11
Wegens inventarisatie gesloten stond er op het briefje dat achter de winkelruit van de sportzaak hing. Er lagen restjes patat en verkleurde klodders mayonaise op de toonbank. Jos Verschoor drukte het whiskyglas tegen zijn voorhoofd en sloot zijn ogen. Na het telefoongesprek met zijn vrouw had hij zijn zelfbeheersing verloren. Hij had een rek met kleding omgetrapt en een plank met sportschoenen van de muur getrokken. Alles wat in zijn directe omgeving stond, sloeg en trok hij door de kamer. Hij wist het zeker: Karien probeerde hem gek te maken. Hij kon zich nauwelijks voorstellen dat ze het gore lef had om met een andere vent het bed in te duiken. Met een collega nog wel. Daarom ging ze natuurlijk altijd zo goedgemutst naar haar werk. Dan kon ze bij die Hertog zijn. Minstens een keer per week werkte ze over. Ja, nu wist hij waarvoor. Die nieuwe vlam van haar was natuurlijk ook van de partij. Hij zag ze samen al liggen op het bureau. Innig kussend. Waar had hij dit aan verdiend? Hij had zich jaren uit de naad gewerkt en haar alles gegeven. Aan niets ontbrak het haar. Nu het zakelijk wat minder ging, werd hij doodleuk ingeruild voor een of andere eikel in driedelig kostuum. Alles dreigde hem uit zijn handen te glippen. Door de geldzorgen was Karien kwetsbaar en makkelijk te beïnvloeden. Waarschijnlijk had die vent misbruik van de situatie gemaakt. Maar Jos liet zijn plaats niet innemen door een snelle jongen met geld. Het was zijn vrouw en hij zou haar met niemand delen. Ze had een gelofte afgelegd: tot de dood ons scheidt. Hij zou haar daaraan houden als het moest. Niemand zou een reden hebben om hem uit te lachen. Zijn falen zou echt niet de gespreksstof van zijn voetbalvrienden of familie worden. Zijn moeder zou het nieuws niet overleven. Ze had altijd schande gesproken over de scheiding van zijn neven Gerard en Frank. Hij zag het triomfantelijke smoelwerk van zijn tante Bea al voor zich als zij eindelijk de kans kreeg om haar zuster van repliek te dienen. Jos had nagedacht. Hij zou Karien dwingen om weer van hem te houden. Daarvoor moest hij er wel eerst voor zorgen dat hij thuis weer welkom was. Natuurlijk kon hij met geweld het huis binnendringen en zijn plek opeisen. Maar dat werkte averechts. Bij Karien maar ook bij de kinderen. Hij moest dit subtiel aanpakken. Hij zou haar overladen met attenties en complimenten waar die Hertog bij zou verbleken. Er was geen ruimte voor impulsieve acties of ondoordachte besluiten. Vanaf vandaag zou hij alles zorgvuldig voorbereiden. Als hij weer controle over de situatie had, kon hij haar bespelen en langzaam zijn plannen op tafel leggen. Het was hem duidelijk dat Karien de vrijheid die hij haar had gegeven niet aankon. Hij had haar al die jaren te veel haar zin gegeven. Dat was fout geweest. Daardoor gedroeg ze zich als een verwend kreng. Hij zou alles terugdraaien. Mocht dat niet lukken, dan bleef er nog één optie over. Als híj haar niet kon krijgen, dan niemand… Hij sloeg zijn drankje achterover en plukte de telefoon tussen de koude patat vandaan. Terwijl hij op de nummertoetsen drukte en wachtte tot er werd opgenomen, krabbelde hij wat woorden op papier. Het gesprek bleef onbeantwoord en met een vloek drukte hij het toestel uit.
Verschrikt keek Karien op en snel veegde ze haar tranen weg. Raspend haalde ze adem en haar borstkas rees overspannen op en neer. Pauline sloot de deur en liep met grote stappen om het bureau heen. Ze sloeg haar arm rond Kariens schokkende schouders en liet zich op haar hurken zakken.
‘Wat is er aan de hand? Heeft Hertog je ontslagen? Moest je daarom bij hem komen?’
Karien schudde haar hoofd en dwong zichzelf met een diepe ademteug tot rust te komen.
‘Ik ben voorgedragen als Hoofd van de afdeling Risicoanalyse.’
‘En daar moet je om janken?’
‘Nee, natuurlijk niet! Het is Jos. Hertog en ik hebben het nieuws gevierd met een lunch en Jos heeft ons samen gezien. Hij denkt dat ik iets met Hertog heb.’
‘Jij en Hertog? Als het niet zo ernstig was, zou ik erom lachen. Die bewering is wel erg kortzichtig.’
‘Hij heeft mij en Hertog bedreigd met de dood. Hij is daartoe in staat, Pauline. Hij is een wandelende tijdbom. Ik moet Hertog waarschuwen.’
‘Overdrijf je nu niet een beetje? Een mens roept wel vaker rare dingen uit frustratie, dat wil niet zeggen dat hij ze dan ook uitvoert. Je zei zelf dat hij een emotioneel wrak is.’
Karien kwam omhoog en Pauline volgde haar voorbeeld. Met trillende handen frummelde Karien het sjaaltje rond haar nek los. De vuurrode striem stak schreeuwerig af tegen haar bleke huid. Ze stroopte de mouw van haar blouse omhoog en toonde de blauwe plekken op haar arm. Pauline fronste haar wenkbrauwen.
‘Slaat hij je?’ Karien knikte en knoopte het sjaaltje weer vast.
‘Zijn woedeaanvallen worden met de week erger. Ik ben bang. Bang dat hij mij of de kinderen iets ergs aandoet.
Er valt geen zinnig gesprek met hem te voeren. Om het geringste krijgt hij een aanval. In het begin wist hij zich nog in te houden als de kinderen in de buurt waren, maar ook daar stoort hij zich niet meer aan. Het enige wat ik kan doen is mezelf opsluiten in de wc en wachten tot hij gekalmeerd is. Op de wc ben ik veilig. Vandaag heeft hij mij op weg naar kantoor bijna van de fiets gereden. Als hij wil…’ Ze slikte moeizaam.
‘Je moet aangifte gaan doen’, besliste Pauline. ‘Je vraagt een straatverbod aan en je neemt een advocaat in de arm. Je kunt…’
‘Nee!’ Het kwam er resoluut uit. ‘Daarmee maak ik het alleen maar erger. Hij zou Hertog de schuld van alles geven en hem kunnen aanvallen. Zolang Jos niet thuiskomt, vind ik het best. Ik laat hem betijen. Misschien komt hij tot bezinning en ziet hij eindelijk in dat hij verkeerd bezig is.’
‘Denk je dat het zich zo eenvoudig oplost? Heb je nooit een scheiding overwogen?’
‘Duizenden keren, maar een scheiding vind ik wel erg drastisch.’
‘Je vrouw afrossen niet? Dat mag en kun je niet accepteren.
Je hebt toch ook je trots?’
‘Trots?’ Ongewild borrelde er een iele lach omhoog. De trots had hij er al uit geslagen. ‘Eén ding weet ik zeker: ik trek dit niet meer. Al weken loop ik op eieren. Bang dat ik iets verkeerds zeg of doe waardoor hij flipt. Ik heb wat tijd zonder Jos nodig om mijn leven op de rails te krijgen. Ik weet het op dit moment gewoon niet meer.’ Geluidloos rolden de tranen over haar wangen.
‘Je moet ook aan je kinderen denken’, vond Pauline. ‘Wat voor signaal geef je aan hen? Dat slaan een oplossing is?’ Er kwam geen antwoord. ‘Beloof me één ding!’ Pauline pakte Kariens handen vast. ‘Dat je bij de volgende geweldsexplosie de telefoon pakt en de politie belt. Straks loopt het verkeerd af. Beloof je dat?’ Het knikje was te timide naar Paulines zin en ze preekte door. ‘Misschien schrikt de politie hem af. Blijf in ieder geval niet doorsukkelen. Anders pak je je spullen en kom je naar mij. Ik heb een vakantiewoning in Drenthe. Desnoods trek je daar met je kinderen in.’
‘Je bent een lieverd.’ Karien gaf Pauline een kus op haar wang. Het voelde goed dat ze haar problemen eindelijk met iemand kon delen. ‘Pauline… Het blijft toch wel onder ons? Ik wil niet dat mijn huwelijk op kantoor het gesprek van de dag wordt. Het is al moeilijk genoeg zonder commentaar van anderen. Het schaamtegevoel vreet me kapot.’
‘Wat is dat voor onzin? Jij hoeft je nergens voor te schamen.’
Met een scheve glimlach keek Karien haar vriendin aan.
‘Ik vertel mensen wat te doen en wat niet. Hoe moet ik straks een afdeling leiden als ik mijn eigen man niet op afstand kan houden? Ze zoeken een daadkrachtige vrouw, geen bange muis met blauwe plekken.’
‘Je praat onzin. Je vraagt hier toch niet om? Jij kunt heel goed mensen aansturen en leiding geven. Dat heeft niets met de verknipte acties van jouw man te maken. Die is de weg kwijt, hij denkt dat hij met geweld alles kan oplossen. Maar je hoeft nergens bang voor te zijn. Ik vertel niemand iets. Ik ben je vriendin en sta altijd voor je klaar. En ik wil dat je je fiets laat staan, want ik breng je met de auto naar huis. Je fiets krijgen we wel in de kofferbak’
Karien glimlachte door haar tranen heen. Maar de glimlach was snel verdwenen toen de beltoon van haar mobiel weerklonk. Ze pakte het toestel van het bureau en controleerde het nummer van de beller. ‘Jos’, mompelde ze. Haar duim ging naar de rode toets en ze legde zonder aarzelen het apparaat het zwijgen op. Meteen daarna zette ze het mobieltje uit en borg het in het zijvak van haar handtas op.
‘Hij blijft bellen’, zuchtte ze. ‘Ik word er bloednerveus van.’
‘Wil je dat ik met hem ga praten?’ opperde Pauline. ‘Ik kan vragen of hij je een tijdje met rust laat. Misschien maakt een vreemde meer indruk.’
‘Ik betwijfel het.’
‘Het is te proberen…’
‘Ik denk erover na’, besloot Karien.
‘Dat is al iets.’ Pauline keek op haar horloge. ‘Wat denk je van een kop koffie? Ik heb wel behoefte aan een dosis cafeïne.’ Terwijl Pauline naar het koffieapparaat liep, drukte Karien het internet open. Ze vulde haar zoekvraag in en boog naar voren toen er een overzicht van scheidingsadviezen op het beeldscherm verscheen.
Pauline draaide zich naar Karien toe.
‘Weet je zeker dat ik je maandag niet hoef op te halen?’
‘Nee, dat is niet nodig. Ik kan de auto van Jos nemen. Hij had naar de garage gemoeten maar door al het gedoe ben ik vergeten om een afspraak te maken. Het spuitwerk moet maar wachten.’
‘Doe je wel voorzichtig? Neem geen onnodige risico’s en bel als je hulp nodig hebt.’
‘Maak je maar geen zorgen. Ik zie je morgen.’
‘Oké.’ Pauline stapte in, de claxon klonk en Karien zwaaide naar de auto die langzaam uit het zicht verdween.
‘Mam…’ Chantal stond met de telefoon in de deuropening.
Ze wenkte en seinde toen naar het toestel in haar hand.
‘Wie is het?’
‘Papa. Het is belangrijk.’ Ze liet haar stem dalen tot een zenuwachtig gefluister. ‘Praat alsjeblieft met hem. Hij blijft maar bellen en ik weet niet wat ik moet zeggen.’
‘Waarom neem je dan ook op’, siste Karien terug. ‘Druk hem weg.’
‘Dat durf ik niet. Mam, hij huilt. Je kunt toch op z’n minst even luisteren naar wat hij te zeggen heeft.’
Met een boos gezicht trok Karien de telefoon uit haar handen.
‘Je wordt bedankt.’ Ze bleef in de hal staan en drukte het toestel tegen haar oor. ‘Jos, als je begint met schelden, hang ik direct op’, sprak ze moedig.
‘Ik wil alleen met je praten. Het is mij allemaal helder geworden. Ik zie waar het fout is gegaan. In de zaak, in ons huwelijk en met de kinderen. Maar ik heb een oplossing. We maken een nieuwe start als een nieuw gezin. Vanavond kom ik langs en dan vertel ik over mijn plan.’
‘Vanavond?’ Haar hartslag versnelde. ‘Liever niet. Ik wil rust. Het wordt mij allemaal te veel en na vanmiddag… Ik weet gewoon niet meer wat ik wil. Door al de stress kan ik niet meer helder denken. Mijn hoofd lijkt elk moment te kunnen ontploffen. Ik heb tijd nodig.’
‘Tijd nodig?’ Het was een paar seconden stil. ‘Ik ben ook in de war maar door je problemen voor je uit te schuiven los je niets op. We kunnen ons geen pauze permitteren. We praten hier over onze toekomst en die van onze kinderen. Ik heb nagedacht en…’
‘Ik wil ook tijd om na te denken over onze toekomst’, onderbrak ze hem. ‘Geef mij die ruimte. Ik wil dit weekend even wat rust.’
‘Ja, natuurlijk. Ik begrijp het.’ Hij was duidelijk van zijn stuk gebracht, maar hij herstelde zich snel. ‘Maar ik moet toch langskomen. Ik heb kleding en de verzekeringspapieren van de zaak nodig.’
‘Jos, nee!’ besloot ze. ‘Ik breng maandag schone kleren en de papieren langs. Heb je nog iets anders nodig?’
‘Eh… nee. In de kast naast de tv staat een ordner met de administratie van de winkel. Het heeft een groenkleurig rugetiket. Als je die wilt meenemen, en misschien ook de ordner over hypotheken.’
‘Dat is goed.’
‘En Karien…’
‘Ja?’
‘Het spijt me van alles. Je weet toch dat ik van je hou?’
‘Het spijt mij ook.’ En toen verbrak ze eenvoudig de verbinding. Een gevoel van opwinding golfde door haar heen. Ze had voet bij stuk gehouden en ze voelde zich op een vreemde manier bevrijd. Hoe lang kon ze hem buiten de deur houden? Nu voelde hij zich nog schuldig en hield de schaamte hem op afstand. Maar na een paar dagen stond hij weer voor de deur en gebruikte hij doodeenvoudig de sleutel om binnen te komen. De sloten vervangen was een optie.
De twijfel sloeg toe. Ze kon zich beter eerst op andere zaken concentreren. Met de telefoon in haar hand liep ze de keuken in.
‘Heb jij vanavond trek in pizza?’ Chantal keek verwonderd op.
‘Hoezo? Heeft papa ons uit eten gevraagd?’
‘Nee. Ik heb zin om iets voor ons drieën te bestellen. Albert eet vanavond ook thuis. Heb je trek of niet?’
‘Ja, lekker. Doe mij maar een pizza met extra salami.’
‘Goed, dan bestel ik alvast. Ik neem voor Albert een pizza shoarma. Voordat ze het bezorgd hebben is hij wel thuis. Ze trok de menukaart uit de keukenla en drukte het telefoonnummer in. ‘Wil je er sla bij? Je moet wel wat groenvoer eten.’
De keukentafel was gedekt toen Albert de keuken binnenkwam.
‘Je bent mooi op tijd’, zei Karien terwijl ze de pizzadozen op tafel schoof. ‘Ze zijn een paar minuten geleden bezorgd.’
‘Pizza!’ Verlekkerd wreef Albert in zijn handen. ‘Dat is lang geleden.’
Karien tilde de shoarmapizza op zijn bord en opende met een glimlach de volgende doos. ‘Waar ben je geweest?’ wilde ze weten. Albert sneed een flink stuk van zijn pizza en probeerde het in één keer naar binnen te proppen.
‘Evelien’, wist hij er nog met moeite uit te krijgen. Chantal schoot in de lach. Ze schonk de limonadeglazen vol en liet zich toen op een stoel zakken.
‘Heb je een foto van haar?’ vroeg ze nieuwsgierig. Albert schudde zijn hoofd en antwoordde iets onverstaanbaars.
‘Lijkt ze op iemand die ik ken? Op Anouk, P!nk of heeft ze meer iets weg van de opa uit The Addams Family?’ Albert nam grijnzend een slok van zijn cola.
‘Evelien heeft wel iets weg van Gemma Arterton.’
‘Ja, zou je willen’, hoonde Chantal.
‘Op wie lijkt ze?’ Karien was ook aangeschoven en zette het mes in haar pizza.
‘Arterton. De actrice uit Prince of Persia.’
‘Die ken ik niet.’
‘Dat is echt een mooie film, mam. Die moet je gaan kijken’, beweerde Chantal. ‘Ik heb hem samen met Natalie gezien.’ Chantal vertelde honderduit over de film. Karien genoot. Ze genoot voor het eerst sinds maanden van de maaltijd met haar kinderen. De donkere wolken die zich boven haar hoofd hadden samengepakt waren even verdwenen. Iets na zevenen gingen ze van tafel. Karien stapelde de vuile vaat in de afwasmachine, Chantal trok zich terug om haar huiswerk te maken en Albert moest nog even snel een boodschap doen. Voordat hij wegging, drukte hij spontaan een kus op haar wang.
‘Ik ben zo weer terug.’ Hij verdween naar de woonkamer en duwde zachtjes de deur achter zich dicht. Hij trok de la van de buffetkast open en zocht door de spullen. De tweede la schoof open en ongeduldig graaide zijn hand in het rond. Opgelucht haalde hij adem toen hij uiteindelijk de reserveautosleutel van zijn pa onder een stapel onderzetters vond. Hij duwde de lades dicht en glipte via de voordeur naar de garage. De achterklep van de zilvergrijze Volvo sprong uit het slot toen hij op de contactsleutel drukte. Hij bleef op een kier openstaan terwijl Albert de trap naar de vliering op klom. Hij trok de dozen tevoorschijn en keek een paar seconden weifelend naar het bruine karton. Zou hij het durven? Rick had hem uitdrukkelijk verboden om de dozen te openen. Die waarschuwing was allicht niet voor niets. Waar had Rick hem mee opgezadeld? Had Rick hem gebruikt voor een of ander onfris klusje of… Hij moest het weten. Resoluut sneed Albert met een stanleymes het plakband los en trok het kartonnen deksel open. Verschrikt week hij achteruit toen hij de inhoud zag.
‘De klootzak’, gromde hij.