Susie

Zaterdag, 23.35

Ik schuif naar achteren op het bed en strijk het dekbed tussen ons in glad. Dan trek ik mijn laarzen uit, gooi ze tegen de muur en kruis mijn benen onder me. “Sorry, mijn voeten stinken een beetje.”

Stringer zit op het uiteinde van het bed en kijkt naar me.

“De mijne zijn vast nog erger,” zegt hij lachend.

“Ik ben nu gewaarschuwd. Trek je schoenen maar uit.”

Hij schopt ze uit. Ik klop naast me op het dekbed en hij gaat er zitten met zijn benen gestrekt naar voren.

“Kijk,” zeg ik, wijzend op zijn tenen, “je tweede teen is groter dan je grote teen.”

“En?”

“Weet je wat ze zeggen over mannen met lange tweede tenen?” lach ik.

“Wat ze ook zeggen, het is niet waar.” Stringer kijkt omlaag naar zijn voeten. “Ik heb de voeten van mijn vader.”

“Vind je vader dat niet lastig?” zeg ik lachend.

“Het maakt hem niet uit, hij is dood.”

“Sorry,” zeg ik en sla mijn hand voor mijn mond.

“Het geeft niet.”

“Wat is er gebeurd?”

Terwijl we praten en Stringer me over zijn vader vertelt, voel ik me steeds dichter bij hem. Elk woord zuig ik in me op tot ik zijn leven in mijn hoofd voor me zie.

Plotseling stopt hij met vertellen en vraagt of hij me verveelt. Ik strek mijn benen uit. “Nee, nee, het is fascinerend,” zeg ik.

Stringer lacht. “Ik herinner me ineens wat hij altijd met mijn voeten deed.”

Hij strekt zijn armen en houdt mijn voeten vast. Ik begin onmiddellijk te giechelen.

“Hij kietelde me hier altijd,” zegt hij. Met zijn vingernagel glijdt hij langs mijn voetzool en ik gil van de lach. “Ga weg,” schreeuw ik en doe een uitval. Stringer giechelt ook en laat niet los. We zijn heftig in gevecht als de deur plotseling openzwaait.

“Susie, ik heb…”

Stringer springt op en ik zie Amy in de deuropening staan. Haar blik glijdt heen en weer van Stringer naar mij en we blozen alletwee.

“Sorry,” zegt ze abrupt en sluit de deur.

Ik kuch. Stringer strijkt zijn broek glad.

“Oeps,” zeg ik.

“Betrapt.”

Ik strek mijn hand uit naar de fles tequila. Stringer zegt niets en we horen het gefluister van de meisjes door de muur heen.

“Ad fundum,” zeg ik en geef hem de fles.

Hij strijkt met zijn hand door zijn haar voor hij de fles aanneemt.

“We moeten ons moed indrinken. Dat hebben we wel nodig met die meiden.”

“Relax, maak je niet druk,” zeg ik lachend. Speels sla ik op zijn arm. Hij kijkt me verlegen aan. “Ik vraag me af wat ze zeggen.”

“Maakt het wat uit? Is het zo erg om hier met mij alleen te zijn?”

Stringer neemt een slok en wrijft zijn mond af met de rug van zijn hand.

“Ze denken vast dat we aan het vrijen zijn.”

“Nou, zou dat zo erg zijn?”

Ik zie dat hij erover piekert en neem een besluit.

“Zal ik je een geheim vertellen?” fluister ik.

“Vertel.”

Ik adem in. Van opzij zie ik hoe zijn haar over zijn voorhoofd valt. Ik wil hem. Ik wil hem zo graag dat het pijn doet.

“Ik wil dat ook,” flap ik eruit.

“Wat wil je ook?” vraagt hij en draait zijn gezicht naar me toe.

“Ik wil…met jou…nu.”

Hij schudt zijn hoofd en kijkt weg. “Dat meen je niet.”

“Ik meen het wel, Stringer,” fluister ik, terwijl ik dichter naar hem toe schuif. “Wil jij niet?”