7
De roeispanen kliefden scherp door het donkere water.
Het regende niet meer en het was onbewolkt. De wind die het slechte weer had meegebracht, was uit het zuidwesten gekomen, en het was nog steeds zo koud dat je adem condenseerde.
Michelle bewoog de riemen met een soepele beweging die ze had aangeleerd tijdens vele jaren van varen in smalle bootjes met een diepgang van amper dertig centimeter. Ze hoefde niet eens na te denken bij wat ze aan het doen was. Het enige wat ze hoefde te doen was trekken en terug, trekken en terug, in een compleet rechte lijn omdat elke afwijking kostbare seconden kost. Elke spier in haar lichaam was daar op een bepaald moment bij betrokken, vooral haar ruggenwervel en onderlichaam waar het lichaam het sterkst is.
De enige boot op de Potomac was een politieboot die langzaam in zuidelijke richting naar de Memorial Bridge voer. Michelle ging de andere kant op en voer recht naar de oude boothuizen die aan de oever bij Georgetown lagen.
Sean zat op de motorkap van zijn Lexus en zag dat zijn partner systematisch terugroeide naar haar beginpunt. Hij vond het fijn dat ze zijn raad had opgevolgd en haar lichte roeiboot te water had gelaten. Daar vond ze rust, wist hij; een van de weinige plaatsen waar ze die zou kunnen vinden. Hij nam slechts één keer zijn blik van haar af, toen een groep meeuwen opvloog, rondzwermde, zich liet vallen en weer opvloog.
Dat was echte vrijheid, dacht Sean. Leek hem heerlijk.
Weer keek hij naar zijn partner. Ze waren één keer met elkaar naar bed geweest, en daarna nooit weer. Hij had zich afgevraagd waarom niet. Ach, daar waren veel uiteenlopende redenen voor. De seks was fantastisch geweest, maar de volgende ochtend verwarrend, hoewel ze er allebei schuldig aan waren dat ze die heilige grens hadden overschreden en een perfecte samenwerking hadden geruïneerd.
Ze stopte bij de helling van een van de geel-groene boothuizen. Sean liet zich van de motorkap glijden en liep naar haar toe om haar te helpen. Ze droeg een donkerblauwe eendelige outfit van lycra zodat ze zich gemakkelijk kon bewegen. Hierdoor kon hij zien dat ze geen grammetje vet te veel had, maar het maakte ook duidelijk dat ze heel mager was.
Samen bonden ze de roeiboot op het dak van haar Land Cruiser en Michelle stak de roeispanen door het open raam van de achterklep van de wagen; ze waren zo lang dat ze de stoelen voorin raakten.
Sean keek in haar auto. Die lag vol troep; allemaal dingen die ze al heel lang geleden had moeten weggooien.
Ze zag hem kijken en zei: ‘Niets zeggen. Ik ruim het wel een keer op.’
‘Tuurlijk. Als je niet langer bij het stuur kunt?’
‘Dat is erg grappig, Sean. En jij beweert altijd dat je geen ochtendmens bent.’
Sean pakte twee bekers koffie uit zijn auto en gaf haar er eentje. Ze nam een slok.
‘Je zag er goed uit op het water,’ zei hij.
‘Op die onzin zit ik dus echt niet te wachten.’
‘Wat bedoel je?’
Ze rekte haar schouder uit tot ze een knakje hoorde. ‘Ik ben langzamer dan ooit. Op dit moment zou ik niet eens een plaats in een highschoolteam kunnen veroveren.’
‘We worden allemaal oud.’
‘Niet allemaal. Tylers vader niet.’
Sean dronk zijn koffie op en keek naar het water. ‘We trekken ons officieel terug uit Afghanistan, maar we hebben nog steeds doden. Waarvoor sterven die dan?’
‘Die vraag kun je in zo ongeveer elke oorlog stellen.’
‘Ik had niet gezien dat er geen trekker op die Mauser zat,’ bekende hij.
‘Ik kon dat wapen waarschijnlijk beter zien dan jij. Hij liep aan mijn kant van de weg. Als we in Engeland hadden gereden, had jij het misschien gezien en ik niet.’
‘Je kunt nog altijd heel goed liegen.’
‘Wel handig in ons werk.’
‘Ik weet dat ik zei dat we ons weer met nieuwe zaken moesten bezighouden, maar misschien had ik het mis. Misschien zouden we wat geld moeten opnemen en ergens naartoe moeten gaan.’
Michelle keek hem onderzoekend aan. Ze leunde tegen de motorkap van haar auto en vroeg: ‘Waarom heb je je opeens bedacht?’
‘Omdat ik een spontaan mens ben.’
‘Jouw idee van spontaniteit is super tanken in plaats van euro.’
‘Je hebt nooit echt vrije tijd gehad, Michelle. Het was alleen maar ziekenhuis, operaties, revalidatie. Dat was hard werken. Je bent aan vakantie toe. We zijn allebei aan vakantie toe.’
‘En je appeltje voor de dorst dan?’
‘Eerlijk gezegd hebben we meer dan genoeg geld om er een tijdje tussenuit te gaan, en dan hebben we nog genoeg over. Ik stem voor een warme, zanderige plek waar ze drankjes met limoen en zout voor je neus zetten. Dan zie je mij in mijn zwembroek en ik jou in je bikini.’
‘Waarom? Zodat iedereen mijn littekens kan zien?’ vroeg ze op scherpe toon.
Seans gezicht betrok. ‘Je weet heus wel dat ik het zo niet bedoelde.’
Haar blik werd minder hard. ‘Dat weet ik,’ zei ze zacht.
‘Bovendien heb ik ook een paar littekens,’ zei hij. ‘En die heb je allemaal al gezien,’ voegde hij er glimlachend aan toe.
‘Een ervan is eigenlijk wel schattig.’
‘Dus wil je tenminste eens overwegen of we er even tussenuit kunnen gaan?’
‘Dat klinkt inderdaad aantrekkelijk.’
‘En Tyler Wingo?’
‘Ik denk dat ik me wilde bemoeien met iets wat me niet aangaat. Misschien kunnen we dat pistool als pakketpost naar hem sturen.’
‘Kijk, dat klinkt beter. Ik zal weleens zien of ik een leuk reisje kan vinden en dan kunnen we dit binnen een paar dagen geregeld hebben. Ben je weleens in Nieuw-Zeeland geweest?’
‘Nee.’
‘Ik ben daar een keer naartoe geweest toen ik de vicepresident bewaakte en het woord paradijs voor dat land is een understatement. En het is daar nu zomer.’
Haar telefoon ging. Ze keek naar het scherm. ‘Hou die gedachte even vast. Hallo? Ja, met Michelle Maxwell.’
Ze luisterde even en zei toen: ‘Oké, ik begrijp het.’ Ze luisterde nog zeker een minuut en zei toen: ‘Dat kunnen we wel doen. Geef me het adres.’
Ze zag dat Sean gebaarde dat ze zich niet moest vastleggen, maar dat negeerde ze. Ze verbrak de verbinding en stopte de telefoon weer in haar waterdichte heuptasje.
‘Wie was dat?’ vroeg Sean.
‘Tyler Wingo.’
‘Wil hij zijn pistool zo graag terug?’
‘Nee. Hij heeft het niet over dat pistool gehad.’
‘Waar dan wel over?’
‘Hij wil ons inhuren.’
Sean keek haar verbaasd aan. ‘Ons inhuren? Waarvoor?’
‘Om uit te zoeken wat er met zijn vader is gebeurd.’
‘We weten wat er met zijn vader is gebeurd. Hij is gesneuveld terwijl hij als soldaat in Afghanistan was. En we gaan niet naar Afghanistan om zijn dood te bevestigen, als hij dat soms wil. Het leger kan het prima zonder onze hulp stellen. En je zei zonet zelf dat je je bemoeide met zaken die je niet aangingen. Wij wilden in een vliegtuig naar Nieuw-Zeeland stappen.’
‘Maar dat was voordat hij ons belde. Tyler wil ons spreken.’
Sean slaakte een diepe zucht. ‘Waar, bij hem thuis?’
‘Nee, voorlopig wil hij niet dat iemand anders het weet. Hij noemde niemand bij naam, maar ik begreep wel dat hij niet wil dat zijn stiefmoeder het weet.’
‘Ten eerste is hij minderjarig en dus kan hij ons niet inhuren. Hij is niet gemachtigd een overeenkomst met ons te sluiten.’
Ze keek hem teleurgesteld aan. ‘Dat is gewoon juridische rompslomp. Je bent geen advocaat meer, hoor!’
‘Eens advocaat, altijd advocaat. En het is geen rompslomp. Op die manier krijgen we ons geld.’
‘Ik weet zeker dat hij ons betaalt.’
‘Ik ben blij dat jij daar zoveel vertrouwen in hebt. Maar ik ben niet van plan geld aan te nemen van een verdrietige tiener als er geen onderzoekswerk voor ons te doen is. Zijn vader is kia. Dat is een uitgemaakte zaak. Het Pentagon is er heel goed in om een stoffelijk overschot te identificeren. En soldaten hebben een identiteitsplaatje om en ze hebben dna-monsters van hen en zo. Als zij zeggen dat hij dood is, dan ís hij dood.’
‘Ik weet niet of Tyler in twijfel trekt of zijn vader dood is. Er is een andere reden dat hij ons wil inhuren.’
‘Wat?’
‘Hij wil weten hoe zijn vader is gestorven.’
‘Heeft het leger dat dan niet aan hem en zijn stiefmoeder verteld? Dat is een van de dingen die ze doen wanneer ze de naaste familie inlichten.’
‘Kennelijk was Tyler niet tevreden met hun uitleg.’
‘Dit is waanzin, Michelle. Die jongen denkt niet logisch na, dat is wel duidelijk.’
‘Misschien is het inderdaad waanzin,’ gaf ze toe. ‘Maar er is iets voor te zeggen om een bedroefde tiener te helpen die zich in een bijzonder moeilijke situatie bevindt.’
‘En jij denkt dat we dat kunnen?’
‘Dat hebben we al heel vaak gedaan voor heel veel mensen; sommigen waren zelfs veel jonger dan Tyler.’
‘Dat is zo,’ zei Sean weifelend. ‘Maar als hij ons niet thuis wil zien, waar dan wel?’
‘Op zijn school.’
‘Zijn school? Hij heeft net te horen gekregen dat zijn vader gisteren is gesneuveld en toch gaat hij vandaag naar school?’
‘Dat vond ik ook wel gek. Maar ja, als hij en zijn stiefmoeder niet met elkaar kunnen opschieten, dan wil hij misschien liever niet bij haar zijn. En misschien denkt hij dat hij, als hij gewoon doorgaat met zijn leven, er dan misschien minder aan denkt dat hij zijn vader nooit meer zal terugzien.’
‘Ach ja, iedereen gaat weer anders om met zijn verdriet,’ zei Sean.
‘Dat denk ik ook. En hij is nog maar een kind.’
‘Hoe laat wil hij ons ontmoeten?’
‘Hij is om kwart over drie vrij. Om halfvijf moet hij zwemmen. Tussendoor kan hij ons ontmoeten.’
Sean begon te grinniken.
Michelle haalde haar autosleutels uit haar heuptasje. ‘Wat is er zo grappig?’
‘O, ik was even bang dat we tijdens de pauze op het schoolplein een vertrouwelijke bespreking met een cliënt zouden moeten voeren.’
‘Hij zit op de middelbare school, niet op de basisschool. En ze hebben geen pauzes meer tegenwoordig.’
‘Neem me niet kwalijk. Maar ik snap gewoon niet waar dit toe moet leiden.’
‘Nu kunnen we hem tenminste zijn pistool teruggeven, hoewel het misschien geen goed idee is om hem een wapen te overhandigen als hij zich op het terrein van de school bevindt. Misschien kunnen we ergens anders afspreken.’
‘Welke middelbare school?’ vroeg hij.
Ze vertelde het hem.
‘Daar zijn we gisteravond langsgereden. Aan de overkant van de straat zijn een paar winkels met een Panera Café. Bel hem maar terug en zeg dat we hem daar wel ontmoeten.’
‘Nee, ik bel hem niet, ik stuur wel een sms’je. Dat doen de jongeren van tegenwoordig.’
‘Wat jij wilt.’
‘Je bent niet enthousiast over deze zaak, hè?’ vroeg ze.
‘Dit is geen zaak,’ antwoordde hij.
‘Het is een potentiële zaak,’ verbeterde ze hem. ‘Afhankelijk van wat we te horen krijgen.’
‘Je laat dit niet rusten, hè?’
‘Ik weet niet waarom, Sean. Ik weet echt niet waarom dit me zo bezighoudt, maar het is wel zo. En ik moet dit doen. Oké?’
‘Prima. Wie a zegt, moet ook b zeggen.’
‘Nu klink je pas echt oud.’
‘Onze nieuwe “cliënt” heeft zijn puberteit nauwelijks achter de rug: natuurlijk voel ik me oud.’
Ze kneep even in zijn schouder. ‘Bedankt dat je me dit gunt.’
‘Daar leef ik voor,’ antwoordde hij. ‘Maar je moet me één ding beloven. Als dit geen echte zaak is, en ik kan je nu al vertellen dat het dat niet is, dan moet je het laten rusten en gaan we op vakantie. Beloof me dat.’
‘Dat beloof ik je. Als dit geen echte zaak is, gaan we naar Nieuw-Zeeland en trek ik een bikini aan. Maar dan moet jij een Speedo aantrekken.’
Hij zei: ‘Dat zou niet bepaald bevorderlijk zijn voor het toerisme in Nieuw-Zeeland.’
Maar wat hij echt dacht, was: ik ben gewoon heel blij dat ik niet hoef te treuren omdat ik jou ben kwijtgeraakt.