11

 

 

LEROY

 

 

Leroy zag hun gids enkele keren stiekem achterom kijken naar Kellsey. Toen hij haar en Celest voor liet gaan bij de waterval, bleven Zlatans ogen op Kellseys achterwerk hangen.

Er ontsnapte een grom uit Leroys keel en Kellsey keek hem vragend aan. Haar gouden ogen stonden op storm en als ze alleen waren geweest had ze hem ervan langs gegeven omdat hij haar weer buitensloot. Kellsey zou hun persoonlijke problemen echter nooit laten doorschemeren aan vreemden.

Hij wilde haar vastpakken en onder de waterval houden totdat haar witte shirt doorweekt was, om haar vervolgens uit haar T-shirt en jeans te pellen. Jammer genoeg had ze haar Dr. Martens omgewisseld voor sneakers, anders had ze die aan mogen houden.

Shit. Daar ging hij weer, met zijn hoofd in een fantasie die nooit werkelijkheid kon worden. Eén keer met Kellsey zou namelijk nooit genoeg zijn. Hij deed dus wat hij al deed toen ze op haar zeventiende in zijn bed was gekropen. Hij vertelde zichzelf dat hij ermee moest kappen nog voordat het begon. Hij wist dat het niet rationeel was, maar hij haatte Macan uit de grond van zijn hart. Hij had alles wat Leroy wilde maar niet kon hebben in de palm van zijn hand gehad en had het weggegooid. De alchemist was een idioot.

Zlatan liet Celests hand los nadat ze de rivier over waren gestoken en zette er de pas in. De sirene zag er in haar bloemetjesjurk en gympen misplaatst uit in de ruwe jungle. Hoe anders was de vurige amazone voor hem. Hij gaf zonder meer de voorkeur aan Kellseys rondingen boven een zak met botten.

Het begon te schemeren tegen de tijd dat ze bij een tweede waterval aankwamen. Zlatan stopte en gaf aan dat ze er de nacht door zouden brengen. Hij plaatste zijn rugzak tegen een paar keien en maakte een vuurtje.

Celest zag er bekaf uit en ze liet zich dan ook naast Zlatan vallen op een hoopje bamboe en bladeren. Kellsey zweette van de hitte, maar zag er verder piekfijn uit. Hij wist dat ze in een uitstekende conditie verkeerde.

“Ik ga me even opfrissen,” zei Kellsey en ze liep richting de waterval.

Leroy wachtte tot ze uit het zicht was verdwenen en draaide zich om naar Zlatan. “Hou je ogen in je kop.”

Zlatan knipperde verbaasd. “Waar heb je het over?”

“Hou op met naar haar kont te staren.”

“Ik mag haar niet eens,” sputterde de jongen hevig tegen. Te hevig. Ze wisten allebei dat hij haar niet hoefde te mogen om haar te willen.

“En dat is nog zoiets,” zei Leroy op dreigende toon. “Als je nog één keer onbeschoft tegen haar doet, breek ik jou. Ze verdient het niet om zo behandeld te worden.”

“Wat bedoel je?” begon de jongen, maar Leroy greep zijn shirt.

“Het kan me niet schelen wat voor geschiedenis je hebt met amazones. Misschien was je moeder er een of je zus, het boeit me niet. Reageer het niet af op Kellsey.” Na een laatste dreigende blik volgde hij het pad waar zijn amazone langs verdwenen was.

Hij probeerde er niet aan te denken dat hij verantwoordelijk was voor haar neerslachtige blik. Celests interesse in hem kwam echter als geroepen. Ze was een perfecte barrière waar hij zich achter kon verschuilen, want Kellseys nabijheid maakte hem gek. Zijn leeuw was onrustig en in een continue staat van paraatheid om haar te bespringen. Het werd steeds moeilijker om zijn handen van haar af te houden.

Zijn adem stokte in zijn keel toen hij Kellsey even later onder de waterval zag staan. Ze was spiernaakt. Zijn woede speelde op bij de gedachte dat Zlatan degene had kunnen zijn die haar hier zo aantrof. Was dat soms haar intentie geweest? Had ze zich uitgekleed in de hoop dat Zlatan haar zou volgen? Hij hield zich voor dat hij het recht niet had om boos te zijn. Zlatan was bovendien nauwelijks twintig, nog maar een kind vergeleken met hem. Een kind dat naar Kellseys kont staarde. Angst greep hem bij de keel bij de gedachte aan die twee samen. Hij hield zich voor dat hij geen interesse van Kellseys kant had bespeurd, maar wat als hij het mis had? Zlatans leeftijd lag veel dichter bij die van Kellsey dan de zijne. Hij was millennia oud. Kellsey werd over enkele weken vijfentwintig.

Een deel van hem wilde haar vertellen dat ze niet jaloers hoefde te zijn op de sirene. Hij had alleen oog voor een zekere amazone. Een ander deel van hem genoot van het groene monster op haar rug. Na jarenlang van een afstand naar haar en Macan gekeken te hebben, voelde dit als zoete wraak. Zelfs al was hij onredelijk omdat hij haar zelf in de armen van de alchemist had gedreven. Hij was nu eenmaal niet redelijk wanneer het Kellsey betrof.

Hij schrok toen zijn handen veranderden in dodelijke wapens. Een tel later waren de klauwen alweer verdwenen. Het gif wist duidelijk niet wat het aan moest met zijn lichaam.

Het was alsof er een lichtje in zijn hoofd ging branden, en de aarde onder zijn voeten bewoog toen hij een beslissing nam. Hij voelde zich een stuk beter terwijl hij naar haar toe liep.

Zijn ogen dwaalden over haar prachtige lichaam. Ze was zichzelf aan het inzepen. De nacht rook binnen de kortste keren naar zijn favoriete geur: Kellsey met wilde kersen.

“Kellsey?” Ze was als een magneet. Hij kon simpelweg niet van haar wegblijven. Hij gaf het op en stapte achter haar onder de waterval.

Kellsey draaide zich met een ruk om en wierp het stuk zeep naar zijn hoofd. Haar ogen spuwden vuur.

“Ik kan niet geloven dat je haar hebt verteld dat je een Nemeische leeuw bent!” schreeuwde ze. “Loop naar Hel!”