18
‘Ik wil ondubbelzinnig van je horen waar je staat.’
Evan Tucker keek naar de man die tegenover hem aan de brede vergadertafel zat.
Als Andrew Viola zich al verbaasde over deze vraag, liet hij dat niet blijken. ‘Ik sta waar u wilt dat ik sta, meneer,’ antwoordde Viola op vlakke toon.
‘Woorden, Viola. Dat kun je gemakkelijk zeggen.’
‘Ik denk dat ik meer heb gedaan dan woorden, meneer. Ik heb uw bevelen tot de letter opgevolgd.’
‘Maar geen bekentenis.’
‘We hebben drie sessies met hen gedaan, meneer. Nog één en dan waren ze waarschijnlijk dood geweest. Dacht niet dat u wilde dat ik zover zou gaan. Ze zijn keihard, dat moet u hen nageven.’
‘Ik geef hun helemaal niets, vooral Reel niet.’
‘Ik begrijp dat u naar de Burner bent geweest?’
‘Klopt. Ik heb met Robie en Reel gepraat.’
‘En is dat volgens uw plan verlopen?’
‘Welk plan is dat precies?’ vroeg Tucker argwanend.
‘Ik bedoelde, hebt u uw doel bereikt, welk doel dat ook is?’
‘Ik heb tegen hen gezegd dat ik hun garantie wil dat ze zich helemaal zullen inzetten voor deze missie. Ik heb tegen hen gezegd dat de waterboarding nodig was om te zien of ze dergelijke martelpraktijken konden doorstaan wanneer ze gevangen werden genomen.’
‘Oké,’ zei Viola op vlakke toon.
‘En dat was de waarheid, als je dat soms wilt weten.’
‘Ik heb nooit iets anders verondersteld, meneer.’
‘Het feit is dat zij de beste veldagenten zijn die we nu hebben, en deze missie heeft hen nodig. Ik vind het niet echt prettig, maar ik moet mijn persoonlijke gevoelens opzijzetten voor het algemene welzijn.’
‘Dat begrijp ik.’
Tucker trommelde met zijn vingers op het tafelblad. ‘Marks is een teleurstelling.’
‘Zij is een eersteklas agent,’ zei Viola. ‘Heb niets op haar aan te merken.’
Tucker keek Viola met een felle blik aan. ‘Als je het goed aanpakt, word jij zelf misschien nog een keer DD.’
Viola keek ongemakkelijk. ‘Met alle respect, directeur, maar ik betwijfel of ik daar wel zo geschikt voor ben. Ik ben een tactische veldagent, altijd al geweest. Politiek en langetermijnstrategieën zijn niet mijn sterkste kant.’
‘Een man die zijn zwakke punten kent, kan ze omzetten in sterke punten.’
‘We moeten eerst maar eens afwachten hoe dit uitpakt, meneer.’
Tucker knikte. ‘De missie waar ze voor worden gescreend is de belangrijkste van de afgelopen vijftig jaar. Misschien wel de belangrijkste voor ons land ooit.’
Viola leunde achterover in zijn stoel. Zijn ogen werden iets groter toen hij dit hoorde, maar hij keek ook wel een beetje sceptisch.
Tucker zag dat waarschijnlijk, want hij zei: ‘Dat is niet overdreven, Viola. Echt niet.’
Viola zei niets.
‘Denk je dat ze slagen?’ vroeg Tucker.
‘Volgens mij wel. Zoals u al zei, zijn zij de besten die we op dit moment hebben.’
‘Qua vaardigheden, niet qua loyaliteit. En die heb ik allebei nodig.’
Viola schoof ongemakkelijk heen en weer in zijn stoel. ‘Ik heb nooit geweten waar de rancune tussen u en Reel vandaan komt, meneer.’
‘Dat hoef je ook niet te weten,’ zei Tucker. ‘Het is voldoende als ik zeg dat Reel iets afschuwelijks heeft gedaan.’
Viola keek bedachtzaam en zei: ‘Het moet wel heel erg zijn als u haar dood wilt.’
‘Ik heb nooit gezegd dat ik haar dood wil,’ snauwde Tucker.
‘Sorry, meneer, ik heb kennelijk onterecht bepaalde aannames gedaan.’
Tucker leunde achterover en legde zijn handen op elkaar. ‘Ik moet gewoon weten, Viola, dat ze loyaal aan me zijn en zo nodig bereid zijn te sterven. Begrijp je dat?’
‘Of ze bereid zijn te sterven, kan ik gemakkelijk controleren. Loyaliteit is meer iets wat in je hoofd zit, meneer. Daar moeten de psychologen zich mee bezighouden.’
‘Dat doen ze. Dat zullen ze doen.’
‘Dus wat wilt u precies dat ik doe?’
‘Je werk. Niets meer, niets minder. Heb je Marks al gesproken?’
‘Alleen om te worden bijgepraat over bepaalde zaken.’
‘Ik wil dat je haar net zo goed in de gaten houdt als Robie en Reel.’
‘Waar moet ik precies op letten?’
‘Loyaliteit, Viola. Dat eis ik van iedereen binnen deze agency.’
‘U wilt dus dat ik de DD bespioneer?’ vroeg Viola ongelovig.
‘Je mag niet vergeten dat zij weliswaar de DD is, maar ik ben de dci. De laatste keer dat ik op het organogram heb gekeken, stond ik boven haar.’
Viola schoof weer heen en weer in zijn stoel. ‘Geen twijfel aan.’
‘Dan moet je dus doen wat ik zeg. Regelmatige rapporten. Dat is alles.’
Viola stond op en liep naar de deur. Hij draaide zich om en keek naar Tucker.
‘Ja?’ vroeg Tucker afwachtend, hoewel het een beetje ruzieachtig klonk.
‘Ik ben bij de cia gegaan om mijn land te dienen, directeur.’
‘Ik ook. Wat wil je daarmee zeggen?’
‘Niets, meneer. Ik wilde alleen dat u dat wist.’
Nadat Viola was vertrokken, bleef Tucker nog even zitten. Hij keek naar zijn handen die onder de sproeten zaten, het gevolg van te veel uren zeilen in de Chesapeake Bay op warme zomerdagen. Dat was voordat hij dci werd. Nu was er geen tijd om te zeilen. Er was alleen tijd voor dit. Dit slokte zijn hele leven op. Nee, hij had geen leven meer. Hij was de dci. Dit was zijn leven. Dit was nu wie hij was.
Maar zijn dilemma was nu wel duidelijk. Wie kon hij vertrouwen?
Marks? Viola? Iemand van zijn mensen?
Hij stond voor de belangrijkste missie van zijn carrière, misschien wel de belangrijkste missie die de agency in decennia had gehad. En hij had tegen de president van de Verenigde Staten gezegd dat hij het had geregeld. Dat zijn team werd gescreend en dat hij, als ze er niet klaar voor waren, een reserveteam had klaarstaan.
Maar was dat wel zo?
Hij wist wat hij wilde. Hij wilde Reel laten boeten voor wat ze had gedaan. En als Robie haar steunde, zou hij dezelfde behandeling krijgen. Maar feit was dat hij hen nodig had om deze missie uit te voeren. Hij moest de besten op pad sturen. En zij waren de besten. Absoluut.
Hij sloeg zijn handen voor zijn gezicht. Hij had kramp in zijn maag van angst. Zijn huid was nat van het zweet. Hij was misselijk. Hij voelde zich... dood.
Ben ik suïcidaal? Is het al zover gekomen? Kan ik er echt niet meer tegen?
De dci moest in de allerbeste conditie zijn. Nu, op dit moment.
Hij wiegde naar voor en achter, met zijn handen voor zijn gezicht geslagen.
Maar opeens zag hij alles weer helder, opeens kon hij weer nadenken. Hij liet zijn handen zakken.
Hij had zijn antwoord. Eigenlijk was het steeds overduidelijk geweest.
*
Andrew Viola reed naar een niet-openbaar vliegveld om met een vliegtuig van de agency terug te gaan naar de Burner.
Onderweg stopte hij één keer. Hij moest iemand bellen. En hij vertrouwde er niet op dat hij dat met zijn veilige mobiele telefoon kon doen zonder dat er iemand meeluisterde.
Hij stopte bij een buurtwinkel die vierentwintig uur per dag open was en stapte uit zijn auto.
Hij ging niet naar binnen. Hij liep naar de enige munttelefoon die aan de buitenmuur hing. Hij wist niet eens of het ding het wel deed.
Hij stopte er een paar munten in en hoorde de kiestoon.
Hij toetste het nummer in en de telefoon ging drie keer over voordat iemand opnam.
Blauwe Man zei: ‘Hallo?’
Andrew Viola zei zacht: ‘U moet iets weten, maar u hebt het niet van mij.’
‘Gaat dit over Robie en Reel?’ vroeg Blauwe Man.
‘Ja, inderdaad,’ antwoordde Viola.
Viola zei wat hij wilde zeggen en beantwoordde vervolgens een paar vragen van Blauwe Man, wiens echte naam Roger Walton was. Hij had een heel hoge functie binnen de agency, maar niet zo hoog als Amanda Marks en Evan Tucker.
Hij was ook een vriend en bondgenoot van Will Robie. En van Jessica Reel.
Toen Viola uitgesproken was, hing hij de hoorn op de haak en stapte weer in zijn auto.
Vreemd genoeg was de ouderwetse munttelefoon tegenwoordig misschien wel de veiligste vorm van communicatie. De nsa had de neiging zich meer te richten op het mobiele telefoonverkeer, op sms’jes en e-mails. Er waren nog maar zo weinig munttelefoons over dat niemand de moeite nam die nog te monitoren.
Hij startte zijn auto en reed weg. Over een paar uur zou hij terug zijn in de Burner.
En misschien had hij besloten dat de wereld niet eenvoudig zwart en wit was, hoe graag hij dat ook wilde.