36
Tien minuten later, na een haastige aftocht bij Graydon en zijn bloedende neus vandaan, zaten Jessica, Edward en Clare weer in de taxi en waren vol optimisme op weg naar het Claridge’s.
‘Mam, met mij,’ hijgde Jessica in haar mobiele telefoon. ‘Gaat het? Ojee, niet huilen,’ suste ze. ‘Ik weet het... Ja, ik heb hem gesproken. Oh, maak je geen zorgen, je hebt er absoluut goed aan gedaan...’
Edward zat stijf rechtop, niet in staat met de spanning om te gaan of ze er wel of niet mee in zou stemmen hem te zien. Aan de manier waarop Jessica sprak viel af te leiden dat Angelica intens verdrietig was en hij kon er niet tegen als ze ongelukkig was.
‘Ik weet het,’ zei Jessica weer, ‘maar luister eens, ik kom nu naar je toe. Ja... maar luister even. Papa is bij me en ik denk dat jullie moeten praten...’
Het was even stil. Edwards gezicht vertrok, en niet alleen omdat hij pijn in zijn geschaafde zij had.
‘Oké,’ zei Jessica en ze hing op.
‘En,’ vroeg Edward, ‘wat zei ze? Zeg het me alsjeblieft.’
‘Ze zei dat het goed was,’ antwoordde Jessica.
‘Echt?’
‘Echt.’
Een halfuur later stond Edward Granger in de gang voor de deur van Angelica’s penthousesuite. Van dit moment had hij meer dan twee decennia gedroomd en hij kon nauwelijks geloven dat het nu echt zou gaan gebeuren. Hij vond het doodeng. Zijn mond voelde droog aan, zijn hart ging tekeer en, nog het ergste van alles, hij maakte zich verschrikkelijk zorgen over hoe hij eruitzag. De laatste keer dat hij Angelica had gezien was hij in de bloei van zijn leven geweest, een blonde vent met slechts hier en daar een grijze haar, tien kilo lichter en... vitaal. En hij had er ook niet uitgezien alsof hij door een bus over straat was gesleurd. Zijn hand hing klaar om te kloppen maar hij durfde toch weer niet en liet hem weer zakken. ‘Ik weet het niet... stel dat...’ zei hij tegen Jessica naast hem.
‘Kom op zeg,’ zei ze ongeduldig precies op het moment dat een kamermeisje door de gang kwam aanlopen. Ze stopte vlak voor Angelica’s deur en keek onzeker naar het eigenaardige paar dat duidelijk met een bedoeling rondhing.
‘Edward Granger,’ zei Jessica, alsof dat alles verklaarde.
‘Oh, natuurlijk,’ zei het kamermeisje opgewonden. ‘Ging u net naar binnen?’
‘Dat klopt,’ zei Jessica. ‘Maar we willen Angelica eigenlijk verrassen. Mogen we je sleutel lenen?’
‘Ehm, ik weet het niet hoor,’ draaide ze eromheen, ‘ach... het zal wel goed zijn.’
Edward wierp haar zijn beste filmsterrenglimlach toe en op dat moment leek de nerveuze vrouw te accepteren dat ondanks het feit dat hij eruitzag alsof hij had gevochten en onder het stof zat, de beroemde gast in de suite blij zou zijn hem te zien. Met roem kon je alles bereiken, dacht Edward toen hij de sleutelpas van haar aanpakte.
‘Ga maar,’ zei Jessica ongeduldig. ‘Ik wacht hier wel.’
Eindelijk, terwijl hij nog eens diep ademhaalde, stak Edward de sleutel in het slot en ging snel naar binnen.
‘Hallo,’ zei hij.
Angelica, die met haar rug naar hem toe stond, draaide zich om van de manshoge spiegel.
Op dat moment besefte Edward dat ze haar eigen verschijning kritisch had staan bekijken en toen het hem begon te dagen dat ze net zo nerveus was als hij, verdwenen zijn zenuwen op slag.
‘Edward, je laat me schrikken. Ik stond net...’ Ze bloosde.
Edwards hart ging tekeer toen hij haar voor het eerst in meer dan twintig jaar weer volledig in zich op kon nemen. God, wat was ze mooi. Het was zo fijn haar te zien en ze zag er nog even voortreffelijk uit als altijd.
‘Schaam je niet. Ik heb er zelf ook een eeuwigheid over gedaan om te bedenken welk overhemd ik vandaag aan zou trekken, en toen verpestte ik het door me door een bus te laten meesleuren,’ zei hij treurig.
Angelica voelde zich over haar hele lichaam ontspannen. Bedeesd keek ze op en glimlachte naar haar ex-man op een manier die hem rillingen van nostalgie bezorgde. Ze had geen idee waar hij het over had, maar hij kon haar nog steeds op haar gemak stellen als de beste. Een geweldige eigenschap die ze altijd in hem had bewonderd.
‘Hoe bizar,’ zei ze verlegen in haar stem met accent. ‘Ik heb je jaren niet gezien en toch voelt het als gisteren.’
‘Ik weet wat je bedoelt,’ zei Edward. ‘Mag ik trouwens binnenkomen?’
‘Je bent al... binnen,’ zei ze nogal suffig.
Een ongemakkelijke stilte volgde. Zoals het vaak gaat als er zoveel te zeggen is. Maar uiteindelijk verbrak Angelica hem door te zeggen: ‘Je bloedt.’
‘O ja?’ vroeg Edward geschrokken. ‘Ja, ik bloed,’ gaf hij haar gelijk toen hij de druppels zag die met redelijke vaart op het lichte tapijt vielen. ‘Oh, dat is niets, gewoon een schaafwondje,’ voegde hij eraan toe, hoewel het enige dat hem uit de eerste hulp hield de adrenaline was.
‘Oké,’ zei Angelica wat onzeker. ‘Nou, misschien moet je in elk geval maar dat gescheurde overhemd uittrekken. Er zit grind op. Meende je dat over die bus?’
‘Yep,’ antwoordde Edward. Hij kreeg een kleur en was zich ineens enorm bewust van zijn lichaam. Voor geen goud zou hij zijn mannenborsten laten zien.
Angelica pakte de telefoon om de receptie te bellen. ‘Hallo, kunt u alstublieft een herenoverhemd voor me boven komen brengen? Boordmaat achtendertig.’
‘Ehm, tweeënveertig,’ zei een Edward die zich doodschaamde hoeveel dikker zijn kin de afgelopen jaren was geworden.
‘Oh, tweeënveertig. Merci.’ Ze legde de telefoon neer. ‘Wil je ondertussen een badjas uit de badkamer lenen?’
‘Een badjas,’ zei Edward. Dat klonk hem als muziek in de oren. ‘Ja, er hangt er natuurlijk eentje in de badkamer. Die pak ik wel even,’ zei hij en hij haastte zich naar de badkamer en kwam er een paar minuten later uit, gewikkeld in een donzig stuk badjashemel.
‘Ik heb me dit moment heel vaak voorgesteld, maar zag mezelf dan gek genoeg nooit in een damesbadjas,’ merkte hij droogjes op.
Angelica onderdrukte een giechel.
‘Het is fijn je te zien, Ange,’ zei Edward met een plotseling ernstig gezicht.
‘Waarom heb je mijn brieven nooit beantwoord?’ Ze viel maar meteen met de deur in huis met de vraag waar ze nu al een groot deel van haar leven mee worstelde.
Edward schudde het hoofd. ‘Ik heb nooit een brief gehad.’
‘Niet één?’ vroeg Angelica, die nu trilde van emotie. ‘Brieven, Edward. Ik heb je er honderden geschreven, hon-der-den. Daarin legde ik alles uit en smeekte je om vergeving.’
‘Zweer op Jessica’s leven dat je ze hebt geschreven.’
Angelica wierp hem een kwade blik toe. ‘Hoe durf je me te beledigen? Is het niet genoeg dat ik al die jaren heb moeten leven met jouw zwijgen, in de wetenschap dat ik je zo gekwetst had dat je me niet kon vergeven? In de wetenschap dat ik het enige waar ik echt om gaf, had verknald? Natuurlijk zweer ik het op Jessica’s leven en op dat van mezelf.’
‘Hoorde je me niet? Ik heb ze niet gehad,’ antwoordde Edward. ‘En je bent toevallig niet de enige hier die verdriet heeft gehad, Ange. Je bent zomaar vertrokken. Het ene moment was je er nog, mijn hele wereld, en het volgende was je weg. Zonder er ook maar met mij over te hebben gesproken. Jessica zei dat je ziek was. Is dat waar, want als dat zo was dan begrijp ik niet waarom je het me niet hebt verteld.’
‘Dat heb ik gedaan,’ antwoordde Angelica, alle schijn van zelfbeheersing had haar verlaten. ‘Of dat heb ik tenminste geprobeerd, maar je zei elke keer weer dat het wel goed zou komen, dat ik me geen zorgen moest maken en dat ik meer hulp nodig had en mezelf maar moest opvrolijken. Maar dat was niet de soort hulp die ik nodig had, Edward. Om je de waarheid te zeggen, ik was geestelijk ernstig ziek, dus “opvrolijken” was niet iets waar ik toe in staat was.’
‘Oké,’ zei Edward en er rolde een traan over zijn gezicht. ‘Dat snap ik, maar hoe kon je ons kind achterlaten? Ze was drie, Ange, en jarenlang heb ik moeten uitvinden hoe ik in mijn eentje haar vader en moeder kon zijn terwijl de enige persoon waar ik me normaal toe zou wenden als ik het moeilijk had, de benen had genomen. Je was niet de enige die zich gedeprimeerd voelde, kan ik je vertellen. Ik miste je zo erg dat het pijn deed. Heel veel pijn.’
Angelica liet uit schaamte het hoofd hangen. Al haar strijdlust leek te zijn verdwenen en ze liet zich als een verslagen hoopje op het bed zakken. ‘Het spijt me,’ zei ze met een stem zo zacht dat Edward haar amper kon verstaan.
‘En waarom heb je niet gebeld?’ wilde hij weten.
‘Omdat je het heel duidelijk maakte dat je alleen via Jill wilde communiceren, dus gaf ik dat maar op.’
‘Nee, niet toen. Ik bedoel nu, recentelijk. Ik dacht dat je me zou bellen nadat je met Jessica had gesproken, maar dat heb je niet gedaan.’
‘Ik heb me niet gerealiseerd dat je dat wilde,’ zei Angelica. ‘Daar was je nogal vaag over.’
Edward schudde uit frustratie zijn hoofd. Hoe hadden ze overal zo’n warboel van kunnen maken?
‘Die brieven,’ begon hij uiteindelijk en hij klonk ellendig, ‘hoe denk je dat het kan dat die me nooit hebben bereikt?’
Angelica haalde haar schouders op, maar omdat ze dat raadsel jarenlang had overdacht was de verleiding haar theorie eindelijk te kunnen delen gewoon te groot. ‘Ik denk dat Pam... misschien?’
‘Pamela?’ herhaalde Edward. ‘Maar waarom zou ze–?’
‘Ze heeft me nooit gemogen,’ antwoordde Angelica, ‘en toen ik ziek was kon ze er met haar hoofd niet bij dat ik het moeilijk had, terwijl ik toch alles had wat ik me maar kon wensen. En zij wilde zo graag kinderen...’
Edward schudde het hoofd, niet in staat ook maar te overwegen wat ze zei. ‘Nee, ik denk niet dat Pam zoiets achterbaks zou doen.’
‘Nou, kun jij iets beters verzinnen?’ vroeg Angelica en ze hief haar gezicht op om Edward strak aan te kijken.
‘Ik weet het niet, maar Pam was het niet. Ze zag hoe kapot ik ervan was en ze zou me nooit verdriet willen aandoen.’
Angelica haalde heel licht haar schouders op. Als hij niet eens bereid was ook maar in overweging te nemen wat ze zei, was het hopeloos.
Ondertussen staarde Edward alleen maar naar haar en nam elk detail in zich op. God, wat was ze verpletterend in elke zin van het woord.
‘Wat?’
‘Niets,’ zei Edward. ‘Het is gewoon zo raar je na al die tijd weer te zien. Het maakt bijna dat ik me weer jong voel.’
‘Ga nou niet overdreven sentimenteel lopen doen over je leeftijd,’ zei Angelica, die ondanks zichzelf moest lachen. ‘Jij bent tenminste nog een man. Ouder worden moet voor mannen veel makkelijker zijn dan vrouwen.’
Maar Edward hield ze niet voor de gek. ‘Onzin Ange, ik heb je laatste films gezien en je ziet eruit alsof je beter in je vel zit dan ooit, en je bent nog net zo mooi.’
Angelica huiverde. Het was zo opwindend als hij haar Ange noemde en het riep zoveel nostalgie op. Wat net zo’n kick gaf, was hem te horen toegeven dat hij naar haar films had gekeken. Ze had altijd het idee gehad dat hij haar op alle mogelijke manieren had afgezworen alsof ze nooit bestaan had, maar blijkbaar dus niet. Ze glimlachte voorzichtig naar hem.
‘Ho, maar wacht even, want dat zeiden wij nooit, hè?’ zei hij nu. ‘Correctie: je bent nog steeds geweldig intelligent en een aangename gesprekspartner.’
Nu gooide Angelica haar hoofd achterover en liet een daverende schaterlach horen toen ze de verwijzing herkende naar wat jarenlang hun privégrapje was geweest.
Op een Hollywoodfeestje, niet lang nadat ze iets met elkaar hadden gekregen, besloot Edward te gaan tellen hoe vaak mensen zijn beeldschone vriendin met haar uiterlijk complimenteerden. Alleen al tijdens die avond bleek ze een onthutsende negenenvijftig keer te horen te krijgen dat ze er ‘schitterend’, ‘adembenemend’, ‘beeldschoon’ of ‘verpletterend mooi’ uitzag. Dus het was geen wonder dat zulke gemeenplaatsen nooit veel bij haar deden. Later die avond, toen ze lagen te praten in bed, had Angelica toegegeven dat ze in eerste instantie voor Edward was gevallen omdat hij haar op de set complimenteerde met hoe grappig ze was. Toen ze later alleen waren, had ze bijna gehuild van dankbaarheid. ‘Snap je dat dan niet?’ had ze gezegd terwijl ze Edwards arm dicht om zich heen trok. ‘Als je mooi bent wil je alleen maar dat iemand zegt dat je slim bent of grappig, of iets anders positiefs over je persoonlijkheid horen. Er is zelfs een echt intelligente man nodig om te begrijpen dat als hij een mooie vrouw het bed in wil praten, hij haar het beste kan vertellen dat ze slim is. Terwijl een weinig aantrekkelijke meid, die zich door het leven heen slaat door zo slim, scherp of diepzinnig mogelijk over te komen, heel graag wil horen dat ze mooi en gewild is. Zo simpel is het.’
Sinds die dag had Edward erg zijn best gedaan niet door te zagen over hoe mooi hij Angelica vond en zich te concentreren op de andere dingen die geweldig waren aan haar en haar de vrouw maakten die ze was. De vrouw die hij aanbad. En hij wist het blijkbaar nog.
Lachend zei Angelica: ‘Het zielige is dat ik weet dat mijn schoonheid aan het vervagen is omdat ik tegenwoordig elk compliment aanneem dat ik maar kan krijgen.’
Edward lachte nu ook. ‘Ik ken het.’
Angelica keek naar hem en toen hun ogen elkaar vonden, werden hun gezichten serieus en er ging een hevige rilling door hen heen. Zonder na te denken stond Angelica op en pakte zijn hand. ‘Je hoeft je nergens zorgen om te maken, Edward. Je bent nog steeds de mooiste man die ik ooit heb gezien.’
Haar aanraking was als een elektrische schok en Edwards zenuwuiteinden gingen overeind staan terwijl de impulsen door zijn lichaam schoten en hem het gevoel gaven dat hij over de wereld heerste. Ook al ging hij gekleed in een vrouwenbadjas...
Emoties die hij zichzelf in geen jaren had toegestaan te voelen, overspoelden zijn lijf en leden, hoewel met een ondertoon van verdriet om alles wat ze hadden gemist. Hij ervoer ook een plotselinge, al was het een niet geheel onverwachte, activiteit in zijn geslachtsorgaan. Kijkend in Angelica’s amandelvormige ogen vocht hij tegen een bijna onbedwingbare neiging haar wang te strelen, de contouren van die ongelooflijke jukbeenderen met zijn vinger te volgen. Haar te zoenen.
Hij slikte en trok zijn hand terug voordat hij zich nog meer kon laten meeslepen. Angelica trok precies tegelijkertijd haar hand terug en verbrak het moment net zo snel als ze het gecreeerd had.
‘Waarom ben je niet met hem getrouwd?’ vroeg Edward.
‘Ik hou niet van hem,’ antwoordde Angelica alleen maar. Omdat ze met jaren van onbeantwoorde vragen had geleefd, ging ze nu geen tijd verspillen met iets anders dan de volledige waarheid. ‘Ik heb na jou nooit echt meer van iemand gehouden,’ gaf ze toe en Edward werd overweldigd door een verlangen haar in zijn armen te nemen. Er was niets wat hij liever zou willen.
‘Terwijl jij daar duidelijk geen last van hebt gehad,’ voegde ze er ietwat verbitterd aan toe.
‘Mijn huwelijk is voorbij,’ onderbrak Edward haar. ‘Betsey en ik zijn uit elkaar. We hebben het alleen nog niet publiekelijk bekendgemaakt.’
‘Oh,’ zei Angelica, haar groene ogen groot van verbazing. ‘Oké,’ zei ze kortaf, kwaad op zichzelf om de dingen die ze voelde. ‘Misschien was ze te jong voor je?’ opperde ze omdat ze niets beters wist te verzinnen. ‘Sorry, dat zijn mijn zaken niet.’
‘Dat klopt,’ zei Edward. Hij voelde een steek van loyaliteit voor Betsey. Angelica keek beschaamd en ontzettend gepijnigd, dus voegde hij er snel aan toe: ‘Maar je hebt denk ik wel gelijk. Ze ís heel jong. Alleen lang niet zo jong als de vrouwen die men tegenwoordig als mijn tegenspeelster wil casten. Ik had laatst een verschrikkelijke bespreking met een volslagen eikel van een producent en je wilt echt niet weten wie hij als mijn liefje had gecast.’
‘Wie?’ vroeg Angelica nieuwsgierig.
‘Juliana Sabatini,’ antwoordde Edward.
‘Nee!’ riep Angelica uit. ‘Dat is nog een kínd.’
‘Vertel mij wat,’ zei Edward, dolblij dat eindelijk iemand op zijn golflengte zat. ‘En dat heb ik ook gezegd. De stomme lul zei dat het een perfecte casting was.’ Edward rolde met de ogen om de herinnering. ‘Ik zou er wel onderuit willen, maar Jill staat erop dat ik het doe.’
‘Heb je je bezwaren geuit?’
‘Absoluut,’ zei Edward grimmig. ‘Laatst spraken we hem weer en toen zei de producer: “Juliana is een beauty, je zou dankbaar moeten zijn.” Nou, je begrijpt hoe dat bij me viel. Ik heb tegen hem geschreeuwd. “Dankbaar? Als een ouwe, geile bok op een kerstfeest, zeker? Als een moddervette sekstoerist die jonge prostituees oppikt en zichzelf wijsmaakt dat ze het leuk vinden om door iemand gepaald te worden die oud genoeg is om hun vader te zijn?”’
Geschokt deed Angelica haar hand voor haar mond.
‘Maar goed, dat krijg je dus.’
‘Dat krijg je,’ erkende Angelica terwijl ze een giechel onderdrukte. Weer viel het stil.
‘Maar goed,’ zei Edward.
‘Maar goed,’ herhaalde Angelica.
Impulsief zei Edward: ‘Kom op mijn feest.’
Angelica keek heel onzeker.
‘Luister,’ zei hij met een doodernstig gezicht, ‘ik wil niet zeggen dat alles nu koek en ei is tussen ons, maar onze dochter heeft moeten aanzien hoe we jarenlang stommetje speelden en niet praatten, en ik heb me pas onlangs gerealiseerd dat dat veel met haar heeft gedaan. Denk je niet dat we voor haar moeten proberen minstens vriendschappelijk met elkaar om te gaan en op zijn ergst beschaafd? Dus kom op mijn feest. Het is donderdagavond, in het huis, en je bent meer dan welkom.’
Angelica aarzelde. Dit was een enorme beslissing. De gedachte al die mensen zoals Vincent en Jill na al die jaren weer te zien was angstaanjagend, maar hoe kon ze weigeren? Ze was het haar dochter verschuldigd.
‘Ik zal er zijn,’ zei ze alleen maar.