouse-manier. Ik wil haar echt zwaar aanpakken. Geloof me, het is zeer on-sexy.’

Hij staarde naar het krantenartikel op zijn computerscherm, naar het glimlachende jonge gezicht van Shane Smith. ‘Ze heeft hem RJ laten vermoorden en toen heeft zij hem vermoord. Misschien zodat hij niets kon verraden,’ zei hij, heel zacht. ‘Misschien voelde hij zich schuldig.’

‘Misschien.’

‘En weet je, Brenna?’

‘Wat?’

‘Als ik haar terug zou zien en ze zou proberen me te versieren? Ik weet niet of ik haar af zou wijzen.’

‘God, wat ben je toch een idioot.’

‘Dat weet ik.’ Hij glimlachte niet. ‘Ik weet het.’ Hij staarde een tijdje naar zijn handen. ‘Hé!’ zei hij. ‘Ik dacht net aan iets.’

‘Ja?’

‘Wat als ze een misdaad heeft gepleegd?’

‘Ja?’

‘Ik heb het je niet verteld, maar ik heb tegenwoordig een ingang bij NCIC.’

‘Die database van de fbi?’

‘Ja. Herinner je je Claudia nog?’

‘De verpleegkundige.’

‘Duh. Natuurlijk herinner je je haar nog.’

Brenna keek hem aan. ‘Haar broer doet computerwerk voor de FBI.’

‘Juist. En... ze heeft een soort deal met me gesloten,’ zei hij. ‘Ze gaf me een NCIC-wachtwoord, rechtstreeks van haar broer.’

Trent startte ncic op. Toen hij op de pagina kwam waar hij het wachtwoord moest invullen, trok hij zijn portemonnee uit zijn zak, haalde er een visitekaartje uit. Onderaan had hij een lange combinatie van cijfers, letters en interpunctietekens geschreven, die hij nu intoetste. Brenna staarde naar hem, haar blik ging van het visitekaartje naar Trent en weer terug.

‘Wat was jouw kant van de deal?’ vroeg Brenna. Het maalde in haar hoofd.

Trent mompelde iets.

‘Wat?’

Hij herhaalde zichzelf. ‘Ik... eh... ik moest stoppen met proberen haar te versieren.’

Brenna glimlachte. ‘Klinkt logisch,’ zei ze. Het malen werd intenser - gedrukte woorden onder aan een visitekaartje. Iedereen zette zijn wachtwoorden wel ergens neer, en wat was een betere plek voor een filmmaker dan onder aan de foto van zijn lievelingsregisseur...

‘Kijk, we weten haar achternaam niet, maar als we “Diandra” in dit veld invoeren... hm... geen geluk. Ik vermoed dat ze nooit is gearresteerd of dat Diandra niet haar echte naam is, of... Waarom kijk je me zo aan?’

‘De cloud,’ zei Brenna.

‘Van Tannenbaum?’

Ze knikte. ‘Meende je dat toen je zei dat alles wat je nodig had het wachtwoord voor de Lockbox was?’

‘Yep,’ zei hij. ‘Heb jij dat?’

‘Dat zou kunnen.’ Waarom zou een atheïst een Bijbelpassage op een foto van zijn lievelingsregisseur zetten? ‘Probeer eens Deut 31:6.’

Onjuist wachtwoord.

Trent keek naar Brenna.

‘Hoeveel letters kun je gebruiken in een wachtwoord?’

‘Voor Lockbox? Veel.’

‘Probeer eens: Weestvastberadenenstandvastig.’

Trent typte.

‘O, mijn god,’ fluisterde hij. ‘We zijn erin.’ Het scherm opende een aantal kleinere schermpjes met afspeelknoppen. ‘Video’s.’

Brenna keek hem aan. ‘Ik dacht dat je zei dat opslag in de cloud volkomen veilig was.’

‘Ongelofelijk.’

‘Schrijf nooit wachtwoorden op, Trent.’

‘Dat kun jij makkelijk zeggen. Jij hebt dat niet nodig.’

‘Klik eens op play,’ zei Brenna.

Trent startte op het eerste schermpje. Het eerste schermpje met videobeelden in RJ Tannenbaums cloud. RJ’s project. De Droom. De Grote Droom.

Het schermpje werd blauw en er verscheen een titel: op zoek naar LULA BELLE.

Het volgende beeld was de foto: Brenna en Clea op de fiets. Brenna’s adem stokte.

‘Er is geluid bij,’ zei Trent.

‘Zet harder,’ fluisterde ze.

Er klonk een stem, een mannenstem, nasaal en droevig. Lula Belle. Ik heb van haar gehouden vanaf het moment dat ik haar zag. Vanaf het moment dat ik voor het eerst haar stem hoorde. Gisteren heeft ze me deze foto gemaild. Ze zei dat hij van haar was. Maar onze reis begint eerder.

De foto op het scherm vervaagde langzaam en ging over in actiebeelden: een klein, donkerharig meisje dat op een fiets door het bos rijdt. Het was een spookachtig beeld, met een droefheid die je in je maag voelde zonder precies te weten waarom.

‘Hij is heel wat beter dan Shane Smith,’ zei Trent.

Brenna knikte. Ze kon geen woord uitbrengen.

De voice-over begon opnieuw. Ons verhaal begint drie jaar geleden, toen ik, als schelmenstreek voor een vriend van de filmacademie, inbrak in het huis van een man.

Het beeld van het kleine meisje ging over in een opname van Gary Freeman, staande te midden van ballonnen van Wise Up met zijn vrouw en dochters.

Deze man. Gary Freeman.

‘Dat is de cornflakesvent,’ zei Trent.

Brenna keek hem aan. ‘Onze werkelijke werkgever.’

‘Hij?’

‘Dat was hij. Hij heeft me ontslagen.’

Ik moest als studentengeintje in zijn huis inbreken, zijn dagboek pakken en het onder de vloerplanken van zijn slaapkamerkast stoppen.

Het beeld veranderde in vage opnames: een ietwat jongere RJ Tannenbaum zonder baard stond voor een groot sledebed. Hij hield een blauw boek omhoog.

Ik heb mezelf gefilmd terwijl ik het teruglegde. De persoon die me heeft uitgedaagd om het terug te leggen wist dat niet.

Op het scherm haalde RJ iets uit het blauwe boek. Hij liep ermee naar de camera op statief en hield het voor de lens.

‘O, mijn god,’ zei Trent.

Brenna kon niets zeggen.

Het was de foto van haar en Clea op de fiets. Dezelfde dag, dezelfde badpakken. Dezelfde foto die Lula Belle naar RJ had gestuurd.

Brenna dacht terug aan RJ’s kamer, twee dagen geleden... De foto op het computerscherm - Brenna en Clea op die fiets, Clea’s fiets stond die in Clea’s kamer? Had ze haar zus ernaar zien kijken? Diezelfde foto in een blauw boek stoppen en het dichtklappen terwijl Brenna binnenkomt...

‘Hoe komt hij daaraan?’ zei Trent. ‘Dit is te bizar voor woorden, Bren. Ik begrijp niet.

Brenna hield een hand op. ‘Sst,’ zei ze. De voice-over begon weer. Ik dacht dat ik een willekeurig dagboek in het huis van een docent moest verstoppen. Maar het bleek dat ik het moest terugleggen. De persoon die mij had uitgedaagd, Shane Smith, had het gestolen en wilde dat het weer op zijn plek lag voordat de docent het merkte. Ik geloof nu dat hij een kopie heeft gemaakt.

Een foto van Shane, poserend naast een filmcamera, verscheen op het scherm. Shane Smith, regisseur van de Lula Belle-films.

Een beeld van Lula Belle schrijlings op een stoel.

Kunst, zei hij. Performancekunst. Gecreëerd vanuit het verloren dagboek van een vermist tienermeisje.

De foto van Brenna en Clea die op RJ’s computerscherm had gestaan. Dit vermiste meisje.

De beelden liepen ten einde. ‘Er is nog meer,’ zei Trent zacht. Hij raakte het scherm aan, een extra vakje waar ‘audio’ onder stond. Hij klikte erop. De timer stond op 25 seconden. Hij drukte op afspelen.

‘Meneer Freeman, u spreekt met RJ Tannenbaum.’

Daarna klonk Gary’s stem door een telefoonspeaker: ‘Ik heb het je al eerder gezegd. Ik heb niets tegen je te zeggen.’

‘U moet iets te zeggen hebben, meneer. Ik heb Clea’s dagboek gezien. Ik weet van Lula Belle.’

‘Je weet niets.’

‘Meneer Freeman, ik zal u blijven bellen tot ik antwoord krijg.’

‘Je weet geen ene moer.’

Klik.

Brenna en Trent staarden elkaar aan. Brenna stelde zich voor hoe deze hele zaak in vlammen opging, alles eraan was een leugen, vanaf het eerste telefoontje van Freeman: U hebt toch een keer een interview gegeven? U had het over een zus?

‘Gary Freeman had het dagboek van mijn zus,’ zei Brenna. ‘Gary Freeman kende mijn zus.’

‘En Diandra,’ zei Trent, ‘helpt hem om dat geheim te houden.’