74

Ze waren bijna bij het stadhuis toen Robie het zag. De Chinese draak liep snel naar een plek vlak bij de hoofdingang van het gebouw. Hij zag de vele voeten onder de draak. Hij keek naar Reel die ook naar de draak keek.

‘Liever het zekere voor het onzekere,’ zei hij.

Reel knikte.

Hij zei iets in zijn walkietalkie en een minuut later werden de Cassions snel het stadhuis binnengebracht.

Verschillende politieagenten renden naar de Chinese draak en trokken het omhulsel weg.

Robie zag verbaasde gezichten.

Het waren tieners. Amerikaanse tieners.

Robie glimlachte tegen Reel. ‘Oké, ik ben dus echt paranoïde.’

‘Denk je dat?’ vroeg ze.

Ze liepen het stadhuis in en Robie zei tegen Sam: ‘Die draak was vals alarm. Sorry, dit was net zoiets als die terugslag van die auto.’

‘Niets aan de hand,’ zei Sam, hoewel hij een beetje teleurgesteld leek.

Eleanor kwam naar hen toe. ‘Wat is er aan de hand?’

‘Vals alarm, mevrouw,’ zei Sam. ‘We kunnen gewoon doorgaan met het rooster en...’

Hij kreeg niet de kans zijn zin af te maken, want hij kreeg een kogel in zijn hoofd, waardoor iedereen onder het bloed kwam te zitten.

Robie pakte Eleanor vast en drukte haar naar beneden.

Reel draaide zich om en schoot in de richting van waar de kogel vandaan was gekomen.

Robie nam Eleanor mee naar de anderen. Hij riep tegen de Secret Service-agent die de twee kinderen afschermde: ‘Neem ze mee door die deur. Nu!’

Een andere agent kwam eraan om hen te helpen, en samen duwden ze de kinderen voor zich uit.

Claire begon te huilen toen ze Sam dood op de grond zag liggen. Tommy leek te bang om een kik te geven.

Eleanor riep net iets tegen haar kinderen toen een van de agenten die bij hen was achter in zijn hoofd werd geschoten, over een paar op elkaar gestapelde stoelen struikelde en op de grond viel.

Een lichaam viel van het balkon op de eerste verdieping en smakte op de grond. Het was een van de agenten van de plaatselijke politie. Hij was in zijn voorhoofd geschoten.

‘Ze zijn ergens boven ons,’ riep Reel, terwijl ze achteruitlopend voor dekking zorgde door al schietend het hele balkon te bestrijken.

‘Doorlopen, doorlopen!’ schreeuwde Robie tegen Eleanor toen er nog meer schoten vielen.

De andere agent die bij Claire en Tommy was, ging neer met een kogel in zijn ruggengraat.

‘Reel!’ schreeuwde Robie.

Reel rende door het vertrek en haalde uit naar de man die net in de deuropening was verschenen. Haar vuist raakte hem in zijn gezicht, waardoor hij achteroverviel en zijn wapen door de lucht zeilde. Voordat hij zelfs maar kon proberen op te staan, had Reel al een kogel in zijn hoofd geschoten.

Meteen daarna viel ze achterover doordat een man zijn schouder in haar buik ramde. Ze viel op de grond en draaide zich om op het gladde hout. Ze had haar pistool nog in de hand en wilde net schieten toen er een schot werd afgevuurd. De man die Reel in haar buik had gestompt, verstijfde even en viel voorover. Zijn gezicht was grotendeels verdwenen door de kogel die Robie had afgevuurd.

Claire en Eleanor gilden toen een andere man de kamer in rende met een MP5. Maar voordat hij met dit machinepistool kon gaan schieten, dwong Robie hem dekking te zoeken door zijn magazijn op de man leeg te schieten. Robie trok Eleanor met zich mee door een deuropening, terwijl Reel door het vertrek rende, een tafel omvergooide, de beide kinderen vastpakte, ze meenam naar datzelfde vertrek en de deur achter zich dichtsmeet.

Een andere agent van de Secret Service en een politieagent renden de kamer binnen die ze net hadden verlaten. De politieagent werd in de borst geschoten en ging neer voordat hij zelfs maar een schot kon afvuren. De agent schoot drie keer op de eerste verdieping en een kreet bewees dat hij iemand had geraakt. Daarna ging hij zelf neer door de kogelregen van de man met de MP5. Hij was er nog net in geslaagd zijn magazijn leeg te schieten en doodde de man die zojuist een einde aan zijn leven had gemaakt.

In de andere kamer trokken Robie en Reel de presidentiële familie bij de deur vandaan en duwden hen net op tijd tegen de grond. De deur werd doorzeefd met kogels van de MP5, waardoor splinters metaal en hout alle kanten op vlogen.

Zodra het schieten ophield, namen Robie en Reel Eleanor en haar kinderen mee naar het vertrek ernaast. Robie deed de deur op slot en keek om zich heen. Dit vertrek was klein, had geen ramen en er was een trap die naar beneden leidde.

Reel had de trap al gezien. ‘Waarschijnlijk de kelder,’ zei ze. ‘Wenteltrap.’

Robie begreep het meteen. ‘Beperkt schootsveld,’ zei hij. ‘Geeft ons een voordeel.’

‘Niet veel keus. Laten we het maar doen.’

Ze duwden de presidentiële familie de trap af. De kelder was zelfs nog kleiner dan de kamer erboven en had geen uitgang.

Ze zaten in de val.

Er stond een stevige houten tafel die ze meteen op zijn kant zetten, waarna ze Eleanor en haar kinderen erachter positioneerden.

Ze hoorden allemaal het vuurgevecht dat boven hen plaatsvond. Ze hoorden geschreeuw, kogels die afketsten, kogels die raak waren en daarna lichamen die op de grond vielen.

Claire was inmiddels hysterisch.

Tommy leek gewoon verlamd.

Eleanor keek naar Robie; ze was bang, maar toen ze iets zei, was haar stem vast. ‘Hoe krijgen we mijn kinderen hier veilig vandaan, agent?’

Reel keek naar de trap. Ze had al herladen en had ook de pistolen van de dode agenten afgepakt. Ze gooide het extra wapen naar Robie.

Robie zei: ‘Daar zijn we mee bezig, mevrouw. We doen ons best.’

Hij probeerde iemand op te roepen via de walkietalkie, maar niemand antwoordde.

Eleanor keek hem ongelovig aan. ‘Maar dat betekent...’ begon ze en ze keek bezorgd naar haar dochter die ongecontroleerd zat te snikken.

Robie knikte en zei zacht: ‘Dat ze allemaal dood zijn.’

Hij pakte zijn telefoon en belde 911. Hij bleef overgaan. ‘Ze worden waarschijnlijk suf gebeld,’ zei hij.

Hij keek naar Claire en Tommy. ‘Tommy?’

De jongen keek niet op.

‘Wolverine! Hoor je me?’

Tommy keek naar Robie en knikte even.

Reel zei: ‘Claire? Claire? Hé, Stevie Nicks! Luister!’

Claire slikte, stopte met snikken, haalde diep adem en keek haar eindelijk aan.

Reel keek hen alle drie aan. ‘We kunnen het niet mooier maken dan het is. Het ziet er niet goed uit. We hebben hier wat dekking en we hebben een paar wapens. We weten niet met hoeveel ze zijn, maar waarschijnlijk met meer dan wij.’ Ze keek naar Robie en zei: ‘Maar wij zijn hier bij jullie en we blijven bij jullie. Om bij jullie te komen, moeten ze eerst langs ons, oké?’

De drie knikten langzaam.

‘Blijf achter die tafel.’

Een paar seconden later werd er drie keer geschoten en viel er een man van de trap en bleef onderaan liggen.

Robie keek naar Reel en zag dat ze haar wapen liet zakken. Er kwam nog wat rook uit de loop.

Ze zei: ‘Hij probeerde heel stil te zijn, maar dat lukte niet helemaal.’

Eleanor zei: ‘Ik hoor helemaal geen sirenes.’

‘Het politiekorps hier bestaat uit ongeveer dertig man,’ zei Reel. ‘Tien van hen waren aan jullie beveiligers toegevoegd en zij zijn waarschijnlijk allemaal dood. De andere kant heeft MP5’s en die kunnen in korte tijd veel schade aanrichten. Daar kun je niet veel tegen beginnen met een pistool. De rest van de agenten is hier waarschijnlijk nog niet.’

Robie keek om zich heen en luisterde ook naar voetstappen boven hen. Het plafond was dik. Hij dacht niet dat de tegenstanders erdoorheen konden schieten. Ze zouden naar beneden moeten komen. Maar ze hadden al een mannetje gestuurd en wisten nu dat dit niet was gelukt. Robie en Reel waren hier in het voordeel, dankzij de wenteltrap. Ze konden hen niet met z’n allen of rechtstreeks aanvallen. Door de draaiing in de trap konden Robie en Reel al schieten voordat de aanvallers hun wapen konden richten.

Opeens hoorden ze boven een luide knal, gegil en schoten. Daarna nog meer gegil. En nog meer schoten.

Daarna stilte.

En toen hoorden ze stemmen. Maar het waren geen Engelse woorden.

‘Shit!’ mompelde Reel.

Ze keek naar Robie.

Hij keek naar een plank in de hoek.

Op de plank lag een stapel oude kleren.

Weer keek ze naar Robie.

Hij knikte.

Reel rende ernaartoe en pakte een paar kleren. Ze haalde haar mes tevoorschijn en begon ze kapot te snijden.

‘Wat doen jullie?’ vroeg Eleanor.

‘Onszelf een beetje beschermen,’ zei Robie.

‘Maar die kleren houden de kogels niet tegen,’ zei Eleanor.

Toen Reel klaar was, stopten ze de kleinste stukjes stof in hun oren en bonden de andere stukken die Reel in de vorm van een hoofddoek had gesneden om hun hals. Ze hielpen Eleanor en de kinderen dat ook te doen.

‘Waar is dit voor?’ vroeg Tommy.

‘Flitsgranaten,’ zei Reel. ‘Dat was het geluid dat we zojuist hoorden. Die maken heel veel lawaai, de lichtflits verblindt je en er ontstaat heel veel rook. Het is wel duidelijk dat de tegenstander flitsgranaten heeft.’

‘Ze worden gebruikt om de vijand te desoriënteren,’ zei Robie. ‘En dat doen ze dus ook.’

Boven zich hoorden ze nog meer schoten en toen voetstappen.

Robie en Reel keken elkaar aan en duwden Eleanor en de kinderen plat op de grond. ‘Bedek jullie ogen en neus met de doek en druk je oren dicht. En blijf liggen.’

Robie en Reel namen hun posities in, met één hand aan hun zakdoek zodat ze die snel omhoog konden trekken. Alleen zouden ze niet veel tijd hebben om te herstellen en het geweervuur dat snel na de flitsgranaten zou beginnen te beantwoorden. Maar veel keus hadden ze niet.

Ze hoorden de deur opengaan en toen kwamen ze eraan.

Niet één flitsgranaat, of twee.

Maar drie.

Robie en Reel lieten zich een seconde voordat de drie explosieven ontploften op de grond vallen. Het lawaai was oorverdovend en drong gewoon door de propjes in hun oren heen. De handen waarmee ze hun oren bedekten konden niet veel uitrichten tegen het lawaai en de rook drong dwars door de dunne stof heen in hun mond, neus en longen. De lichtflitsen waren even fel als wanneer ze recht in de zon keken, ook al hielden ze hun blik op de grond gericht.

Eleanor en haar kinderen gilden en raakten meteen daarna bewusteloos.

Tegen de tijd dat Robie en Reel overeind waren gekrabbeld, hoestend en misselijk van de knal, de rook en het licht waren ze al omsingeld en onder schot gehouden.

MP5’s tegen pistolen.

Noord-Koreanen die wraak wilden nemen.

Het was voorbij.

Doelwit
537e3c4656c646.html
537e3c4656c647.html
537e3c4656c648.html
537e3c4656c649.html
537e3c4656c6410.html
537e3c4656c6411.html
537e3c4656c6412.html
537e3c4656c6413.html
537e3c4656c6414.html
537e3c4656c6415.html
537e3c4656c6416.html
537e3c4656c6417.html
537e3c4656c6418.html
537e3c4656c6419.html
537e3c4656c6420.html
537e3c4656c6421.html
537e3c4656c6422.html
537e3c4656c6423.html
537e3c4656c6424.html
537e3c4656c6425.html
537e3c4656c6426.html
537e3c4656c6427.html
537e3c4656c6428.html
537e3c4656c6429.html
537e3c4656c6430.html
537e3c4656c6431.html
537e3c4656c6432.html
537e3c4656c6433.html
537e3c4656c6434.html
537e3c4656c6435.html
537e3c4656c6436.html
537e3c4656c6437.html
537e3c4656c6438.html
537e3c4656c6439.html
537e3c4656c6440.html
537e3c4656c6441.html
537e3c4656c6442.html
537e3c4656c6443.html
537e3c4656c6444.html
537e3c4656c6445.html
537e3c4656c6446.html
537e3c4656c6447.html
537e3c4656c6448.html
537e3c4656c6449.html
537e3c4656c6450.html
537e3c4656c6451.html
537e3c4656c6452.html
537e3c4656c6453.html
537e3c4656c6454.html
537e3c4656c6455.html
537e3c4656c6456.html
537e3c4656c6457.html
537e3c4656c6458.html
537e3c4656c6459.html
537e3c4656c6460.html
537e3c4656c6461.html
537e3c4656c6462.html
537e3c4656c6463.html
537e3c4656c6464.html
537e3c4656c6465.html
537e3c4656c6466.html
537e3c4656c6467.html
537e3c4656c6468.html
537e3c4656c6469.html
537e3c4656c6470.html
537e3c4656c6471.html
537e3c4656c6472.html
537e3c4656c6473.html
537e3c4656c6474.html
537e3c4656c6475.html
537e3c4656c6476.html
537e3c4656c6477.html
537e3c4656c6478.html
537e3c4656c6479.html
537e3c4656c6480.html
537e3c4656c6481.html
537e3c4656c6482.html
537e3c4656c6483.html
537e3c4656c6484.html
537e3c4656c6485.html
537e3c4656c6486.html
537e3c4656c6487.html
537e3c4656c6488.html
537e3c4656c6489.html
537e3c4656c6490.xhtml