Negen

Alice was al vroeg beneden. Zo stil mogelijk zette ze thee, om Theo niet te storen. Om Noel hoefde ze zich niet te bekommeren, die sliep zo diep dat alleen een straaljager van de luchtmachtbasis in de buurt hem in zijn slaap zou kunnen storen. Ook Grace lag bijna bewusteloos op haar bed, met een blote voet onder het dekbed vandaan en het dikke gestreepte lijf van de kat er bovenop. Het witte plukje haar onder Monty's kin had een roze tintje. Bloed van een pas verorberde muis, veronderstelde Alice. Toen zij zelf naar beneden liep, was de kat niet opgesprongen en als een gek de trap af gerend op weg naar een vers blikje.

Alice zag hoe Theo in de zitkamer diep in de kussens lag weggezakt met zijn mobiel als een knuffel op de leuning van de bedbank. Voor een tiener sliep hij behoorlijk licht en Alice sloop dan ook door de keuken. Straks werd hij nog wakker en wilde hij met haar praten! Ze was gisteren zo kwaad op hem geweest over die meeuwen, dat hij het goed zou willen maken door met haar te gaan zitten kletsen. Hij wist heel goed dat volwassenen het heerlijk vinden als een tiener zijn best doet contact te leggen. Dan zou hij luidruchtig op zijn toast met marmelade kauwen (nadat hij de schilletjes eruit had gehaald en ze als een mini-brandstapel op een hoopje had gelegd) en dan zou hij babbelen over alles wat er maar in hem opkwam, voetbal en muziek en zijn examens en welke universiteit hij moest kiezen, alleen maar om haar het gevoel te geven dat hij haar nodig had en dat hij haar mening belangrijk vond. Hij kon dan wel een lastige puber zijn, zou hij laten merken, maar hij kon ook best een gesprek voeren als dat nodig was.

Normaal gesproken zou ze zich gevleid voelen - precies wat de bedoeling was - maar vandaag was ze al binnen een uur nadat ze was opgestaan uitgeput. De gedachte aan de week die voor haar lag maakte haar doodmoe. Jocelyn, die maar liep te pronken en te pralen en die zich vleide in de onderdanige aandacht van Patrice. En Mo die zich afgemat en tekortgedaan voelde, maar die koppig de martelaar bleef uithangen als overwerkte huissloof. Harry had toegegeven dat het heel erg was geweest bij de komst van Aidan (hij was tenminste opgehouden hem 'het Spook' te noemen). Joss had zich zo verwaand gedragen, mopperde hij, dat ze zich nauwelijks verwaardigde haar eigen sigaretten aan te steken, en bij het eten zat ze hooghartig aan het hoofd van de tafel te wachten tot ze werd bediend en ze weigerde zelfs ook maar een bordje af te ruimen.

'Ze eiste van Mo een nieuwe gin en tonic op een een toon alsof ze een dienstmeid was, zei hij. 'De eerste goot ze met een vies gezicht op de grond, zo op het tapijt, want het ijs was "niet goed". Hoe kan ijs nou "niet goed" zijn? Het is altijd vers - ze krijgt meer dan genoeg binnen.'

'En wat deed Mo? Zei ze dat ze kon ophoepelen?'

'Ze was zo verbaasd dat ze gewoon deed wat Joss zei.'

'Maar Joss was toen zichzelf niet, weet je nog. Misschien tast haar ziekte haar smaakpapillen aan,' zei Alice. 'Mo wilde vast alleen maar vriendelijk zijn.' In haar hart vond Alice het een stomme zet van Mo. Jocelyn had altijd al heerszuchtige neigingen, maar het zou onverstandig zijn nu ze zwakker werd toe te geven aan driftbuien. Die zouden alleen maar erger worden. Aan de andere kant zou Mo het in haar huidige stemming misschien wel heerlijk vinden ergens over te kunnen klagen.

'Ik wist wel dat je haar kant zou kiezen, zei Harry. 'Jij zag het altijd al van de ander kant.'

'Het spijt me. Ik wilde alleen maar het evenwicht bewaren.'

Was het eigenlijk wel zo goed, die inspanning om alles altijd van twee kanten te bekijken, vroeg Alice zich af terwijl ze een pak bijna niet dikmakende ontbijtgranen leegschudde in een kom magere melk. In haar eerste huwelijk had ze dat ook steeds gedaan. Te laat was ze erachter gekomen dat altijd maar verstandig en redelijk zijn nou juist een van die dingen was waar Paul, de vader van Grace, gek van werd. Tot hij het op een dag niet langer nam en de benen had genomen. En nu deed ze het weer met Noel. Toen ze gisterenavond zag dat hij vol wellust naar die Katie stond te kijken, had ze dat toegeschreven aan een paar weken zonder seks, alsof het haar fout was dat hij nu meer zin had dan anders. Aan de andere kant (daar ging ze weer...) had ze ook niet echt haar best gedaan om zijn seksuele belangstelling terug te winnen. Dat (en in gedachten zag ze het vermanende wijsvingertje uit haar kindertijd) was waarschijnlijk een grote fout in haar huwelijk. Ze voelde zich schuldig dat ze nu eens een keer had gedaan waar ze zelf zin in had, niet wat verstandig was, niet wat goed was voor iemand anders. Daar was ze helemaal niet bedreven in.

Alice nam haar ontbijt en haar thee mee naar buiten. Ze ging in het zonnetje aan de oude marmeren tafel in de rommelige kleine tuin zitten. Weelderige hortensia's vochten met camelia's om licht en lucht. De kruidentuin was overwoekerd door citroenmelisse. Wat de planten betreft was hier echt sprake van het recht van de sterkste. Ze bukte om een paar stengels terug te duwen. Tot haar grote vreugde vond ze daaronder de rij stenen waarop Arthur langgeleden een muizenfamilie had getekend om haar en Harry te vermaken. Ze herinnerde zich hoe hij leuke verhaaltjes over die muizen verzon tijdens het werk. In de kieren van het pad schoot het groen op. Waar ooit meerjarige planten tierden, was het binddraad om de varens en wilde geraniums heen gedraaid en waren de planten zowat gewurgd.

Het zou niet eens zoveel moeite kosten om van deze tuin weer net als vroeger een klein juweel te maken, schatte Alice in. Uitgeputte vakantiegangers uit de stad (betalende vakantiegangers) zouden het heerlijk vinden hier in de zon te zitten, net zoals zij nu deed. Met wat snoeien van de struiken en die sombere laurier kreeg je weer een prachtig uitzicht op de kust. En door het onkruid te wieden kregen de planten weer de kans te ademen en te bloeien. Het probleem voor Harry en Mo was dat de 'niet zoveel moeite' die het zou kosten weer een nieuw actiepunt was op een lange, lange lijst.

Alice haalde binnen pen en papier en begon een eigen lijst op te stellen. Noel en Theo zouden vanmorgen kunnen beginnen met dit stukje tuin. Ze konden ook de kapotte bank repareren die als een dronken kerel scheef tegen de keukenmuur hing. Theo zou niet durven weigeren na het drama van gisteren en Noel zou tijd met zijn zoon willen doorbrengen. Zij kon zelf dat kleine karretje gebruiken dat Grace had ontdekt en wat van die grote oude potten halen die bij de kippenschuur lagen en er grote Afrikaanse lelies in planten. Als Jocelyn bezwaar maakte, net als met de geverfde keuken, dan kon het allemaal gewoon weer verwaarloosd worden en teruggroeien naar chaos. Makkelijk zat. Alice gooide het laatste deel van haar ontbijt in de gootsteen. De kartonnen doos waar de ontbijtgranen in hadden gezeten smaakte waarschijnlijk minstens zo lekker! Later vandaag ging ze op zoek naar een echte supermarkt en zou ze dingen kopen die ze lustte, om te beginnen met een groot pak roomboterchocoladecroissants.



Grace had Angel's Choice uit voor ze ging slapen, Ze bleef naar het plafond liggen staren met een vreemd gekwetst gevoel. Het boek liet haar met een heleboel vragen zitten, en de vraag die als eerste bij haar opkwam was waarom haar moeder het haar niet eerder had aangeraden. Het zou Grace hebben verbaasd als ze dat wel had gedaan - dit was helemaal niet zo'n makkelijk boek. Een paar jaar geleden zou ze er niets van hebben begrepen, en had ze er niet van genoten zoals van Tess of the D'Urbervilles of Wuthering Heights.

Het verhaal was heel eenvoudig: Angel is vijftien en woont met haar ouders niet ver van haar veel rijkere oom en tante. Haar oom Gordon is een rechter bij het hooggerechtshof die een schitterende carrière heeft gemaakt, terwijl haar eigen vader een elektricien is die moet ploeteren om rond te komen. Angel gaat oppassen bij de kinderen van haar familie. Op een avond brengt oom Gordon haar thuis en dan verkracht hij haar in de auto. Op dit punt gekomen had Grace zin om het boek in een hoek te smijten, woedend op Angel omdat die zich niet feller verzet. Verdomme, had Grace willen roepen, je gaat toch niet achter in een auto zitten in een donker laantje (dat toevallig ook nog eens kilometers om is) alleen maar omdat je oom dat zegt. En verzet je, doe iets! Angel probeert het niet eens; ze ligt daar maar op de koude leren stoel in haar verscheurde kleren, haar geest ver weg maar haar lichaam meegaand, passief te wachten tot het voorbij zal zijn. Jocelyn had hier goed uitgepakt met een haast ziekmakende seksscène, met zwijnachtig gekreun en stank en vettig, zwaar, opdringerig vlees. De oom had korte, dikke vingers, zweterig en vet als waskrijt. Grace kon haast voelen hoe ze in haar eigen dunne huid klauwden. Ze had dit stuk twee keer over moeten lezen om er zeker van te zijn dat de weerzin die ze voelde de bedoeling was en niet omdat het haar oma was die dit had geschreven. En dan houdt die stomme Angel haar mond over wat er is gebeurd. Dus gebeurt het natuurlijk nog een keer. Verrassing, stomkop! had Grace gedacht. Je zou mensen wel door elkaar willen rammelen, als ze zo dom en laf zijn.

Pas toen ze verder las begon ze te begrijpen dat sommige dingen vroeger te erg waren om over te praten. Eerverlies was toen een vreselijk vooruitzicht. Tegenwoordig zou Angel oom Gordon niet alleen voor het gerecht hebben gedaagd, maar ook aan de roddelbladen hebben overgeleverd en misschien had ze er ook wel op tv over gesproken bij Kilroy of zoiets. Als Angel merkt dat ze zwanger is en uiteindelijk vertelt wie de vader is, wordt ze domweg niet geloofd. Haar vader slaat haar in elkaar omdat ze zijn vereerde, succesvolle broer beschuldigt en hij noemt haar een hoer. Nu sloeg Grace' boosheid op Angel om in woede op haar ouders. Waarom zouden ze denken dat ze loog? Haar eigen ouders zouden dat nooit doen. En dan moet Angel liegen, om oom Gordons carrière veilig te stellen en zijn comfortabele gezinnetje niet te vernietigen. Dat is de keuze waarvoor Angel staat - zijn (en haar) familie in de afgrond te storten of zich te laten veroordelen en bestempeld te worden als de plaatselijke sloerie.

Grace stond ervan te kijken hoe het vroeger geweest moest zijn voor een meisje in Angels situatie. Bijvoorbeeld dat in verkrachtingszaken iedereen zowel de naam van het slachtoffer kreeg te horen als die van de verdachte. Wat werd je voor het leven getekend als je ongehuwd zwanger was en welke emotionele prijs moest je betalen als je je goede naam wilde bewaren - en hoe schijnheilig was dat allemaal! Het leek wel een boek over sociale geschiedenis. En dan was er nog de kwestie van de incest. Grace was opgegroeid in een tijd dat iedere krant eindeloos over misbruik van kinderen schreef en je dat onderwerp aan het begin van de avond in EastEnders weer tegenkwam. Ze vond het moeilijk zich een tijd voor te stellen dat niemand het in zijn hoofd zou halen het woord ook maar in zijn mond te nemen. Geen wonder dat het boek zo'n sensatie was geweest toen het uitkwam.

Nu Grace het boek uithad, kwam Jocelyn opeens in een heel ander daglicht te staan. Geen lieve, excentrieke vrouw met een spannend verleden vol beroemdheden meer, maar iemand met kwesties en complicaties waar Grace eigenlijk niet bij stil wilde staan. Stel dat Jocelyn Angel was? Misschien was het wel echt gebeurd en had ze het alleen maar kunnen verwerken door er een verhaal over te schrijven. Was dat de reden dat het bij één boek was gebleven? Sommige dingen wilde je liever niet weten, al brandde je van nieuwsgierigheid. Die mocht je niet weten, die hoorden bij een andere generatie.

Toen ze de volgende ochtend Monty van zich afduwde om op te staan, wilde Grace wat tijd hebben voor ze Jocelyn onder ogen kwam. Ze was bang dat ze zich niet zou kunnen inhouden en haar grootmoeder steeds aan zou staren. Daarnaast was er die rottige zaak met Noel en zijn hand onder Katies rok, plus Katie, die daarvan lag te genieten. Ook hem wilde ze nu niet zien, voor het geval hij iets deed waardoor ze alles aan haar moeder zou willen vertellen. Angel was niet de enige die voor een moeilijke keuze stond.

Grace sloop naar de trap en gluurde in haar moeders kamer. Daar lag alleen Noel, zwaar ademend, bijna snurkend. Hij was geen slechte stiefvader, althans, tot nu toe niet. Stel dat hij bij alle vrouwen zijn hand onder hun rok stak? Balen dat ze nu zo moest denken.

Ze trof Alice op het smerige, overwoekerde terras. 'Ha mam, wat gaan we vandaag doen? Wanneer komt die man van de film?' Ze fluisterde haar vraag, bang dat het hele huis wakker zou worden en Noel enthousiast de trap af zou komen rennen. Hij zou kunnen voorstellen (o griezel) met zijn allen op stap te gaan Als Een Gezin. Nee bedankt.

'Ik heb nog geen plannen gemaakt, beetje inde tuin werken,' zei Alice vriendelijk. 'Er zijn een paar dingen waar ik Noel en Theo op zou willen zetten, maar jij en ik zouden samen weg kunnen als je dat wilt. Ik wil wel terug zijn voordat Patrice komt en ik heb Mo gezegd dat ik zou koken, hoewel ze daar een beetje chagrijnig op reageerde. Waarom, wat zou je willen doen?'

Grace lachte. 'Dat zeg je nooit. Thuis niet.'

'Wat zeg ik nooit?'

'Je zegt nooit "Ik heb nog geen plannen gemaakt." Jij hebt altijd plannen gemaakt. Al jouw dagen lopen volgens schema. Nu je hier bent gedraag je je heel anders.'

Alice streek haar haren naar achteren, draaide ze in een knot en stak ze vast met een takje. 'Gewoon chillen, zoals jullie zeggen. En je hebt mijn vraag niet beantwoord. Wat zullen we gaan doen? Ben je te oud voor het Zeehondenpark?'

Grace trok haar neus op. 'Ik dacht het wel.' Gejaagd sprong ze heen en weer over de kervel. 'Laten we gewoon gaan. Dan beslissen we onderweg waarheen.' Ze gluurde naar binnen. Alles was nog rustig. 'Nu meteen.'

'Ik wil eerst even mijn thee opdrinken. En jij moet nog ontbijten.'

'Ik eet wel onderweg. Kom op mam, alsjeblieft.'

Grace trok Alice uit haar stoel en stuurde haar naar boven om zich aan te kleden. Zelf trok ze haar favoriete Quiksilver broek met een T- shirt aan. Ze greep nog een fleecetrui met capuchon en rende de trap af naar de auto. Omdat ze haar tanden niet had gepoetst, pakte ze een stukje kauwgom uit het handschoenenvakje van de Galaxy. Goed genoeg voor een keertje.



Harry en Mo zaten vredig met een kopje muntthee op krakkemikkige rieten stoelen in de tunnelkas te genieten van de luxe van ieder een peuk, in plaats van een joint te delen. Harry was erg ingenomen met de planten van dit jaar. Er was veel zon geweest en ze stonden er weelderig bij. Er kwamen al dikke, kleverige knoppen aan en de grote bladen begonnen licht geel te verkleuren. Bijna tijd voor de oogst. Over de hele lengte van de forse stengels liepen brede groeven, net als bij de stevige stengels van de engelwortel. In zijn kamer boven bewaarde Harry een dertig centimeter lang stuk van een van zijn beste stengels ooit. Aan het brede uiteinde was dat wel twaalf centimeter in doorsnee, terwijl het gedroogde vruchtvlees zachtroze van kleur was. Hij had er over lopen denken er een pijp van te maken, of eventueel een blokfluit, of een ander muziekinstrument, maar als met zoveel andere dingen was het er nooit van gekomen. De stengel lag stof te vangen op de schoorsteen, naast de mooie kiezels van het strand, de oude schelpen waar Mo een mobiel van wilde maken en de doos met kippenveren die ze had gebruikt voor haar dromenvangers. Op een dag zwiepte hij de hele rotzooi in de prullenbak om het aan de vuilnisman mee te geven. Dat was de enige manier om de boel op te ruimen, uiteindelijk, je moest de dingen opgeven en wegdoen. Als Jocelyn dat nou ook zou doen met de rest van het huis. En met het huis zelf.

Mo zag er moe en terneergeslagen uit. Ze zei niet zoveel de laatste tijd, niet tegen hem in ieder geval. En als ze eens wat zei, snauwde ze. Zoals ze daar zat leek ze diep in gedachten verzonken. Hij wist niet wat hij moest zeggen om haar op te peppen. Toen ze had geklaagd dat de zorg voor Penmorrow te veel voor hun werd had hij zijn best gedaan en Alice uit Londen gehaald. Trouwens, nu hij nog eens een stevige trek van zijn joint nam, herinnerde hij zich dat het Mo's idee was geweest. Alice zou ook eens wat mogen doen' - dat had ze gezegd. Maar in haar huidige stemming zou ze dat zeker ontkennen. Het leek erop dat zij zich meer ergerde aan Alice nu die er was, dan toen zij schitterde door afwezigheid. Hoe kon je nu weten, zelfs bij degene die je het dichtste na stond, hoe die zou reageren?

Mo keek een beetje glazig rond. Harry staarde naar haar warrige, vroeg grijze haren en vroeg zich af hoe het kwam dat ze er bijna net zo oud uitzag als Joss, hoewel ze een paar jaar jonger was dan Alice. Dat kwam er nu van, dacht hij - en onder invloed van de hasj beschouwde hij het zelf als een diepe, filosofische gedachte - dat kwam er nu van als je je spiegelde aan iemand van de verkeerde generatie. Mo was zo vol bewondering voor Jocelyn op Penmorrow gearriveerd, zo verlangend naar dezelfde vrije geest, zo gretig Joss een pleziertje te doen. Het was haar levenstaak geworden Joss te overtreffen in allerlei kleine dingen, zoals de ritselende fluwelen rokken en de kralen van amber, de kettingen, de kristallen en de lange haren. Ze zou haar haren kunnen laten knippen en verven zodat ze er weer wat jonger uit zou zien, bedacht Harry tot zijn eigen verrassing. Ze zou ervoor kunnen kiezen zichzelf te zijn, en geen tweedehands oude hippie. En beter maar snel ook, voor ze te veel verzwakte en aan haar naderende einde begon te denken, in plaats van te genieten van de mooie middelbare jaren die ze vast binnenkort zouden mogen hebben.



Toen Alice invoegde op de grote weg naar het westen kwam ze in een eindeloze rij langzaam rijdend verkeer naar Penzance terecht. Het was nog geen tien uur, maar de zondagsrijders waren al op pad en klaarblijkelijk allemaal op weg naar dit uiteinde van het land. Voorbij de garage stond een lifter. Terwijl de auto langzaam voorwaarts kroop, bedacht Alice hoe zij als tiener overal heen liftte. Een avondje uit in Truro betekende dat Sally en zij zich om de beurt in de greppel moesten verstoppen. Dan zouden de automobilisten denken dat de ander alleen was en zich ofwel zorgen maken over haar veiligheid ofwel hopen dat zo'n meisje alleen meer wilde dan een lift.

'Het is Aidan!' onderbrak Grace haar gedachten.

'We moeten wel stoppen, straks ziet hij ons.' Alice stuurde aarzelend naar de kant, bang dat Grace zou balen van dit onverwachte gezelschap.

'Tuurlijk. Trouwens, Aidan is oké.' Grace draaide haar raampje omlaag en zwaaide. Alice stuurde naar de parkeerplaats waar Aidan stond en stopte.

'Wat is er met je auto gebeurd?' vroeg ze op het moment dat hij instapte.

'Startproblemen.' Hij nestelde zich in de Galaxy achter Grace. 'Hij houdt kennelijk niet van zeelucht. Hij heeft liever de smog van NoordLonden.'

Alice keek hem aan in de spiegel.

'Waar moet je naartoe? Waar moeten we je afzetten?' Het klonk kortaf en onvriendelijk, terwijl dat niet echt de bedoeling was. Maar... Het was niet aardig van haar, maar ze wilde de ochtend liever alleen met Grace doorbrengen. Of anders alleen met Aidan. Ze zag hoe hij naar haar lachte. Hij leek zo jongensachtig met die stoere zonnebril en zijn haar in die Kuifje-stijl waar alle jongeren gek op schenen te zijn. Theo kon uren bezig zijn met zijn kuif en stond stil voor alles wat ook maar een beetje wilde spiegelen. Die jongens deden haar denken aan vogeltjes met opstaande veren, zoals kuifmezen.

'Ik heb een dagje vrij genomen van Jocelyns magnum opus,' vertelde hij, 'dus ik wilde naar de film gaan. In Penzance draait Blue fuice, daar wilde ik heen, kijken hoe de surfers eruit zien. Of hoe ze er toen uitzagen.'

'Ja, ja, en ondertussen genieten van Catherina Zeta Jones,' plaagde Grace.

'Oké, zij is een echt stuk. Toen wel in ieder geval. Te veel Hollywood naar mijn smaak tegenwoordig.

Alice vroeg zich af of dit beleefd taalgebruik voor 'te oud' was, maar besloot geen commentaar te leveren. Dat leverde alleen maar flauwe smoesjes op.

Toen ze bij een splitsing kwamen en zich nog meer auto's bij de file voegden verminderde de wagen vaart.

'Waarom zijn er zo veel mensen op de weg? En waarom gaan ze allemaal naar Land's End?' vroeg Grace.

'Wie weet? Misschien zijn ze allemaal op weg naar de kerk,' antwoordde Alice.

'Denk je?' Aidan klonk verbaasd. 'Ik dacht dat dit een heidens gebied was.'

'Dat komt doordat je te veel tijd met Jocelyn doorbrengt,' lachte Alice. 'Ze heeft jou ervan overtuigd dat deze streek vol toverspreuken en heidense festivals zit. Maar je vergeet dat er in Cornwall ook methodisten wonen.'

 

 

 

'Dat doet je moeder inderdaad. Ze spint je in, zodat je uiteindelijk gaat denken dat haar wereld de enige is. Goed voor het boek, maar een beetje vreemd als je weer op planeet Aarde bent.'

'Ik vind het wel leuk,' was het commentaar van Grace. 'Ik hou van haar wereld.'

'Begrijp me niet verkeerd,' Aidan boog zich naar voren, 'maar haar wereld ziet er heel anders uit dan mijn wereld.'

'En hoe ziet jouw wereld er dan uit?' Alice knipperde met haar lichten om een auto vol vakantiegangers voor haar in te laten voegen.

'Gewoon.' Hij lachte - en zag eruit of hij heimwee had. 'Waardeloze flat in Kentish Town, overal bierblikjes, pizzadozen onder het bed, je weet wel, het gewone treurige verhaal van een man alleen.'

'Het lijkt Theo wel...' Grace lachte, maar Alice dacht hetzelfde - het klonk jongensachtig, onvolwassen, onverantwoordelijk. Precies het omgekeerde van hoe Noel en zij waren. Ze stelde zich de dingen voor die Aidan ongezegd had gelaten - een verfrommeld slipje met zebraprint ergens onder het dekbed, uitgerukt en vergeten door een lenige, strak in haar vel zittende dame; een onsmakelijke stapel naar jeugd en vrijheid stinkende vuile was; foto's aan de muur als souvenirs van drankovergo- ten feestjes met meisjes met sluik lang haar in strakke jurkjes, elkaar omhelzend en gekke bekken trekkend, een sigaret in de ene en een misselijke cocktail in de andere hand. Aidans wereld, een nog niet gesettelde, jonge wereld.

'Dus jullie gingen niet naar de kerk?' vroeg Aidan.

'Hoezo? Meer onderzoek?'

'Inderdaad. Joss is soms erg vaag. Ik moet mijn informatie echt overal vandaan halen. Een voetballer doet tenminste niet zo moeilijk over zijn memoires.'

'Dat zal wel niet,' gaf Alice toe. Haar moeder mocht graag voorbije gebeurtenissen opnieuw interpreteren. Of in ieder geval lastige delen weglaten. Als Alice streng gelovig was geweest en gedoopt en gevormd had willen worden, zou Alice dat ongetwijfeld hebben overgeslagen en in plaats daarvan iets hebben verteld over een meifeest dat ze ooit had georganiseerd.

'Toen ik zo oud was als Grace ging ik soms op zondagmorgen naar een dienst in de dorpskerk van Tremorwell met mijn vriendin Sally.' Aidan had zijn opnameapparatuur alweer tevoorschijn gehaald en zat op de toetsen te drukken. Het deed haar denken aan Theo met zijn mobiel. Aidan stak zelfs net als Theo het puntje van zijn tong tussen zijn tanden nu hij zo druk was. Waar ben ik in hemelsnaam mee bezig? vroeg Alice zich af, geërgerd dat ze zich zo aangetrokken voelde tot deze jongen. Binnenkort veranderde ze nog in een karikatuur: dan klampte ze vreemdelingen aan als de twee 'Ooo! Een jongen!' feeksen in de Harry Enfield-show.

'Wat vond Jocelyn ervan dat jij normale kerkdiensten bijwoonde?' vroeg Aidan. Een professionele vraag. Ze kreeg het gevoel dat het hem eigenlijk niets kon schelen.

'Ik heb het haar nooit verteld,' antwoordde Alice naar waarheid. 'Ze was tegen alle gevestigde godsdiensten. Zij is er tot op de dag van vandaag van overtuigd dat godsdiensten zijn uitgevonden om de armen - en dan met name vrouwelijke armen - gevangen te houden in een schuldbewuste en verlammende angst voor eeuwige verdoemenis.'

Ze hoorde hoe achter haar de recorder werd uitgezet. Hij wilde niet eens meer weten. Ze zag dat hij uit het raam zat te kijken, ongeduldig wippend met zijn knie. Net een kind dat op een nieuw speeltje wacht. De film die hij wilde zien.

Alice herinnerde zich de stiekeme tochtjes naar de kerk. Ze had het heerlijk gevonden een geheim voor Jocelyn te hebben. Ze was dol op psalmen en hartstikke jaloers op Sally toen die haar vertelde dat ze iedere morgen op school een psalm zongen. Alice had dit toegevoegd aan haar lijst met grieven van niet-naar-school-gaan. Ze kon goed zingen - Sally zei dat ze vast en zeker in het schoolkoor had mogen zitten. Om Jocelyn te pesten barstte ze soms midden onder een klusje op Penmorrow uit in kerkzang. Sommige psalmen hadden een negatief effect. Dan kon Joss het niet laten haar afkeuring te laten horen over het 'beledigende paternalisme' van de woorden, terwijl ze daarentegen op andere psalmen gesteld leek te zijn. Als ze in goed humeur was, viel ze zelfs wel eens in.

Aan het begin van de zomer begroette de dominee nieuwe gezichten in zijn door de vakantie toegenomen kudde en verwelkomde hij de 'zwaluwen' van het nieuwe jaar, terwijl hij glimlachend om zich heen keek en de ijdele hoop uitsprak dat ze niet zo snel weer zouden uitvliegen. Iedereen lachte beleefd en de plaatselijke bevolking deed of ze de vergelijking nog niet eerder had gehoord. De zondag na de zomervakantie kwam hij terug op deze metafoor, meestal in zijn preek. Dan hoopte hij dat de zomerzwaluwen geestelijk voedsel zouden vinden in hun winternestjes tot hun veilige terugkeer het jaar daarop.

Het was in de kerk, op haar vijftiende, dat Alice voor het eerst had gedacht dat ze Penmorrow zou kunnen verlaten. Ze bedacht dat zij ook een zwaluw zou kunnen zijn. Aan het eind van die zomer met Marcel had hij gevraagd of ze meeging naar Frankrijk. Toen ze zei dat dat niet kon had hij zijn schouders opgehaald en gezegd: 'Natuurlijk kan dat wel,' waarmee hij de rest van de wereld voor haar had ontsloten. Op dat moment had ze niet meegewild, omdat ze geen zin had bij Marcel te blijven. Maar vanaf toen had ze wel in haar achterhoofd dat ze op een dag weg zou kunnen gaan en vermomd als toerist zou kunnen terugkeren, voor de hele zomer of voor af en toe een weekeinde. Het duurde nog een paar jaar voor ze echt ging - maar op dat moment was het genoeg te weten dat de mogelijkheid er lag.

Grace was stil - Alice nam aan dat de energieke bui van die vroege morgen was weggeëbd en dat ze op het punt stond in slaap te sukkelen. Ze nam de afslag en reed langs de zee via Marazion en St Michael's Mount, lekker dicht bij het water. Ze zag hoe drommen families hun windschermen en peutertentjes opzetten en zich klaarmaakten voor een lange, lome dag in de zon. Aidan stapte uit. Hij had zin om nu het eb was langs het water naar Penzance te lopen.

'Die hebben we gemist, niet waar?' zei ze tegen Grace toen ze afremde, zodat een zwaar bepakte familie vol koelboxen en strandspeelgoed kon oversteken.

'Wat? Wie hebben we gemist?' Grace kwam weer tot leven.

'Gewone Engelse vakanties aan de kust, net als al deze mensen. Een huisje huren en de hele dag op het strand hangen. Boterhammen en thermoskannen mee.'

'Jezus, mam, je klinkt als die mensen die zeuren over de goede oude tijd. We zijn heel vaak naar Penmorrow geweest. Waarom zouden we iets huren?'

'Jawel, maar... voor mij was dat een bezoek aan mijn ouderlijk huis, geen vakantie. We gingen niet zo vaak een dagje naar het strand, omdat dat strand er altijd was, alleen maar het pad af. En we zijn steeds naar Griekenland gegaan, of naar Florida of...'

'... naar Italië. Mamma?' 'Hm?' Alice was zowel bezig met de rotonde als met bestuderen van de helikopter van de Isles of Scilly, die juist vertrok van de helihaven van Penzance.

'Moeten we naar Italië? Kunnen we niet gewoon hier blijven?'

'We hebben al geboekt. En denk eens aan Theo en Noel.'

'Wat is er met hun? Die kunnen toch met zijn tweeën gaan als ze dat willen.'

Alice keek haar scherp aan. Grace had nog nooit zoiets gedaan - zich samen met haar moeder van de andere twee afscheiden. Dat was ook niet het plan geweest toen ze met Noel trouwde: apart waren ze allebei een alleenstaande en eenzame ouder. Samen vormde ze een familie - veel gezelliger. Dat had ze altijd gedacht.

'Waarom wil je niet?'

Grace haalde haar schouders op. 'Weet niet. Ik voel me hier gewoon goed. Ik wil eigenlijk niet eens meer terug naar Londen.' Ze rilde. 'Al dat verkeer, en iedereen alsmaar bezig met wat hij aan moet trekken en zo veel huiswerk alleen maar zodat de school goed scoort in de statistieken. Volleybal, bah!'

'Waarschijnlijk is het hier niet anders,' glimlachte Alice.

'Maar misschien ook wel. We zouden het kunnen proberen.' Grace was even stil en zei toen: 'Ik heb Jocelyns boek gelezen.'

'Ik weet het. Ik zag dat je het bij je had in St Ives. Wat vond je ervan?'

'Dat weet ik niet. Heel goed, denk ik, maar... was Angel eigenlijk Joss zelf? Heeft ze dat allemaal zelf meegemaakt?'

'Dat heeft iedereen gevraagd sinds het uitkwam, vooral omdat ze nooit meer een ander boek heeft geschreven. Maar niemand heeft ooit wijs kunnen worden uit haar antwoorden. Soms zei ze dat het ging over iemand die ze had gekend, maar meestal zei ze dat ze het gewoon had verzonnen. Ik heb nooit iemand van de familie ontmoet, dus wie weet? Als het echt is gebeurd, komt dat wel in Aidans boek, denk ik.'

'Maar wilde jij het dan niet weten? Heb je het haar niet zelf gevraagd? En waarom heb je nooit je grootouders ontmoet en je ooms en tantes?' Grace klonk behoorlijk kwaad, gefrustreerd door haar moeders onverschilligheid.

'Natuurlijk heb ik het gevraagd! Wat kan ik eraan doen als ze steeds wat anders zegt? Maar wat ze wel heeft losgelaten, is dat het in haar familie haast nog erger werd gevonden om dat allemaal verzonnen te hebben. Ze kwam uit een streng gelovig gezin en ze vonden haar een onvergeeflijke zondaar dat ze dit had bedacht. Ze heeft gezegd dat ze minder had geleden als het allemaal waar was geweest. Behoorlijk pijnlijk, vind je niet? Ze was het enige kind van tamelijk oude ouders. Misschien heb ik ze wel ontmoet toen ik heel klein was, maar ik denk dat ze al heel lang dood zijn.'

Alice reed de Galaxy naar een vrije plek op het parkeerterrein van de Safeway. De supermarkt lag aan het spoor. Ze keek hoe een trein zich in beweging zette op weg naar Londen. Het station van Penzance was een klein, charmant eindpunt aan zee. Hoe vaak was ze hier als kind op de trein gestapt, met zanderige slippers en kreukelige shorts, een rugzak om en een rieten mand in de hand. Wat een schok als ze op Paddington aankwam, waar iedereen haast had en in chique pakjes (mevrouwerig!) met elegante damestasjes in de hand op hoge hakken liep! Twee werelden, dacht ze terwijl ze naar de ingang van de Safeway liep.

Een briefje verzocht de klanten zich fatsoenlijk te kleden en niet op blote voeten en in blote bast naar binnen te gaan. Ze kon zich niet voorstellen hier Elvis in de rij met kattenvoedsel aan te treffen. Maar als ze hem zou zien, zou ze hem toelachen en hem groeten. Een Elvis uit Cornwall zou niet door haar heen kijken alsof ze niet bestond en haar niet aankijken zoals een Londenaar kon doen - alsof jij die gek was waar ze niet naast durfden te zitten in de ondergrondse. Misschien had Grace wel gelijk, misschien moesten ze het gewoon proberen, hier gaan wonen waar niemand je tas controleerde om te zien of het de Prada van (o schande) vorig jaar was, en je nog wisselgeld kreeg van je vijftig pond voor een maaltje kreeft.

Terwijl ze de boodschappenwagen naar de broodafdeling reed, probeerde ze zich voor te stellen hoe het zou zijn als ze met Noel in Tremorwell zou wonen. Het was voor het eerst sinds heel lang dat ze er weer bij hoorde en zich geen kort blijvende gast voelde. Hoe zou het voor Noel zijn om hier te wonen? Als ze het huis in Richmond op zouden geven?

Misschien dat hij aanvankelijk genoot van zijn voortijdig pensioen, het platteland en de golfsport. Maar hij zou zich al gauw kapot vervelen en dan gaan denken dat zijn verse bloed het verschil zou maken in de gemeenteraad. Je kon er zeker van zijn dat er genoeg vrouwen op hem zouden stemmen. Zijn ster zou rijzen in de gemeentelijke politiek en voor je het wist hield hij lezingen in het café over gemeentegrenzen en plaatselijke verordeningen en dat soort dingen. Het wonen in Penmorrow zelf zou in ieder geval een ramp zijn - alsof je twee tijgers in één kooi zou stoppen. Jocelyn en Noel zouden elkaar geestelijk verscheuren, en de zenuwen van de andere bewoners erbij. Een vreselijk scenario, absoluut uitzichtloos.

Ze hoopte dat Aidan van zijn film zou genieten. Om de een of andere reden had ze het gevoel dat Aidan helemaal niet aan haar zou denken als Catherine Zeta Jones in haar bikini over het witte doek kwam aanwandelen.