35

Reel keek neer op de man die een heel ‘kleine’ rol bij haar bestaan had gespeeld.

Robie keek om zich heen en zag dat iedereen in de ziekenzaal naar hen keek. Hij vroeg zich af of Earl Fontaine iedereen had verteld dat zijn enig kind afscheid van hem kwam nemen.

Hij was veranderd, heel erg. Maar niet zoveel dat ze hem niet herkende. Onder de rimpels en de beschadigde huid en zijn gezwollen gelaatstrekken zat duidelijk de man die haar ongelofelijk had mishandeld. En de man die haar moeder had gedood. En heel veel andere mensen. Ze besloot hem te laten praten voordat ze zelf iets zei.

Hij besloot zijn woordenvloed met: ‘Ik ben zo blij dat je bent gekomen, kleine meid.’

‘Ik ben niet klein en ik ben geen meid.’

‘Natuurlijk niet, natuurlijk niet, maar de laatste keer dat ik je zag was je dat wel, Sally.’

‘Zo heet ik niet meer. En de reden dat dat de laatste keer was dat je me hebt gezien, was je eigen keus. Moordlustige klootzakken zoals jij hebben niet veel opties meer. En omdat je mijn moeder had vermoord, had ik niet echt veel keus meer, wel?’

Earl reageerde met een brede grijns om haar antwoord. ‘Je hebt nog steeds lef, dat is duidelijk. Fijn te zien. Keuzes klopt, ik heb keuzes gemaakt en nu moet ik ermee leven. Maar ik ben heel blij dat je bent gekomen. Kan nu gemakkelijker sterven.’

‘Waarom?’

‘Waarom? Verdomd, meisje, jij bent de enige familie die ik nog heb. Ik wilde goed afscheid nemen.’

‘Denk je dat ik daarom hier ben? Om afscheid van je te nemen? Ben je echt zo stom? Of egoïstisch? Of allebei?’

Earl zwaaide haar vragen terzijde en zei met een nog bredere grijns: ‘Je hebt alle recht van de wereld om me te haten. Dat weet ik. En vroeger, dan zou je helemaal gelijk hebben, toen was ik een klootzak. Slecht en uitschot, zoals je zei. Maar ik ben tot rust gekomen. Heb niets meer. Kan alleen nog afscheid nemen. Dus je mag me haten, kan ik niets tegen inbrengen. En jij hebt me nog wel iets te zeggen, denk ik. Het zal wel goed voor je zijn om dat te kunnen spuien. Weet je, dat was de andere reden waarom ik wilde dat je kwam. Wat ik je heb aangedaan? Was verwerpelijk. Zo fout als maar kan. Je kunt me zeggen dat ik naar de hel kan lopen. Waar ik toch al naartoe ga natuurlijk. Dacht dat het je kon helpen, weet je, om door te gaan met je leven.’

‘Waarom zou je dat willen?’ vroeg Reel.

‘Ik heb verdomme nog nooit iets voor je gedaan, je alleen maar verdriet gedaan. Denk je dat ik dat niet weet? Dit is mijn enige kans om iets anders te doen dan dat. Meer niet.’

‘Waarom? Om jou een beter gevoel over jezelf te geven?’ snauwde Reel.

‘Nee, om jóú een beter gevoel over jezelf te geven. Kom dus maar op, Sally, of hoe je nu ook heet. Jij bent aan de beurt. Kom op, meisje.’

‘Denk je dat je het goed kunt maken als ik tegen je ga schreeuwen?’

‘Nee hoor, dat weet ik wel, dat zal niet gebeuren.’ Hij zweeg even, gebaarde naar de ziekenzaal en wees toen naar zichzelf. ‘Maar dat is het enige wat ik nog heb.’

Reel haalde diep adem en keek om zich heen. Iedereen in de ziekenzaal keek naar haar en haar vader. Ze keek naar Robie en zag dat hij met een ondoorgrondelijke blik naar haar keek. Ze keek weer naar Earl. ‘Ik heb lang nagedacht over wat ik tegen je wilde zeggen.’

Earl grijnsde vol verwachting. ‘Geloof ik graag. Zeker weten.’

‘Zelfs nu weet ik niet wat goed of fout is.’

‘Wilde je gewoon de kans geven een keus te maken, meer niet. Verder heb ik er niet over nagedacht. Heb nooit de middelbare school afgemaakt. Ik ben een stomme klootzak.’

‘Zeg dat je bezig bent dood te gaan.’

Earl raakte een van de infuusbuisjes aan. ‘Ik hang aan een zijden draadje, liefje.’

‘Nou, blijf maar lekker hangen dan.’ Ze draaide zich om en wilde vertrekken.

‘Hé, wil je me niet zeggen wat je op je lever hebt?’

Ze keek achterom. ‘Je bent de tijd niet waard die me dat zou kosten, Earl. Weet je, om kwaad op je te worden, zou ik aan je moeten denken.’ Ze zweeg even. ‘En dat doe ik niet.’ Ze liep weg.

Earl was geamuseerd en keek naar Robie. ‘Ben jij haar vriend?’

‘Ja.’

‘Ze is gecompliceerd.’

‘Ja.’

‘Wil jij iets tegen me zeggen, je weet wel, namens haar?’

‘Nee.’

‘Nee?’

‘Ga maar gewoon dood, dan is het klaar. Laat de wereld maar lachen, Earl. Laat ze maar lachen. Je was een klootzak toen je al die mensen vermoordde die zichzelf niet konden verdedigen. Zelfs in je beste jaren kon je je eigen dochter niet aan. Je kon niet aan haar tippen.’

‘Kijk, dát bedoel ik nou. Veeg me de mantel maar uit.’

‘Ja hoor, tuurlijk. Als ik je ooit terugzie, aan de andere kant, zou ik je doden. Als ik de tijd zou willen nemen om me bezig te houden met zo’n kleine rotzak als jij.’ Daarna draaide Robie zich om en liep achter Reel aan.

Met een zelfvoldane glimlach liet Earl zich terugvallen in zijn kussen, sloot zijn ogen en viel in slaap.

 

*

 

Reel was al bij de auto toen Robie eraan kwam.

Ze zei: ‘Nou zeg, dát was een anticlimax.’

‘Het belangrijkste is dat je het hebt gedaan. Je hebt hem gezien. Je hebt tegen hem gezegd wat je hebt gezegd en nu is hij uit je leven. Voor altijd.’

‘Bedankt dat je mee was.’

‘Ik pas op je, zoals ik al zei.’

‘Heb jij nog iets tegen hem gezegd nadat ik was vertrokken?’

‘Een paar dingen. Zoals je al zei, is hij de moeite niet waard.’

‘Toen ik nog klein was, gedroeg hij zich als een monster tegen mij. Nu is hij alleen maar meelijwekkend. Ik kan niet geloven dat ik ooit bang was voor die waardeloze klootzak.’

‘Dat komt doordat je nu volwassen bent. Dan gaan heel veel monsters dood.’

‘Ja, je hebt wel gelijk, denk ik.’ Ze wendde haar blik af.

‘Laten we hier maar vandaan gaan.’

‘Klinkt goed.’

Ze stapten in de auto en reden weg.

Ze zagen niemand toen ze terugreden naar het vliegveld.

Dat kon ook niet.

De langeafstandscamera’s waren veel te ver weg. Maar ze maakten de ene foto na de andere van hen, meer dan genoeg zelfs.

Nu begon het echt.

Doelwit
537e3c4656c646.html
537e3c4656c647.html
537e3c4656c648.html
537e3c4656c649.html
537e3c4656c6410.html
537e3c4656c6411.html
537e3c4656c6412.html
537e3c4656c6413.html
537e3c4656c6414.html
537e3c4656c6415.html
537e3c4656c6416.html
537e3c4656c6417.html
537e3c4656c6418.html
537e3c4656c6419.html
537e3c4656c6420.html
537e3c4656c6421.html
537e3c4656c6422.html
537e3c4656c6423.html
537e3c4656c6424.html
537e3c4656c6425.html
537e3c4656c6426.html
537e3c4656c6427.html
537e3c4656c6428.html
537e3c4656c6429.html
537e3c4656c6430.html
537e3c4656c6431.html
537e3c4656c6432.html
537e3c4656c6433.html
537e3c4656c6434.html
537e3c4656c6435.html
537e3c4656c6436.html
537e3c4656c6437.html
537e3c4656c6438.html
537e3c4656c6439.html
537e3c4656c6440.html
537e3c4656c6441.html
537e3c4656c6442.html
537e3c4656c6443.html
537e3c4656c6444.html
537e3c4656c6445.html
537e3c4656c6446.html
537e3c4656c6447.html
537e3c4656c6448.html
537e3c4656c6449.html
537e3c4656c6450.html
537e3c4656c6451.html
537e3c4656c6452.html
537e3c4656c6453.html
537e3c4656c6454.html
537e3c4656c6455.html
537e3c4656c6456.html
537e3c4656c6457.html
537e3c4656c6458.html
537e3c4656c6459.html
537e3c4656c6460.html
537e3c4656c6461.html
537e3c4656c6462.html
537e3c4656c6463.html
537e3c4656c6464.html
537e3c4656c6465.html
537e3c4656c6466.html
537e3c4656c6467.html
537e3c4656c6468.html
537e3c4656c6469.html
537e3c4656c6470.html
537e3c4656c6471.html
537e3c4656c6472.html
537e3c4656c6473.html
537e3c4656c6474.html
537e3c4656c6475.html
537e3c4656c6476.html
537e3c4656c6477.html
537e3c4656c6478.html
537e3c4656c6479.html
537e3c4656c6480.html
537e3c4656c6481.html
537e3c4656c6482.html
537e3c4656c6483.html
537e3c4656c6484.html
537e3c4656c6485.html
537e3c4656c6486.html
537e3c4656c6487.html
537e3c4656c6488.html
537e3c4656c6489.html
537e3c4656c6490.xhtml