23

‘Je zou denken dat de koningin op bezoek kwam…’ Grace grijnsde terwijl ze een kopje kruidenthee op Melanies bureau neerzette.

‘Bedankt,’ zei Melanie. Ze bedankte voor die geestige opmerking en niet voor de thee, maar Grace mocht zelf kiezen. Melanie was gespannen. Ze dacht zelfs dat als de koningin inderdaad op bezoek kwam, ze minder zenuwachtig zou zijn dan nu. Alles wat Eve had gezegd over een ontmoeting met een kniehoog vuurpeloton bleek waar. Dit ene kleine mensje – of klein, dat was niet zo, want Ellie was tien – hield Melanies hoop op geluk in de hand. Een keer knijpen en het was gebeurd met Vince en haar.

Een zacht klopje op de deur overviel Melanie. Niemand klopte hier ooit.

‘Hallo? Is daar iemand?’ Vince’ hoofd verscheen om de deur. Melanie zette een glimlach op. Showtime.

‘Hé, hallo.’ Ze stond op, maar ging toen toch maar weer zitten. Wat was eigenlijk de bedoeling? Mocht ze Vince omhelzen, of moest ze hem de hand schudden? En Ellie, moest ze die ook een knuffel geven? Waar was Ellie, trouwens? Waarom hadden ze dit niet wat beter doorgesproken? Waarom had Vince niet beseft dat ze een plan hadden moeten trekken?

Haar blik ontmoette de zijne en ze was niet bepaald gerustgesteld door wat ze daarin zag. Regelrechte angst.

‘Hé,’ herhaalde ze. ‘Hoe gaat het?’

‘Goed,’ antwoordde hij. ‘En met jou?’

‘Ja goed, prima, dank je.’ Melanie kon wel gillen.

‘Vince!’ De stem uit de gang was van Grace. ‘Wat goed om je te zien,’ zei ze en ze kuste hem warm op de wang. Hij kuste haar ook, en Melanie voelde een steek van afgunst. Ze had geen idee dat het zulke goede vrienden waren. Maar toen bedacht ze zich dat ze eigenlijk maar weinig wist van Grace’ privéleven. Ze had er ook nog nooit naar gevraagd.

‘Ik heb je al veel te lang niet gezien,’ zei Grace. ‘En wie hebben we hier? Jij bent Ellie… Hallo, wat leuk om je te ontmoeten. Ik heb al zoveel over je gehoord. Je vader heeft het altijd over je, eerlijk gezegd. Ik ben Grace. Ik werk hier met Melanie.’

Melanie probeerde om niet stuurs te kijken. Het ging haar officemanager wel heel gemakkelijk af allemaal. Ja logisch, Grace had niets te verliezen.

‘Aangenaam.’ Het meisje dat vanachter Vince tevoorschijn stapte leek voor geen millimeter op hem. Ze was klein van stuk en een beetje propperig, en haar lichaam was nog duidelijk dat van een kind. Haar dikke, golvende, schouderlange haar had een roodblonde kleur die je niet uit een potje kon halen, als je dat zou willen, en ze had sproetjes op haar neus en haar wangen. Het was het soort uiterlijk dat vrouwen jaloers zou maken en waar mannen gek op zouden zijn… later, niet nu. Want nu leverden diezelfde eigenschappen het arme schaap waarschijnlijk allerlei bijnamen op, die haar voor de rest van haar leven zouden achtervolgen. Verder droeg ze een nogal lelijke donkerblauwe broek van synthetische stof en een V-halstrui die echt niet kon.

Allemachtig, Vince, dacht Melanie, je had er toch op zijn minst voor kunnen zorgen dat ze haar schooluniform uit had getrokken en iets anders aan had gedaan.

‘Fijn dat je er bent, Vince,’ zei ze, en ze deed Grace na en omhelsde hem vriendschappelijk. ‘Hoi, Ellie, ik ben Melanie, maar je mag me ook gewoon Mel noemen, als je dat te lang vindt.’

‘Net als Eleanor,’ zei Vince weinig behulpzaam want Ellie keek boos.

Hou je mond, zei de blik waarmee zij en Melanie Vince aankeken. En Melanie grijnsde, het ijs was gebroken.

Melanie stak haar hand uit, en Ellie pakte hem aan. ‘Leuk om je te ontmoeten,’ zei ze. Toen deed ze een stap naar achter en monsterde Melanie van top tot teen, bijna zakelijk, alsof ze dit haar hele leven al deed. Wat waarschijnlijk ook zo was, als door de wol geverfde speelplaats-survivor. Melanie zag dat ze naar het T-shirt, het zwarte jasje, de spijkerbroek en de gympen met glimmertjes keek. Ze voelde dat ze haar adem inhield.

‘Die vind ik mooi,’ zei Ellie uiteindelijk. ‘Amy Bronson van school heeft gympen van Converse, maar ik mag ze pas hebben als ik genoeg heb gespaard.’

Een uur later was het allemaal achter de rug, en Melanie had het gevoel alsof ze was overreden door een prepuberale bulldozer.

Vince was met een brede grijns vertrokken. Toen Grace met Ellie was meegelopen naar de wc, had hij Melanie een knuffel gegeven en eindeloos vaak gezegd dat hij zo blij was dat ‘zijn meisjes’ het met elkaar konden vinden. En Melanie, aangestoken door zijn euforie, had hem met puberaal enthousiasme teruggeknuffeld dat ze nauwelijks herkende van toen ze nog echt een puber was.

Ellie was ook met een grote glimlach vertrokken; en met het opvallend roze Personalshopper-pakje waarin een paar net iets te grote Converse-gympen zat, met rode glimmertjes. Ze had haar roeping gevonden. Als ze groot was, kondigde Ellie aan terwijl ze achter haar vader aan de trap af huppelde en haar cadeautje gevaarlijk dicht langs zijn hoofd zwaaide, dan zou zij Mels assistente worden, want dan kon ze ook elke dag doorbrengen in een kledingkast ter grootte van een hangar. Als dat werken was, dan kon ze niet wachten om van school te mogen…

Terwijl de benedendeur dichtsloeg, moest Melanie ook lachen. Hoe het allemaal echt in elkaar zat, daar kwam Ellie wel achter als ze groot was.

Het was een schattig kind, op een bepaalde vroegvolwassen manier die kennelijk tegenwoordig heel normaal was, als je de andere leden van het SMC mocht geloven. Als je Eve's verhalen mocht geloven, dan was Melanie er ongelofelijk genadig vanaf gekomen. Ze mocht dan qua uiterlijk niet op haar vader lijken, maar Ellie had zeer zeker haar vaders temperament. Ze was dol op haar moeder en ze was dol op haar vader, en ze leek weinig moeite te hebben met accepteren dat zij allebei van haar hielden ook al waren ze niet meer zo dol op elkaar. Vince had dat al vaak aan Melanie uitgelegd, maar ze wilde het nooit geloven.

Maar dat kinderen zo dodelijk vermoeiend waren, wie had dat ooit kunnen denken?

Melanie wist zeker dat zij niet zo arbeidsintensief was op die leeftijd. Misschien had het te maken met hoe streng ze zelf was opgevoed, of misschien ook niet. Misschien hadden ouders die bij elkaar bleven uit liefde, plichtsbesef of om financiële redenen, toen zij opgroeide in de jaren tachtig, wel helemaal niet zo de behoefte om steeds verantwoording af te leggen aan hun kinderen. Sterker nog, afgaande op Melanies ervaring, moest je je als kind aan hen verantwoorden en als je eenmaal volwassen was, diende je hun hoop, dromen en ambities waar te maken. Maar misschien was dat iets typisch Chinees. De afwezigheid van schuldgevoelens stond in elk geval wel gelijk aan de afwezigheid van cadeautjes/snoepgoed/uitjes. Die kinderen van tegenwoordig, dacht Melanie, die te laat doorhad dat ze haar eigen moeder wel leek, hadden het maar mooi voor elkaar.

Of misschien ook niet.

Melanie was opgevoed met het idee dat kinderen zich niet moeten laten horen of zien, en dus had ze het grootste deel van haar jonge leven met haar neus in de boeken gezeten. Meestal Amerikaanse klassiekers als Onder moeders vleugels en Het kleine huis op de prairie. Boeken die de goedkeuring van zowel haar school als haar ouders wegdroegen. Nou ja, redeneerde Melanie, tot ergernis van haar moeder; de figuren in de boeken wilden toch ook weg vanonder die vleugels en weg van die prairie, dus waarom zou zij dat niet ook willen. Voor haar geen aardige Chinees-Amerikaanse echtgenoot. Dat had in de loop der jaren al tot talloze ruzies geleid, en tot meer dan één langdurige periode waarin ze niet met elkaar spraken.

En nu was ze dan hier, Melanie Cheung, succesvolle ondernemer, duizenden kilometers van huis, die er in was geslaagd om net te doen of ze alles afwist van series als Gossip Girl, tegen een kind van tien, dat opgroeide in een heel andere wereld dan de hare.

Duizenden kilometers van huis.

Melanie werd weemoedig bij die gedachte. Wat zouden haar ouders nu aan het doen zijn? En haar vriendinnen in Manhattan? Haar broer, en haar neefje en nichtje? Oké, ze vonden dat ze nooit weg had moeten gaan – weg uit Boston, wat haar ouders betrof, en weg uit New York, wat haar vriendinnen betrof. En ze had vaak genoeg gevreesd dat ze daar gelijk in hadden. Maar nu zou ze graag willen dat zij zouden zien… nee, niet dat ze het bij het verkeerde eind hadden gehad. Ze wilde hun niets meer bewijzen, ze wilde alleen graag dat zij zouden zien hoe gelukkig ze nu was. Ze wilde hen tonen dat het toch allemaal goed kon komen. Dat Melanie een eigen leven had opgebouwd en dat ze eindelijk klaar was om hen daar ook weer een rol in te laten spelen.

En dus pakte ze spontaan de telefoon.

‘Ga met me mee naar Boston,’ zei ze toen Vince zijn telefoon opnam.

‘Pardon?’ zei hij verbaasd.

‘Sorry, kan ik nu eigenlijk wel bellen? Is Ellie nog bij jou?’

‘Nee, nee, die heb ik net bij haar moeder afgezet. Ik zit net weer in de auto. Ze vond je geweldig. Was er helemaal vol van.’

‘Dat zal haar moeder wel leuk gevonden hebben.’

‘Die vindt dat prima,’ zei Vince. Ze hoorde hem zijn schouders ophalen. Dat is al zo lang geleden, betekende dat. Dat speelt allang geen rol meer. Was dat echt waar? Melanie hoopte van wel.

‘Maar goed,’ zei hij. ‘Wat zei je nou net?’

‘Ik zei…’ Melanie haalde diep adem. Stond ze echt op het punt om hem dit idiote voorstel te doen? ‘Laten we naar Boston gaan. Het wordt tijd dat je mijn familie leert kennen.’