HOOFDSTUK 7

Er waren sinds Gabrielles komst in huize Van Donckeren drukke maanden verlopen. Nog altijd wist Gabrielle niet wat ze in de toekomst wilde gaan doen en ze kreeg nauwelijks tijd om daarover na te denken. Haar vader, die binnenkort op een tournee door Scandinavië zou vertrekken, stond er op om Lon mee te nemen.

Na haar vakantie vloog Lon terug naar Genève en keerde zodra dit mogelijk was, voorgoed naar huis. Oscar had met het oog op de komende tournee, helemaal geen tijd om zich ergens mee te bemoeien en zo kwam alles op Lon neer, die trouw bijgestaan werd door Gabrielle.

Lon en Gabrielle hadden dus veel te doen.

„Het kopen van een huis, dat is het enige wat paps heeft gedaan!" merkte Gabrielle spits op, na een zeldzaam vermoeiende dag in het aardige kleine landhuisje. „Niet dat ik het hem kwalijk neem. De arme schat is niet praktisch."

„Hij kan nog geen spijker in de muur slaan!" beleed Lon; ze zat boven op een ladder, met een fleurige doek om haar haren gebonden. „Vorige week heeft hij het geprobeerd. Het resultaat was bepaald schokkend... zowel voor het behang als voor mijn oren." Gabrielle gierde het plotseling uit. Ze kon zich precies voorstellen, hoe het geweest was en ze genoot telkens weer uitbundig van Lons laconieke reacties op stormachtige uitvallen, die overigens nooit tegen haar persoonlijk gericht waren.

„Verheug je je op de reis, Lon?" vroeg Gabrielle, ze zonk op de bank neer. „Zeg, ik mag toch wel op je dierbare meubels plaatsnemen?"

„Kind, daar zijn ze toch voor!" Lon wuifde onverschillig, ze was beslist niet iemand, die een afgod van haar huis maakte. „Het huis moet ons dienen en wij niet het huis... en die reis? O, daar verheug ik me geweldig op. Zeg, Gabri, hoe bevalt het jou eigenlijk bij Kyra en Michael?"

„O, best! Ik vind het erg gezellig!" Gabrielle stond op en liep naar de deur. „En als paps en jij eenmaal getrouwd zijn en op reis, dan ga ik me ijverig aan een of andere studie wijden of zo! Als ik maar wist wat! Heb je ooit zo'n besluiteloos wezen meegemaakt? Enfin, komt tijd, komt raad. Overmorgen bruiloft... de kinderen zijn allemaal dol en zelfs Kyra kan er geen huis meer mee houden. Ik vraag me af... hé... er wordt gebeld! Zeker weer een of andere leverancier, die zijn diensten aan komt bieden."

Gabrielle was intussen al bij de voordeur, die ze met een kordate ruk opende.

,André... jij!" Ze stond daar doodstil en staarde hem aan en André zag onverwacht het gezichtje van het meisje, dat hij graag had willen vergeten, maar dat hem al die maanden niet had losgelaten. „Gabri!" Hij stak zijn handen naar haar uit en als vanzelfsprekend legde zij haar beide handen in de zijne. „Wie ik ook verwachtte... jou niet! Wat een prettige verrassing!"

„Wie ben je ook weer?" probeerde ze te schertsen. „Het is zo lang geleden, dat ik je ontmoet heb!" ,Ja, dat concert in Amsterdam is niet doorgegaan, anders zou ik je maanden geleden al ontmoet hebben." Zijn stem klonk spijtig. „Maar nu blijf ik tot na de bruiloft."

„Twee dagen!" fluisterde Gabrielle en haar ogen straalden. ,Ja, twee dagen... die voorbij zullen vliegen, Gabri, ik..." Op dat ogenblik kwam Lon kijken met wie Gabri stond te converseren.

„Nee maar... André!" Ze stak hem de hand toe, zodat hij Gabrielle los moest laten. „Hoe heb je de weg naar onze stulp gevonden? Via Oscar?"

Ze babbelde er lustig op los, terwijl ze André het huis liet zien, maar het ontging haar niet, dat hij tamelijk verstrooid was. Arme Gabri... dacht ze. Zo komt ze immers nooit tot rust! Ze was er allang van overtuigd, dat André voor Gabri meer betekende dan een bakvisachtige bevlieging en ze kon er niet achterkomen in hoeverre André die gevoelens beantwoordde. Hij moest toch wel heel onnozel zijn, als hij niet begreep wat er in Gabrielle omging. Ze was zo doorzichtig als glas en even kwetsbaar.

Het had barmhartiger geweest, wanneer hij weggebleven was, dacht ze bezorgd. Ik zal me er voorlopig niet mee bemoeien, maar hoe dan ook... Gabri's lot kan me niet onverschillig laten, niet alleen omdat ze Oscars dochter is, maar ook omdat ik het kind zo verschrikkelijk graag mag.

„Hoe bevalt het huisje?" vroeg ze, met een vlugge blik op André's gezicht en ze constateerde, dat hij er uit zag, alsof hij het woord 'huis' nog nooit had gehoord.

„Hè... o... het huis... ja, mooi." Hij knikte en koerste meteen op de trap af.

Lon keek hem na, toen trok ze haar schouders op en zweeg verder wijsgerig over het comfort en de inrichting van haar huis, waar André blijkbaar absoluut geen belang in stelde. Halverwege de trap keerde hij zich om en keek naar haar op. Zijn gezicht zag er zo oprecht en trouwhartig uit, dat ze haar ergernis voelde smelten.

„Mag ik Gabrielle meenemen?" vroeg hij. „En jou natuurlijk ook... als je klaar bent!"

Ze las zo duidelijk de wens op zijn gezicht, dat ze nog een heleboel te doen zou hebben, dat ze in de lach schoot. „Zou je het fijn vinden als ik klaar was?" vroeg ze plagend. „Och..." Hij aarzelde even. „Waarom niet? Maar kijk niet alsof ik verschrikkelijk snode plannen koester, Lon. Ik wilde alleen maar ergens met haar gaan theedrinken... en wat praten." , Als jij denkt dat het verstandig is!" Ze haalde de schouders op. Je weet niet half wat een schat van een kind Gabrielle is." „Misschien toch wel!" Hij lachte haar toe. „Wees niet zo zwaartillend. Ik neem Gabri mee, hoor."

Gabrielle zat weggedoken in een hoekje van de brede bank om stilletjes bij te komen van de schrik.

„Verbeeld je toch niets, Gabri," hield ze zich streng voor. „Hij is tegen iedereen vriendelijk, maar dat betekent niets. Begin alsjeblieft weer niet opnieuw!"

„Gabrielle!" Ze schrok van zijn stem alsof er een schot achter haar gelost werd, ze zat meteen overeind.

„Lieve kind, waar wasje met je gedachten!" Hij keek haar aan met een ondeugende twinkeling in zijn ogen. “Ik kwam toch heus nogal hoorbaar binnen. We gaan samen theedrinken. Lon is nog niet klaar. Je vader zou haar trouwens hier komen afhalen." „Dat was me bekend," ze aarzelde, in een poging om hem te weerstaan, omdat hij zo verschrikkelijk zelfverzekerd was. “Ik zou ook wachten, zie je."

„Ach, ze zullen het je wel vergeven, wanneer je met mij meegaat." André trok zijn wenkbrauwen op in een verwonderde boog. „Kuurtjes, kleine Gabri?"

„Mijn goed recht zou ik denken," zei ze snibbig. „Maar goed, ik zal me over je ontfermen."

André schudde lachend zijn hoofd en wandelde gehoorzaam achter haar aan.

Toen ze eenmaal in de wagen zaten en met een behoorlijke vaart naar de stad reden, zat Gabrielle recht en stil op haar plaats. “Ik dacht, dat ik me vergiste, maar je bent veranderd!" Het klonk beschuldigend.

„Vind je?" Gabrielle keek eens naar het strenge profiel naast haar. „In welk opzicht?"

vind je minder spontaan," zei hij kortaf. „Waarom doe je zo stijf en zit daar te kijken alsof je geen tien kunt tellen!" „Mijn beste André... kleine kinderen worden groot!" Ze wist niet, waar ze opeens de woorden en de hautaine kalmte vandaan toverde. „Het is alweer een tijd geleden, dat ik van het internaat kwam..."

Ja, toen had je me waarschijnlijk anders begroet," het klonk onberedeneerd nijdig.

„Zoveel koelheid ben je niet gewend, hè?" snibde ze terug en ze dacht verschrikt: Lieve hemel, waar drijven we op af? Ik geloof op een stevige ruzie... maar alles is beter dan dat André merkt hoe ik hem gemist heb... het wordt immers toch nooit iets. In mij ziet hij alleen maar een kind... kleine Gabri!

„Nee, inderdaad!" André's stem klonk ijzig. „Wees alsjeblieft niet zo'n vinnige kleine kat, het staatje niet."

„En het staat jou niet mij te commanderen!" beet Gabrielle van zich af.

André stopte voor een gezellig, aan het water gelegen restaurant. „Toe, Gabri, we kunnen niet ruziemakend binnenkomen!" Zijn stem klonk smekend. „Zullen we vrede sluiten?" „O, ik ben niet haatdragend," zei Gabrielle fier, ze keek hem onderzoekend aan, maar hij lachte tenminste niet, wat ze nogal hoopvol vond.

Toen ze eenmaal tegenover elkaar zaten aan het tafelde onder het fleurige zonnescherm en over het water uitkeken, waarop wat zeilboten scheerden, kon Gabrielles opstandige stemming toch geen stand houden.

Geniet van het ogenblik! hield ze zichzelf voor. Met snibbig zijn bereik je niets anders dan dat hij je een onaangename kattekop vindt... en dat is toch zeker ook weer niet nodig. Doe toch gewoon! Ze was er zich niet van bewust, dat André haar aandachtig zat op te nemen.

Ze is nog mooier dan ik me herinnerde... de gouden zonnevlekken in haar haar... Gabri... Gabrielle... Hij zuchtte ongeduldig. „Gezellig is het hier, hè?" Gabrielle keek hem vragend aan, ontmoette zijn ogen en keerde snel haar hoofd af. „Als ik naar zo'n onbegrensd lijkende watervlakte kijk, dan moet ik... aan Luzern denken!"

„Denk je nog vaak aan Luzern?" André boog zich over de tafel en probeerde haar ogen naar zich toe te trekken. „Ik denk er nog héél dikwijls aan... misschien te veel... en jij? Ik denk aan een meisje met roodgouden haren en heldere ogen... en ik vraag me af, waarom heb ik haar laten gaan!"

Gabrielles dwalende ogen keken hem nu wel degelijk aan, ze waren heel groot en verschrikt, ze probeerde te lachen, maar ze kon het niet. André zag er zo ernstig uit en de handen, die opeens stevig om de hare geklemd werden, vertelden hun eigen geschiedenis. ,Je... je probeert met me te flirten!" zei ze met een bevend stemmetje.

„Ik geloof dat het veel erger is... ongeneeslijk zelfs!" Hij liet haar handen los en zijn aardige lach brak de ernst van het ogenblik. „Denk daar maar eens over na, Gabri... en alsjeblieft, doe zoals je werkelijk bent... heel erg jong, fris en onbedorven, zonder malle kuurtjes en snibbige antwoorden... zo ken ik mijn Gabri niet... Misschien word je op slag ongeneeslijk ijdel, maar zie je... je bent zo'n verademing in deze dolgeworden wereld..." Voor Gabrielle ging het restaurant aan het water lijken op de vage plaats die men met 'de zevende hemel' pleegt aan te duiden. „Gabri!" André's stem klonk dringend. „Heb je geen enkel antwoord... voorlopig?"

„Toch wel." Gabrielles ogen glansden warm. „Weetje nog wel, dat liedje... Ach, wie ist's möglich dann?"

Jouw liedje! Hoe zou ik het kunnen vergeten!" André's gedachten gleden terug naar die avond in Luzern.

„De woorden zeggen mij alles... zo heb ik het altijd gevoeld, zo en niet Einders!" En toen stond ze verschrikt over haar bekentenis, vlug op. ,André, ik moet naar huis. Het is zo druk op het ogenblik en als Kyra ook nog rekening met laatkomers moet houden, dan komt ze helemaal niet klaar."

„Dan zie ik je niet eerder dan overmorgen... op de bruiloft," hij glimlachte om het teleurgestelde gezichtje. „Vanavond een concert in Haarlem, morgenavond in Den Haag... ik rijd daarna nog terug naar mijn hotel hier, zodat ik op de grote dag tijdig in de kerk kan zijn... en dan blijf ik twee dagen."

„Och, maar je had beloofd..." begon Gabrielle. „Nu ja, het kan natuurlijk niet anders, dat begrijp ik wel!" „Verstandig meisje!" zei André goedkeurend.

De eervolle tweede plaats! dacht Gabrielle. Maar het kan me niet schelen... Als André maar alles meende wat hij gezegd heeft... in vredesnaam dan maar de eervolle tweede plaats voor mij! Laat ik niet beginnen... en laat ik nooit gaan zeuren als hij zingen moet... het is nou eenmaal zijn werk!

Ze zaten nog een paar minuten zwijgend, ieder in eigen gedachten verdiept.

„Kom, Gabri, ik ga je thuisbrengen." André raakte met een liefkozend gebaar haar hand aan. ,Anders zijn Lon en je vader nog eerder thuis."

Ze reden in snelle vaart naar huis, er werd onderweg weinig gesproken en op de een of andere manier voelde Gabrielle zich teleurgesteld, ondanks het feit, dat het onverwachte toch gebeurd was.

André had bekend, dat hij haar gemist had en dat ze tenslotte toch meer voor hem betekende dan hij gedacht had. Ze had zich, na al die maanden van verlangen naar André dolgelukkig moeten voelen en toch was ze dat niet. Welk jong meisje heeft geen romantische dromen en in Gabri's dromen was het allemaal heel anders toegegaan. Hij had te veel doorgeborduurd op de avond in Luzern, die ondanks alles lieflijk en boordevol romantiek was geweest. Ze wilde helemaal niet aan een tafelde en bij een kop thee en langs een grote omweg van André horen, dat ze hem niet helemaal onverschillig liet. Het was allemaal zo zakelijk en weloverwogen, ze miste de spontaniteit, die ze wel degelijk had gevoeld in de verhouding tussen haar vader en Lon, al waren die twee dan ook ouder dan André en zij. Ze kon het nare gevoel niet onderdrukken, dat André voor een groot deel door medelijden geleid werd. Misschien kwam het daardoor, dat het afscheid voor huize Van Donckeren vrij koel uitviel. André wilde niet meer mee naar binnen gaan en Gabrielle strekte met een beslist gebaar haar hand uit. „Tot ziens dan maar, André!" Haar stem en ogen waren zo afwerend, dat zelfs iemand met heel wat minder intelligentie dan André het wel gemerkt zou hebben.

Hij trok zijn wenkbrauwen op, met het half vragende, half spottende gebaar, dat ze zo goed van hem kende.

„Tot overmorgen, Gabri," hij liet haar hand los, stapte weer in en na een vriendelijk, tamelijk nietszeggend knikje en een groetend opgestoken hand, reed de snelle zwarte wagen de laan uit. „Waarom komt hij niet binnen?" pruilde Jos, die de deur intussen geopend had. „Ik had hem een handtekening willen vragen. Op school geloven ze helemaal niet, dat ik André goed ken!" „Wou je ze overtuigen?" Gabri schoot in de lach. ,André komt over als tante Lon trouwt. De dag daarna is hij er vast nog wel. Zal ik dan vragen of hij je 's morgens naar school rijdt?" „Dat zou fantastisch zijn!"Jos deed een luchtsprong en knelde haar armen om Gabri's hals. „Ik vind 'm zo'n enig type, zie je!" „Wie is zo'n enig type?" Kyra knipoogde tegen Gabri. „O, André... lang, slank... elegant... knap!" Ze zuchtte verzaligd en deed intussen een graai in de koekjesschaal. „En zijn glimlach... de hele klas is wég van hem, en dan zijn ogen..." Ze deed opnieuw een greep in de schaal en knabbelde dromerig op een biscuitje.

„Zoiets schijnt geen slechte invloed op je maag te hebben," meende haar moeder laconiek, ze trok de schaal naar zich toe. „Is het je niet opgevallen dat je in je liefdevolle verstrooidheid drie koekjes en twee biscuitjes opgepeuzeld hebt?" „U ziet ook alles!" zei Jos bedroefd.

Gabri gierde het uit, ze zakte in een fauteuil neer en keek met lachende ogen omhoog naar moeder en dochter.

„Och, de jeugd moet met iemand dwepen!" vond Kyra. „Gelukkig dat André zo'n nuchterling is. Hij zou anders onverdragelijk ijdel worden, lijkt me. Lieve schat, je kunt dwepen zo hard als je wilt, maar heb niet het hart, die man met koeienogen aan te gaan zitten gapen."

„Nou, hij is het aankijken best waard!" Aldus het onverbeterlijk enfant terrible en ze trok zingend naar boven. „Zo zijn het baby's... en zó dwepen ze!" verzuchtte Kyra. Het klonk zo onthutst, dat Gabrielle opnieuw in de lach schoot. Kyra, op weg om naar de keuken te gaan, bleef nog even stil staan bij Gabrielles stoel en ze tikte haar liefkozend tegen haar wang. „Ik hoor je zo graag lachen, Gabri. Je leert het steeds beter. Je was zo verschrikkelijk stil en ernstig, toen je pas hier kwam. Ik hoopte zo, dat je het naar je zin zou hebben."

„Wie zou het bij jullie nou niet naar z'n zin hebben!" Gabri keek dankbaar naar haar op. Je kunt je bij jullie niet lang een buitenstaander voelen."

Romana, die dol was op Gabrielle, omdat ze als niemand anders de kunst verstond om verhalen te fantaseren bij ieder plaatje in boeken en tijdschriften, deponeerde een felgekleurd kinderboek op Gabrielles schoot.

„Telle... Roma sitte!" gebood ze tiranniek, zich aan Gabrielles rok ophijsend.

„Merel komt toch nog over voor de bruiloft," zei Kyra opeens. „Ze heeft er zoveel moeite voor gedaan om dan vrij te zijn. Eén dag maar... enfin, ze zal er bij zijn. Zo heerlijk voor Lon." „En komt Alex ook?" vroeg Gabri, terwijl ze het kind op haar schoot tilde.

„Merel zonder Alex? Kom nou, dat bestaat niet!" Kyra's glimlach was heel zacht en zonnig. „Weetje, Gabrielle, dit wilde ik je allang zeggen... we vragen ons, bij alles wat we niet begrijpen, af waarom moest dit zo gebeuren. Maar zie je, die gebeurtenis is maar een klein stukje van een mozaïek... het geheel kunnen we niet overzien voor alle stukjes op hun plaats gelegd zijn... Zo was het ook met Merel, Lon en Alex... en nu is tenslotte toch alles zo goed geworden. Zo zie je wel degelijk de leiding in ons aller leven. Vertrouw daar maar op, Gabrielle, en ik geloof, dat jij je dan ook rustiger en gelukkig zult voelen. Zoek niet zo krampachtig naar de oplossing. Ik weet dat je voortdurend bezig bent met het probleem: Wat zal ik straks gaan uitvoeren? Ik heb geen talenten... ik wil niet studeren... en toch, vandaag of morgen zul je het opeens weten." Romana werd ongeduldig en eiste luidkeels, dat Gabrielle zou vertellen, dus werd het korte gesprek afgebroken. Juist op tijd, vond Kyra.

'Ik hoop dat je niet zonder slag of stoot een huwelijk binnenzeilt', had ze willen zeggen. 'Ik zou zo graag zien dat je eerst je eigen weg in het leven zocht... maar ik zie het misschien zo, omdat ik het zelf zo heb meegemaakt en heus, het heeft me geen kwaad gedaan!'



Op de trouwdag van Lon en Oscar Marting scheen, na een troosteloze regendag, zowaar de zon. Kyra's huis leek een complete bijenkorf en omdat zij de enige was, die er kalm bij bleef, gilde iedereen om haar bijstand.

Oscar Marting zag er, volgens zijn dochter die hem ontving, bepaald imponerend uit.

,Je bent een knappe bruidegom," zei ze goedkeurend. „En hoe vind je dat ik er uit zie? Daar kan je best één minuut aandacht aan besteden. Lon is er toch nog niet."

Ze droeg een beeldig pastelkleurig brokaat japonnetje, met een korte, wijde rok, die gezellig ruiste wanneer ze liep. Op het mooie haar lag een klein veren kapje.

„Erg mooi en erg volwassen," zei haar vader met een tamelijk afwezige glimlach. „Eh... je lijkt zo groot."

Gabrielle nam maar niet de moeite hem te vertellen dat het kwam door de abnormaal hoge hakjes onder de spitse schoentjes. Lon kwam naar beneden, rustig en zo mooi als een bruid maar kon zijn. Ze droeg een kort japonnetje van fijne witte zijde, met een strak lijfje en een wijde rok. Op het blonde haar leunde een droom van een witte hoed met een brede rand.

„Uit een Parijs modeplaatje gestapt!" fluisterde de lange Ian Tina in het oor. „Die meisjes Daelheym mogen er zijn... ik ben blij, dat jij er ook een van bent!" Hij was er verrukt van!

Merel en Alex keken wonderlijk ontroerd naar het bruidspaar, dat alleen ogen voor elkaar had.

Toen de stoet geformeerd was ontbrak André nog steeds op het appèl en niemand begreep er iets van.

Hij komt niet... hij komt niet! bonsde het in Gabrielles hoofd, terwijl ze naar de kerk reden. En hij had het beloofd! De kerk was vol en de huwelijksmis werd door een van de mooiste koren gezongen, als een eerbewijs aan de bekende dirigent. Gabrielles ogen gleden langs al die mensen, waarvan ze was gaan houden. Merel en Alexander, heel trots met Romana tussen hen in. De jongedame was zo onder de indruk van de plechtigheid, dat ze tamelijk stil bleef zitten. Kyra en Michael, vol devote aandacht. Tina en Ian, die alle moeite deden om de drie speelse Jeetjes tot wat meer rust en aandacht te dwingen, wat maar gedeeltelijk lukte en aanstekelijk bleek te werken op Ageetje en Udo, die eerst braaf tussen de ouders in zaten in een ongelooflijke staat van verstarde braafheid.

Ze hadden overigens meer ontzag voor een blik van hun indrukwekkende vader dan voor hun goedlachse moeder. Tenslotte zat, helemaal vooraan, Teun, die het Boshuis voor een dag in de steek had gelaten. Gabrielle keek weer naar het bruidspaar, ze kon haar dwalende gedachten niet tot rust dwingen.

Vreemd, om je vader als bruidegom te zien! bepeinsde ze. Het is net, alsof ik hem op een grote gééstelijke afstand zie. We zagen elkaar niet zo vaak, maar ik was toch nummer één. Dat is nou afgelopen... als ik niet zo dol op Lon was zou ik me nou doodongelukkig voelen... waar zou André zijn... waarom is hij niet gekomen... waarom?"

Ze kwam met een schok tot de ontdekking, dat ze wel heel erg in gedachten verdiept was geweest.

De mis was voorbij. Lon legde haar boeket, dat uit orchideeën bestond, voorzichtig op de bidstoel neer en alleen bracht ze aan het kleine zijaltaar de Mariahulde. Veel bruiden brengen dan bloemen, een tweede bruidsboeket, maar Lon bracht een prachtige kaars, fijntjes versierd met een tak groen en stefanotis. Dat had ze nog nooit gezien.

Mooi is dat... en veel indrukwekkender dan bloemen... dacht Gabrielle, toen voer er een schok van ontroering door haar heen. De organist had zacht gepreludeerd en een rijke, volle stem, die de kerk juichend en tot in de verste bogen vulde, zong het 'Agnes Dei'. Van die ogenblikken ging een wijding uit, die zelfs tot de speelse kinderen doordrong; zelfs kleine Romana lag op haar knietjes op de bank en staarde met open mondje naar het orgel omhoog.

Mijn hemel... Kyra en Merel... ze huilden... en dadelijk begin ik ook nog! Gabrielle duwde haar handen tegen haar ogen en beet haar tanden krampachtig op elkaar.

„Wat een stem!" fluisterde Ian vol ontzag, maar hij kreeg geen antwoord, want ook Tina zat met haar gezicht in haar handen verborgen. Ingeborg zat heel stil voor zich uit te staren en het drukke Ageetje leunde bewegingloos tegen haar aan. Lon zat met gebogen hoofd, haar gezicht verborgen achter de rand van haar hoed. Al het verdriet en het geluk, dat ze gekend had en de hoop op de gelukkige toekomst met Oscar, het leek vastgelegd in dit ene lied en misschien was de ontroering ook bij de anderen zo groot, omdat ze altijd zo innig met Lon hadden meegeleefd. Er volgde een drukke receptie, die het best beschreven werd door Jessy's verwonderde, laconieke opmerking: „Iedereen zoent vandaag iedereen!"

,André, wat een heerlijke verrassing!" Lon keek stralend van geluk naar André op, toen hij eindelijk tot het bruidspaar was doorgedrongen. „Wat een Godsgeschenk is zo'n stem als de jouwe toch! Dat is ieder talent wel... maar jij bereikt zoveel mensen. Dank je, André, het was ongelooflijk mooi!"

„Ik denk, dat ik deze keer nog meer met m'n hart dan met m'n stem gezongen heb," zei André.

,Je had ons geen groter genoegen kunnen doen!" Oscars gezicht straalde. „Ik ben het helemaal met mijn eh... vrouw eens. Hoe klinkt dat?"

André stond zijn plaats weer af aan nieuwe bezoekers en keek rond. Toen hij Gabrielle ontdekte liep hij, handig de mensen die hem in een gesprek wilden betrekken ontwijkend, in haar richting. Gabrielle zag hem komen en ze praatte druk verder met Ian en Tina, ofschoon ze later helemaal niet meer wist, waar ze het over hadden. Ze vermoedde, dat ze iets zots beweerd had, want Ian grinnikte en voerde Tina met een zacht lijntje weg. „Dag Gabrielle! Dacht je dat ik niet komen zou?" vroeg een overbekende stem achter haar. „Doe maar niet alsof je me niet hebt gezien."

Ze keek hem verontwaardigd aan en schoot dan, half onwillig, in de lach.

„Werd je verhinderd?" vroeg ze. „We dachten dat je helemaal niet meer kwam."

,Ja, ik heb me moeten haasten om nog op tijd te zijn voor het zingen. Mijn wagen gaf het gisteravond op. Ik ben vanmorgen gekomen." Hij keek haar vragend aan. „Heb je me een beetje gemist?"

Je hebt prachtig gezongen, André!" Ze keek zorgvuldig langs hem heen. „Weetje wel, dat je het hele vrouwelijke deel van de familie tot tranen toe bewogen hebt?"

Ze hoorde zelf wel, dat het niet erg fijngevoelig klonk en André bevroor. Ze had een hekel aan de koele, hooghartige blik die als antwoord op haar woorden de warmte en hartelijkheid uit zijn ogen wegvaagde.

„Dat spijt me, want dat was mijn bedoeling niet, Gabrielle!" Het klonk als een terechtwijzing en zo was het dan ook bedoeld. „Ik wil graag weer met je praten, wanneer je stemming bijgetrokken is. Bruiloften schijnen een funeste invloed op je te hebben. Het kan best zijn, dat je een beetje in de war bent en dat neem ik je ook niet kwalijk, maar gebruik mij dan niet als zondebok. Ik wil je wel troosten, maar niet het mikpunt van je hatelijkheidjes zijn. Tot straks, Gabrielle."

Hij keerde zich vierkant om en liet haar staan. Gabrielle had graag gestampvoet, wanneer ze maar gedurfd had.

„Wat sta jij daar te kijken als de wrekende gerechtigheid?" vroeg Thierry. „Wat heeft uw toorn opgewekt, o, schone jonkvrouwe?" „O, dat lijkt maar zo," zei ze luchtig.

„Dan heb ik me vergist." Thierry nam haar bij de arm en voerde haar mee terug naar de anderen. „Het wordt langzamerhand tijd om te vertrekken en aangezien ik ceremoniemeester ben, ga ik die begeleider voor jou opzoeken."

„Ik ben anders ook zonder hem gekomen," Gabrielle wilde haar arm loswrikken, ze was ervan overtuigd, dat Thierry allang gezien had waar de schoen wrong en op zijn recht toe- recht aan manier, die de zeeman verraadde, de zaak in orde ging brengen. ,André, neem je dame onder je hoede," verzocht hij. „We gaan vertrekken, zie je."

André die met Ingeborg stond te praten, keek om met een gezicht alsof hij Gabrielle nog nooit gezien had.

„O, maar dan moet ik nog even de kinderen tot de orde gaan roepen." Ingeborg haastte zich weg.

André keek eens naar het tamelijk trieste gezichtje van 'zijn dame', en zijn boosheid smolt weg. Het was ook dwaas van hem, om een verkeerd geplaatste opmerking zo zwaar op te nemen. Ze was zo lief, 'het kleine kuiken', maar nog altijd maakte ze zo'n schuwe, onzekere indruk, alsof ze eigenlijk niet goed wist bij wie ze hoorde. Een schat van een kind, die kleine Gabrielle, die hij meer gemist had dan hij voor mogelijk had gehouden. Misschien kwam dat ook, omdat hij wist, hoeveel verdriet het afscheid haar gedaan had. Hij hield veel van Gabri, niet op een stormachtige manier, maar toch genoeg, om haar voorgoed in zijn leven te wensen en haar te beschermen.

„Zullen we gaan, Gabri?" Hij schoof zijn hand langs haar arm naar beneden en omvatte de smalle pols. „Ben je weer een braaf meisje en heb je je nageltjes ingetrokken?"

„Het was drakerig van me," gaf ze gul toe en ze keek met een schuw lachje naar hem op. „Ik had juist zo geweldig genoten van dat lied in de kerk, maar misschien kwam het omdat ik... omdat je er niet op tijd was, dat had me zo nerveus gemaakt." „Ik kon er werkelijk niets aan doen, kindje," zijn vingers sloten vaster om haar pols. „Kom maar gauw mee, voor ze ons hier alleen achterlaten."

De dag was verder voor Gabrielle boordevol zonneschijn. Na de receptie, in een van de grote hotels, zou daar een diner gegeven worden, waarna het bruidspaar per vliegtuig naar Italië zou vertrekken.

Tussen de receptie, die verschrikkelijk druk bezocht werd en het diner, was het voor de kinderen tijd om afscheid te nemen. Ze zouden allemaal in huize Van Donckeren logeren, wat ze op zichzelf een genoegen vonden. Kyra's oude naaister had gul aangeboden om op het verzamelde kroost te passen, geassisteerd door de stevige gedienstige, want de drie Jeetjes alleen al waren tot alle mogelijke kattenkwaad in staat en bovendien was de hele troep al lichtelijk brooddronken van feestvreugde.

André had aangeboden om de kinderen thuis te brengen en Gabrielle ging mee.

„Zullen jullie allemaal zoet zijn?" luidde de geijkte moedervraag, die praktisch alleen geschikt is om het linker oor in te gaan en het rechter oor weer uit.

Een stemmenkoor beloofde aldus uiterste 'zoetheid', kindervoeten raffelden de brede, zwaar beloperde trappen af. Jelle, Joan en Ageetje leverden al meteen slag om het feit, wie naast oom André mocht lopen en wie naast hem mocht zitten in de auto. Gabrielle volgde met Romana op haar arm.

Ja jongens, ik heb maar twee armen, hoor!" André werkte zich met moeite los. „Hol maar naar de wagen! Jullie gaan allemaal achterin. Gabrielle komt naast mij zitten... nee, geen gezeur... Udo... vooruit!"

Hij werkte de kakelende troep met zoveel handigheid en gemoedsrust naar binnen, dat Gabrielle er uitbundig van genoot. „Rij nog een eindje om, oom André!" bedelde Jessy. „Nou, vooruit dan maar... we hebben nog ruim tijd voor het diner!" Hij grijnsde tegen Gabrielle. „Een gesprek is onmogelijk. Je kunt je gewoonweg niet verstaanbaar maken!" „Oom André!" Dat was een noodkreet van Ageetje. Jelle is zo akelig!"

André stopte en keek onderzoekend om, waarbij hij constateerde, dat Jelle compleet groen zag.

„Dat verwondert me niets," zei Gabrielle. „Al het gebak, de bruidssuikers en de glazen jus d'orange, die hij doorlopend heeft lopen bunkeren, zijn gaan klotsen door het rijden, het joch is doodgewoon misselijk, hij móet er uit, André, voor de wagen eraan gaat en alles wat in de nabijheid is, want dan is onze ellende niet te overzien. Alsjeblieft... hou Romana vast!"

Ze drukte hem de jongste in de armen en sleurde Jelle de wagen uit en in een vaart naar het vijvertje aan de wegkant, dat er toch al niet te fris uitzag. Het was kort en krachtig, bibberend, maar opgelucht wandelde de groenbleke Jelle mee terug naar de auto. „Wat een geluk dat jij erbij was!" verzuchtte André uit het diepst van zijn hart. .Alsjeblieft, schat, hier is je vrachtje weer. Jongens, alles wel aan boord? Dan gaan we weer!"

André had alle aandacht voor de vrij smalle weg nodig en in Gabrielle zong dat ene liefkozende woordje, dat hem zo spontaan ontsnapt was.

Zonder verdere avonturen bereikten ze huize Van Donckeren, waar Romana voor het vervolg zorgde, door het op een brullen te zetten, dat de anderen stil deed worden van verbazing. „Zoveel geluid uit zo'n klein keelde!" zei André vol ontzag en hij voegde er gealarmeerd aan toe: „Wat hééft ze, Gabri?" „Ze is uit haar doen!" Gabri probeerde het kleintje te sussen en toen juffrouw Jansen haar over wilde nemen, knelde Romana haar armen stijf om Gabrielles hals en krijste.

„Even de kinderen wegbrengen!" verzuchtte André; hij en Gabrielle zagen er allebei nogal verhit uit.

„Neemt u de andere kinderen mee?" vroeg Gabrielle aan juffrouw Jansen. „Dan breng ik zelf Romana naar bed. Hebben we nog tijd, André?"

„Een uur... is dat genoeg?" vroeg André angstig. Een halfuur bleek echter voldoende en Gabrielle kwam naar beneden, op het ogenblik, dat André de kamerdeur opende.

„Ik wilde komen kijken waar je bleef," zei hij. „Slaapt Romana?" „Als een roos!" Gabrielle kamde voor de spiegel in de hal haar dikke goudbruine haardos op en was zich hinderlijk bewust van het feit, dat André aandachtig iedere beweging volgde. „Mooi haar heb je!" Hij stond nu vlak achter haar en sloeg zijn armen om haar heen, zijn ogen op hun spiegelbeeld gericht. „Lieve Gabrielle... mijn Gabrielle. Ik houd van je naam." ,Alleen van mijn naam?" Om de een of andere reden was het toch gemakkelijker om alleen maar tegen zijn spiegelbeeld te spreken. Je lijkt zo'n lief, huiselijk klein ding, Gabri!" Zijn mond raakte heel even het zachte haar. „Dat klinkt nogal saai," protesteerde ze.

„Waarom? Ik vraag me alleen af, of jij... die het grootste deel van je jeugd op kostschool hebt doorgebracht en hunkert naar een eigen huis, rust en zekerheid... geen héél slechte keus doet met iemand als ik... je bent nog zo jong!"

„Maar ik weet wat ik wil, André!" Ze sloot haar ogen om even hun spiegelbeeld, dat haar zo boeide, niet te zien, zodat ze zich beter kon concentreren. „Ik weet ook wat je eens in Luzern hebt gezegd. Dat al het andere... de twééde plaats in zou nemen... jouw carrière ging voor al het andere."

„Dat je dat zo hebt onthouden. Het klinkt zo onbarmhartig," fluisterde André.

„Maar je méénde het!" constateerde ze. Je moet niet... niet uit medelijden..."

„Dat woord is niet op zijn plaats, Gabri. Je weet wel dat ik van je houd!" André keerde haar van het boeiende spiegelbeeld af, zonder haar los te laten. „Reizen... veel alleen zijn... och, en alles wat er zo bij komt... ik weet niet, of je het aankunt, maar zie je... je bent héél anders dan andere meisjes... niet hard, niet zakelijk, niet blasé, niet... och, wat doet het er toe... Je bent Gabrielle... en dat is voldoende!"

André's lippen vonden die van Gabrielle en deze keer dacht ze er niet aan om tegen te stribbelen, zoals op die avond aan het meer in Luzern.

„Ik voel me zo... geborgen, ondanks al je sombere woorden," fluisterde Gabri een hele poos later en ze legde haar hoofd met een diepe zucht van volkomen tevredenheid tegen zijn borst. „Nu hoor ik echt bij iemand... en nog wel bij jou! Het is net een droom." Ja, je hoort bij mij!" Het gebaar, waarmee hij zijn hand op haar hoofd legde, was beschermend. „Arm eenzaam ding... ik weet wel, dat ze lief voor je zijn, maar het is toch niet helemaal écht... dat bedoel je, hè? Ieder heeft zijn 'eigen mensen'. Ik weet dat het aantal mensen rondom je soms helemaal niets zegt. Luzern was voor mij uitgestorven toen jij weg was."

,Ja?" Gabrielle keek verschrikt op. „Trouwt een mens echt wel eens met zijn eerste liefde?"

„Waarom zou dat niet kunnen?" André schoot in de lach. „Ik hoop dat het zo is, als ik tenminste jouw eerste liefde ben." „Wat denk je?" Haar ogen scholen weg achter de dikke donkere wimpers. „Ik zal in ieder geval jouw eerste liefde wel niet zijn... dat is je carrière!"

Even leek het alsof André wilde protesteren, toen begon hij te lachen en haalde speels zijn hand door de bruine krullen, waarna ze er uitzag als een ragebol.

,Lieve deugd, het diner!" Gabrielle keek verschrikt op de grote halklok. „We komen te laat!"

Haastig haalde ze een kam door haar haren en ontsnapte aan André, die vond, dat dit toch geen waardig besluit van zo'n belangrijk gesprek was.

Natuurlijk kon Gabrielle het slot van de deur niet baas, ze had er trouwens altijd moeilijkheden mee en zeker nu ze zich tamelijk nerveus maakte.

„Toe, André, we komen te laat!" Ze trappelde van ongeduld. „Doe nou open!"

„Die twee minuten kunnen er ook nog wel bij! Ik doe die deur alleen open wanneer je tol betaalt," eiste André. „Nee, uit eigen beweging... en niet zo'n zot peukje op mijn wang... dat is helemaal geen zoen!"

„O, André... wees niet zo vermoeiend... ik... nou vooruit dan maar!" Ze sloeg haar armen om zijn hals en deed haar best. „Kan er mee door!" merkte de plaaggeest op, maar hij opende nu toch de deur en Gabrielle stoof naar buiten.



Ze bereikten het hotel vijf minuten te laat, en ze hadden toch zo snel gereden!

Ze hadden toch al zo vlug gereden!

„Iedereen wacht op jullie!" zei Lon hoofdschuddend. „Kostte het zoveel moeite om de kinderen de baas te worden?" , Als je soms denkt, dat het niet zo is," begon Gabri verontwaardigd. „Het was opwindend, hè André?" „Zeker, dat was het!"

Er dansten predichtjes in zijn ogen.

„Zeg eens..." begon Lon, die onmiddellijk doorhad dat er meer was gebeurd dan alleen de kinderen thuisbrengen. „Ssstt!" zei André, hij boog zich naar Lon en Oscar over. „Het is vandaag jullie feest en niemand moet de aandacht van jullie afleiden... zelfs Gabri en ik niet!"

Hij nam Gabri vlug mee en Oscar vroeg fluisterend aan Lon: „Zeg, Lonneke, bedoelt hij... eh... wat ik meen, dat hij bedoelt?" Lon schoot in de lach, ze drukte geruststellend zijn hand, want ze was niet bang voor de toekomst van Gabri.

„Ik zou niet weten, hoe ik zijn woorden anders uit moest leggen. Tob er niet over, Oscar, ze is in ieder geval bij André in veilige handen."

Nu, Oscar Marting tobde er zeker niet over; hij was er nooit verder van verwijderd geweest; want hij had alleen maar ogen en aandacht voor Lon en dat was tenslotte op deze dag zijn goed recht. Toch begon Lon er weer opnieuw over en dat was toen ze tegen de avond wegreden en het laatste wat ze zag, was dat André en Gabrielle hen arm in arm en ten overvloede hand in hand, stonden na te wuiven.

„Nu weet ik het wel zeker, dat André en Gabrielle verliefd zijn," zei ze, haar stem klonk zo bedrukt, dat Oscar haar verbaasd aankeek. „En wat dan nog?" vroeg hij ongeduldig.,André is een fijne vent en als ze nu van elkaar houden!"

Ja, daarmee is voor jou alles gezegd!" Lon fronste de wenkbrauwen. „O, Oscar, je bent wel een liefhebbende vader, maar zo verschrikkelijk zorgeloos en onpraktisch. Je bent alleen maar blij, dat het kind zonder slag of stoot haar zin krijgt en 'goed bezorgd' is." „Ik geloof niet, dat ik je goed begrijp," zei Oscar. „Wat had jij dan gewild?"

„Dat ze bij ons kwam wonen!" Het klonk heftig. „Ik heb me direct tot Gabri aangetrokken gevoeld. Ze is zo'n schat, maar ook nog zo'n kind en ik geloof beslist niet dat ze de taak nu al aankan, die ze van plan is op zich te nemen: André's vrouw te zijn. André is inderdaad een fijne vent, maar bij dat al... voor alles kunstenaar, met alle aankleve van dien... Ups en downs, reizen en trekken... onrust... nou ja, je kent het immers zelf allemaal wel." „Mijn lieve schat, zie je het niet te somber?" Oscars hand sloot om de hare. „Als twee mensen van elkaar houden, dan komt het allemaal goed."

Lon gaf er niet direct antwoord op. Had het nut om Oscar te vertellen, dat zij, wijs geworden door haar eigen ervaringen met Lex, niet het gevoel had dat het bij André alles overheersende liefde was? Hoe gecharmeerd hij ook van Gabrielle was, omdat ze iets anders vertegenwoordigde dan hij rondom zich had meegemaakt. Het was juist Gabrielles stralenkrans van volkomen onbedorven te zijn, zo zuiver en fris als een rozenknop. Maar was dat genoeg om op te bouwen?

„Lonneke!" Oscars stem klonk smekend. „Kun je het peinzen niet laten? We kunnen het leven van een ander mens niet regelen... zelfs niet al houden we nog zoveel van Gabrielle... ze zal zich aan alle kanten stoten en dat is hard en als het gebeurd is, kunnen we proberen om haar te helpen, maar het voorkomen? Nee, dat kunnen we niet... en daarbij... Gabrielle moet eindelijk eens wat zelfstandiger worden... heus, ik houd dolveel van haar, geloof je dat?" Lon keek even naar zijn ernstige, bekommerde gezicht en haar hart vloeide over van medelijden en liefde. Oscar verlangde er natuurlijk hard naar, dat ze nu eindelijk eens blij en gelukkig keek en wat meer aandacht aan hem besteedde. Ze deed werkelijk alsof de hele trouwerij iets was, dat gemakkelijk op de achtergrond geschoven kon worden, terwille van Gabrielle, die, hoe dan ook, op het ogenblik natuurlijk dolgelukkig was en zich heus geen zorgen om haar vader en Lon zou maken.

„Lieve Oscar!" Ze liet haar hand in de zijne glijden en een stralende lach verlichtte het ernstige gezichtje.

„Ik ben zo gelukkig, dat ik als tegenwicht... éven zwaartillend moest zijn. Vanaf dit ogenblik denk ik aan niemand anders meer dan aan jou!"

,Aan jou en mij," verbeterde hij zacht. Hij bracht nog even de hand, die hij nog steeds vasthield aan zijn lippen, voor de auto voor Schiphol stopte.