1

Jessica Granger zat op haar werk aan haar bureau en probeerde erachter te komen wat er in godsnaam aan de hand was. Ze werkte nu bijna een maand als receptioniste bij een van de meest prestigieuze kunstgalerieën van Los Angeles, en hoewel het opnemen van de telefoon niet het meest stimulerende baantje was, vond ze het leuk. Het was iets om ’s morgens haar bed voor uit te komen en gaf een gevoel van normaliteit aan haar in andere opzichten zeer abnormale leven.

      De grote witte ruimte op slechts een paar straten van Rodeo Drive was een magneet voor rijke bewoners en toeristen. Jessica’s bureau stond precies in het midden langs de achtermuur. De sfeer in de galerie met airco was somber, rustig en stil, en als in een bibliotheek of kerk spraken bezoekers op zachte, eerbiedige toon. Al zou Jessica het hun in het geval van de huidige expositie niet kwalijk hebben genomen als ze luid gillend het gebouw uit waren gerend.

      Aan de muren hing het werk van een hippe, nieuwe Duitse kunstenaar. De tentoonstelling bestond uit acht enorme doeken bezaaid met fluorescerende vlekken, met felle spetters verf in de primaire kleuren en gouden en zilveren spikkels erop. Ontevreden met de kakofonie van kleur die hij had gecreëerd had de kunstenaar, om een reden die Jessica totaal ontging, ook buffelmest op de afgeronde werken gesmeerd. Dus zoals je zou verwachten roken ze zeer onaangenaam. Om precies te zijn stonken ze naar stront.

      Nu ze de afgelopen weken met de schilderijen had moeten leven, was Jessica ze gaan haten. Ze werkten op haar zenuwen, bezorgden haar hoofdpijn en beledigden haar zintuigen. Voorbijgangers deinsden vol afschuw terug wanneer ze de volle laag kregen en toen haar collega’s ze weerzinwekkend noemden, was Jessica het volledig met hen eens. Maar wat wist zij ervan? Christopher, hun baas, vond kennelijk dat ze goed genoeg waren om de muren te sieren, en naar nu bleek was hij niet de enige.

      ‘Verbazingwekkend, hè?’ zei financial controller Nick, een van de personeelsleden die zich rondom Jessica’s bureau hadden verzameld om verwonderd naar de rode stippen te staren die nu naast elk doek prijkten.

      ‘Ongelooflijk,’ was Jessica het hartgrondig met hem eens. Ze keek ondertussen alert de ruimte rond omdat ze half verwachtte dat Ashton Kutcher achter een pilaar vandaan tevoorschijn zou springen en roepen: ‘You’ve been Punk’d!

      Op dat moment arriveerde Christopher. ‘Goeiemorgen allemaal. En goeiemorgen Jessica, alles goed?’ informeerde hij, terwijl hij triomfantelijk binnenschreed.

      ‘Eh... ja hoor, bedankt meneer Starkey,’ antwoordde Jessica, verbaasd dat hij haar apart had aangesproken.

      ‘Kijk,’ zei hij theatraal, ‘verkocht, verkocht, verkocht.’

      ‘Hartstikke gefeliciteerd,’ zei Kate. Het Hoofd Verkoop was enorm opgelucht dat ze eindelijk haar reputatie niet meer hoefde te riskeren door te doen alsof ze de doeken mooi vond. ‘Wie heeft ze eigenlijk gekocht? Was het één koper?’

      ‘Yep,’ antwoordde Christopher en hij grijnsde zelfvoldaan. Zijn blik ging opnieuw naar Jessica. Ze bloosde, geschrokken dat iemand hem misschien verteld had wat zij over de schilderijen had gezegd.

      ‘Is het soms Stevie Wonder?’ lachte Kate, overtuigd dat nu ze eindelijk van de schilderijen af waren een grapje wel was toegestaan.

      Een paar mensen proestten het uit. Helaas hoorde Christopher daar niet bij. ‘Nou, godzijdank deelt niet iedereen jouw opvatting over wat wel of niet grootse kunst is, Kate,’ snauwde hij, waarna hij richting de kantoren achterin stormde en een pijnlijke stilte achterliet. Een voor een schuifelde iedereen weer naar zijn plek, maar Kate beende achter Christopher aan met een ruziezoekende blik in haar ogen.

      Een paar minuten later was ze alweer terug en hing in de buurt van Jessica’s bureau rond. ‘Weet je, ik kon wel eens ongelijk hebben gehad over die schilderijen,’ zei ze weifelachtig. ‘Ze zijn eigenlijk best goed als je bedenkt hoeveel werk erin is gaan zitten.’

      Jessica keek op van de mailinglist die ze aan het updaten was en stopte haar blonde haar achter haar oren. ‘Eh... ja, kan zijn.’ Persoonlijk was ze teleurgesteld in Kates gebrek aan ruggengraat. Dat één gestoord individu had besloten de schilderijen te kopen, betekende nog niet dat er iets was veranderd. Ze deden nog steeds pijn aan je ogen.

      Maar goed, Christophers stemming was omgeslagen naar vriendelijk en vreugdevol, en toen hij even later weer verscheen, bood hij zelfs aan om langs Starbucks te gaan en koffie voor Jessica te halen. Aan de ene kant was ze verrukt dat haar harde werk en drang om in de smaak te vallen eindelijk werden onderkend, aan de andere kant was het verontrustend. En toen hij ook nog schaterlachte om iets wat ze zei alsof dat het grappigste was wat hij ooit had gehoord, bekroop haar een ongemakkelijk gevoel. Zodra hij weer weg was belde Jessica haar beste vriendin, Dulcie.

      ‘Met mij,’ fluisterde ze in de headset. ‘Ik heb een hele vreemde dag, dus zeg me alsjeblieft dat ik niet gek aan het worden ben door de dingen die ik denk.’

      ‘Vertel zo maar, want ik ben erg blij dat je belt,’ was het antwoord. ‘Ik heb net weer een afspraak voor het jurken passen gemaakt, dus zet 20 juli maar in je agenda en, oh god, je zult niet geloven wie Kevin wil uitnodigen...’

      Vijf minuten later had Jessica er spijt van dat ze had gebeld. Haar vriendin was volledig in de ban van haar bruiloft, ze kreeg er geen woord tussen en er kwam een ander telefoontje binnen dat ze moest opnemen.

      ‘Dulcie...’

      ‘... maar goed, het is zo’n opluchting van de stoelen, ik wist wel dat je het wat zou vinden en de volgende keer dat ik de locatie ga bekijken, moet je echt meegaan want–’

      ‘Dulcie...’

      ‘Dan kunnen we samen beslissen–’

      DULCIE!’

      ‘Wat?’

      ‘Ik moet ophangen.’

      Een paar minuten later verscheen Rob, de technicus van de galerie, compleet met ladder.

      ‘Goeiemorgen, Jess,’ zei hij. ‘Christopher wilde je even laten weten dat de schilderijen voor de volgende expositie zijn aangekomen en hij zei dat je vooral een kijkje moest gaan nemen in de viewing room.’

      ‘Oké,’ zei Jessica, die niet zo goed wist wat ze daaruit moest opmaken. ‘Wat aardig van hem.’

      ‘Tja,’ zei Rob.

      Jessica keek bedachtzaam toe hoe hij de ladder opklom die hij onder een van de lichtbalken had gepositioneerd. ‘Dus nog maar een paar weken te gaan en dan hoeven we er niet meer tegenaan te kijken, hè?’ zei ze samenzweerderig.

      Vanaf zijn torenhoge positie keek Rob haar aan met een verdwaasde blik. ‘Je bedoelt omdat we ze dan ergens anders zullen zien?’ zei hij en hij knipoogde erbij.

      Jessica’s nekharen gingen onmiddellijk overeind staan. ‘Wie heeft de schilderijen gekocht?’ vroeg ze impulsief.

      ‘Dat weet ik niet,’ zei Rob snel. Te snel. Hij loog.

      Jessica dacht vlug na en veranderde van tactiek. Ze had een afschuwelijk voorgevoel, waar ze zo snel mogelijk vanaf moest. ‘Het geeft niet,’ fluisterde ze luid. Ze blufte: ‘Ik weet het.’

      ‘Echt?’ antwoordde hij, terwijl hij zich net iets te hard op zijn lichtpeer concentreerde.

      ‘Jah,’ zei Jessica met een blasé stem die het feit verloochende dat haar hart met de seconde sneller klopte.

      ‘Van wie?’ vroeg Rob en hij klom weer naar beneden.

      ‘Oh, je weet wel,’ zei Jessica alsof hij dat zou moeten weten.

      ‘Want Christopher zei dat we niets moesten zeggen,’ zei hij, een beetje in de war. ‘Ik denk dat hij dacht dat jij niet wilde dat wij wisten wie... je weet wel... maar ik moet toegeven,’ zei hij gepijnigd, ‘dat sinds ik het weet ik me wel rot voel. Ik wil dat je weet dat toen ik ze laatst wanproducten noemde, ik maar een grapje maakte.’

      Jessica’s hart zakte in haar buik. ‘Oh, dat,’ zei ze zwakjes. ‘Maak je er niet druk om. Natuurlijk weet ik dat hij... mijn–’ Ze stopte, nog even hopende dat ze het fout had. Misschien was ze paranoide en zat ze er totaal naast?

      ‘... vader?’ opperde Rob aarzelend.

      ‘Mijn vader...’ Ze zat er dus niet naast.

      ‘O... ké,’ zei Rob, opeens bang dat hij iets had gezegd wat hij niet had mogen zeggen. ‘Maar goed, ik moet nu gaan, maar Jess...’

      ‘Wat?’

      ‘Trek je niets aan van wat de anderen denken, goed? Uiteindelijk is kunst volkomen subjectief,’ voegde hij er aardig aan toe.

      Jessica knikte vaag en forceerde een glimlachje. Ze wist niet waar ze moest beginnen dus probeerde ze het niet eens. Maar terwijl ze Rob gedag wuifde, vermoedde ze dat dat voorgoed was, want hoe kon ze nu nog in de galerie blijven werken? Ze bleef een tijdje vertwijfeld zitten met een volkomen vernederd en meer dan een beetje onnozel gevoel. Het zoveelste baantje naar de haaien, van haar afgenomen. Ze was toe aan lunchpauze; om ontslag te nemen en te bedenken wat ze in godsnaam aan haar bemoeial van een vader moest doen, hoewel niet per se in die volgorde.