4
Ze ging op de bank liggen en huilde zo hard dat ze dacht dat haar ribben zouden breken. Kari overwoog verscheidene keren naar de flat waar de vrouw woonde terug te keren, Tim te gaan zoeken en hem te vragen of het allemaal geen boze droom was geweest. Om hem te smeken haar te zeggen dat het allemaal niet waar was, dat hij niet verliefd was op een van zijn studentes en besloten had om nooit meer thuis te komen.
Maar ten slotte bleef ze toch op de bank liggen.
De waarheid was zo reëel dat ze verstikkend was. Rond drie uur ’s nachts begon haar hartslag onregelmatig te worden. Het zweet stond op haar voorhoofd en ze voelde zich warm worden. Kari herkende de symptomen. Ze kreeg een angstaanval.
Geen wonder.
Ze knipte de lamp op de tafel aan en pakte haar bijbel die eronder lag. Laat mij iets zien, Heer… geef mij vrede. Ik kan de nacht niet doorkomen.
Ze bladerde even en kwam terecht bij de Psalmen. Ze las een aantal verzen en was op zoek naar beloften van vrede of wraak of op zijn minst van bevrijding. Ze nam de psalmen 48 en 49 door, en toen, van diep uit de zee van verdriet, vonden haar voeten vaste grond.
Die kwam in de vorm van Psalm 50:15: Roep Mij te hulp in tijden van nood. Ik zal je redden, en je zult Mij eren.
Niets van wat Tim gedaan had was eerzaam; in feite schaamde ze zich diep voor hem, voor hen beiden. Maar hier in Gods Woord, tussen alle andere beloften die altijd waar waren, stond er een die voor haar geschreven leek te zijn. Te bedenken dat God haar niet alleen zou bevrijden, maar haar ook de kans zou geven om Hem te midden van deze ramp te eren. Het was voldoende om haar hartslag weer normaal te maken en het gevoel dat ze het warm had verdween.
ROEP MIJ TE HULP IN TIJDEN VAN NOOD. IK ZAL JE REDDEN, EN JE ZULT MIJ EREN.
‘Help me, Heer,’ fluisterde ze in het donker. ‘Ik voel me zo verloren.’
Ze sloot de Bijbel, knipte het licht uit en terwijl ze weer ging liggen, herhaalde ze in het donker de tekst en geloofde de belofte die erin stond. Het was het enige wat haar de nacht deed doorkomen.
Toen ze ’s morgens wakker werd en zich herinnerde dat Tim haar om een andere vrouw verlaten had, en die werkelijkheid haar in een wurggreep nam, belde ze het huis van haar ouders.
‘Hallo?’
Het was haar moeder. Laat zij het alstublieft begrijpen zonder dat ze allerlei vragen gaat stellen, God… alstublieft. Kari wist dat haar stem vreselijk klonk; haar moeder zou zich ongetwijfeld zorgen maken. Ze sloot haar ogen en begon te praten. ‘Hoi, met Kari.’ Ze begon plotseling te snikken en kon niet verder praten.
‘Kari… kind, wat is er? Is alles goed met je?’ Kari voelde zich op een vreemde manier gerustgesteld door de schrik die er in de stem van haar moeder doorklonk, alsof ze eindelijk iemand trof die om haar gaf.
Kari hoestte en probeerde de brok in haar keel weg te slikken. De boosheid en angst van gisteren waren verdwenen en hadden plaatsgemaakt voor een droefheid die ze met geen pen kon beschrijven. ‘Ik moet met je praten.’
‘Zal ik naar je toe komen?’
‘Nee.’ Doordat ze uren gehuild had, voelde Kari zich erg beverig en ze moest er niet aan denken dat ze nu meteen een gesprek zou moeten voeren. ‘Ik kom wel naar jullie toe.’
Even later stapte ze onder de douche en dacht na over wat er van haar leven geworden was. Ze had er geen idee van hoelang Tim zou wegblijven of hoe serieus hij over de scheiding was.
Ze herinnerde zich heel veel goede dingen over hem – zijn vriendelijkheid, zijn gevoel voor humor, zijn intelligentie. Zijn standvastig geloof. Wie zou de kans om met hem uit te gaan niet aangegrepen hebben?
Kari dacht over al die dingen na en besefte dat er één ding was dat alle andere dingen bij elkaar overtrof. Uiteindelijk was dat het geweest waarom ze besloten had om met Tim te trouwen.
Hij had ervoor gezorgd dat ze Ryan Taylor vergat.
Het laatste jaar op de universiteit was voor Kari Baxter een moeilijk jaar geweest. Ze had zich soms zo in de war gevoeld dat ze zich afvroeg hoe ze kans had gezien zich ’s morgens aan te kleden en hoe ze de dag had overleefd.
Toen had het geleken of Tim Jacobs de verhoring op al haar gebeden was geweest. In het bijzonder nadat er een eind aan haar verkering met Ryan was gekomen.
Kari zuchtte. Het zou haar geen goed doen als ze bij Ryan zou blijven stilstaan. Nu niet. Het was maar beter niet meer te denken aan de jongen die eens haar beste vriend was geweest, haar eerste liefde, die plotseling voorgoed uit haar leven vertrokken was.
Het was voorjaar geweest toen Tim in haar leven was opgedoken en Kari was aan haar laatste semester op de Universiteit van Indiana bezig geweest. Hoewel het haar nog steeds duizelde, was ze net begonnen te denken dat ze het wel zou overleven. Ze dacht er zelfs over om aan een Bijbelstudie van de Indiana Memorial Union deel te gaan nemen.
Kari herinnerde zich dat ze zich die dag nogal onverschillig had gevoeld, alsof ze niet echt betrokken was. Ze was tien minuten te vroeg geweest, was in de zaal waar de Bijbelstudie gehouden zou worden aan een tafeltje gaan zitten en had haar hoofd op haar rugzak gelegd.
Tim was een van de mensen geweest die de dag georganiseerd had en ze had gezien hoe hij een paar minuten met een klein, roodharig meisje had staan praten. Hij scheen wat ouder dan de gemiddelde student en Kari had zich afgevraagd of hij misschien een docent was. De meeste clubs van de universiteit hadden een adviseur van de faculteit.
‘Het zal wel niet erg geestelijk zijn, maar je kunt de mensen het beste overhalen met een uitstapje.’ Het meisje gebaarde met haar handen, haar stem flirtend. ‘Heel veel uitstapjes. Ik denk dat een kampeertochtje naar Lake Monroe heel goed zou zijn.’
Kari tuurde naar Tim en merkte op dat hij er best knap uitzag – hij was zo’n een meter tachtig, had zwart haar dat hier en daar al een beetje grijs begon te worden. Zijn blik straalde gevoel voor humor en zelfvertrouwen uit.
Tim glimlachte en schudde zijn hoofd. ‘Ik denk het niet, Ruth.’
Het roodharige meisje keek hem plagend aan. ‘Waarom niet?’
‘Met een stel studenten gaan kamperen?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘En wat dan? Het jaar daarop kunnen we een kinderopvang op de universiteit opzetten voor alleenstaande moeders.’
‘Dat vind ik nou zo leuk aan jou, Tim.’ Het meisje kreeg duidelijk een kleur. ‘Jij denkt over alles na.’
Het meisje zette haar handen in haar zij en onderdrukte een glimlach. Ze laat het er niet bij zitten, dacht Kari afwezig. Ik vraag me af of hij doorheeft dat ze een oogje op hem heeft. Ze wierp een blik op zijn linkerhand. Geen trouwring. Het roodharige meisje flirtte in ieder geval niet met een getrouwde man.
Tim nam een stapeltje folders door die op een tafeltje daar vlakbij lagen. ‘Misschien kunnen we een filmavondje houden of zoiets.’
Ruth haalde haar vingers door haar haar en keek lonkend naar Tim. ‘Kom op zeg, verzin iets originelers.’ Ze glimlachte hem uitdagend toe. ‘We kunnen ’s morgens Bijbelstudie doen en ’s avonds, nou ja… we kunnen een zwemwedstrijd organiseren op een avond, een natte T-shirt wedstrijd op een andere avond en misschien ook nog een dansavondje of…’
Tim trok zijn wenkbrauwen op. ‘Je bent erg creatief, Ruth. Maar het is de eerste bijeenkomst van het semester en we hebben vijf minuten om wat voorstellen te doen die echt op belangstelling kunnen rekenen.’
Het meisje liep wat dichter naar hem toe. ‘Ben jij altijd zo serieus?’
Tim hield zijn hoofd een beetje schuin en grijnsde. ‘Ja, ten aanzien van studenten in ieder geval wel.’
‘O ja?’ klaagde het meisje. ‘Maar ik ben jouw student niet.’
Ruths boodschap was onmiskenbaar, maar Tim schudde alleen maar zijn hoofd en nam de folders verder door.
Het roodharige meisje trok er zich niets van aan en deed nog een stap dichter naar hem toe. ‘Jij denkt dat je te oud voor mij bent, hè?’
Tim legde zijn hoofd in de nek en lachte. ‘Hoe oud denk je dan dat ik ben?’ Maar toen keek hij haar weer aan en zei vriendelijk: ‘Luister eens, ik ga gewoon niet met studenten uit. Oké?’
Kari keek gefascineerd toe. Hoewel ze geen belangstelling voor de man had, bewonderde ze hem niettemin om zijn principes en de manier waarop hij Ruths avances negeerde zonder haar voor het hoofd te stoten.
Toen Tim en Ruth klaar waren met de voorbereidingen voor de bijeenkomst, overhandigde Ruth de naamplaatjes en de welkomstcirculaire aan de studenten die binnendruppelden. Het leek erop dat Tim wilde gaan zitten toen hij Kari in het oog kreeg. Hun blikken kruisten elkaar en toen keek hij van haar weg.
In plaats van te gaan zitten, liep hij in haar richting en begroette op weg naar haar toe verscheidene studenten. Toen hij eindelijk bij haar tafeltje was aangekomen, leek het niet meer dan een beleefdheidsgebaar toen hij zijn hand naar haar uitstak en zich voorstelde. ‘Hallo, ik ben Tim Jacobs. Ik ben zo’n beetje de vertegenwoordiger van de faculteit voor deze gelegenheid. Ik geef zo af en toe een college over journalistiek.’ Hij glimlachte opnieuw toen ze elkaar aankeken. ‘Welkom in ieder geval.’
Toen ze elkaar een hand gaven, kreeg Kari om de een of andere reden een kleur. ‘Dank je wel.’ Ze trok haar hand terug en verborg die onder de tafel. ‘Ik was eigenlijk niet van plan om te komen, maar…’
Tim wachtte, kennelijk een beetje nieuwsgierig, zonder dat hij ook maar even liet merken dat hij meer belangstelling voor haar had dan alleen voor haar antwoord. ‘Maar..?’
Kari haalde haar schouders op. ‘Ik kon wel een verzetje gebruiken.’
Er trok een glimlach over Tims gezicht en ze kreeg het gevoel dat hij wat minder op zijn hoede werd. ‘Kunnen we dat op zijn tijd niet allemaal gebruiken?’ Er viel even een ongemakkelijke stilte tussen hen en Tim keek om zich heen. ‘Een goede opkomst. Meer mensen dan ik verwacht had.’ Hij had nu weer alle aandacht voor haar. ‘We kunnen maar beter beginnen, denk ik.’
Ze spraken elkaar pas weer na de bijeenkomst. Toen Kari wegging, glimlachte Tim naar haar. ‘Was het een goede besteding van je tijd?’
‘Zeker.’ De Bijbelstudie en de daaropvolgende discussie was precies wat ze nodig had.
‘Goed, tot volgende week dan.’
Kari zag Tim pas weer op de volgende bijeenkomst, maar intussen dacht ze een paar keer aan hem terug. Als ze tijdens de middagpauze langs het gebouw liep waar hij college gaf, betrapte ze zich erop dat ze naar hem uitkeek en dat ze zich afvroeg wat hij nu deed. Hij moest achter in de twintig of begin dertig zijn. Hij zou wel verloofd zijn. De meeste mannen van die leeftijd hadden wel een of andere relatie.
Er gingen vier weken voorbij en Kari bleef naar de Bijbelstudie gaan. En hoewel Tim niets ongepasts deed, geen suggestieve opmerkingen maakte of met haar flirtte, had Kari toch het gevoel dat hij in haar geïnteresseerd was. Aan het eind van de vijfde bijeenkomst verlieten Tim en zij het gebouw op hetzelfde moment en hij zag dat ze een hele stapel boeken droeg. ‘Kan ik je helpen?’
Kari probeerde twee van de zwaardere boeken beter vast te pakken. ‘O, heel graag!’
‘Geen probleem.’ Tim nam het grootste deel van de stapel boeken van haar over. ‘Waar ga je heen?’
Ze wees met haar elleboog. ‘Naar de parkeerplaats.’
Terwijl ze naar haar auto liepen, praatten ze samen over de Bijbelstudie. Daarna stonden ze bijna een uur te praten over haar colleges, zijn werk, de kerken waar ze naartoe gingen en wat ze gedaan hadden voordat ze naar de universiteit waren gegaan. Tim was uiteindelijk aan een andere universiteit gepromoveerd, had wat gastcolleges gegeven en had redactioneel werk voor de plaatselijke krant gedaan. Hij was opgegroeid als kind van een zendelingenechtpaar, maar was lange tijd van huis geweest, aanvankelijk voor zijn opleiding en later als journalist. Hij was ten slotte van Chicago naar Bloomington verhuisd.
‘Eigenlijk best raar.’ Hij glimlachte naar haar en Kari had de indruk dat dit de echte Tim Jacobs was, de man die schuilging achter het laagje fineer van onverstoorbaar zelfvertrouwen. ‘We hebben hier op dezelfde universiteit gezeten en we zijn elkaar nog nooit eerder tegengekomen.’
Kari vond dat niet zo vreemd. Ze had zich nauwelijks met het studentenleven op de universiteit bemoeid. Waarom zou ze dat doen als ze toch nog thuis woonde en ze tot november al haar vrije tijd met Ryan door zou brengen? ‘Het is een grote campus.’
‘Ja, dat is zo.’ Hun gesprek haperde en Kari stond op het punt gedag te zeggen toen hij haar doordringend aankeek. ‘Hé, Kari, heb je eigenlijk verkering?’
Zelfs nu herinnerde ze zich nog dat ze een steek in haar hart gevoeld had. ‘Niet meer.’
Tims ogen schitterden en ze kreeg opnieuw de indruk dat hij even liet zien wie hij werkelijk was. ‘Nou, misschien zouden we dan samen een keer uit eten kunnen gaan.’
Kari dacht aan de opmerking die Tim tegen Ruth had gemaakt en hoe hij zich ten opzichte van haar had opgesteld.
‘Ik dacht dat je niet met studenten uitging.’
Hij grinnikte. ‘Je bedoelt Ruth?’
Kari knikte en beet op haar lip om niet te glimlachen. ‘Ik moet toegeven dat je dat goed afging.’
‘Ruth bedoelt het goed.’ Zijn grijns vervaagde. ‘Maar ik ga eigenlijk nooit met studenten uit. Binnenkort werk ik hier fulltime en…’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Dan is dat niet zo’n goed idee.’
‘Maar..?’
‘Maar om eerlijk te zijn, ik ben zelf nog student.’
Ze giechelde. ‘Komt dat even goed uit.’
De volgende vrijdag gingen ze na de Bijbelstudie samen uit eten en een maand later gingen ze samen twee keer in de week naar de bibliotheek – zij studeerde terwijl hij aan zijn dissertatie werkte. Hoe beter ze hem leerde kennen, hoe aardiger ze hem vond – en hoe meer ze hem bewonderde. Hij was intelligent en doelgericht, maar onder zijn intensiteit ging een man schuil die van grapjes hield en die haar vaak aan het lachen maakte. Ze was ervan overtuigd dat Tim Jacobs het ver zou schoppen en ze was benieuwd naar wat hij uiteindelijk zou bereiken.
Terwijl de tijd verstreek, gingen ze meer dan eens met elkaar uit eten. Ze gingen soms samen naar de kerk en zo af en toe bezochten ze een film of een concert. Maar Kari had zich vast voorgenomen om het bij vriendschap te laten. Ze was niet toe aan een nieuwe relatie. En zeker niet omdat ze dacht dat ze nooit over Ryan Taylor heen zou komen.
Kari draaide de kraan dicht, stapte uit de douche en pakte een badhanddoek. Ze dacht aan iets wat haar moeder haar later in dat voorjaar had gezegd.
‘Je gaat toch zeker niet op hem zitten wachten, hè, kind?’ Ze hadden samen de afwas gedaan terwijl Kari’s broers en zussen hun huiswerk deden en met elkaar zaten te praten.
Kari’s hart sloeg een slag over. ‘Wachten? Op wie?’
Haar moeder wierp haar een blik van verstandhouding toe. ‘Je weet heus wel wie ik bedoel.’
‘Ryan?’ Kari’s stem klonk geïrriteerd. Niemand in haar familie had de laatste paar maanden nog over Ryan gesproken. Kari had duidelijk gemaakt dat ze zijn naam niet meer wilde horen. ‘Ik zei je toch dat Ryan en ik voorgoed uit elkaar zijn? Het is voorbij. Einde verhaal. Hij kan wel zonder mij.’
Elizabeth Baxter hield een minuut lang haar mond. ‘Hij blijft niet altijd rugby spelen, Kari.’ Ze beet op haar lip en scheen rechtstreeks in Kari’s hart te kijken. ‘Ik zou het heel erg vinden als je een vergissing zou maken.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Ik weet het niet. Met Tim, denk ik.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Nou ja, ik heb soms het gevoel dat hij niet helemaal oprecht is. Het lijkt wel of hij zijn best doet om indruk op je te maken. En ik denk eigenlijk ook dat hij wat te oud voor je is.’
Kari liet de afwasborstel in het water vallen. ‘Tim en ik zijn alleen maar vrienden, meer niet.’ Toen ze er zeker van was dat ze haar ergernis had laten blijken, pakte ze de borstel weer op en begon te boenen. ‘We bidden in ieder geval samen.’
Haar moeder had daarna niets negatiefs meer over Tim gezegd. Kari en Tim waren het hele semester goede vrienden gebleven, ze gingen zo af en toe met elkaar uit, en Kari hield zichzelf voor dat het zo zou blijven. Maar drie maanden nadat ze vrienden waren geworden, was Tim tijdens een gezamenlijke lunch bijzonder stil geweest.
Toen ze klaar waren met eten, nam Kari een slokje thee en nam ze Tim bedachtzaam op. ‘Goed.’ Ze keek hem spottend aan en hoorde de plagende toon in haar stem. ‘En, wat moeten we nu met Tim?’
‘Hm?’ Tim keek van zijn bord op alsof hij door haar vraag overvallen werd.
Kari slaakte een dramatische zucht. ‘Nu weet ik dat je een bedrieger bent. Mijn Tim zou een beetje gelachen hebben, ook al was ik dan niet zo grappig.’
Tim produceerde een vage glimlach. Aan zijn gezicht zag ze dat dit niet het moment was om grapjes te maken. Ze knipperde even met haar ogen en zei wat vriendelijker: ‘Wat is er, Tim? Waar zit je met je gedachten?’
‘Wil je het echt weten?’
Ze knikte.
Er was iets van verdriet in Tims ogen te lezen waar ze geen verklaring voor had. Hij bleef haar strak aankijken. ‘Oké, ik wil weleens wat meer weten over die bijzondere jongen. Wie is hij?’
‘Die bijzondere jongen?’ Haar hart klopte wild.
‘Die eerste dag dat we daar bij jouw auto praatten, vroeg ik je of er misschien een man was met wie je een bijzondere relatie had.’ Zijn toon was vriendelijk en ze wist dat hij zich kwetsbaar opstelde.
Waar gaat dit heen, Heer? Bewaar me ervoor dat ik hem zal kwetsen.
Tim vervolgde: ‘Uit wat je zei maakte ik op dat het voorbij was.’ Hij wachtte even. ‘Maar dat is niet waar, Kari. Je geeft nog steeds om hem – heel veel. Misschien meer dan je bereid bent toe te geven.’
Ze speelde met het oortje van haar mok. ‘Hoe weet je dat?’
Tim haalde zijn schouders op en het viel haar plotseling op dat hij echt knap was, knapper dan ze aanvankelijk gedacht had. Wel niet zo knap als Ryan, maar hij had een erg innemend, vriendelijk gezicht.
Tim zuchtte. ‘Je praat nooit over hem.’
Kari keek Tim weer rechtstreeks aan en grinnikte ondanks het verdriet dat ze voelde bij het noemen van Ryans naam. ‘Goed, ik zal het je vertellen. Hij heet Ryan Taylor en hij was een vriend van de familie.’
Toen ze Ryans naam noemde, keek Tim haar wat bevreemd aan. ‘Bedoel je Ryan Taylor, de back van het rugbyteam? Die voor de Oklahoma Universiteit speelt? Hij heeft het afgelopen jaar fantastische wedstrijden gespeeld. Bedoel je die Ryan Taylor?’
Tim was na college sportverslaggever geweest en had de rugbywedstrijden gevolgd. Kari had moeten weten dat hij Ryans naam zou kennen. Ze keek naar haar handen en knikte. ‘Ja, die bedoel ik.’
Het bleef even stil tussen hen. Toen duwde Tim zijn stoel achteruit en strekte zijn hand naar haar uit. ‘Nou… het was leuk met je. Maar ik denk dat ik maar beter een andere vrouw kan gaan zoeken op wie ik echt indruk kan maken.’
‘Houd op!’ Kari lachte en pakte zijn pols. ‘Doe niet zo stom.’
Tim ging weer zitten en keek haar met grote ogen aan. ‘Ryan Taylor? Hij is dus die bijzondere man? Echt waar?’
Ze zag dat andere mensen naar hen keken en ze knikte snel en legde haar vinger op haar lippen. ‘Sst… iedereen kijkt naar ons.’
Tim keek geschrokken om zich heen en zakte wat onderuit op zijn stoel. Hij zag eruit alsof iemand hem een stomp in zijn maag had gegeven. ‘Waarom zou een vrouw die verkering heeft gehad met de grote Ryan Taylor, willen lunchen met een man als ik?’ Hij grijnsde en stak een vinger op. ‘Ik weet het al. Omdat je mijn humor waardeert. Heb ik gelijk?’
Kari deed haar hand voor haar gezicht om haar gegiechel te verbergen. Ze boog zich wat dichter naar hem toe en pakte zijn hand in de hare. ‘Nee, Tim, ik vind je grapjes niet leuk.’
Zijn mond zakte open en hij deed net of hij diep gekwetst was. ‘Je vindt mijn grapjes niet leuk?’ fluisterde hij.
Ze lachte deze keer hardop en toen ze uitgelachen was, kneep ze in zijn hand en glimlachte naar hem. ‘Ik bedoel, ik vind je niet leuk om je grapjes, maar ik vind je leuk om wie je bent.’
Tims gezichtsuitdrukking veranderde en het leek wel of hij zich voornam geen aandacht te besteden aan haar liefde van vroeger. ‘Nou, je moet mij in ieder geval vertellen wat er tussen jullie is voorgevallen.’
En dat deed ze. In het daaropvolgende uur praatte ze over haar vriendschap met Ryan, over hun hoogte- en dieptepunten en over het feit dat ze verwacht had met hem te zullen gaan trouwen.
Het gesprek met Tim die dag was een keerpunt voor hen geweest, had hun vriendschap verdiept en de weg gebaand voor een serieuzere omgang met elkaar in de toekomst. Maar Kari twijfelde er nog steeds aan of er iets blijvends uit zou voortkomen, omdat ze van plan was om na haar studie een half jaar met een paar vriendinnen naar New York te gaan. Ze zouden alle drie voor een modellenbureau in de West Side gaan werken.
De avond nadat ze geslaagd was, draaide haar relatie met Tim echter met honderdtachtig graden om.
Haar ouders gaven thuis een groot feest om het slagen van Kari te vieren. Er kwamen die avond heel veel mensen en ook Tim was van de partij. Hij praatte bijna een uur lang met haar vader en tijdens het feest hielp hij haar moeder met het vullen van de schalen met hapjes en het opruimen van de keuken.
Voor het feest voorbij was trok haar moeder haar terzijde en fluisterde haar toe: ‘Misschien heb ik me toch in Tim vergist.’
‘Ja, dat zou kunnen,’ fluisterde Kari terug, in een jubelstemming over het succes van de avond. ‘Niet dat het er wat toe doet. Ik vertrek over een paar weken, weet je nog?’
Haar moeder keek haar even peinzend aan en aarzelde even alsof ze overwoog wat ze vervolgens zou zeggen. Toen zei ze zachtjes tegen haar: ‘Ryan heeft gisteren gebeld. Hij vroeg mij het niet tegen je te zeggen, maar ik wil niet dat je schrikt als hij ineens voor je neus staat.’
Kari zou nooit vergeten hoezeer ze van haar stuk gebracht werd. Kon hij haar niet met rust laten? Hij had haar hart gebroken. Moest hij haar nu nog langer lastigvallen? ‘Hoezo?’
Elizabeth Baxter speelde wat met de theedoek en haar gezicht stond gespannen. ‘Hij wil vanavond langskomen. Laat, als iedereen vertrokken is.’
De paniek die Kari op dat moment voelde, ruïneerde bijna haar avond. Ze wierp een blik op de keukenklok. ‘Hij zal toch zo laat niet meer komen?’
Haar moeder keek haar enigszins in verlegenheid gebracht aan. ‘Hij heeft mij gesmeekt je niets te zeggen.’
De gasten begonnen te vertrekken en plotseling kreeg Kari een idee. ‘Goed.’ Ze keek even naar haar moeder en liep toen naar de woonkamer waar Tim en nog een tiental gasten bij elkaar stonden. ‘Bedankt dat je het me gezegd hebt.’
Zonder op een onderbreking in het gesprek te wachten liep ze naar Tim toe en pakte zijn arm. ‘Kom mee, ik moet met je praten.’ Als Ryan Taylor plotseling onaangekondigd op zou komen dagen, wilde ze voor geen prijs de indruk wekken dat ze geïnteresseerd was. Of nog erger, dat ze de indruk zou wekken dat ze de afgelopen maanden had zitten kniezen omdat ze hem gemist had.
Toen Kari en Tim alleen in de gang stonden, vertelde ze hem wat haar moeder over Ryan had gezegd. Zodra ze Ryans naam noemde, betrok Tims gezicht. ‘Wil je dat ik wegga?’
‘Nee!’ Kari’s stem klonk beslist en ze trok aan Tims mouw om haar ontkenning kracht bij te zetten. ‘Ik wil dat je net doet of je mijn nieuwe vriend bent.’
Tims ogen kregen heel even een dromerige en ernstige blik, die vrijwel meteen daarop plaatsmaakte voor een plagerige twinkeling die haar maar al te vertrouwd was. Als een acteur in een film nam hij haar gezicht teder in zijn handen en bracht hij zijn lippen naar de hare.
‘Tim!’ Ze duwde tegen zijn borst en staarde hem aan. Haar hart klopte wild in een mengeling van gespeelde verontwaardiging en een nieuw, vreemd soort gevoel dat ze in zijn aanwezigheid nog nooit eerder had gevoeld.‘Wat is er?’ Hij keek haar spottend aan. ‘Je zei toch dat ik net moest doen of ik je…’
‘Nee, zo bedoel ik het niet. Kom op, wees eens serieus.’ Ze duwde hem opnieuw van zich af. ‘Als Ryan plotseling op komt dagen, moet je gewoon mijn hand vasthouden tot hij weer weggaat. Goed?’
Ze zag opnieuw een glinstering in Tims ogen, een glinstering waardoor haar hart geheel onverwachts een sprongetje maakte. Een kwartier later liep Ryan het huis binnen en Kari bleef in de woonkamer naast Tim zitten terwijl ze elkaars hand vasthielden zoals ze hadden afgesproken.
Het duurde een paar minuten voordat Ryan in de woonkamer kwam waar Tim en Kari nog steeds naast elkaar op de bank zaten. Haar adem stokte even toen ze hem zag, maar ze keek van hem weg en deed net of ze hem niet had gezien. Niettemin zag ze hoe hij naar haar keek… en dat hij zag dat Tim en zij elkaars hand vasthielden.
‘Kari.’ Hij liep naar haar toe en het drong tot haar door dat ze bijna vergeten was hoezeer zijn aanwezigheid een kamer beheerste. ‘Gefeliciteerd!’
‘Dank je.’ Ze stond samen met Tim op en ze bleven elkaars hand vasthouden.
Terwijl haar vader en moeder Ryan de kamer in volgden en gelijktijdig naar Tims en Kari’s ineengestrengelde handen keken, viel er een pijnlijke stilte. Kari’s hart bonsde zo luid dat ze dacht dat iedereen het zou kunnen horen. Ze wierp haar ouders een smekende blik toe om duidelijk te maken dat ze hun mond moesten houden.
Terwijl ze de badhanddoek om zich heen sloeg en op de rand van het bed ging zitten, probeerde Kari de herinnering van zich af te schudden. Hoewel het jaren geleden was dat ze Ryan voor het laatst had gezien, waren haar herinneringen aan hem even levendig alsof het allemaal pas ’s morgens gebeurd was.
Kari herinnerde zich dat ze die avond nog een keer naar Ryan toe had willen gaan. Om te voelen dat zijn armen haar tegen zijn borst trokken, om zijn hartslag tegen haar gezicht te horen. In plaats daarvan had ze beleefd geknikt en had ze Tim voorgesteld, die nog steeds haar hand vasthield. Ze hadden over de Cowboys gepraat, over de voorjaarstraining en het zomerkamp en Kari kon zien dat Tim onder de indruk was. Ze hadden het nog even over rugby gehad en toen had Ryan afscheid genomen en was vertrokken.
Hoewel Ryan nog steeds in staat was om een deel van haar hart met zich mee te nemen, had Kari hem zien vertrekken zonder toe te geven aan het verlangen dat in haar hart opwelde. Het verlangen om achter hem aan te rennen en hem alles te vergeven wat hij haar had aangedaan om haar te kwetsen. Het verlangen om hem te vragen of hij nog steeds van haar hield.
Op het moment dat hij vertrokken was, had ze zich opgelucht gevoeld.
Ryan had lang geleden al gekozen. Er zou nooit meer iets tussen hen zijn. Kari trok Tim mee naar een rustig plekje op de veranda aan de achterkant van het huis. Zodra ze alleen waren, slaakte ze een diepe zucht, leunde tegen de reling en staarde naar de sterren aan de lucht. ‘Bedankt.’
Tim keek eveneens naar de sterren en zei niets. Maar na een paar minuten draaide hij zich naar haar toe en keek haar aan. ‘Je bent nog steeds verliefd op hem.’
Ze wist nog goed dat zijn opmerking haar van haar stuk gebracht had. Kon Tim gedachten lezen? Had hij al die tijd geweten wat ze voor Ryan voelde? Ze kneep haar ogen dicht en besefte dat het er niet toe deed. Zij en Ryan hadden samen geen toekomst en het deed er niet toe hoe ze er verder over dacht.
Kari draaide zich naar Tim toe en ze keken elkaar aan. Is hij het, Heer…? De gedachte kwam zo maar in haar op en bleef in de avondbries hangen. ‘Het is echt over tussen Ryan en mij. Dat is al een hele tijd zo.’
Tim nam haar op, zijn ogen vriendelijk en warm. ‘Weet je het zeker?’
Kari knikte. ‘Waarom vraag je dat?’
Hoewel de klamme, warme dagen van juli in het nabije verschiet lagen, was dit juni en de nachten waren nog koel. Tim boog zich dichter naar haar toe, pakte haar handen en trok haar naar zich toe tot hun lippen elkaar ontmoetten in een kus die hen beiden naar adem deed snakken. Kari trok zich terug en keek Tim in de ogen. Haar stem was nauwelijks hoorbaar. ‘Je kunt goed acteren.’
Tim bracht zijn hand naar haar gezicht en streelde zachtjes haar wang. ‘Ik speel geen toneel, Kari.’ Hij kuste haar opnieuw, deze keer langer dan ervoor. ‘Dat heb ik nooit gedaan.’
Het begon Kari te duizelen. Ze sloot haar ogen en boog haar kin naar haar borst. ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen.’
Hij stak zijn hand naar haar uit en tilde met zijn vinger heel zachtjes haar hoofd op tot ze hem weer aankeek. ‘Ik meen het, Kari. Ik hield van je vanaf de dag dat ik je voor het eerst ontmoette.’
Er gingen allerlei gedachten door haar heen. Ze zocht naar een antwoord en probeerde de gevoelens, die een aanval op haar hart deden, te duiden. Angst, verlangen, twijfel… en een vreemd gevoel van verraad tegenover Ryan. ‘Maar ik vertrek naar New York…’
Tim legde zijn vinger op haar lippen, trok haar tegen zich aan en bracht haar tot zwijgen met een nieuwe kus. Toen hij een stap terug deed, was zijn stem niet meer dan een bevend gefluister. ‘Denk aan mij als je daar bent. Denk na over wat je wilt. Als je terugkomt, zal ik op je wachten.’
Zal ik op je wachten…
Voordat ze weer naar binnen gingen, pakte Tim opnieuw haar hand vast en bad hardop dat God Kari de diepte van zijn gevoelens en de oprechtheid van zijn bedoelingen zou laten zien.
Daarna verliepen Kari’s zes maanden in New York in een waas van fotosessies en vrije tijd waarin ze in haar dagboek schreef. Toen ze thuiskwam, was ze er zeker van dat ze haar gevoelens voor Ryan eindelijk achter zich had gelaten. Haar gevoelens waren voor Tim en voor Tim alleen. Een week na haar terugkeer naar Bloomington vroeg Tim Jacobs haar ten huwelijk en nu twijfelde ze geen moment meer.
Vijf maanden later waren ze getrouwd. Tim was inmiddels gepromoveerd en had als docent een aanstelling aan de universiteit gekregen. Hij zegde zijn baan op bij de krant, maar bleef zijn wekelijkse column op de redactionele pagina schrijven. De telefoon rinkelde vrijwel dagelijks voor fotosessies waarin Kari als model optrad. In een van de oudere wijken vonden ze een huis dat hen aanstond, op slechts enkele minuten afstand van de universiteit – en van haar ouders en familie. Hun hele leven had er toen veelbelovend uitgezien.
Kari kleedde zich aan, borstelde haar haar en knipte de föhn aan. De warme luchtstroom verdampte haar herinneringen aan het verleden. Ze kreeg tranen in haar ogen en vroeg zich af of ze ooit nog zou lachen.
Hoe kon alles zo eindigen, Heer? Kari klemde haar kiezen op elkaar. Hoe kon hij mij dit aandoen?
Ze haalde nog een laatste keer de borstel door haar haar, draaide zich om en liep de deur uit. Het was die morgen vrij koud, maar over een paar minuten zou ze terug zijn in het warme huis waarin ze was opgegroeid, zou ze haar moeder in de armen vallen en zou ze proberen iets te bedenken waardoor ze Tim tot andere gedachten zou kunnen brengen, zodat hij niet van haar zou scheiden
En hoe ze Tim ooit weer zou kunnen liefhebben als hij echt van haar wilde scheiden.