29

Het was een monster, die vrouw. Ze kon zo uit een griezelfilm komen. Het lot had deze afstotelijke vrouw vast op Monika's pad gebracht om haar te straffen. Het leek wel of de priemende ogen dwars door haar heen konden kijken, recht in haar mismaakte innerlijk en om de een of andere reden die Monika niet doorgrondde, had de vrouw kwaad in de zin.

Ze was regelrecht naar huis gereden, was met haar jas nog aan meteen doorgelopen naar de badkamer en daar had ze twee tabletten Xanax ingenomen. Ze had ze zichzelf tegelijk met de slaaptabletten voorgeschreven, maar ze nog niet gebruikt.

Nu hield ze het niet langer vol.

Ze ijsbeerde door de woonkamer, terwijl ze wachtte totdat de tabletten zouden gaan werken, iedere seconde, ieder moment. Er was geen ontkomen meer aan. Het leek wel of er niet genoeg ruimte meer was in haar lichaam en of haar huid ieder moment kon gaan barsten. Ze had het gevoel dat ze zou ontploffen.

En dan haar mobieltje. Dat rinkelde maar en rinkelde maar en ze werd gek van het geluid, maar ze durfde het niet uit te zetten. Het was het bewijs dat er ergens nog steeds een functionerende werkelijkheid bestond en als ze de verbinding daarmee helemaal verbrak, wist ze niet waar dat op uit zou draaien. Ze kon alleen niet begrijpen hoe het allemaal zo had kunnen lopen en wist niet wat ze moest doen om alles weer goed te krijgen.

En toen eindelijk.

Eindelijk voelde ze dat de angst zijn greep verslapte, zijn weerhaken introk en oploste. Haar liet herademen. Dankbaar bleef ze midden in de kamer staan en heette de bevrijding welkom. Stockholm-wit. De kleur op de muur van haar woonkamer. Vreemd dat je hier Stockholm-wit op de muur kon hebben. Maar ook wel mooi. Dat alles kon. Gewoon ademhalen. Rustig en kalm ademhalen. Niets was verder belangrijk. Ze zou gewoon even op de bank gaan liggen en goed doorademen.

Muren van rode baksteen. Een kelder. Ze bevond zich in een kelder, maar ze wist niet van wie die was. Nergens zag ze een deur. Ze zocht met haar handen over de ruwe muur om een kier te vinden of iets van een opening, maar die was er niet. Opeens wist ze dat er een lijk in de muur ingemetseld was; ze wist niet wie, maar wel dat zij dat had gedaan. Ze hoorde een geluid en draaide zich om. Haar moeder zat op haar knieën een orchidee te planten. Ze had een stuk brood in haar hand waar ze stukjes afbrak, die ze op de grond strooide. Columba livia. Erg lekker met cantharellenen toen kwam er een trein. Pernilla stond midden op de rails en het signaal van de trein werd steeds luider. Monika rende zo hard ze kon, maar ze kwam niet dichterbij, ze zou haar niet kunnen redden. Ze moest het signaal zien uit te schakelen, ze moest het signaal tot zwijgen brengen, het moest ophouden.

'Hallo?'

Plotseling hield ze haar mobieltje in haar hand. Ze stond met haar jas aan in de hal, maar was er nog steeds niet echt bij.

'Ja hallo, met Pernilla.'

De stem overtuigde haar ervan dat ze terug was in de werkelijkheid, maar ze was nog aangenaam afgestompt. Ze bevond zich op veilige afstand van alles wat pijn deed of haar bedreigde en zelfs haar lichaam reageerde niet. Haar hart klopte rustig en kalm.

'Hallo.'

'Ik wilde eens horen hoe het me je is. Het ging zo snel laatst, ik dacht dat je misschien ziek geworden was.'

Ziek geworden. Pernilla's woorden weerklonken als een echo. Ziek geworden. Was ze ziek geworden ? Als ze ziek was, zou ze alle recht hebben op een paar dagen uitstel van haar opdracht en had ze dat eigenlijk niet verdiend? Een paar dagen maar? Ze was zo vreselijk moe. Als ze gewoon goed uit kon slapen, zou alles beter worden. Ze zou weer fatsoenlijk kunnen denken, een gestructureerd plan kunnen bedenken voor hoe het verder moest, hoe ze alles op de best mogelijke manier kon oplossen. Nu was ze te moe. Haar hersenen waren een eigen leven gaan leiden en gehoorzaamden haar niet meer. Als ze maar kon slapen, zou alles beter worden.

'Ja, ik ben ziek. Ik lig met koorts in bed.'

'Ach jee, misschien heeft Daniëlla je wel aangestoken, die is ook niet zo lekker.'

Monika antwoordde niet. Als Daniëlla ziek was, moest ze naar haar toe; dat hoorde bij de overeenkomst. Maar ze kon het niet, ze moest slapen.

'Ik zal je niet langer storen als je je niet goed voelt. Je moet maar bellen als je weer op de been bent. Als ik iets voor je kan doen, zeg je het maar, als ik boodschappen voor je moet doen of zo.'

Monika deed haar ogen dicht.

'Dankjewel.'

Ze kon geen woord meer uitbrengen en drukte het gesprek weg. Haar rug gleed langs de voordeur naar beneden en ze bleef op de grond zitten. Met haar ellebogen op haar opgetrokken knieën verborg ze haar gezicht in haar handen. De verdovende werking van de tabletten behoedde haar ervoor de gedachten die langskwamen helemaal te begrijpen. De tere lijn tussen wreedheid en zorgzaamheid. Maar slechtheid, wat was dat? Wie bepaalde dat? Wie kende zichzelf het recht toe een waarheid te definiëren die onder alle omstandigheden voor iedereen gold? Ze wilde alleen maar helpen, rechtzetten, het ongerijmde 'nooit meer' minder onbarmhartig maken. Want je kon echt alles rechtzetten als je maar heel goed je best deed. Dat moest kunnen! Dat moest!

Ze zou Pernilla terzijde blijven staan, iets anders was ondenkbaar. Ze zou onderdanig blijven, ze zou er blijven zolang Pernilla haar nodig had, haar eigen leven opzijzetten, zo lang als nodig was. Toch wist ze dat het uiteindelijk niet genoeg zou zijn. Ze had Pernilla haar man afgenomen en de vader van haar dochtertje, niet haar beste vriendin. Ze ging rechtop zitten en zonder eigenlijk iets te zien, staarde ze strak naar de muur boven de schoenenplank. Ze had het niet eerder gezien, maar dat was de oplossing.

Pernilla moest een nieuwe man ontmoeten. Een man die Mattias' plaats kon innemen op een heel andere manier dan ze zelf ooit zou kunnen. Die een nieuwe vader voor Daniëlla kon worden, de zorg voor het gezin op zich kon nemen en Pernilla de liefde kon geven waarvan Mattias' dood haar had beroofd.

Monika krabbelde omhoog en liet haar jas op de grond vallen. Vervuld van haar nieuwe inzicht voelde ze zich een last lichter. Als ze ervoor zorgde dat Pernilla een nieuwe man ontmoette, zou haar opdracht voltooid zijn, dan zou ze haar plicht vervuld hebben. Ze zouden als vriendinnen met elkaar om kunnen blijven gaan en Pernilla zou de waarheid nooit te horen krijgen.

Monika zou haar schuld aan Mattias hebben ingelost.

Ze liep de slaapkamer in en drukte een slaaptablet uit de metalen strip. Nu moest ze allereerst slapen. Goed uitslapen, zodat haar hersenen haar weer gehoorzaamden. Daarna zou ze gereed zijn om haar nieuwe plan op poten te zetten. Pernilla meenemen naar de kroeg, haar uitnodigen voor een buitenlandse reis, namens haar contactadvertenties op internet en in de krant zetten.

Ze zou het wel regelen.

Het kwam allemaal weer goed.

Ze stapte uit haar kleren en liet ze op de grond vallen. Zodra haar hoofd op het kussen neerkwam, viel ze met een gerust gevoel in slaap, ervan overtuigd dat ze eindelijk de controle weer terug had.