Geweldig

Dit weekend verschijnen de recensies van mijn nieuwe theaterprogramma en laat ik kort zijn: de van mijn jongste broer geleende hockeystick staat klaar. Eén foute kritiek op dit meesterwerk en er wordt geslagen. Ik heb de adressen van de recensenten bij de hand en ik zit binnen tien minuten in mijn auto. En wie me niet gelooft? Praat met de onderwijzer van mijn dochter. Dit wonderkind kreeg op haar basisschool een havo-advies en dat is helaas iets beneden onze stand. Gymnasium en voor minder gaan de Van ‘t Hekjes niet. De klappen zijn reeds gevallen. In dit geval was het een oude honkbalknuppel uit mijn Bussumse hcaw-tijd. Met datzelfde stuk hout los ik ook altijd mijn voorrangsproblemen in het verkeer op.

Gisteren vertelde een meneer van de televisiewinkel dat de reparatie van de video niet meer binnen de garantieperiode viel. Ik heb alleen even gedreigd en ben benieuwd wat er op de bon staat als ik hem dinsdag ga halen. Mijn reputatie in de buurt is bekend en ik ga ervan uit dat de man verstandig is. De winkel heeft grote ruiten. Vanmiddag moet mijn zoontje voetballen en ik hoop dat het beter gaat dan de vorige keer. Hij speelt uit en dat houdt in dat de tegenpartij de scheidsrechter mag leveren. Vlak voor de winterstop was er een scheidsrechter zo onver-standig om mijn zoon geen penalty te geven, terwijl hij duidelijk werd neergelegd binnen een straal van drie meter van het doel. De man gaat volgende week voorzichtig weer werken. Voorlopig halve dagen. Na zijn voetballen moet hij tennissen. Bij die wedstrijdjes tegen andere kinderen tel je samen met de vader of moeder van de tegenstander. Met mij krijg je geen ruzie. Alleen heb ik een iets ander zicht op in en uit. Als mijn zoon slaat, reken ik tot en met het parkeerterrein goed. Anders? Hoe zal ik het zeggen? Ik gebruik niet graag geweld, maar als het niet anders kan… Mijn Canal+-decoder is regelmatig stuk en om de zoveel dagen bel ik voor vierenveertig cent per minuut met de Helpdesk van deze sympathieke pornozender. Inmiddels weet ik waar ze zitten. Nog één keer een storing en ik kom even langs. Om te praten. In eerste instantie. En wie niet wil luisteren…

Met Nina Brink moet ik ook nog even een gesprekje hebben over mijn Wolletjes en ook bij Maurice de Hond moet ik nog even langs. Niet dreigen, maar gewoon even zeggen wat ik niet wil. Ik heb hem zo geloofd! Ik ga ervan uit dat Maurice mijn verlies bijpast, anders…

Volgende week komt mijn dichtbundel Vredesduiven op til uit. Een bundel pacifistische poëzie. In eerste instantie zag mijn uitgever het niet helemaal zitten, hij vond het allemaal nogal mistig en de metaforen iets te vet aangezet. Na een goed gesprek heb ik hem ervan overtuigd dat het beter is als hij het wel uitgeeft. Ik vroeg niet om een riant voorschot, maar kreeg het wel. Aardige man.

Of ik nog wel eens een wielklem krijg? Na dat laatste incidentje nooit meer. Ik zag die parkeerwachter vorige week weer lopen. Wel in een andere wijk, maar toch: hij

werkt weer. Dus het viel allemaal wel mee.

Veel vrienden van mij hebben problemen met hun puberende kinderen, maar ik nooit. Ze luisteren heel goed. In het begin niet, maar dat heb ik heel vlug gecorrigeerd. De huisarts vertrouwde de verwondingen in eerste instantie niet en wilde een vertrouwensarts inschakelen. Ik heb hem aangeraden om dat niet te doen. Een verstandige man.

De tandarts heeft het ondergebit van mijn zoontje mooi hersteld. Hij stelde wel een paar vervelende vragen. ‘Sommige kinderen wisselen gewoon een keertje vaker’, heb ik gezegd en daar heb ik het bij gelaten.

Mijn vrouw heeft dit stukje tot zover gelezen en vond dat ik het niet naar de krant kon sturen. ‘Dan weet de hele buurt dat jij losse handjes hebt’, zeurde ze. We kregen woorden. Gelukkig niet zo lang. Ze rust nu lekker uit in het olvg. Afdeling Noord 4, kamer 8, bezoek van vier tot negen en ze is gek op bloemen.