22
Kari probeerde die morgen vier keer Tim op zijn kantoor te bereiken, maar toen hij niet opnam, besloot ze haar spullen te pakken, naar huis te gaan en haar toekomst onder ogen te zien. Diep in haar hart had ze geen andere keus dan herinneringen aan Ryan Taylor – ook de recente herinneringen – achter te laten in het verleden.
Waar ze hoorden.
Het was tijd om alles weer in orde te maken met Tim, zeker nu hij contact had opgenomen met dominee Mark. Dat telefoontje en het telefoongesprek met haar moeder gisteravond waren de tekenen waarom ze gebeden had, het bewijs dat Tim nog een kans wilde hebben.
Terwijl Kari zich douchte en aankleedde, waren er twee dingen die haar bezwaarden: schuldgevoel en een steeds duidelijkere bewustwording.
Het was verkeerd geweest om Ryan te kussen, verkeerd geweest om net te doen of de tijd niet was verdergegaan sinds de laatste keer dat ze samen waren geweest. Door het feit dat ze haar daden kon rechtvaardigen, werden ze nog niet minder erg. Nee, het schuldgevoel verraste haar niet. Het was de toenemende bewustwording van haar verantwoordelijkheid waardoor alles vanmorgen zo anders leek.
Vóór gisteravond was ze ervan overtuigd geweest dat Tim de oorzaak was van hun vastgelopen huwelijk. Maar sinds ze wakker was geworden uit de nachtmerrie lieten herinneringen steeds meer een veel evenwichtiger beeld zien.
Ze herinnerde zich de keer dat Tim in het begin van de zomer was thuisgekomen van zijn werk met een boeket rozen en een paar toegangskaartjes voor een uitvoering. Ze had hem voor de bloemen bedankt, maar had het avondje samen uit niet zien zitten. ‘Ik heb morgenochtend om acht uur een fotosessie; ik was van plan vroeg naar bed te gaan.’ Het drong nu pas goed tot haar door hoe teleurgesteld Tim was geweest. Hij had haar willen verrassen met iets liefs, maar ze had het te druk gehad om het op te merken.
En er waren ook nog andere momenten geweest. Hij had haar soms, in de verwachting een complimentje van haar te krijgen, een van zijn columns gegeven die ze dan terzijde had gelegd om het later te lezen. Meestal was ze daar dan helemaal niet meer aan toegekomen. Nu ze terugkeek, was ze er zeker van dat haar gebrek aan belangstelling hem gekwetst had.
En dan waren er nog de conferenties en de bijeenkomsten op de universiteit waar hij haar graag mee naartoe had willen nemen. Dat was op zeker moment alleen maar een picknick geweest met een paar stellen die hij van de universiteit kende. Ze was bang geweest dat ze haar niet serieus zouden nemen omdat ze niet intellectueel genoeg was en ze had haar hoofd geschud.
‘Ga jij maar, schat.’ Bij de herinnering aan haar reactie kromp ze een beetje in elkaar. ‘Ik heb nog zo veel te doen.’
Ze had wel tijd gehad om met Ryan naar het meer te gaan, maar ze kon zich de tijd niet heugen dat ze ergens met Tim – gewoon om het samenzijn – heen was geweest. Wanneer ben ik er eigenlijk mee begonnen hem meer te behandelen als iemand die nu eenmaal bij mij hoort dan als een vriend? Daar had ze geen antwoord op en ze kon zich voorstellen dat haar geestige, charmante echtgenoot stilzwijgend de smoor in kreeg en eenzaam werd terwijl zij zich bezighield met allerlei onbelangrijke dingen.
Geen wonder dat hij vatbaar was geweest voor de charmes van iemand als Angela Manning. De vrouw had waarschijnlijk de kans om dingen met hem te doen met beide handen aangegrepen, al was het alleen maar om samen met hem te gaan lunchen.
Ongetwijfeld was ze de metgezel die Kari eens was geweest.
Kari probeerde zich te herinneren wat er zo belangrijk was geweest om Tims uitnodigingen af te slaan en ze wist dat ze dat had gedaan omdat ze het gevoel had niet aan zijn verwachtingen te voldoen. Tims columns gingen vaak over thema’s waar ze nauwelijks of geen belangstelling voor had en hij beweerde soms dingen waar ze het niet mee eens was, maar ze wist niet hoe die te weerleggen. En Tims collega’s en hun echtgenotes – nou ja, daar had ze genoeg van na dat vreselijke gesprek over boeken tijdens het diner. Als ze niet aan het roddelen waren over het beleid van de universiteit, praatten ze altijd over dingen in het buitenland en meeslepende boeken en films. Als je in hun gezelschap was, leek het wel of ze hun best deden om de slimste van het groepje te zijn en om zo veel mogelijk namen te laten vallen.
Ze had noch het verlangen noch de moed om deel te nemen aan het universiteitswereldje. En daarom had ze zich er zo veel mogelijk aan onttrokken. Ze kon zich nu voorstellen dat Tim met die andere echtparen had staan praten, zijn best had gedaan om slim over te komen en ook allerlei namen had laten vallen. Maar altijd alleen.
Nee, Tim was beslist niet de enige die een bijdrage had geleverd aan de problemen in hun huwelijk. Bij de gedachte aan zijn verhouding voelde Kari zich nog steeds misselijk worden. Er zouden maanden, jaren van herstel voor nodig zijn om hun huwelijk weer te laten worden wat het eens was geweest. Maar vanmorgen was ze – als gevolg van haar schuldgevoel en verantwoordelijkheid – bereid om het te proberen en verlangde ze ernaar om naar huis te gaan om de scherven weer op te rapen.
Toen ze zich voor de spiegel ronddraaide en haar figuur bekeek, merkte ze dat haar buik wat ronder was geworden. Hun baby groeide in haar – hun baby, een deel van haar, een deel van Tim.
Plotseling besefte ze dat ze niet alleen naar huis wilde maar dat ze er ook naar uitkeek.
Die gevoelens had ze nog steeds toen ze een uur later het garagepad van hun huis op reed. De gordijnen voor de ramen waren dicht, zoals ze het huis had achtergelaten en het leek of alles stil was in het huis. Maar de garagedeur stond open en ze zag Tims auto op de oprit staan. Was hij naar huis gekomen?
‘Tim?’ riep ze hoopvol toen ze via de garage het huis binnenkwam. Geen antwoord.
Toen liep ze naar de keuken en zag op het aanrecht de lege whiskyfles staan. Wat had dit te betekenen? Haar adem stokte. Maar ze dwong zich om verder het huis in te gaan. Door de eetkamer, waar een stapeltje niet-geopende brieven op de tafel lag en waar haar trouwfoto van de muur was gehaald. Door de woonkamer, de trap op, de gang door naar hun slaapkamer. God, help mij hierdoor. Alstublieft.
Ze nam de nog resterende stappen door de gang en maakte zachtjes de deur naar de slaapkamer open. Tim lag op bed, gekleed in een trainingsbroek en een T-shirt, en snurkte luid. De hele kamer stonk naar alcohol, braaksel en zweet. Terwijl haar ogen zich aan het donker aanpasten, werd ze overvallen door een vlaag van afkeer.
Ze had alle moed die God haar gegeven had nodig om zich niet om te keren en naar het huis van haar ouders terug te rijden. Help me, God.
Toen ze op haar tenen de kamer binnenliep, was ze er vrijwel zeker van dat hij zou wakker worden van het bonzen van haar hart. Met wie had hij gedronken? Was Angela hier geweest?
Kari knarsetandde en staarde naar Tim.
Was dit de man met wie ze getrouwd was? De man door wie ze gedacht had dat ze Ryan zou kunnen vergeten? De man die gezworen had dat hij nooit een druppel drank zou aanraken?
De man die beloofd had haar trouw te blijven tot de dood hen zou scheiden?
Als in trance liep ze de kamer door en liet zich in een stoel bij het bed zakken. Haar maag kwam in opstand en ze voelde zich misselijk worden. Ze had drie keer de neiging om haastig naar de badkamer te rennen, maar ze slaagde erin zich te beheersen. Ze had na het ontbijt niets meer gegeten en ze wist dat haar misselijkheid ook met haar zwangerschap samenhing.
Maar het was duidelijk meer dan dat alleen. Tim draaide zich in zijn roes om en een zure lucht van alcohol en zweet deed een aanval op haar zintuigen. Op de grond lagen wat boeken en verspreide papieren en vuil wasgoed.
Kari stond op om weg te gaan, maar bleef staan toen ze aan haar trouwtekst dacht: Liefde verdraagt alles.
Ze zette haar kiezen op elkaar, ging weer zitten en pakte de armleuningen beet. Haar gevoelens van schuld en verantwoordelijkheid waren verdwenen – samen met haar verlangen om weer tot verzoening te komen. In de kern van haar bestaan lag een rotsvaste zekerheid dat God wilde dat ze haar man lief zou hebben. Maar als hun liefde zo zou moeten zijn, wist Kari niet hoe ze die een leven lang zou kunnen verdragen.
Twee uur lang – totdat de slaap zo goed was om haar te overvallen – bleef Kari Tim gadeslaan zoals ze naar een griezelfilm gekeken zou hebben. Maar deze keer was het monster haar echtgenoot en de afschuw was even reëel als haar achternaam.
Tim Jacobs was er zeker van dat het beeld van Kari in de stoel naast hem samenhing met de door alcohol opgewekte hallucinatie, een gevolg van de kater zoals hij die nog niet eerder had meegemaakt. Hij tilde zijn hoofd op en tuurde met half dichtgeknepen ogen naar haar voordat hij weer terugviel op het kussen. Een ding was zeker: zelfs midden in een droom was Kari nog steeds de mooiste vrouw die hij ooit had gezien.
Waarom ben je hier? Door de alcohol die hij eerder die morgen had gedronken, kon hij nog steeds niet helder denken en hij haatte zichzelf intens dat hij de drank niet door de gootsteen had gespoeld. Hij nam Kari’s slapende gestalte op terwijl schuld zich langzaam en geniepig naast hem in het bed vlijde en zich als een boaconstrictor om zijn middel slingerde. Ben je gekomen om mij te kwellen?
Pas toen Kari haar ogen opendeed, besefte hij dat hij niet droomde. En plotseling kon hij alles zien, ruiken en voelen vanuit Kari’s perspectief – zijn eigen bedwelming, de kleding en boeken die over de vloer verspreid lagen, de whiskyfles in de keuken.
Toen dat goed tot hem doordrong, krabbelde hij van het bed, stommelde naar de badkamer, waar zijn lichaam een poging deed om zich in tien minuten van alle drank van de afgelopen tijd te ontdoen. Maar hoe vaak zijn maag zich ook samentrok, het kon hem niet bevrijden van zijn innerlijke angst, de schuld en de kwelling dat Kari hem zo zou zien.
Toen hij niets meer had om over te geven, veegde hij met de rug van zijn hand zijn mond af en schuifelde weer naar het bed. Hij ging zitten en draaide zich om zodat hij Kari’s gezicht kon zien. Er kon maar één reden zijn dat ze hier nu was en hij knipperde met zijn ogen om zijn tranen tegen te houden. Zij was het enige goede wat hem ooit ten deel was gevallen en nu had hij haar verloren.
Nee, hij had haar niet verloren; hij had haar kapot gemaakt.
‘Heb je de scheidingspapieren bij je?’ vroeg hij.
Kari staarde hem aan en hij kromp ineen toen hij het verdriet in haar ogen zag. ‘Nee.’
Geen papieren? Het duizelde Tim toen hij zich probeerde voor te stellen waarom ze dan wel was gekomen. Terwijl hij nadacht over wat de reden zou kunnen zijn, zag hij een paar tranen over haar wangen glijden.
Toen ze die met de mouw van haar bloes wegveegde, voelde hij dat ze zich probeerde in te houden. Zijn ademhaling was oppervlakkig en zijn hart klopte wild. Wat kon er gebeurd zijn dat ze op zo’n manier huilde? Waren het haar ouders? Was er iemand ziek? Hij stak zijn hand naar haar uit maar stopte halverwege. Het laatste wat ze nu zou willen, was zijn aanraking.
‘Waarom ben je gekomen, Kari?’
‘Ik ben je vrouw en ik ben zwanger.’ Kari stond op en ging tegenover hem op het bed zitten. De tranen stroomden nu over haar wangen. ‘Ik wil thuis zijn. Ik heb je nodig.’
Ze schoof wat dichter naar hem toe. Zijn adem stokte toen hij haar hand op zijn schouder voelde en hij was onmiddellijk waakzaam. ‘Ik ben hier omdat ik nog steeds geloof in wat we hebben. Wat we zouden kunnen hebben. We hebben problemen, maar ik geloof dat God ons kan genezen.’
Ieder woord, elke lettergreep schilderde hoop en leven en mogelijkheid in de delen van zijn hart die dood en begraven waren geweest. Ze was uiteindelijk bereid om hem te vergeven. Hij verdiende niets anders dan haar woede, maar hier zat ze hem te vertellen dat ze nog een kans hadden. Dat ze bereid was bij hem te blijven en zijn kind te dragen.
In gedachten telde hij de redenen, een voor een, die ze had om hem te verlaten. Angela, het liegen, het drinken – dat allemaal. Iedere verkeerde beslissing die hij had genomen kwam als een zware last op zijn rug terecht en hij wist dat hij geen adem zou krijgen zolang hij er niet onderuit kroop.
Hij keek haar aan en smeekte haar zwijgend te geloven wat hij nu ging zeggen. ‘Het spijt me heel erg, Kari. Heel erg.’ Hij raakte met zijn vinger haar wang even aan om zich ervan te overtuigen dat ze er echt was, dat ze daar echt zat na alles wat hij haar had aangedaan.
Ze deed haar mond open maar er kwamen geen woorden. Ze knikte alleen maar, haar gezicht rood en nat van tranen. Toen, alsof ze niet langer de kracht had om rechtop te blijven zitten, zakte ze langzaam tegen hem aan. Aarzelend en met angst in het hart legde hij zijn hand op haar rug en hield haar vast terwijl ze snikte.
Tim had er geen idee van hoeveel tijd er verstreken was, maar eindelijk hoorde hij haar bevend ademhalen. ‘Ik wil… ik wil dat we weer bij elkaar zijn. Maar ik weet het niet.’ Ze snufte. ‘We… we hebben therapie nodig.’
Als ze tegenwerpingen had verwacht, kwamen die niet. Tim knikte snel alsof er een gewicht van zijn schouders viel. ‘Ik zal dominee Mark bellen.’
Ze leunde nog steeds tegen hem aan en hij voelde dat ze weer huilde. ‘Het spijt me. Ik was niet van plan om me zo te laten…’
‘Nee, Kari.’ Het idee dat ze zich nu zou gaan verontschuldigen na alles wat hij gedaan had, was te veel voor hem om te kunnen verdragen. Hij hield zijn adem in, wist dat zelfs de kleinste ademtocht een stroom van emoties zou losmaken die hij niet de baas zou kunnen.
Toen zijn longen bijna barstten, haalde hij drie keer snel adem, knarste zijn tanden en kneep zijn ogen dicht toen een golf van verdriet door hem heen ging. Toen huilde hij zoals hij nog nooit gehuild had.
Na verloop van tijd sloeg hij ook zijn andere arm om Kari heen. Hij hield haar stevig vast, een omhelzing zoals hij eens op het nieuws had gezien toen een man ten onrechte bericht ontvangen had dat zijn vrouw bij een vliegramp was omgekomen. Toen ze elkaar weer op de luchthaven ontmoet hadden, hadden de camera’s dat moment vastgelegd. De diepe gevoelens die in die omhelzing tot uiting waren gekomen, herinnerde Tim zich tot op de dag van vandaag.
Nu wist hij wat die man gevoeld had.
Want toen Tim wakker was geworden en Kari tegenover hem had zien zitten, was alles in zijn leven ten dode opgeschreven. Hij had geen recht op wat ze aanbood, geen enkele reden waarom hij dat waard zou zijn. Maar hier was ze en ze bood hem een nieuwe kans om te leven en alles wat daarmee samenhing.
Toen hij weer op adem was gekomen, fluisterde hij woorden die hij met iedere vezel van zijn bestaan meende.
‘Kari, ik beloof je dat… dat ik de rest van mijn leven mijn best zal doen om het weer goed te maken met je.’