12

Tim Jacobs lag op Angela’s bed tv te kijken. Hij zapte van de ene zender naar de andere tot hij op een man stuitte die een verhaal afstak. De man, een jaar of vijftig, zag er conservatief uit en had een boek in zijn hand. Tim kneep zijn ogen een beetje dicht om beter te kunnen zien wat het was. In de afgelopen twee uur had hij bijna een hele fles wijn opgedronken en hij moest zijn best doen om het beeld op het scherm goed te kunnen zien.

Angela was op een mat naast het bed haar oefeningen aan het doen. Ze keek verveeld op. ‘Hé, kom op zeg, zap naar een ander kanaal. Ik kan die tv-dominees niet uitstaan.’

Maar om de een of andere reden kon Tim er niet toe komen om naar een ander programma om te schakelen. De prediker – als het al een tv-dominee was – behoorde niet tot het type met de wilde haren. In zijn ogen was iets van bewogenheid te lezen en misschien ook iets van gedrevenheid.

Tim liet de afstandsbediening uit zijn hand glijden. ‘Ik was vroeger ook een prediker.’ Hij praatte een beetje slepend en hij moest zijn best doen om goed te kunnen zien. ‘Ik vertelde de wereld over Jezus.’

Angela ging rechtop zitten, staarde hem spottend aan en barstte toen in lachen uit. ‘Jij? Een prediker?’

Iets in haar toon irriteerde Tim en bracht het verdriet dat hij voelde aan de oppervlakte. Hij pakte de fles en schonk zich nog een glas in. Toen hij wat wijn in het bed morste, werd Angela nijdig. ‘Hé, schat, laat die wijn nu maar eens staan. Een beetje is goed voor je – maar niet zo veel.’

Haar woorden waren weloverwogen en beheerst. Hoewel ze af en toe een glas met hem meedronk, had ze niet zijn behoefte aan alcohol, een behoefte die iedere dag groter scheen te worden. Ze had zelfs geprobeerd zijn drankgebruik te beperken op een manier die hem alleen maar ergerde. Wie dacht ze wel dat ze was? Hij was helemaal niet afhankelijk van drank en hij was er niet aan verslaafd zoals zijn oom Frank. Hij had af en toe wat drank nodig om op de been te blijven. Daardoor hoefde hij niet voortdurend aan Kari te denken.

Tim keek in de kamer om zich heen. De muren schenen op hem af te komen. Angela’s slaapkamer was altijd klein geweest, vooral door alle fitnessapparaten die ze in een hoek had staan. Maar nu leek de kamer claustrofobisch. Hij dronk met een slok zijn halve glas leeg en schudde toen zijn hoofd om weer beter te kunnen zien.

Hij vond het verschrikkelijk dat hij begon te brabbelen als hij te veel gedronken had, haatte de misselijkheid en de hoofdpijn en dat zijn lichaam, zodra de gevolgen van de drank verdwenen waren, opnieuw naar alcohol verlangde. Om zichzelf te bewijzen dat hij niet verslaafd was, beperkte hij zijn drinkpatroon tot drie of vier avonden in de week en af en toe een slok uit de fles die in de la van zijn bureau lag.

Hij dronk niet meer dan een aantal van zijn collega’s.

De prediker zei iets en Tim tuurde opnieuw en probeerde te volgen wat de man zei. ‘De boodschap van Christus’ liefde kunt u vinden in Jesaja, hoofdstuk 61,’ zei de man. ‘God zelf zal de vervallen fundamenten van uw leven herstellen. Hij zal u geven vreugdeolie in plaats van een rouwgewaad. Hij zal u verlossen, wie u ook bent, waar u ook bent…’

Angela snoof verachtelijk en Tim draaide zich op tijd naar haar toe om te zien dat ze haar ogen liet rollen. Ze grinnikte op een neerbuigende manier.

‘Wat is er zo grappig?’

Ze keek hem grijnzend aan en met zijn benevelde ogen zag hij haar licht heen en weer zwaaien als iemand die in een bootje op zee zit. ‘Begrijp je niet wat hij aan het doen is?’

De kamer begon rond te draaien en Tim voelde diep van binnen een steeds grotere frustratie. Hij zette zijn wijnglas neer en keek haar dreigend aan. ‘Wat begrijp ik niet?’

Ze wees naar het tv-scherm. ‘Precies waarover we het op college gehad hebben. Het is gewoon manipulatie – gewoon weer zo’n reclameboodschap.’ Met een soepele beweging kwam ze overeind en klom naast hem op het bed. Ze kroop tegen hem aan, zoende hem op zijn schouder en in zijn hals en ten slotte op zijn lippen voordat ze haar betoog afmaakte. ‘Eerst vertelt hij je hoe slecht alles er voor staat, zodat je jezelf slecht gaat vinden; en dan vertelt hij je wat je daaraan moet doen.’ Ze glimlachte. ‘God verkopen is net zoiets als pillen verkopen. “O, wat ben je dik. Hier heb ik wat pillen voor je.”’

‘Waar heb je het over?’ Hij begreep niet helemaal wat dieetpillen met evangelisatie of met God te maken hadden en zijn toenemende duizeligheid hielp niet echt om het beter te begrijpen.

‘Ik bedoel’ – ze kuste hem opnieuw – ‘dat we geen behoefte hebben aan wat hij ons probeert te verkopen, want wat we hebben, is gewoon fantastisch zoals het is.’

Ze keek hem aan en scheen te wachten tot hij iets terug zou zeggen. Ten slotte slaakte ze een diepe zucht, leunde achterover op haar ellebogen en strekte haar lange benen voor zich uit. Ze draaide haar enkels een paar keer, keerde zich toen weer naar hem toe en keek hem doordringend aan. ‘Luister Tim, ik weet dat je je rot voelt over die… over die scheiding. Maar je moet er niet over blijven tobben. Je moet voor jezelf opkomen. Je zou met mij kunnen meegaan naar het fitnesscentrum… om wat oefeningen te doen. Dat helpt misschien een beetje… denk je ook niet?’

Tim staarde haar aan, een beetje geërgerd over haar bezorgde toon. Voor het eerst drong het tot hem door dat de hartstocht die hij voor haar voelde aan het vervagen was. Wat een week geleden nog fantastisch en bedwelmend had geleken, scheen nu cynisch en egocentrisch.

‘Begrijp me niet verkeerd,’ zei ze. ‘Ik vind je nog steeds geweldig.’ Ze glimlachte, kroop wat dichter tegen hem aan en kuste hem, kennelijk in de verwachting dat hij positief zou reageren.

Maar hij voelde zich plotseling misselijk worden. Hij duwde haar van zich af en stommelde naar de badkamer.

Hij viel op zijn knieën en braakte.

‘Gaat het?’ Er klonk bezorgdheid door in haar stem, maar hij kon geen antwoord geven.

Tegen de tijd dat de krampen minder werden, had hij zijn hoofd zo ver in de toiletpot gestoken dat zijn kin bijna het water raakte. Hij snakte naar adem en ging weer langzaam op zijn knieën zitten. In gedachten hoorde hij zowel de woorden van de prediker als die van Angela en ze achtervolgden hem. Hij zal u geven vreugdeolie in plaats van een rouwgewaad… Het is gewoon manipulatie – gewoon weer zo’n reclameboodschap… God zelf zal de vervallen fundamenten van uw leven herstellen… wat we hebben is gewoon fantastisch zoals het is.

Hij bleef lange tijd naast het toilet op de vloer zitten. Angela klopte een paar keer op de deur, haar stem eerst bezorgd en toen geërgerd. Hij gaf nauwelijks antwoord en na een poosje hield ze op met kloppen. Eindelijk werd het stil in het flatje.

Hij begon plotseling bang te worden. Zijn angst werd zo erg dat hij nog nauwelijks adem kon halen. Hij stond op, veegde met de rug van zijn hand zijn mond af en liep tastend langs de muur terug naar de slaapkamer.

Het was donker in de kamer en Angela lag met haar rug naar hem toe, haar handen onder haar hoofd als een kind en haar soepele lichaam stijf en stil. Hij wist niet of ze sliep of net deed alsof, maar op de een of andere manier wist hij dat er iets veranderd was. Dit was de vrouw die hem in vuur en vlam had gezet, maar nu voelde hij zich alleen maar bedroefd en oud en op de een of andere manier… veracht. Het verstikkende gevoel werd erger en hij bracht afwezig zijn handen naar zijn nek alsof hij daardoor de spanning zou kunnen wegnemen.

Ik stik. Help mij, God.

Plotseling dacht hij terug aan iets anders wat de prediker gezegd had. Tim liet zich op de vloer zakken, sloot zijn ogen en probeerde zich de woorden te herinneren.

Bekeer je… bevrijd je uit de boeien van de vijand.

Tim hield zijn adem in. Werkte zijn herinnering eindelijk weer of was dit God die tot hem sprak? Nu, na al die dagen van stilte? Uiteindelijk was Tim van Hem weggelopen.

Tim legde zijn handen om zijn keel en probeerde te slikken. Ja, dat was het. Boeien van de vijand. Die verstikten hem.

Hij kwam moeizaam overeind, vond zijn kleren en schoenen en zag kans om zich aan te kleden. Het was drie uur ’s nachts en hij moest om negen uur op zijn werk zijn. Hij sjokte naar Angela’s woonkamer en bracht de volgende uren half slapend in een stoel door. Voordat Angela wakker werd, sloop hij de flat uit en reed naar huis, voor het eerst sinds hij Kari had verlaten.

Zijn sleutel paste nog steeds in het slot – iets wat hij zich had afgevraagd. Hij keek om zich heen. ‘Kari?’

Er kwam geen antwoord. Hij probeerde het opnieuw en liep langzaam naar hun slaapkamer. Het bed was opgemaakt en Tim besefte dat Kari waarschijnlijk nog steeds bij haar ouders logeerde. Hij voelde iets van irritatie en toen een golf van berouw. Hoe kon hij het haar kwalijk nemen dat ze niet thuis wilde zijn?

Terwijl hij in de kamer die ze gedeeld hadden om zich heen keek, schoot er een herinnering door zijn hoofd, en toen nog een en nog een. Hij en Kari, die ten overstaan van dominee Mark en de gemeente van de Clear Creek Community Kerk hun geloften uitspraken. Hij en Kari, die hand in hand door het park liepen. Hij en Kari, lachend en pratend en…

De verstikkende angst was terug en Tim liet zich op de schone beddensprei zakken. Zijn blik viel op het nachtkastje en op het boek dat daar nog steeds lag, dat hem riep en hem herinnerde aan een ander leven, het leven dat hij geleefd had voordat hij Angela had ontmoet. Hij stond op en staarde naar het boek. Het was in leer gebonden en zijn naam stond erop gedrukt.

Zijn bijbel, die dominee Mark hem gegeven had toen hij zich had aangesloten bij de kerk nadat hij zich met Kari had verloofd.

Zoals een man zich aan een reddingstouw vastgrijpt, ging Tim op de rand van zijn bed zitten en klemde het boek tegen zijn borst aan. Help me, God… Ik red het niet.

Hoelang was het geleden? Tim dacht terug en herinnerde zich maanden en jaren waarin hij net gedaan had of hij gelezen had… Kari gezegd had dat hij gelezen had. Maar in werkelijkheid? Hij kon zich de laatste keer dat hij in de Bijbel gelezen had niet meer herinneren.

Zijn handen beefden als een gevolg van zijn kater. Hij klemde het boek nog steviger tegen zich aan en beheerste zich toen voldoende om de omslag open te slaan. Op de eerste bladzij waren woorden geschreven, woorden van dominee Mark.

Tim schudde zijn hoofd en deed zijn best om de geschreven woorden te lezen. Hij keek opnieuw, bracht zijn gezicht dichter bij de opengeslagen bladzij en tuurde naar de woorden. Het begon met een citaat uit Jesaja: ‘Welnu, dit zegt de Heer… Wees niet bang, want Ik zal je vrijkopen, Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van Mij.’

Onder het citaat had de dominee geschreven: ‘Denk hieraan, Tim, Gods aanbod van verlossing is voor altijd. Dominee Mark.’

Vrijkopen? Gods aanbod van verlossing? Tim sloot zijn ogen en ergens dicht bij zijn slapen begonnen trommels te roffelen. Hij had het sterke gevoel dat er, als hij zijn hand maar even van deze bijbel af zou halen, een hele wolk demonen op hem neer zou dalen, die hem rechtstreeks mee zouden nemen naar de hel.

Verlossing?

Tim keek opnieuw naar de opgeschreven woorden en zag dat dominee Mark het telefoonnummer van de kerk eronder had geschreven. Hij deed zijn ogen weer dicht. De kamer draaide om hem heen. Niet zo snel als eerst, maar niettemin werd hij overspoeld door een nieuwe golf van misselijkheid, sterker dan de laatste.

Verlossing. De televisiedominee had daar toch ook over gesproken? Of misschien was het allemaal niet meer dan een boze droom, een idiote nachtmerrie met de bedoeling dat hij de dingen waarvan hij zo hield, de levensstijl waarvoor hij gekozen had, op te geven.

Er kwam plotseling een herinnering bij hem boven. Iemand die iets zei, iets ernstigs. De woorden werden duidelijker.

God zal je keus altijd respecteren.

Tim schudde nogmaals zijn hoofd en probeerde de vertrouwde woorden te begrijpen. God zou zijn keus respecteren – waar had hij dat eerder gehoord? Seconden verstreken, toen minuten en plotseling herinnerde hij het zich weer. Dominee Mark had dat gezegd, tijdens zijn preek toen hij hen getrouwd had. Wat had hij ook al weer precies gezegd? Iets over een keus maken om elkaar – of God – lief te hebben. Ergens voor kiezen.

Hij wist het weer en hij kneep zijn ogen stijf dicht om zich alles precies te kunnen herinneren. Het was een waarschuwing. De dominee had hun gezegd dat, als ze ooit besloten God niet op de eerste plaats te stellen…

Tim hoorde in gedachten de stem van de dominee nu zo duidelijk dat het wel leek of hij hem nu direct aansprak. ‘God zal je keus altijd respecteren.’

Was dat het?

Tim had gekozen voor een levensstijl van vrijheid, onafhankelijkheid van God, en respecteerde God die keus nu?

De roes van de alcohol verdween nu snel en in plaats daarvan kreeg hij hevige hoofdpijn. Zijn maag protesteerde en hij voelde zich misselijk worden. Hij wilde zo graag een borrel dat hij hem bijna proefde en de vloeistof in zijn keel voelde branden.

Wat heb ik gedaan, Heer..?

In gedachten zag hij Kari en hij vroeg zich af hoe haar familie zou hebben gereageerd. Hij werd door een nieuwe emotie overvallen en hij besefte dat het haat was. Zelfhaat. Hoe had hij haar dit aan kunnen doen zonder haar zelfs maar te bellen? Hij had alleen haar moeder een keer gebeld en…

Tim voelde tranen in zijn ogen branden en hij kneep ze stijf dicht. Wat voor man was hij eigenlijk? Hij was het niet waard om verzoening te krijgen – helemaal niet. Hij pakte de telefoon, hield hem in zijn hand en overwoog zijn mogelijkheden. Hij sloeg zijn bijbel weer open op de eerste bladzij. Daar stond het nummer, door dominee Mark duidelijk opgeschreven onder zijn naam. Het nummer van de Clear Creek Community Kerk.

Hij had de telefoon nog steeds in zijn hand. Tim slikte een paar keer en begon het nummer in te toetsen. Hij was nog een toets verwijderd van dominee Mark, een toets verwijderd van alles te belijden en hem, of wie er ook maar wilde luisteren, te smeken om een tweede kans. Een toets verwijderd van de verzoening waarover die man op tv afgelopen nacht gepreekt had.

Zijn hand bleef zweven boven het laatste cijfer en plotseling verdween zijn angst. Hij werd woedend, zo erg en zo reëel dat hij een wrange smaak in zijn mond kreeg. Hij drukte op de uitknop en zette de telefoon met een klap weer terug.

Wat was hij? Gek? Een dominee bellen omdat de man jaren geleden iets in zijn bijbel gekrabbeld had? En wat dan? Moest hij de man vertellen dat hij op een andere vrouw verliefd was geworden? Of dat hij zo af en toe dronk om van zijn schuldgevoel af te komen? Of dat hij niet helemaal wist wat God met dit alles te maken had?

Hij klemde zijn kiezen op elkaar en overwoog zijn volgende stap. Het was ochtend, tijd om wat te eten, zijn tanden te poetsen en aan het werk te gaan. Vandaag geen alcohol. Vanavond pas. Hij kreeg even een beeld van Kari in gedachten, betoverend mooi en helemaal alleen, maar hij zette het snel van zich af. Zijn huwelijk was voorbij; zijn oude leven was dood en begraven.

Dominee Mark had gelijk gehad. Tim had zijn keus gemaakt en God geen andere mogelijkheid gelaten dan die te respecteren. Het was zijn eigen verantwoordelijkheid om een zo aangenaam mogelijk leven te leiden. Met Angela natuurlijk. Hij haalde drie pillen uit het medicijnkastje in de badkamer, slikte ze door met een glas water en liep naar de keuken.

Verzoening? Hij verzette zich tegen het idee en keek in de koelkast of hij iets te eten kon vinden.

Verzoening? Die kans was hij maanden geleden al kwijtgeraakt, de eerste keer dat hij de vrouw bedroog die eens zijn hele wereld was geweest.

Image

Dirk Bennet zat in zijn truck en hield zijn blik op het huis van de professor gericht. Hij ademde snel en oppervlakkig en zijn hart bonsde. Dat was natuurlijk niets nieuws. Zijn trainer zei dat het een van de bijverschijnselen was van het sterker worden. Een geringe prijs.

Met trillende hand krabbelde Dirk het adres van de professor op een blocnootje. Hij was er niet helemaal zeker van of hij de informatie nog nodig zou hebben, maar je wist maar nooit.

Dirk keek op het klokje op het dashboard en zag dat het half zeven ’s ochtends was. Hij zat hier al vanaf een uur of vijf toen hij de professor uit Angela’s flat was gevolgd. Hij had gedacht dat de professor een paar minuten naar zijn huis zou gaan en dan weer terug naar Angela – in dat geval was het plan heel eenvoudig.

Dirk zou hem op afstand volgen. Dan, voordat professor Jacobs de kans had om de deur van Angela’s flat te bereiken, zou hij in het donker naar hem toe sluipen en het pistool tegen zijn hoofd drukken. Dirk zou de man zo kalm mogelijk uitleggen dat de affaire helemaal verkeerd was. Dat hij terug moest gaan naar zijn knappe vrouw en Angela verder met rust moest laten.

Maar nu begon het licht te worden. Dirk zuchtte van frustratie. Hij moest om zeven uur in het fitnesscentrum zijn voor zijn oefeningen. Hij startte de motor. Dit was niet het juiste moment om de confrontatie met de professor aan te gaan. Het was best mogelijk dat hij de man helemaal niet bang hoefde maken. Dat hij nu al zo lang in zijn eigen huis was, betekende misschien wel dat hij weer teruggekeerd was naar zijn vrouw. Maar ook al was dat niet het geval, dan had Dirk een nieuw plan, een plan dat hij het afgelopen uur had bedacht.

Hij kon niet al zijn vrije tijd gebruiken om Angela en haar minnaar in Bloomington te volgen. Wat zou dat bewijzen? Dat hij een of andere krankzinnige stalker was?

Nee, daar kon niets goeds uit voortkomen.

Maar stel dat Dirk gewoon harder ging trainen, een sterke fysieke conditie zou opbouwen, en dan zijn kans zou afwachten om Angela alleen te spreken te krijgen om haar ten huwelijk te vragen. Zoals hij afgelopen jaar had moeten doen. Dat leek een goed plan. Angela zou dan ongetwijfeld uit eigen beweging van de professor weggaan.

Hij deed het handschoenenkastje open en zag het pistool naast een flesje met pillen liggen. Hij slikte nu drie keer zo veel pillen als eerst. Helemaal niet gevaarlijk, had de trainer hem gezegd. Niets illegaals. Gewoon een beetje extra om zijn kracht te verbeteren en tegen december een kilo of tien meer spieren te hebben.

Hij reed weg en tegen de tijd dat hij het parkeerterrein van de universiteit op reed, had hij een glimlach op zijn gezicht. Het was een goed plan, maar het kon geen kwaad dat hij het adres van professor Jacobs nu wist. Zijn mogelijkheden werden er alleen maar groter door.

En Dirk was gek op mogelijkheden.

Image

Angela werd een uur voordat de colleges zouden beginnen wakker, en voor het eerst sinds Tim bij haar was ingetrokken, was zijn kant van het bed leeg.

Ze rekte zich uit en kreunde. Haar spieren waren stijf, gespannen, vooral in haar nek. Ze dacht terug aan de vorige avond en begon zich plotseling zorgen te maken.

Stel je voor dat Tim van gedachten was veranderd. Misschien was hij teruggegaan naar huis om het goed te maken met Kari en zijn huwelijk weer op de rails te krijgen.

Angela kromp ineen bij die gedachte. Hoe vervelend het ook was om een verhouding te hebben met een getrouwde man en hoe zorgelijk het ook was dat hij steeds meer dronk, het was erger als hij van haar weg zou gaan en weer zou terugkeren naar zijn vrouw. Ze ging weer liggen en vroeg zich af hoe het mogelijk was dat haar leven zo gecompliceerd was geworden.

Sinds de dag dat haar vader hen in de steek gelaten had, had ze zich voorgenomen om de keuzes die ze had gemaakt, te vermijden. Ze wist nog precies hoe ze zich toen had gevoeld. Ze was nog maar een kind geweest en had de ruzies van haar ouders beneden moeten aanhoren. Ze kon zich de gesprekken nog herinneren.

‘Ik houd niet meer van je; het is voorbij. Ik houd van iemand anders.’ Het was dezelfde stem die haar vader gebruikte als ze als klein meisje niet naar bed wilde gaan. Die stem betekende dat hij het meende, dat hij vastbesloten was – geen discussie meer mogelijk.

‘Ga alsjeblieft niet weg.’ Haar moeder huilde en Angela hoorde aan haar stem dat het serieuzer was dan de andere keren dat ze ruzie maakten. ‘Ik zal alles doen wat je wilt, maar ga niet weg. We hebben je nodig.’

Haar vader had geen woord meer gezegd. Hij liep alleen de trap op, ging naar Angela toe en kuste haar terwijl hij haar haren streelde. ‘Dag, lieverd. Het spijt me.’

Nadat haar vader was weggegaan, was haar moeder nooit meer dezelfde geworden. Ze bleef werken en verrichtte alle handelingen automatisch. Maar de twinkeling in haar ogen was voorgoed verdwenen en Angela had er tot op de dag van vandaag verdriet van. Die avond in haar kamer was het laatste wat ze van haar vader vernomen had, tot ze, toen ze net op de middelbare school zat, bericht ontvangen hadden dat hij bij een auto-ongeluk in California was omgekomen.

Angela wist nog goed hoe ze zich gevoeld had toen ze het bericht hoorde, al de gevoelens die haar hart belaagden, de beslissingen die ze genomen had.

Ten eerste zou ze een andere vrouw nooit aandoen wat die naamloze vrouw haar moeder had aangedaan. Ze zou getrouwde mannen hoe dan ook mijden.

Ten tweede, als liefde iemand kon kapotmaken zoals haar moeder was kapotgemaakt, zou ze haar hele leven vrijgezel blijven. Ze zou nooit als haar moeder worden, achtergelaten met een kind en een man smeken om te blijven. Nooit. Alleenstaand, onafhankelijk, alleen verantwoordelijk voor haarzelf om vreugde in het leven te hebben.

O zeker, ze was al vaker met mannen uitgegaan. Jongens zoals Dirk Bennett, die alleen maar als tijdverdrijf dienden. Maar ze had haar hart te diep begraven om zich er zorgen over te maken dat ze het ooit aan een man zou verliezen.

Maar dat was allemaal veranderd toen ze Tim had ontmoet.

Val niet voor hem, had ze zichzelf gewaarschuwd. De professor was een getrouwde man, een man die zich al met hart en ziel had overgegeven aan zijn vrouw.

Maar nadat ze in de herfst was teruggekeerd naar de universiteit, was Angela er zeker van dat Tims hart niet langer toebehoorde aan de vrouw met wie hij was getrouwd.

Hij had het aan haar gegeven.

Ze haalde een keer diep adem. Ze hoefde zich geen zorgen te maken. Tim zou weer terugkomen. Want hoe vervelend hij zich de afgelopen nacht ook had gedragen, en waar hij vanmorgen dan ook mocht zijn, hoezeer ze haar eigen voornemens dan ook geweld aandeed, ze wilde wat ze gevonden had niet kwijtraken. In zijn armen voelde ze zich veilig, veiliger dan ze zich ooit als kind had gevoeld. Hij was grappig en charmant, een briljant schrijver en leraar met een charisma dat haar had aangetrokken vanaf de eerste dag dat ze hem had ontmoet.

Anders dan haar vader was Tim de enige man van wie ze ooit echt gehouden had. De enige man die toestemming had om in haar ziel te kijken.

Angela sloot haar ogen en stelde zich het verdriet voor dat zijn vrouw nu moest hebben. Heel even voelde ze iets van schuld en spijt en ze dacht terug aan een woord dat de televisiedominee de vorige avond had gezegd. Verlossing. Alsof mensen zoals Tim en zij de kans hadden om de dingen weer goed te maken met een heilige God.

Ze draaide zich op haar zij en staarde uit het raam van de flat. Ze maakte zich geen zorgen over God of verlossing of wat dan ook, maar alleen om de man van wie ze hield.

En bovendien, ze had de hemel al gevonden. Dat was geen plaats ver weg in de wolken waar ze heen ging als ze stierf.

Dat was hier in de armen van professor Tim Jacobs.