5
Philip keek door het raam naar Marin en John die samen naar de sportieve auto liepen die geparkeerd stond in de bocht van de weg tegenover de hoofdingang van New Beginnings. Hij glimlachte toen hij zag dat Marin de autosleutels aan John gaf en de jongeman enthousiast de afstandsbediening op de auto richtte. De vreugde straalde van Johns gezicht toen hij met zijn kin naar voren een elegante zwaai maakte met zijn duim en het knopje op de afstandsbediening indrukte. Daarna gooide hij de sleutelbos terug naar Marin. Zij ving de bos op, sloeg liefdevol een arm om Johns schouders waarna ze allebei instapten, Marin aan de bestuurderskant en John via de andere deur op de passagiersstoel. Even later reden ze weg.
Marin ging op een gezonde manier om met haar broer, dat kon Philip aan alles zien en hij was er blij om. Hij was maar al te vaak mensen tegengekomen die zich zo schaamden voor het gedrag van hun gehandicapte broer of zus, dat ze zich heel gekunsteld of soms zelfs hard opstelden. Hij bewonderde Marin, omdat zij sprak met John op een manier waaruit bleek dat haar broer heel belangrijk voor haar was. Maar hij was niet te spreken over de koppigheid waarmee ze weigerde om hem samen te laten werken met andere mensen in een normale baan. Het was helemaal niet het beste voor die jongen om hem te isoleren van de rest van de wereld – waarom zag ze dat nu niet in?
Opnieuw dook de herinnering op die hem al die jaren al achtervolgde, en het schuldgevoel dat erbij hoorde. Heere, ik ben toch bezig om die fout goed te maken? Neem alstublieft die herinnering weg uit mijn hart en hoofd. Hij had dit gebed al zo vaak gebeden. Het hoorde eenvoudig bij de herinnering. Als de herinnering zich weer aan hem opdrong, volgde automatisch dit korte gebed. Hij maakte een einde aan zijn gemijmer door zich weg te duwen van het raam, waar hij nog steeds stond. Hij draaide zich om en liep naar de hoek in de hal waar cliënten werden opgeleid voor conciërgewerk. Anita zou over drie dagen beginnen bij Burger King, en daar was ze nog niet helemaal klaar voor.
Twee weken later leek het wel alsof John nooit iets anders had gedaan dan werken voor New Beginnings. Tijdens het avondeten sprak hij alleen maar over ‘Philip dit’ en ‘Philip dat’, met soms een opmerking er tussendoor over Marylin, Gerard of André, enkele van de begeleiders die in dienst waren van New Beginnings. Geen enkele keer had John moeilijk of chagrijnig gedaan als hij zich ’s ochtends voorbereidde voor weer een nieuwe werkdag. Integendeel, met een vrolijk gezicht zette hij het ontbijt op de keukentafel – schaaltjes, cornflakes en een bakje met schijfjes banaan – zodat hij en Marin nóg sneller de deur uit konden. Zij vroeg zich wel eens af hoe het bestond dat haar broer zo snel zijn vader en moeder was vergeten en het leven dat hij toen leidde.
Toen ze hem vanmorgen bij New Beginnings afzette, had ze haar verbazing uitgesproken over het gemak waarmee John zich aan zijn nieuwe leven had aangepast. En dat dit helemaal niet bij hem paste. Philip had geglimlacht en gezegd: ‘Dan moet het wel iets van God zijn.’
‘Iets van God’, peinsde Marin hardop terwijl ze haar auto parkeerde op haar plekje van de parkeerplaats van Brooks Advertising. Zo had ze er nog nooit over horen praten. Die woorden pasten niet bij de heilige en alomtegenwoordige God; maar op de een of andere manier klonken ze allesbehalve godslasterlijk uit de mond van Philip. Hij was ervan overtuigd dat de Heere betrokken was bij alles wat er in een mensenleven gebeurde.
Met haar sleutel opende ze de voordeur en liep het kantoor in. Nou ja, dacht ze, laten we dan maar hopen dat Philip het ‘baantje’ van John bij New Beginnings ook ziet als ‘iets van God’. Dan mag John daar misschien langer blijven dan een maand, want ik heb eigenlijk nog geen tijd gehad om een andere oplossing voor John te zoeken.
Marin had het veel moeilijker met haar onvrijwillige promotie tot manager van Brooks Advertising dan John met zijn nieuwe baantje. Ze zuchtte. Haar nieuwe verantwoordelijkheden hingen als het zwaard van Damocles boven haar hoofd. Haar medewerkers deden allemaal hun uiterste best om haar te helpen, maar zij had het gevoel dat ze iedereen voortdurend twee stappen voor moest blijven om haar positie als ‘baas’ waar te maken. Dat was een nieuwe rol voor haar en het viel haar zwaarder dan ze ooit had kunnen denken. Wat zou ze graag de gelegenheid hebben gehad om langzaam aan deze nieuwe positie te wennen, maar de onverwachte dood van haar vader had haar leven op zijn kop gezet.
Ze wist dat ze zich niet door dergelijke gevoelens mee moest laten slepen. Vastberaden schoof ze de herinneringen aan haar vader en moeder opzij en richtte ze al haar aandacht op het hier en nu. Ze deed de deur van haar kantoor van het slot, plaatste haar leren aktetas tegen het bureau, nam plaats op de directeursstoel van haar vader en pakte het activiteitenlijstje dat midden op de grote bureaukalender lag. De lijst was ontmoedigend lang. Kreunend liet ze het A4’tje terugvallen op haar bureau en leunde met haar voorhoofd op haar handen.
‘Marin?’
Met een ruk zat ze rechtop. Ze voelde zich rood worden toen ze zag dat Dick Ross in de deuropening wachtte. ‘O! Dick! – Ik had je niet binnen horen komen.’
‘Ja, zoiets dacht ik al.’ Hij glimlachte en stapte haar kamer in. Zijn voetstappen echoden op de hardhouten vloer. ‘Je bent vroeg vandaag.’
Marin veegde een haarlok achter haar oren en trok een grimas. ‘Ja. John wilde zo graag naar zijn nieuwe ‘werk’ vanmorgen. Hij had zo’n grote haast om te vertrekken dat we eerder dan normaal de deur uit waren. Hij mompelde iets over dat het vandaag Donut Day1 is.’ Er gleed een glimlach over haar gezicht toen ze terugdacht aan John die vanmorgen al lang en breed in de auto zat, toen zij de voordeur nog op slot moest draaien. Hij drukte zijn neus tegen het autoraam om te kijken of zij wel opschoot. Zo graag wilde hij vandaag naar New Beginnings. Ze moest toegeven dat haar broer het echt naar zijn zin had in zijn eerste baantje.
De stem van Dick onderbrak haar fijne herinnering. ‘Dus de oplossing die je voor hem hebt bedacht, werkt goed?’
Marin sloeg haar ogen op en keek Dick aan.
‘Ja, eh, ja. Het is een prima oplossing, maar –’ Ze stopte halverwege haar zin. Ze had helemaal geen zin om met Dick Ross te praten over haar persoonlijke problemen. Wat zou het hem kunnen schelen dat dit baantje voor John slechts een maand zou duren? Ze herinnerde zich nog goed dat het Dick was geweest die er bij haar op aan had gedrongen om John ‘te laten opnemen’. Ze had er geen zin in om die discussie opnieuw met hem te beginnen. Tante Lenore was al vervelend genoeg met haar aanhoudende gedram over hoe Marin moest handelen met John!
Dick stond nog steeds zwijgend te wachten voor haar bureau, zijn hoofd ongeduldig een beetje opzij en zijn wenkbrauwen vragend opgetrokken. Ze schraapte haar keel, deed haar armen over elkaar en leunde achterover in de grote bureaustoel. ‘Sorry. Kan ik je ergens mee helpen?’
‘Ja. Voor onze ochtendbijeenkomst wilde ik even overleggen.’ Dick trok een stoel naar het bureau van Marin en legde uit dat het tuinbedrijf Jefferson Landscaping veel te veel informatie wilde proppen in een radiocommercial van slechts 15 seconden. Het lag een beetje gevoelig, want dit tuiniersbedrijf was nog geen vaste klant. Terwijl ze overlegden hoe ze deze nieuwe klant zo voorzichtig mogelijk aan het verstand konden brengen dat 15 seconden een hele korte tijd was en dat het effectiever was om juist zo min mogelijk informatie in een commercial te stoppen, ging de voordeur enkele malen open en weer dicht, het bewijs dat de andere werknemers ook binnen kwamen.
Om half negen precies liepen Marin en Dick samen naar de vergaderruimte. Om kwart over tien was ze terug op de stoel achter haar bureau. Ze wilde beslist de eerste drie onderwerpen van de activiteitenlijst weggewerkt hebben voor twaalf uur. Om half twaalf doorbrak het gerinkel van de telefoon haar concentratie. Afwezig zei ze in de telefoon: ‘Ja, Crystal?’
‘Ha Marin. Ik vroeg me af of je vandaag tijd hebt om samen ergens te lunchen.’
Ze schudde haar hoofd. Dat was helemaal niet de stem van haar receptioniste. Ze liet de telefoon zakken en keek er verward naar. Daarna drukte ze het ding weer tegen haar oor. ‘Met wie spreek ik?’
Het bekende gegrinnik klonk door de telefoon. ‘O, sorry. Ik dacht dat de receptioniste wel had gezegd wie ik was. Ik ben het, Philip Wilder.’
Op dat moment verscheen Crystal met grote schrikogen in de deuropening. Zonder geluid te maken vormden haar lippen het woord: ‘Sorry.’ Ze gebaarde hevig. Het was duidelijk dat ze iets wilde uitleggen.
Met gefronste wenkbrauwen schudde Marin haar hoofd. Ze begreep niets van de pantomime die Crystal opvoerde.
‘Marin? Ben je er nog?’ hoorde ze de stem van Philip in haar oor.
‘Een momentje’, zei ze en ze drukte hem weg. ‘Crystal, wat is er?’ Ze hoopte maar dat haar stem niet zo geïrriteerd klonk als ze zich voelde.
‘Ik wil alleen maar even zeggen dat het me spijt. Ik kreeg een paar telefoontjes tegelijkertijd binnen met die van hem’ – ze wees naar de telefoon – ‘en toen heb ik hem per ongeluk naar jou doorgezet, zonder eerst te vragen of het wel kon.’
Marin maakte een geruststellend gebaar. ‘Maak je geen zorgen. Het geeft niet.’ De telefoon bij de receptie begon opnieuw te rinkelen. Marin knikte in de richting van het geluid. ‘Ze roepen je weer. Pak ’m maar snel op.’ Crystal liep haastig terug. Marin liet haar hoofd achterover hangen, zuchtte en drukte het knopje van haar telefoon in, zodat Philip haar weer kon horen. ‘Hallo? Ben je er nog?’
Weer dat gegrinnik. Vreemd dat dat geluid telkens weer het grootste deel van haar spanningen temperde. Hij vroeg: ‘Vervelende ochtend?’
‘Nee, dat valt wel mee. Ik heb het gewoon een beetje druk’, legde ze uit.
‘Misschien dat je dan wel zin hebt in een korte onderbreking?’
Marin hoorde plotseling gegiechel op de achtergrond, onmiddellijk gevolgd door een luid ‘sssshhhhhttt!’ van Philip. Marin herkende direct het gegiechel van haar broer. Blijkbaar gebaarde Philip hem dat hij stil moest zijn. Ze fronste. Wat was Philip van plan? ‘Waar zou je dan willen lunchen?’ vroeg ze op haar hoede.
‘Nou, John heeft zo goed zijn best gedaan dat hij een gratis lunch verdiend heeft. Hij vond het wel een goed idee als jij ook meeging.’
Natuurlijk vond John dat een goed idee. Marin had gedacht dat het Philips idee was. Ze merkte dat ze er teleurgesteld over was, maar verdrong dat gevoel zo snel mogelijk. Ze wierp een blik op haar horloge. ‘Ik heb wel tijd voor een snelle hap. Waar wil John naartoe?’
‘Hij wil een Big Mac en patat. Is dat goed?’
De McDonald’s zat een paar straten verderop dus dat beloofde inderdaad een snelle hap te worden. ‘Perfect’, zei ze.
‘Mooi! Om twaalf uur dan?’
Opnieuw hoorde ze haar broer giechelen. Er kroop een glimlach over Marins gezicht. Leuk dat John zo in zijn nopjes was met Philip. ‘Ik zorg ervoor dat ik er om twaalf uur ben.’ Ze hing op en schudde haar hoofd. Iets van God. Het begon erop te lijken dat de vriendschap van Philip voor John ook ‘iets van God’ was. Die twee vormden een mooi stel.
‘Dat moet je dus niet vergeten, hè John’, herhaalde Philip. Om zijn woorden kracht bij te zetten, leunde hij over de tafel naar de jongeman toe. ‘Ik zal het voorstel van dat baantje aan haar vertellen. Als Marin er kwaad over wordt, wil ik dat ze haar boosheid op mij richt, oké?’
John knikte door zijn hoofd helemaal naar achteren te buigen en daarna weer helemaal naar voren, tot zijn kin op zijn borst kwam. Zijn amandelvormige ogen glansden enthousiast achter zijn brillenglazen. ‘Ik zal haar boos laten zijn op jou. Ik lik gewoon aan mijn ijsje en zeg helemaal niets.’ Hij drukte een mollige vinger tegen zijn lippen.
Philip knipoogde instemmend. John had het zo goed gedaan als manusje van alles bij New Beginnings dat hij en al zijn medewerkers vonden dat John een kans moest krijgen in een gewoon bedrijf. Marin had een paar weken geleden op niet mis te verstane wijze duidelijk gemaakt hoe zij erover dacht, maar Philip was bereid de strijd opnieuw aan te gaan. In het McDonald’s restaurant waar ze nu zaten, werkte een voormalige cliënt van New Beginnings – een man die slechts twee jaar ouder was dan John en die ook het downsyndroom had. Als Marin met eigen ogen zag hoe succesvol deze Curtis zijn werk uitvoerde, zou haar dat helpen om in te zien dat John ook zoiets zou kunnen.
Plotseling begon John hevig te giechelen. Hij wees naar de ingang. ‘Daar is ze! Daar is ze!’
Philip leunde achterover en deed zijn best om zo gewoon mogelijk te zitten, wat niet meeviel met John die zich aan de andere kant van het tafeltje luidruchtig zat te verkneukelen. Hij keek over zijn schouder naar Marin die haar blik door het drukke restaurant liet glijden, totdat ze hen in het vizier kreeg. Hij zwaaide kort en zag dat ze door het restaurant naar hun tafeltje liep. De onderkant van haar lange rok danste sierlijk rond haar bevallige enkels. Hij bewonderde haar gave om zich tegelijkertijd professioneel en elegant te kleden.
‘Wow! Wat een drukte hier’, zei ze bij wijze van begroeting. Ze schoof in het bankje naast haar broer, waarbij ze hem vriendschappelijk aanstootte met haar schouder. ‘Waarom ben je zo opgewonden?’
John duwde allebei zijn handen tegen zijn lippen, zodat zijn zenuwachtige gegrinnik iets zachter klonk, maar de schittering in zijn ogen was een duidelijk teken dat hij nog steeds in een uitgelaten bui was. Marin keek naar Philip. ‘Hebben jullie elkaar mopjes verteld?’
Door die opmerking ontplofte John bijna. Mensen aan tafeltjes om hen heen, wierpen achterdochtige blikken naar het drietal. Philip deed een poging om de boel te sussen. Tegen Marin zei hij: ‘Hij is gewoon een beetje opgewonden.’ Vervolgens boog hij naar voren en tikte met zijn vingers op de bovenarm van John. ‘Hé, vriend. Je mag nu stoppen met dat gegiechel, oké? Je kunt toch niet lachen en eten tegelijkertijd?’
John liet zijn handen zakken. Er kwamen twee op elkaar geperste lippen onder tevoorschijn in een brede, maar geluidloze grijns.
Philip onderdrukte een teleurgestelde zucht. Het theater van John was heel grappig, maar het kwam nu eventjes niet goed uit. Hoe kon Philip Marin er nu van overtuigen dat John gereed was voor zijn eerste baan in de gewone wereld als het niet eens lukte om in een restaurant te lunchen zonder dat de man giechelde als een klein kind? Philip haalde zijn schouders op en glimlachte flauwtjes naar Marin. ‘Zullen we maar iets gaan bestellen?’
Marin trok haar wenkbrauwen hoog op en wierp een veelbetekenende zijwaartse blik naar haar broer, wachtte even en zei toen: ‘Ja. Laten we het maar proberen.’
Ze sloten zich aan bij een rij waar drie vrouwen op middelbare leeftijd lief glimlachten naar John toen hij vriendelijk ‘hallo’, zei. In de rij naast die van hen stond echter een jong stel openlijk naar John te staren alsof hij een circusattractie was. Marin kreeg het jonge stel in haar vizier en draaide het de rug toe. Haar lippen verstrakten zich tot een dunne spleet. Philip zag het en voelde medelijden met haar. John merkte niet eens dat er naar hem gestaard werd – hij beschreef hardop en tot in detail wat voor lekkers hij zou bestellen, terwijl hij zijn woorden kracht bijzette met handgebaren – maar het ongenoegen van Marin was tastbaar.
Toen hij aan de beurt was, keek John met een grote glimlach naar de caissière. Zij hield haar ogen echter strak gericht op het toetsenbord waarop de menukeuzes stonden. Met een vrolijke stem bestelde John een Big Mac Menu met extra veel patat, en een limonade. Marin leunde naar hem toe en stelde voor dat hij een gewone portie patat zou nemen.
‘Maar Marin’, protesteerde hij met luide stem. ‘Ik vind de patat van McDonald’s heel erg lekker. Ik wil heel erg veel.’
De caissière hield haar hoofd omlaag gebogen, maar gluurde met haar ogen omhoog nieuwsgierig naar John.
‘Bij een gewoon Big Mac Menu zitten ook al heel veel patatjes, John. Je weet toch dat je dat altijd meer dan genoeg vond?’ zei Marin zachtjes, maar gespannen.
‘Nee. Ik vind dat niet genoeg. Ik wil vandaag een heleboel!’ John sloeg met zijn vuist op de toonbank.
Het jonge stel grinnikte. De caissière zette verschrikt een stapje opzij. Iedereen in de buurt keek geobsedeerd naar de woordenwisseling tussen John en Marin. Philip luisterde en vroeg zich af of hij iets moest zeggen om Marin te helpen, maar hij verwachtte dat zij zijn bemoeienis niet op prijs zou stellen. Bovendien was het belangrijk voor hem om te zien of John het zou accepteren als hij onder deze omstandigheden zijn zin niet kreeg. Dus bleef hij zwijgen terwijl hij zag dat het schaamrood Marin naar de kaken steeg en dat John heel boos keek.
Marin keek om zich heen naar het publiek en glimlachte vaag naar al die starende ogen. Ze haalde diep adem, waardoor ze een beetje kalmeerde. Ze leunde naar John toe en zei zachtjes, bijna fluisterend: ‘John, je mag een extra grote patat nemen of een ijsje. Maar niet allebei. Dus je moet kiezen.’
John wiegelde heen en weer op zijn hielen met het puntje van zijn wijsvinger tegen zijn kin, diep in gedachten verzonken. Uiteindelijk zuchtte hij en zei met een stem die in het hele restaurant te horen was: ‘Een gewone patat en een ijsje met karamelsaus.’
Marin wierp opnieuw een snelle blik om zich heen en knikte naar haar broer. ‘Dat heb je goed gekozen.’ Snel gaf ze haar eigen bestelling door en maakte plaats voor Philip. Hij voelde nog steeds hevig medelijden. John was weliswaar weer rustig geworden, maar het publiek keek nog steeds, hopend op een nieuwe show. De lichtbruine ogen van Marin stonden onnatuurlijk helder. Philip was bang dat ze in huilen uit zou barsten. Hij pakte zijn portemonnee uit zijn zak om hun bestelling te betalen en suggereerde dat Marin en John alvast aan tafel zouden gaan. Hij wachtte wel tot de bestelling klaar was.
Tegen de tijd dat Philip ook bij het tafeltje was met een overvol dienblad in zijn handen, was de lucht weer geklaard tussen Marin en John. Ze zaten zacht keuvelend naast elkaar en aan geen van beiden was nog te zien dat John zojuist een woedeaanval had gehad. Op het moment dat Philip het dienblad op tafel neerzette, graaide John gretig naar de zakjes en doosjes met eten erin.
Enthousiast riep hij: ‘Ik zal alles goed uitdelen. Ik weet nog wel wat jullie besteld hebben.’ Met groot ceremonieel zette hij de kipsandwich en de ice tea voor Marin neer en gaf daarna een hamburger, patat en limonade aan Philip. Het puntje van zijn tong kwam uit zijn mond toen hij zijn eigen bestelling pakte en onmiddellijk het dekseltje van zijn ijsje aftrok. Hij strekte snel zijn handen uit naar Philip en Marin en commandeerde: ‘Bidden.’
Philip pakte Johns hand en stak daarna zijn hand uit naar Marin. Zij bloosde licht, maar legde haar hand in die van hem. Hij kneep er heel eventjes in, voordat hij zijn hoofd boog en een eenvoudig gebed uitsprak. Hij had nog geen amen gezegd of John trok zijn hand al los en viel aan op het eten voor hem, maar Marin krulde haar vingers om de hand van Philip en liet nog niet los. Hij kneep begrijpend in haar hand om aan te geven dat hij haar zenuwen begreep. Even later trok ook zij haar hand terug.
John schrokte zijn eten naar binnen. Marin leunde naar hem toe en fluisterde iets in zijn oor. Onmiddellijk ging hij langzamer eten. Marin grijnsde en snaaide snel een van zijn patatjes. John grinnikte en keek toe hoe ze zijn patatje in het bakje ketchup dipte en het langzaam naar haar mond bracht. Nadat ze het patatje had doorgeslikt, richtte ze zich tot Philip. ‘Wat heeft John gedaan om dit lekkere eten te verdienen?’
Ze had hem een ideale voorzet gegeven. Philip nam een slokje van zijn limonade, voordat hij antwoordde. ‘Onze cliënten krijgen punten als ze goed doen wat wij hun vragen en als ze hun opdrachten uitvoeren binnen de tijd die ervoor staat. Ook als ze bewijzen dat ze zich goed kunnen concentreren op één taak, enzovoort. Allemaal heel belangrijk, want als je een echte baan hebt, moet je je de hele dag op je werk kunnen concentreren, toch?’ Met een patatje tussen zijn vingers wees hij naar haar. ‘John heeft in twee weken net zoveel punten verdiend als de meeste van mijn cliënten in een hele maand krijgen. Hij heeft het heel goed gedaan.’
Marin keek glimlachend naar John. ‘Wow, ontzettend goed, joh! Ik ben trots op jou.’
John bracht een lepel vol half gesmolten ijs naar zijn mond en slurpte het naar binnen. Met zijn mond vol ijs zei hij: ‘Maar ik mag niet tegen je zeggen wat er nu gaat gebeuren, want dan word je boos. Toch, Philip?’
Philip verslikte zich bijna. Marin richtte haar ogen weer op hem. Hij zag dat haar wenkbrauwen omlaag gingen – was dat nieuwsgierigheid of irritatie? Langzaam boog ze haar hoofd een klein beetje opzij. Ze fixeerde Philip met zo’n strenge blik dat hij het liefst zou verdwijnen.
‘Wat mag John niet tegen mij zeggen?’
Heere, bad Philip in stilte, help me om de goede woorden te gebruiken. Hij duwde zijn hamburger aan de kant en leunde naar voren, met zijn ellebogen voor zich op het tafeltje. ‘Nou, Marin, ik wilde je graag vertellen dat –’
Precies op dat moment voelde Philip een hartelijke dreun op zijn schouder. Marin keek verschrikt op. Philip draaide zich half om en zag een vertrouwd gezicht naar hem kijken.
‘Hallo, Philip!’
Philip dwong zich om te glimlachen. Zijn blik schoot heen en weer tussen Marin en de nieuwkomer. Hij slikte. ‘Hé, hallo Curtis.’
Aan de blik in haar ogen kon Philip zien dat hij niets meer uit hoefde te leggen. Ze had alles in een klap door.
1 Elke eerste vrijdag van juni is het in Amerika Donut Day. Het is een herinneringsdag aan de vrouwen die in de Eerste Wereldoorlog als vrijwilliger voor het Leger des Heils werkten in kantines bij het front in West-Europa. Die kantines stonden bekend als plek waar je gratis donuts kon krijgen. Op Donut Day zijn in Amerika nog steeds winkels waar je een gratis donut krijgt als je een kop thee of koffie koopt, maar het belangrijkste is toch wel dat moeders hun kinderen verwennen met versgebakken donuts. Ook veel bedrijven geven op die dag gratis donuts aan hun medewerkers.