H.
Zondag, 00.05
Ik kijk hem aan. Mijn hand trilt als hij mijn glas volschenkt.
“Wil je terug naar binnen?” vraagt hij.
Er is zoveel te bepraten en ik ben de hele dag zo zenuwachtig geweest voor dit moment, dat mijn hoofd helemaal leeg is, nu het eindelijk zover is.
“Laten we een stukje lopen,” weet ik uit te brengen.
We wandelen over het grindpad en ik zie hoe onze voeten steeds gelijktijdig neerkomen. Ik ril. Zonder iets te zeggen doet Matt zijn jasje uit en legt het over mijn schouders.
“Dank je,” fluister ik met mijn handen om het glas.
“Zullen we?” Hij knikt naar een bankje onder een taxusboom.
Als we zitten, schop ik mijn schoenen uit en trek mijn knieën op. Zwijgend kijken we samen naar de bomen in het maanlicht. Beneden in de vallei schieten een paar gele lichten over de snelweg, maar verder is het rustig.
Je hoort alleen de wind in de bomen.
“Een mooie bruiloft,” zeg ik en draai me naar Matt toe. “je speech was erg goed.”
“Dank je,” zegt hij.
En weer valt er een onverdraaglijke stilte.
“Matt?”
“Nou?” zegt hij tegelijkertijd en we moeten lachen.
Ik schud mijn hoofd. “Dit is belachelijk. Ik heb je de hele dag ontlopen.”
“Dat weet ik,” zegt hij. “Jammer, want ik had je al eerder willen zeggen dat je er prachtig uitziet.”
Ik kijk over mijn schouder naar hem. “Dank je. Je ziet er zelf ook niet slecht uit.” Als zijn ogen de mijne ontmoeten, slik ik. “Het spijt me echt, Matt.”
“Ik wou net hetzelfde tegen jou zeggen.”
“Ik bedoel van Laurent,” zeg ik. “Ik weet dat jij het weet. Amy vertelde me gisteravond dat Stringer ons had horen praten in het Turkse bad.”
“Ja, maar ik heb er ook niet bepaald fijngevoelig op gereageerd. Al die dingen die ik tegen je gezegd heb…”
“Dan staan we quitte, neem ik aan.”
“Dat lijkt me ook,” zegt hij.
Ik neem een slokje champagne en zucht. Ik kijk naar de donkere lucht en hoor het grind op de oprijlaan knarsen. De gasten beginnen te vertrekken.
“Ik voel me zo leeg,” beken ik.
“Onmogelijk, na al dat eten van Stringer,”
Ik laat mijn hoofd hangen en glimlach.
“Toen ik vandaag in de kerk zat, bedacht ik dat ik het allemaal heb gedaan omdat ik zo’n verdriet had om Gav. Het heeft wel lang geduurd voordat ik dat besefte.”
“En hoe voel je je nu?”
“Wel goed, geloof ik,” zeg ik en haal mijn schouders op.
Matt neemt een slok champagne.
“Toch spijt het me. Van ons, bedoel ik,” zeg ik en draai mijn hoofd weer naar hem toe. “Het was niet mijn bedoeling, maar ik heb je gebruikt.”
Matt geeft geen antwoord. Hij houdt de champagnefles vast en staart naar zijn voeten.
“Weet je? Ik ben voortdurend mijn excuses aan het aanbieden aan allerlei mensen. Hoe komt het toch dat ik altijd alles fout doe?”
Matt buigt voorover en zet zijn ellebogen op zijn knieën. “Je bent niet de enige. Ik moet je ook wat bekennen.”
“O?”
“Ik vind dat je moet weten dat ik Leisure Heaven met opzet geboekt heb. Toen je bleef slapen, heb ik in de enveloppe in je tas gekeken.”
“Dat heb je niet gedaan!”
“Ik wilde je verrassen.”
“Dat is je gelukt.”
Ik schud mijn hoofd, tegelijkertijd beschaamd en verdrietig.
Want het had een goed plan kunnen zijn. In een parallel universum zouden we elkaar gevonden hebben, maar nu is het allemaal voor niets geweest. We zijn erin geslaagd om in korte tijd van kennissen minnaars te worden en van minnaars vijanden.
En nu zitten we met de emotionele bijverschijnselen. Matt schraapt zijn keel.
“En? Hoe zit het met jou? Hoe is het met die Fransman?”
Ik zet mijn benen op de grond en draai me naar hem toe, geschokt omdat hij het nog niet weet. “O, Matt, het is niet wat je denkt. Het was een complete ramp.”
“Dus je ziet hem niet meer?”
“Nee, maar zijn vrouw ziet hem wel. En zijn kinderen.”
En plotseling voel ik me verloren. Het is moeilijk om het te benoemen wat ik voel, maar het lijkt wel alsof ik rouw. Over Gav, over Laurent, over Amy, mijn jeugd, en vooral over mezelf. Ik haal diep adem.
“Die klotekerels, ook,” lacht Matt. Hij lijkt wel te begrijpen hoe ik me voel.
“Ja, klotekerels,” herhaal ik. “Nooit aan beginnen.”
En in plaats van te huilen, lach ik.
Matt schenkt me nog wat champagne in. “Op een nieuwe start,” proost hij.
“Op een nieuwe start,” zeg ik hem na.
Matt schudt zijn hoofd en kijkt de vallei in. Het lijkt of de stilte uren duurt.
“Ik vraag me af hoe het met Jack en Amy is,” zegt hij uiteindelijk. Grappig, want daar zat ik net aan te denken.
“Ze zijn vast hun huwelijk aan het consummeren,” zeg ik.
“Of ze slapen. Ben jij niet verschrikkelijk moe?”
En plotseling besef ik hoe moe ik ben. Ik huiver en gaap tegelijkertijd.
“Kom op,” zegt Matt en hij trekt me omhoog.
Als we bij het huis terugkomen, is iedereen al weg. De manager is aan het afsluiten. Er staat nog een taxi op de oprijlaan en Matt spreekt de chauffeur aan.
“We kunnen hem net zo goed delen,” zegt hij als hij de deur openmaakt. Ik kijk achter me door het raam, blij dat ik in de warmte ben, en de taxi rijdt weg. De manager doet de lantaarns uit bij de hoofdingang. Ik kijk hoe de oprijlaan blauw wordt in het maanlicht en het gazon verdwijnt in de duisternis.
Ik heb geen idee waar we naartoe gaan, maar als ik mijn hoofd tegen Matts arm laat rusten, weet ik wel dat alles goed komt.
EOF