Epiloog

 

Een week later

 

‘En waarom heb je mij niet gebeld?’ vroeg Morasco terwijl hij stopte naast de stoeprand op City Island, precies voor het postkantoor.

Het was de achtste keer dat hij dat aan Brenna had gevraagd in evenzoveel dagen. Ze had er genoeg van hem antwoord te geven, maar toch moest ze er nog om glimlachen.

‘Als ik midden in een messengevecht zit, denk ik niet: hé, ik zou Nick moeten uitnodigen,’ zei ze. ‘Trouwens, je zou waarschijnlijk opduiken in volkomen foute kleren en mij in verlegenheid brengen.’

‘Niet eerlijk.’

‘Ja, wel eerlijk. Tweed en stiletto’s gaan niet samen, en dan heb ik het nog niet eens over de hoge hakken, hoewel dat tegenwoordig ook niet meer chic is...’

‘Ken je de regels dan niet?’ Hij stapte uit, liep om de auto heen en opende haar portier voordat ze het zelf kon doen.

‘Pardon?’

‘De regels, Brenna. Jij bent de vrouwelijke privédetective. Ik ben de vriend die politieman is. Ik word geacht jou te redden op het eind.’

Ze grijnsde. ‘Je hebt net gezegd dat je mijn vriend bent.’

‘Oké, oké.’ Hij zuchtte. ‘Dit leidt nergens toe.’

Ze waren op weg naar het postkantoor met een doel - net als bij de geelbruine envelop die Morasco haar gisteren had overhandigd — waarover ze allebei niet wilden praten.

‘Het zit zo,’ had hij haar gistermorgen in bed verteld. ‘Ik wil geen geheimen voor je hebben. Maar ik wil ze je ook niet opdringen.’

‘En wat moeten we dan?’

Morasco was uit bed geglipt, had de bovenste la van zijn kast opengetrokken en de envelop eruit gehaald, met die pijn in zijn ogen, dat medelijden dat ze was gaan haten... ‘Dit is afkomstig van Grady Carlson.’

‘O... god...’

‘Hij heeft me dit een week geleden gegeven. Hij is gisteren gestorven.’

‘Wat is het?’

‘Een geheim.’ Hij keek haar aan. ‘Jouw geheim. Doe ermee wat je wilt.’

Gisteravond in haar appartement had Brenna de envelop opengesneden. Ze had de politiedocumenten gezien. Ze had haar vaders naam gezien. En daar had ze het bij gelaten; ze had de envelop weer gesloten. Ze had hem in een la gestopt en bleef erbij uit de buurt, als een slechte herinnering. Een andere keer, had ze gedacht. Niet nu. Er gebeurde nu te veel. En hoewel ze het wist - ze wist in haar onbewuste wel van wie ze haar destructieve neigingen had geërfd, en het voelde aan die vreselijke toename van haar bloeddruk bij elke keer dat ze naar een video van Lula Belle keek (Ze weet het. Ze weet het allemaal...) kon ze die hindernis niet nemen en ernaar kijken. Ze was nog niet klaar voor de confrontatie...

‘Papa pakte zijn pistool, zette de loop tegen zijn slaap, haalde de trekker over en zijn hele hoofd explodeerde.

Brenna kneep haar ogen dicht. Niet nu.

Morasco rende naar de deur van het postkantoor en opende hem voor haar.

‘Als je niet ophoudt met dat hoffelijke gedoe,’ zei Brenna, ‘wil ik geen seks meer met jou.’

Hij liet de deur snel los.

‘Dat is beter.’

City Island riep altijd herinneringen op bij Brenna, en het hielp niet dat het de afgelopen vijfentwintig jaar nauwelijks was veranderd: een slaperige gemeenschap aan zee, dezelfde restaurants met namaakvisnetten, dezelfde leuke huisjes en smalle straten die naar privé-strandjes aan de baai leidden, hetzelfde maritieme museum en dezelfde bibliotheek en dezelfde mensen die er al woonden en leefden toen Brenna hier opgroeide en de verdwijning van haar zus het gesprek van de dag was.

De aanblik van de basisschool was genoeg om zich de eerste school-bijeenkomst te herinneren na Clea’s vermissing, 7 september 1981. Pas nadat Morasco een grapje had gemaakt over het kreeftenrestaurant aan de overkant was ze weer terug in het heden gekomen.

Het was goed om hem erbij te hebben, had ze besloten. Want ondanks al zijn grapjes over ‘de vrouwelijke privédetective’ had ze hem nu nodig, en niet voor messengevechten. Ze had hem nodig om haar te redden van haar geheugen, van haar verleden...

Het postkantoor bracht natuurlijk ook herinneringen terug, maar het heden was belangrijker. Morasco liep naar de grote postbussen tegen de muur terwijl zij hem in haar hand hield vastgeklemd: de sleutel die Hildy haar had gegeven. Morasco was met het idee gekomen, nadat Diandra de moord op Shane Smith had bekend en de laatste details had gegeven: Gary had nooit geweten dat Shane het dagboek van Clea had gestolen en gekopieerd. Maar Diandra wel. Zodra ze, via Gary, hoorde van de Lula Belle-video’s, wist ze dat Shane erachter zat - en ze was razend. Ze keek uit naar een dag waarop ze zich kon wreken op haar ex-vriendje omdat hij de Meest Begaafde Man Die Ze Ooit Had Gekend had uitgebuit, alleen maar omdat hij jaloers was dat ze met hem naar bed was geweest.

Toen Gary de telefoontjes van RJ had ontvangen en Diandra had gesmeekt dat de kennis van die vent nooit openbaar mocht worden, zag ze haar kans, en ze stemde gretig in. Ze nam weer contact op met Shane, overtuigde hem ervan Lula Belles privémail te hacken en RJ over te halen tot een ontmoeting en hem te vermoorden om de ‘grote kunst’ te behouden die Shane had geschapen met de geheimzinnige vrouw door wie hij haar had vervangen. Ze had gewild dat hij ook Lula Belle zou vermoorden, om te voorkomen dat zíj alles zou verklappen aan Brenna - maar hoewel ze zowel Lula Belle als Brenna traceerden tot in Canada, eind oktober, konden ze Lula niet vinden. En Shane durfde niet meer en hij weigerde Diandra de echte naam van Lula Belle te geven.

Diandra had zich door haar woede laten overmannen. Hij had het verdiend om te sterven, had ze tegen de politie gezegd. Hoewel Hildy Tannenbaum duidelijk redenen had om daar anders over te denken.

Hoe dan ook, tijdens het eten bij hem thuis gisteravond had Morasco tegen Brenna gezegd: ‘Als Lula Belle wist dat haar e-mail was gecompromitteerd, wat is dan de veiligste manier waarop ze RJ te pakken had kunnen krijgen?’

‘Zijn postbus,’ had Brenna geantwoord.

En daarom waren ze hier. ‘Hé,’ zei Morasco. Hij stond voor een postbus. De postbus van RJ. Nummer 35.

Brenna liep erheen. Haar hand trilde en zweette rond de sleutel.

Ze maakte de postbus open.

Er zat een pakje in, verstuurd vanuit Montréal, poststempel 20 oktober. Geen afzender. Brenna’s hart bonsde.

Lula Belle, ben jij mijn zus?

Ze opende hem en trok er een stapel gekopieerde handgeschreven pagina’s uit. Ze herkende het handschrift. Cleas handschrift. ‘O mijn god,’ fluisterde Brenna. Ze hield haar adem in, hopend.

‘Er zit een briefje bij,’ zei Morasco.

Hij spreidde het voor hen uit, en ze lazen het samen.

 

Beste RJ,

 

Ik hoop dat je het goed maakt. Het spijt me dat we elkaar nooit hebben kunnen spreken voor dit interview. Ik blijf gedesillusioneerd door Shane en zijn ‘kunst’ en ik denk dat jouw project waardig en belangrijk is. Maar ik moet je helaas vertellen dat ik de stad moet verlaten. Het is om gelukkige redenen, ik krijg een rol in een soap in Montréal. Ik weet niet of je het wist, maar ik spreek vloeiend Frans, dus die rol is perfect voor me. Bovendien krijg ik dan een regelmatig salaris, ik hoef mijn gezicht niet te verbergen en niet langer de geheimen van anderen te bewaren.

Hoe dan ook, veel succes met je documentaire. Ik weet zeker dat die geweldig zal worden. Nogmaals, het spijt me dat we elkaar nooit persoonlijk hebben kunnen ontmoeten, maar ik hoop dat de bijgesloten informatie van pas zal komen.

 

Het allerbeste,

Lula Belle... ook wel bekend als Mallory Chastain

 

‘Mallory Chastain,’ fluisterde Brenna. Ze werd een beetje somber.

‘Niet Clea.’

Ze schudde haar hoofd. ‘Ik ken haar.’

‘Hoe?’

‘Ik heb haar in een van de films van Shane Smith gezien... Nou ja, haar oog dan.’

Hij zuchtte. ‘Al die mensen die dachten dat ze naar Canada was gegaan om met jou te praten. Terwijl ze gewoon een rol kreeg in een soap.’

‘Ironisch,’ zei Brenna. Maar ze dacht er niet echt over na. Ze was verzonken in de eerste alinea’s van het dagboek van haar zus:

 

Ik heb net het Dagboek van Anne Frank gelezen. Mijn moeder vindt dagboeken stom. Ze denkt dat die te veel over je onthullen, maar dat vind ik helemaal niet. Ik denk dat ze je gezelschap kunnen houden als iedereen je in de steek heeft gelaten. Ik denk dat ze herinneringen voor je vast kunnen houden terwijl je bezig bent met het opdoen van nieuwe. Ik denk dat het een manier is om voor altijd te blijven leven, wat waarschijnlijk verklaart waarom mam er zo’n ontzettende hekel aan heeft.

Hoe dan ook, Anne noemde haar dagboek Kitty, en ik wil ook een Kitty. Maar aangezien die naam al is vergeven, ga ik je een andere naam geven. Een mooie naam.

Ik zal je Lula Belle noemen.