In de gang wachtte er iemand op hen. Ze was waarschijnlijk een jaar of achttien, maar zag er een stuk ouder uit. Haar gezicht was gespannen en vertoonde rimpels, met bijbehorende wallen onder de ogen. Haar haar zag eruit als gefrituurde spaghetti. Ze droeg een zijdeachtig nachthemd met opgedroogd ei aan de voorkant. Tenminste, Harry hoopte dat het opgedroogd ei was.
Ze wachtte totdat hij de deur van de woonkamer dicht had gedaan. ‘Heeft Harry…’ Ze hoestte, sloeg haar armen om zichzelf heen en wiegde heen en weer, haar gewicht van de ene op de andere voet verplaatsend. Ze wierp een blik naar de deur van de woonkamer, waarop ze fluisterde: ‘Kylie is ziek.’
Steel, die op weg was naar de voordeur, liep door. ‘Zeg, wie denk je wel dat we zijn, de soa-kliniek? Gebruik dan een condoom.’
‘Nee… Het is…’ Ze hoestte opnieuw en greep Logan bij de mouw. ‘Alstublieft.’
‘We…’
‘Alstublieft!’ Ze trok hem naar een deur tegenover de keuken.
Steel beende het appartement uit. ‘Ik wacht wel in de auto.’
Het was een kleine, lichte kamer; de zon scheen door het geopende raam naar binnen. Kylie lag in bed op haar zij, met de knieën opgetrokken, een sigaret tussen haar gespleten en opgezwollen lippen. Ze zag eruit alsof er een kudde olifanten over haar hoofd had gelopen; met als gevolg blauwe ogen en de nodige blauwe plekken.
Haar vriendin liet Logans mouw los en waggelde de kamer binnen. ‘Kylie? Kylie, er is een politieman hier. Hij komt je helpen, oké?’
Het was misschien bedoeld als een sarcastische lach, maar veel meer dan een amechtig gepiep en een pijnlijke grimas wist Kylie niet te produceren. Het was duidelijk dat ze veel pijn had. Er viel wat as van haar sigaret op het kussen.
Logan ging op het voeteneind zitten. ‘Wie heeft dit gedaan?’
Ze sloot haar blauwe ogen en schudde haar hoofd. ‘Ben gevallen…’ Haar stem klonk zacht en nat, alsof er een paar tanden uit haar mond waren geslagen.
Het meisje met het met eivlekken besmeurde nachthemd haalde ergens een fles wodka vandaan en schonk een ruime hoeveelheid in een gebarsten porseleinen mok. Op de zijkant stond de tekst: MIJN LIEFSTE DOCHTER, met vervaagde rode hartjes en teddybeertjes eromheen. Toen hielp ze Kylie rechtop en schikte de kussens zodat ze enigszins comfortabel kon zitten.
‘Dank je…’
‘Hé, waar heb je anders een grote zus voor?’
Kylie nam een flinke slok en huiverde. Ze nam nóg een slok.
Logan wachtte. ‘Er wordt nogal veel gevallen in deze flat, Kylie. Eerst Harry en nu jij?’
Dit keer veranderde de lach in een pijnlijke hoestbui. Ze leunde achterover tegen de kussens en haar gehavende gezicht transpireerde hevig. ‘Hij… Hij is helemaal niet gevallen.’ Ze hijgde, kreunde en nam nog een slok wodka. ‘Creepy Colin kwam langs en begon tekeer te gaan. Ik heb hem nog nooit zo kwaad gezien. Meestal doet hij erg aardig, moet je weten. Nou… tegen mij in elk geval. Hij is altijd aardig voor mij.’
Logan keek haar fronsend aan. ‘Wacht even: Kylie? Die tatoeage op zijn arm?’
Haar zus knikte. ‘Hij zegt altijd dat hij haar hier weg komt halen… maar dat vindt zijn moeder niet goed. Snap je? Kylie is zogenaamd niet goed genoeg voor die lelijke bastaardzoon van haar.’
‘We zijn net als die Romeo en Julia…’ Kylie sloot haar ogen en glimlachte – kennelijk begon de alcohol zijn verdovende werk te doen.
Ze zweeg nog bijna een minuut, totdat Logan begon te denken dat ze in slaap was gevallen.
Toen slaakte Kylie een diepe zucht. ‘Maar hij was zó kwaad, snap je? Echt pisnijdig. Hij schreeuwde tegen Harry en die zei steeds maar van “Ja, Colin” en “Nee, Colin”, maar Colin wilde weten wie het had gedaan. En Harry zei dat hij het niet wist… Dus gaf Colin hem ervan langs. Ik dook achter de bank en zag hoe Colin het deed.’ Ze dronk het laatste restje wodka op en staarde toen in het lege kopje. ‘Harry lag op de grond te huilen, met zijn gezicht onder het bloed, en toen haalde Colin die klauwhamer uit zijn jaszak. Die zag er ontzettend groot uit.’
Ze huiverde opnieuw en haar zus schonk de mok weer vol.
‘Hij sloeg ermee op Harry zijn knie. En Harry schreeuwde het uit. Toen deed hij het nóg een keer en nóg een keer. En Harry lag daar maar te kronkelen op de vloer. Hij kon geen kant op want Colin was boven op hem gaan zitten en hij bleef maar slaan. Die hamer maakte een vreselijk soppend geluid en het bloed en de botsplinters vlogen alle kanten op… En toen zag hij mij…’
Het eivlekmeisje nam een slok uit de fles. ‘U gaat haar toch zeker wel helpen, nietwaar? Zorgen dat er een dokter komt of zoiets?’
‘Heeft Colin McLeod jou dit aangedaan?’
Kylie schudde haar hoofd, waardoor er wat wodka op het dekbedovertrek terechtkwam. ‘Nee. Colin houdt van me… Hij wilde alleen maar dat ik hem pijpte want hij was helemaal stijf geworden nadat hij Harry die aframmeling had gegeven.’ Ze klonk nu aangeschoten. ‘Harry had overal bloed op zijn arm en zijn…’ Ze zwaaide met haar hand voor haar gezicht. ‘Sproeten, het waren net sproeten…’
‘Maar wie heeft je dan geslagen?’
‘Wie denk je?’ beet Kylies zus hem toe. Ze wees naar de deur van de woonkamer. ‘Harry kwam ongeveer om drie uur ’s nachts terug van het ziekenhuis en begon te zuipen. Hij ging maar tekeer. Dat Colin het wel zou bezuren. Dat niemand een loopje kon nemen met Harry Jordan…’ Ze tikte bemoedigend op Kylies hand. ‘En toen begon deze stomme snol te lachen. Want terwijl hij zei dat niemand een loopje met hem kon nemen zat hij zelf in die rolstoel. En toen greep hij haar bij haar haren, zodat ze niet weg kon komen. En hij begon haar te stompen en riep dat het haar schuld was dat Colin hier altijd maar over de vloer kwam… We probeerden haar nog wel te helpen, echt waar, maar hij was… Het spijt me, Kylie.’
Kylie slaagde erin te glimlachen. Ze miste een paar tanden. ‘Ik weet het, Tracey, ik weet het.’
Logan haalde zijn opschrijfboekje tevoorschijn. ‘Goed, dan gaan we het volgende doen: ik bel een ambulance en terwijl we wachten kan ik jullie verklaringen opnemen.’
‘Nee! Geen sprake van! Geen verklaringen.’ Tracey was overeind gesprongen. ‘En geen ambulance. Als Harry erachter komt zwaait er wat. Kun je niet iemand laten komen om haar te verzorgen of zo?’
‘Je wilt toch zeker niet dat hij hiermee wegkomt?’
‘Ik ga echt niet getuigen. Je ziet wat hij met Kylie heeft gedaan. Ik ben toch niet gek?’
‘Maar…’
‘Alsjeblieft.’ Kylie begon te huilen. ‘Vertel alsjeblieft niemand dat Harry het heeft gedaan. Het is mijn eigen schuld. Dan had ik maar niet moeten lachen.’
‘Kylie, we moeten…’
‘Nee!’
‘Goed dan.’ Logan haalde een visitekaartje van het korps Grampian uit zijn portefeuille, draaide het om en schreef zijn mobiele nummer op de achterkant. ‘Als je je nog bedenkt kun je me bellen.’
Tracey liep achter hem aan de kamer uit en volgde hem tot aan de voordeur. ‘En die dokter dan?’
‘Ik ken een huisarts die bij me in het krijt staat. Ik zal haar bellen om te vragen of ze langs wil komen.’
‘Bedankt.’
Logan bleef in de deuropening staan en keek naar het meisje in het vuile nachthemd, met de talloze naaldsporen in haar armen en de ingevallen wangen. ‘Jullie hoeven niet zo te leven. We kunnen jou en je zusje in een rehabilitatieprogramma plaatsen, met veilige opvang, zonder drugs, een dak boven je hoofd en weg van de straat en van klootzakken zoals Harry Jordan.’
Ze moest er bijna om lachen. ‘Ja, en misschien ontmoeten Kylie en ik wel allebei een leuke man, gaan we trouwen, een gezinnetje stichten en naast elkaar wonen in Cults, en zal niemand er daar iets om geven dat we vroeger een stelletje verslaafde hoeren zijn geweest.’
Steel stond onderuitgezakt tegen de recherchewagen te roken in de zon. ‘Nou,’ zei ze, terwijl Logan instapte en achter het stuur plaatsnam, ‘ik hoop dat je een condoom hebt gebruikt, want erg fris zagen ze er niet uit.’
‘Waar doen we het allemaal eigenlijk voor?’ Logan startte de motor. ‘Ik heb de afgelopen tien minuten geluisterd naar de leugens die een zekere Kylie vertelde om de pooier die haar bont en blauw heeft geslagen te beschermen.’
‘Wat? Harry?’ Steel keek woedend achterom naar de flat. ‘Die vuile kleine etter…’
Logan trok op en begon aan de rit terug naar het hoofdbureau. ‘Ze zegt dat ze zeker weet dat Colin McLeod degene is geweest die Harry’s knieën heeft verbrijzeld; ze heeft het allemaal gezien.’
‘Goed. Eigen schuld.’
‘Wat wil je nu gaan doen?’
Steel maakte bolle wangen en blies haar adem uit. ‘Naar de kroeg om mezelf lekker vol te gooien. Maar ik vrees dat we eerst verslag moeten uitbrengen aan onze onvolprezen heer en meester, Akela Finnie.’ Ze haalde haar telefoon tevoorschijn en voegde de daad bij het woord. Elke keer als de hoofdinspecteur iets zei stak ze haar middelvinger op. Nadat ze had opgehangen zei ze: ‘Pfff, hoofdinspecteur Breedbekkikker is niet onder de indruk van onze vorderingen.’ Ze stak haar hand in haar broek zak en haalde er wat muntgeld en een paar verkreukelde bankbiljetten uit. ‘Hoeveel ben ik de vloekenpot verschuldigd?’
‘Laten we het afronden op vijf. Finnie is een totale doorgekookte RUKKER!’ Steel overhandigde Logan een briefje van vijf pond dat eruitzag alsof het een maand op de bodem van een vogelkooi had gelegen. ‘Hij wil dat we onmiddellijk naar het bureau komen. Dus we gaan precies de andere kant op: naar de Turf ’n Track, Laz. En laat eens zien hoeveel pk deze wagen heeft.’
In het wedkantoor klonk het geluid van de windhonden die op de twee aan de muur bevestigde televisieschermen met de tong uit de bek de poten uit hun lijf renden. Een paar dikke oude mannen vormden het publiek. Terwijl ze de wedstrijd volgden deelden ze een halve fles Bell’s whisky.
Mevrouw McLeod stond achter de balie de Racing Post te lezen; met al haar sieraden zag ze eruit als een kerstboom. Toen het elektronische waarschuwingssignaal de nieuwe bezoekers aankondigde keek ze op. Haar gelaatsuitdrukking verzuurde op slag toen ze Logan en inspecteur Steel herkende. ‘Wat komen jullie nou weer doen, stelletje Muppets?’
Steel legde met een klap haar portefeuille op de balie. ‘Vijftien pond op Mary Hinge, de race van halfvier op Chepstow.’
‘Waarom gaan jullie de klootzak niet vangen die mijn Simon blind heeft gemaakt?’
De inspecteur parkeerde haar achterste op een nepleren barkruk voor een van de televisietoestellen. ‘Waar hangt Colin uit?’
‘Dat gaat je geen moer aan.’
‘Toe nou, Agnes, jij en ik weten maar al te goed dat hij eigenlijk hier zou moeten zijn, om zijn arme oude moedertje in de gaten te houden, in plaats van aan de boemel te gaan met een klauwhamer.’
‘Wie noem jij een arm, oud moedertje?’
‘Het is toch niet netjes dat hij jou hier op de winkel laat passen, terwijl hij voor zijn eigen lol andermans knieschijven kapot gaat slaan?’
Mevrouw McLeod smeet haar Racing Post naar de andere kant van de balie. Het vakblad raakte Steel tegen de borst en viel uit elkaar. De paarden en de jockeys dwarrelden omlaag naar het plakkerige linoleum. ‘Rot op uit mijn tent.’
De inspecteur verroerde geen vin. ‘Als hij terugkomt wil ik dat je tegen hem zegt dat hij ermee ophoudt. Het moet nú afgelopen wezen. Het kan me niet schelen dat hij alleen maar vuile drugshandelaren te grazen neemt. Ik wil dat hij zijn hamer weer opbergt.’
‘Mijn Colin is een keurig nette…’
‘Hou toch op, Agnes. We hebben zojuist een van zijn kreupele slachtoffers gesproken. Harry Jordan is bereid hem erbij te lappen.’ Ze stond op en liep naar de deur. ‘Geen knieschijven meer, Agnes. Begrepen?’
Het woedende witte gezicht van mevrouw McLeod glom in het kunstlicht. De gouden oorbellen schitterden. Haar mond vormde een harde rode lijn. ‘Mijn winkel uit jullie!’