15

Idde was uitgedost in een oranje pruik, oranje T-shirt, voetbalbroek en pantoffels in de vorm van voetballen. Emma had de kleuren van de vlag op zijn wangen geschilderd en luid zingend marcheerde hij door de schuur. Hij blies met zijn toeter in Barts oor en brulde daarna dat hij zijn vader moest bedanken voor het shirt. Hij marcheerde weer verder, helemaal in zijn element. Idde hield van dit soort feesten: verkleedpartijen en een hoop lawaai. Even niet denken aan je astma, alleen maar lachen en plezier maken met je vrienden. Hij plofte naast Sanne op de bank en sloeg zijn arm rond haar schouder. ‘We gaan vanavond winnen’, zong hij uitgelaten en trok haar tegen zich aan. Sanne zat stilletjes weggekropen in de hoek van de bank, met een kussen beschermend tegen haar buik gedrukt en haar benen opgetrokken. Met tegenzin had ze het T-shirt aangetrokken en haar gezicht laten beschilderen. Ze verstijfde even toen Idde zich zo plotseling naast haar op de bank liet vallen. Hij kneep in haar schouder, sjorde aan haar, terwijl zijn lichaam meedeinde op zijn zelfverzonnen lied. Ze liet het gewillig toe en er verscheen zowaar een voorzichtige glimlach op haar gezicht. Idde was alom aanwezig met zijn geschreeuw en gelach. Hij blies op zijn toeter en uiteindelijk was Bart het zat en graaide hij het instrument uit Iddes handen. ‘Maak toch niet zo'n klereherrie’, riep hij gemaakt boos. ‘De wedstrijd is nog niet begonnen en jij maakt de hele boel doof met je getetter.’

‘Vanavond krijg je je toetertje terug, kleuter’, voegde Gopal er met een lachje aan toe.

Verongelijkt trok Idde een pruillip, haalde een luchthoorn van onder zijn kleding vandaan en liet een oorverdovend protest horen. Sanne stompte hem lachend op zijn arm en Bart liet zich als een projectiel boven op de jongen vallen.

‘Grijp hem’, brulde Gopal en hij dook op zijn stoeiende vrienden. Emma en Erik bedachten zich geen moment en stortten zich joelend in het gillende kluwen. Overal waren benen en armen. Ze rolden van de bank, gierend van de lach, maar gaven niet op. Idde moest en zou de luchthoorn inleveren. Sannes ogen glommen. Ze aarzelde even en liet zich toen met een strijdkreet boven op de anderen vallen.

Er stond een rij met wachtende voetbalfans voor de deur van De Rode Rakker. Het was een gezellige bende en het een na het andere voetballied schalde over straat. De meeste supporters waren verkleed in het oranje en waren gewapend met toeters en vlaggen. Een vrouwelijke en een mannelijke portier fouilleerden in willekeurige volgorde de passerende feestgangers. Van de groep werden alleen Bart en Gopal gefouilleerd en de rest mocht doorlopen. Idde had nog geprotesteerd en was wijdbeens voor de vrouwelijke portier gaan staan in de hoop dat de vrouw hem zou betasten. Stilletjes stond Erik achter Idde weggedoken en vervloekte zijn vriend om zijn luidruchtige optreden. Zijn jas drukte loodzwaar op zijn schouders en hij voelde straaltjes zweet langs zijn rug naar beneden glijden. De vrouw had lachend haar hoofd geschud en de twee jongens doorgelaten.

De Rode Rakker was bomvol mensen, zelfs in de tuin in de partytent waar het mengpaneel en de draaitafel van de deejay alvast klaarstonden. Het terrein en de zaal waren versierd met vlaggen, slingers en posters van voetbalhelden. Kolossale boxen op statieven stonden in de hoeken opgesteld en waren aangesloten op het tv-scherm. De tafels en stoelen waren tijdelijk opgeslagen in het magazijn, zodat er meer ruimte ontstond. Met het glas in de hand hadden de bezoekers zich rond het tv-scherm verzameld. Er werden weddenschappen afgesloten en er werd gespeculeerd over de uitslag van de wedstrijd. Ze waren het niet met elkaar eens en ieder probeerde met veel geschreeuw zijn of haar gelijk te halen. Toen de stem van de commentator door de boxen het vertrek in kaatste, viel het geschreeuw even stil. De opstelling van de manschappen werd opgelezen en niet veel later kwam de tegenpartij het veld op. Gejoel steeg op, gevolgd door een luid gejuich en applaus voor de mannen in hun oranje tenues. Het volkslied klonk en niet veel later was de wedstrijd begonnen. Sanne had vanaf het moment dat ze binnenkwam nerveus om zich heen gezocht. Het kostte haar enorm veel moeite om haar vluchtneiging te onderdrukken. Het was Gopal niet ontgaan. Hij had haar schichtige blikken wel gezien en hij wist naar wie ze zocht. Dapper was hij de menigte in gedoken en had geïnformeerd of iemand Stijn had gezien. Binnen een halfuur stond hij weer naast Sanne en duwde een glas bier in haar handen.

‘Hij is er niet’, stelde hij Sanne gerust. ‘En hij komt ook niet. Ik heb het van Pim, die staat buiten te dealen. Stijn is in Utrecht, in The Sting.’

Hij zag hoe ze opgelucht haar adem liet ontsnappen, maar haar waakzame blik bleef in het rond dwalen.

Erik was de wc ingedoken. Uit de voering van zijn jas had hij vijf pillen en vijf zakjes wiet gehaald en in zijn zakken gestopt. Hij had een paar rondjes door de zaal en de tuin gelopen, maar had niet de moed om zijn koopwaar aan te prijzen. Wat als hij de verkeerde aansprak? Je kon niet aan iemands gezicht zien of hij gebruikte. Opgelaten liep hij zijn rondjes, onderwijl vloekend op zichzelf. Het zweet stond hem in zijn handen. Misschien kon hij beter eerst een joint nemen, dan kreeg hij meer lef. In een donkere hoek van de tuin trok hij zich terug. Hij haalde een pakje zware drum uit zijn zak en viste een opgevouwen vloei onder uit de shag. Hij knielde in het gras, vouwde het vloeitje open en verdeelde een pluk tabak erover. Daarna verkruimelde hij de wiet en rolde de joint dicht. Met gesloten ogen stak hij het aan en nam een lange haal. Hij hield de rook een tijdlang vast in zijn mond en liet het toen langzaam uit zijn neusgaten ontsnappen. Hij zakte achterover in het gras en genoot van zijn joint. Hij keek naar het licht van de partytent en nam de mensen in zich op. Het waren allemaal vrolijke mensen, mensen zonder zorgen. Eigenlijk hoorde hij hier niet thuis, bedacht hij. Zijn ogen volgden een groep meisjes en even dacht hij er een van te herkennen. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes, nam een hijs van zijn sigaret en dacht lang na. Uiteindelijk schoot het hem te binnen. Feline heette ze. Volgens Emma de grootste roddeltante van de buurt. Ze kon niets geheimhouden, al deed ze nog zo haar best. Hij had haar wel eens bij Emma en Sanne thuis gezien. Hij staarde gefascineerd naar het meisje en de raderen in zijn hoofd werkten op volle toeren. Feline maakte zich los uit de groep en liep naar de bar. Als hij haar nu eens ging vertellen dat hij drugs bij zich had? Binnen tien minuten wist de hele tent het. Ze was een wandelend reclamebord. Het kon niet mooier. Hij sprong op en beende het grasveld over. Snel, snel. Ze had haar portemonnee al getrokken en betaalde haar drankje. Straks stond ze weer tussen haar vriendinnen en had hij het lef niet meer. Hij struikelde bijna over zijn eigen benen om bij haar te komen.

‘Hé, Feline.’ Hij glimlachte vriendelijk toen hij naast haar ging staan. ‘Moet je geen voetbal kijken?’ Hij seinde met zijn hoofd naar de zaal.

Feline nipte aan haar drankje en keek hem nieuwsgierig aan.

‘Ik kom voor het feest’, antwoordde ze en krampachtig probeerde ze op zijn naam te komen. Het lukte haar niet.

‘Voetbal kan me worden gestolen’, bekende ze met een grijns.

‘En wat doe jij hier? Er is hier geen tv.’

Hij haalde nonchalant zijn schouders op en stak de sigaret tussen zijn lippen. ‘Ik geef niks om voetbal.’

Ze snoof hoorbaar de lucht van zijn sigaret op. ‘Dat ruikt verdacht.’

Hij lachte loom en overhandigde haar de joint. ‘Neem gerust een hijs’, bood hij aan. Gretig pakte ze de sigaret over en nam haastig een paar trekjes.

‘Ik heb wat handel bij me van goede kwaliteit’, liet hij er leep op volgen.

‘Hoe duur?’

‘Wiet vijf euro, een pilletje vier en coke vijfenveertig.’ Terwijl hij zijn handel opsomde, probeerde hij er stoer bij te kijken. Hij opende zijn hand en in een flits zag ze een paar pillen en een zakje wiet.

‘Vier euro voor een pil? Dat is goedkoop. Het is toch geen rotzooi?’

‘Nee, ze zijn echt top’, beloofde Erik haar. Zijn verlegenheid was verdwenen. ‘Niet goed, geld terug.’

Ze rommelde in haar portemonnee en gaf hem het geld. ‘Ik wil er wel een proberen.’ Ze borg haar portemonnee op en hield het pilletje in haar handpalm geklemd.

Hij keek haar na hoe ze naar de groep meisjes huppelde. Smoezend stonden de meisjes in een kring om Feline heen. Ze liet haar aankoop zien. De meisjes keken even in zijn richting, overlegden en kwamen toen op hem af.

De wedstrijd was gespeeld en Nederland had met 0-1 gewonnen. De stemming zat er goed in. Iedereen danste op de muziek, zong, hoste in het rond, duwde, schreeuwde. Het feest was in al zijn hevigheid losgebarsten. Erik was nog geen twee uur binnen en hij was al bijna door zijn voorraad wiet en pillen heen. Het trucje met Feline had grandioos gewerkt. De een na de ander klampte hem aan. Hij moest nu snel in actie komen. Hij wurmde zich tussen de mensen door naar de uitgang en had aan de portier om een stempel gevraagd. ‘Ik ben zo weer terug, ik zoek m'n vriend. Ik denk dat hij buitenstaat.’ De portier luisterde nauwelijks naar zijn uitleg en drukte de stempel op de bleke hand van de jongen. Erik sjokte naar het parkeerterrein waar hij rustig kon telefoneren. De herrie van ginder binnen gonsde nog na in zijn oren. Hij liet zich op een stoeprand zakken en haalde zijn gsm tevoorschijn. In het adressenbestand van zijn gsm zocht hij naar het telefoonnummer van Joop. Het nummer stond weggeschreven onder de naam ‘rijwielhandel’. Zijn vingers vlogen behendig over de toetsen, hij drukte op de groene knop en de verbinding werd gemaakt. Lang hoefde hij niet te wachten.

‘Hallo, met de nieuwe’, zei Erik wat onwennig.

Er was hem met klem verboden om namen te noemen door de telefoon.

‘Kunt u eh… jij even langskomen? Ik zit bijna zonder.’ Trots nam hij een compliment in ontvangst.

‘Doe maar veertig Smarties en dertig kruidenzakjes. Ik wacht op de parkeerplaats.’

Een blos had zijn wangen gekleurd. Volgens Joop deed hij het geweldig en natuurlijk was hij geweldig. Hij voelde zich geweldig. Eindelijk had hij iets gevonden waar hij goed in was. Hij was de koning van het feest, hij was niet te stuiten. Hij pakte zijn shag en rolde een sigaret. De vraag naar pillen was enorm, ze vlogen gewoon zijn zak uit. Dan moest het toch iets bijzonders zijn, anders verkocht hij er niet zoveel. Hij klemde de sigaret tussen zijn lippen en tastte in zijn zak. Wat was het geheim? Hij viste het laatste exemplaar op en bestudeerde het ingeponste engeltje op de pil. Het zag er onschuldig uit, net als een aspirientje. Zijn nieuwsgierigheid groeide, daagde hem uit. Durfde hij het? Natuurlijk, waarom niet? Als al die anderen het durfden, dan hij ook. Hij brak de engel op de naad doormidden en hield een halfje in zijn handpalm, alsof hij het woog. Hij moest het proberen, hij wilde het beleven. Hij zou met een halfje beginnen. Hij gooide het halve pilletje achter in zijn keel en voelde het langzaam naar beneden glijden. Hij slikte en slikte en probeerde met speeksel het pilletje weg te werken. Het duurde even voordat het verdwenen was.

Gespannen wachtte hij, al wist hij niet goed waarop. Minuten tikten weg en hij voelde nog weinig. Misschien kon hij beter de andere helft ook… Koplampen draaiden het parkeerterrein op en Erik sprong op. Hij stak zijn hand op toen de auto onder de lantaarnpaal doorreed en het BMW-embleem door het licht werd weerkaatst. De auto stopte en het raam zakte geruisloos open. ‘Stap snel in, vriend.’

Erik nam een laatste trek van zijn sigaret en schoot het peukje de weg op. Een felle vonkenregen ketste af op de straatstenen. Hij trok het portier open en liet zich op de achterbank vallen. Uitgelaten en trots. Hij was niet langer een onbeduidende sukkel. Hij hoorde bij de ‘grote jongens’, hij was nu een van hen. Jeffrey zat naast Joop en beiden zaten omgedraaid in hun stoel. ‘Hallo, fijne gozer’, riep Jeffrey en hij stak joviaal zijn hand uit. ‘Je bent een topper, vertelde Joop. Ik wist het, gelijk toen ik je zag.’ Hij schudde wild Eriks hand en klopte hem met zijn andere hand vriendschappelijk op de arm. ‘Toppertje, niet dan, Joop?’

‘Ja, hij is echt top’, beaamde Joop. ‘Is het druk binnen?’

‘Het is stampvol’, zei Erik en hij trok alvast het verdiende geld uit zijn zak. ‘Ik heb nog een half pilletje over, twee zakjes wiet en de coke. Ik heb zelf een half pilletje…’

Joop wuifde zijn excuus met zijn hand weg. ‘Dat is goed, jongen. Je mag best iets voor jezelf gebruiken, als je maar niet alle winst opvreet. Een pilletje en een zakje wiet per keer vind ik niet erg. Die schenk ik je.’ Hij stak zijn grote handen uit en nam het geld in ontvangst. Jeffrey zat al klaar met een plastic emmertje, half gevuld met geld, en stak het in de richting van zijn compagnon. Het geld werd geteld, er werd tevreden geknikt en toen verdween het muntgeld kletterend in de emmer. Met een deksel werd de buit afgesloten en op de grond naast Jeffreys voeten geschoven. Jeffrey overhandigde Erik een boterhamzakje met pillen en de wiet. Erik had zijn voering losgemaakt en de linnen worst geopend. Geamuseerd keek Jeffrey toe hoe hij zijn voorraad opborg en zijn jas weer keurig afsloot. ‘Je bent een geslepen boef’, zei hij oprecht gemeend. ‘Jij bent echt een slimme gozer.’ Hij schaterde het uit. De jongen was een goudmijntje.

De BMW zoefde het parkeerterrein af en liet ‘de geslepen boef’ achter. Met een volle jas liep Erik terug naar het feest. Hij toonde zijn stempel en stapte langs de portier naar binnen.

‘Wacht even.’ De vrouw hield hem aan zijn arm vast. ‘Ik wil je even fouilleren. Benen wijd.’ De vrouw zakte door haar knieën en streek met vlugge handen langs zijn benen omhoog, voelde in zijn jaszakken en langs zijn broekriem. Haar handen gingen langs zijn rug omhoog, ze klopte op de achterzakken van zijn jeans en hij giechelde nerveus.

‘Prima, loop maar door’, zei ze met een vriendelijk knikje. Hij was de koning van het feest. Hij stak zijn vuisten in de lucht en liep het feestgedruis in. De enige echte.

‘Waar is Erik nou?’ brulde Bart. Idde haalde zijn schouders op en had meer interesse voor het meisje waar hij mee stond te praten.

‘Ik heb hem de hele avond nog niet gezien’, foeterde Bart door.

‘Lekker gezellig.’

‘Laat hem toch’, snauwde Sanne. Ze was geïrriteerd geraakt door de plotselinge bezorgdheid van Gopal en zijn belachelijke drang om haar te beschermen. Constant liep hij achter haar aan. Ze kon geen stap zetten of Gopal verscheen, zelfs bij het damestoilet hield hij de wacht. Ze werd doodnerveus van hem. ‘Jullie letten te veel op elkaar.’ Ze keek Gopal venijnig aan en ging toen uit protest bij het groepje van Feline staan. Emma trok met een zucht haar wenkbrauwen op. Ze begreep niets meer van de wisselende stemmingen van haar zus.

‘Kom’, zei ze tegen Gopal. ‘We gaan dansen, laat die chagrijn nou maar…’ Ze trok Gopal achter zich aan de dansvloer op. Sanne kon het onbehaaglijke gevoel dat door haar lichaam gierde maar niet negeren. Ze was bang dat ze haar nachtmerrie tegen het lijf zou lopen. Achter elke pilaar, achter elke struik dacht ze Stijn te zien. Ze had het benauwd, al de hele dag. Het leek of haar keel continu werd dichtgeknepen. Haar handen en voeten voelden ijskoud terwijl de rest van haar lijf gloeide alsof ze koorts had. Ze probeerde zich op de meisjes te concentreren. Er werd gegiecheld en gefluisterd. Feline hing aan haar arm en haar stem was onvast. Ze was wat handtastelijk, overdreven vrolijk en luidruchtig. Sanne probeerde zich uit de kleffe greep van Feline te worstelen.

‘Ze is zo stoned als een garnaal’, proestte haar vriendin. ‘Ze ziet zelfs het verschil niet meer tussen een meid en een knul.’ Stoned. Dat wilde Sanne ook. Ze wilde af van het opgejaagde gevoel in haar lijf. Ze wilde wegzweven op de muziek, genieten van het feest.

‘Wat heeft ze gebruikt? Wiet?’

Het meisje schudde haar hoofd. ‘Xtc.’

‘Heb je nog wat?’ vroeg Sanne hebberig.

‘Nee, maar ik weet wel bij wie je het kunt kopen.’ Ze pakte Sannes hand en nam haar mee.

‘Erik?’ Haar mond viel open en met grote ogen staarde Sanne hem aan. ‘Sinds wanneer verkoop jij drugs?’ fluisterde ze verbaasd. Het meisje had haar bij Erik gebracht en beweerd dat hij de handel verkocht. Sanne geloofde er geen woord van. Erik?

Met een lepe grijns knipoogde hij naar haar. ‘Ik verdien gewoon wat bij. Wil je wat hebben? Voor jou is het gratis, maar wel mondje dicht.’ Weer een vette knipoog.

Ze knikte wat onzeker. ‘Ik wil wel graag een pilletje.’

Hij grinnikte en graaide in zijn zak. ‘Stttt.’ Hij tikte met zijn vinger tegen zijn lippen en stopte toen het pilletje in haar hand. ‘Ons geheim.’

Ze lachte. ‘Ons geheim’, herhaalde ze. Hij verdween in de massa.

‘Drie pillen, dat is twaalf euro.’ De jongen gaf Erik het geld en nam de pillen van hem over. Het gezicht van Erik gloeide van opwinding en zijn ogen twinkelden. Hij borg het geld in zijn jaszak op en ritste het zorgvuldig dicht. Zijn bloed ruiste door zijn hoofd en zijn hart had het ritme van de muziek overgenomen. Het bonkte en bonkte en bonkte. Er werd op zijn schouder getikt, de volgende klant was daar. Met een brede glimlach draaide hij zich om en geschrokken staarde hij in het norse gezicht van Pim.

‘Waar ben jij verdomme mee bezig?’ Hij greep de jas van Erik vast en trok hem naar zich toe. Het geld rinkelde in de zakken.

‘Verkoop jij drugs?’

Eriks hart stond stil. Met grote ogen keek hij de knaap aan en even was hij bang. Heel even maar, want toen besefte hij dat hij niets te vrezen had. Hij hoorde nu bij ‘de grote jongens’. Zijn nieuwe vrienden waren zwaargewichten en die zouden hem helpen. Hij moest sterk zijn en hem recht in zijn smoel aan blijven kijken. Hij rechtte zijn rug en trok een onschuldig gezicht. ‘Ja! Wiet, xtc en coke. Had je wat nodig?’

‘Ik heb verdomme niks nodig’, blafte Pim hem in het gezicht.

‘Ik sta zelf die rommel te verkopen, eikel. Jij pikt al mijn klanten af.’

‘Dat zal best wel meevallen’, antwoordde Erik droog. ‘Er is genoeg voor ons beiden.’ Met een nonchalant gebaar haalde hij zijn shag tevoorschijn en begon te rollen. Hij was zelf geschokt van zijn beheerste reactie en hij probeerde niet te beven. Dat moest door die pil komen. Normaal had hij zoiets nooit gedurfd, niet tegen een jongen als Pim. Hij had in zijn broek gepist van angst. Rustig ademhalen, niet twijfelen. Hij zag de verbijstering over Pims gezicht glijden en hij genoot van zijn triomf. Hij voelde zich geweldig, groot en zonder vrees.

‘Jij verkoopt je pillen onder de prijs, lul. Daardoor verkoop ik geen kloten meer’, beet Pim hem woedend toe. Zijn gezicht was rood aangelopen en een ader in zijn nek zwol gevaarlijk op. ‘Hoe kom je aan het spul?’ wilde hij weten.

‘Dat kan ik je niet vertellen.’

Pim trok met zijn mond en hield met moeite zijn agressie in de hand. Het liefst was hij zijn concurrent naar de keel gevlogen.

‘Mijn baas is een zware crimineel en ik wil geen problemen met hem’, liet Erik er koeltjes op volgen. ‘Hij bepaalt de prijs.’ Hij stak zijn sigaret aan en inhaleerde diep. ‘En als jij slim bent, zorg je dat je ook geen problemen met hem krijgt.’ Het was even stil. Pims ogen stonden wild, zijn ademhaling was onregelmatig. Abrupt draaide hij zich om en verdween stampend de mensenmassa in. Erik keek hem na. Verdomme, hij had zich nog nooit zo goed gevoeld. Hij voelde zich onoverwinnelijk. Hij had maling aan iedereen, aan zijn vader, zijn moeder en vooral aan Pim. Zijn handen schoten de lucht in. Hij moest dansen, meezingen met de muziek. Het was feest. Hossend en dansend ontdekte hij Feline in het feestgejoel. Ze sprong in de lucht en hij sprong mee. Spontaan sloeg hij zijn arm om haar heen en keek naar haar deinende borsten. Ze keek even opzij en lachte. Op de toppen van zijn longen zong hij mee, terwijl zijn hand afgleed naar haar kont. Hij was nog nooit zo gelukkig geweest.

Woest drukte Pim de gsm tegen zijn oor en wachtte ongeduldig totdat er werd opgenomen. Het leek een eeuwigheid te duren.

‘Met Pim’, brulde de jongen, nog voordat Stijn zijn naam kon noemen. ‘We hebben een probleem. Dat fossiel van een Erik verziekt hier de markt. Hij verkoopt zijn snoepjes onder de vaste prijs en trekt alle klanten weg.’

‘Dan ram je z'n kop eraf’, was het simpele antwoord van Stijn.

‘Dat ligt wel even iets anders’, gromde Pim geïrriteerd. Hij wilde zijn vingers niet branden aan deze knaap. Stel dat hij daadwerkelijk voor een of andere grote crimineel werkte. Dan liep hij het risico dat ze hem op zouden zoeken en een lesje leren. Nee, hij liet dit soort klusjes liever aan Stijn over. ‘We moeten eerst te weten komen voor wie hij werkt. Ik heb het hem gevraagd, maar tegen mij laat hij niets los. Misschien dat jij even met hem kunt praten, want ik denk dat onze baas ook wil weten wie de markt verkloot.’

‘Ik kom eraan’, zei Stijn.