13
Het vlees was nog bleek. Er hingen parels vet aan, net zweet dat door het rooster droop om daaronder sissend op de hete kolen terecht te komen. Dunne slierten rook dreven lui omhoog en gaven de lucht een scherpe, blauwe gloed.
Tina fronste haar wenkbrauwen toen ze in een van de rauwe hamburgers op de barbecue prikte. ‘Ik zei toch dat ie niet warm genoeg was.’
‘Wacht nou gewoon even,’ zei Jenny.
‘Als we nog veel langer wachten, is het te laat. Hij moet heter.’
‘Je gaat er niet nog meer spiritus op gooien.’
‘Waarom niet? Zo gaat het de hele nacht duren.’
‘Dat kan me niet schelen. Dat spul is giftig.’
‘Kom op nou, ik sterf van de honger.’
We zaten in de achtertuin van de kleine cottage waar ze met zijn tweeën woonden. Het was eigenlijk niet meer dan een plaatsje, een rommelig stukje gras dat aan twee kanten door een wei werd omzoomd. Maar het was afgeschermd – alleen de slaapkamerramen van het buurhuis keken erop uit – en je had uitzicht op het meer een paar honderd meter verderop.
Tina prikte nog een laatste keer in de burgers en wendde zich tot mij. ‘Wat denk jij, als arts? Vind je dat we het risico moeten lopen op een spiritusvergiftiging of kunnen we maar beter doodgaan van de honger?’
‘Een compromis,’ stelde ik voor. ‘Haal de burgers eraf en doe er dan wat spiritus op. Dan gaan ze er niet naar smaken.’
‘God, wat hou ik van een man die praktisch kan nadenken,’ zei Tina terwijl ze een doekje pakte om daarmee het rooster van de kolen af te halen.
Ik nam nog een slok van mijn biertje, meer om mezelf iets te doen te geven dan dat ik dorst had. Mijn aanbod om te helpen was afgeslagen – wat gezien mijn kookkunst waarschijnlijk wel slim was. Maar daardoor had ik ook niets te doen, niets om mijn gedachten af te leiden van mijn zenuwen. Jenny leek zich net zo ongemakkelijk te voelen en leek langer bezig met het neerzetten van het brood en de salades op de witte plastic picknicktafel dan strikt noodzakelijk. Ze zag er bruin en slank uit in een wit vestje en een korte spijkerbroek. We hadden elkaar begroet toen ik binnenkwam, maar verder hadden we bijna geen woord met elkaar gewisseld. Als Tina er niet was geweest, vraag ik me af of er sowieso was gepraat.
Gelukkig was Tina niet iemand die ongemakkelijke stiltes liet vallen. Ze kletste aan één stuk door, een opgewekte monoloog die ze af en toe onderbrak met instructies aan mij dat ik de sladressing moest maken, binnen de keukenrol moest pakken die ook dienst deed als servet of nog meer bier moest openmaken voor ons drieën.
Dat het alleen bij ons drieën bleef, was overduidelijk. Ik wist niet of ik opgelucht moest zijn dat ik niet met nog meer mensen te maken zou hebben of dat ik spijt moest hebben dat ik nu niet kon opgaan in het grote geheel.
Tina besprenkelde de houtskool rijkelijk met spiritus. ‘Shit,’ schreeuwde ze en ze sprong achteruit toen de vlammen uit de barbecue sloegen.
‘Ik zei toch dat je er niet nog meer op moest doen,’ lachte Jenny.
‘Dat is niet mijn schuld. Er kwam te veel uit!’
De barbecue was gehuld in rook. ‘Nou, hij is nu wel heet genoeg, zo te zien,’ merkte ik op, terwijl de hitte ons allemaal een stukje achteruit deed gaan.
Tina sloeg me op mijn arm. ‘Vanwege die opmerking mag je nog wat bier gaan pakken.’
‘Denk je niet dat we beter eerst het eten kunnen verplaatsen?’ vroeg ik.
De rook had de plastic picknicktafel omhuld waar de onafgedekte salades op stonden.
‘O, verdorie.’ Tina sprong de wolk in om snel de schalen te redden.
‘Het is makkelijker als we gewoon het geheel verplaatsen,’ zei ik en ik begon de tafel te verschuiven.
‘Help hem even, Jen, ik heb mijn handen vol,’ zei Tina, een schaal pasta omhooghoudend.
Jenny keek haar zuinigjes aan, maar zei niets terwijl ze de andere kant van de tafel optilde. Samen trokken, of liever: sleepten, we de tafel uit het rookgordijn. Toen we hem wilden neerzetten, begaven de poten aan haar kant het. De tafel wankelde en de borden en glazen gleden naar de rand toe.
‘Kijk uit!’ gilde Tina. Ik dook naar voren en het lukte me de tafel recht te zetten voor alles eraf viel. Mijn hand raakte die van Jenny toen ik het volle gewicht van de tafel op me nam.
‘Als je wilt loslaten, ik heb hem,’ zei ik.
Ze liet haar kant verder zakken, maar de tafel begon weer te schommelen. Ze greep hem snel vast.
‘Ik dacht dat je dit had gemaakt,’ zei ze tegen Tina, die kwam aansnellen.
‘Dat heb ik ook gedaan! Ik heb wat papier tussen die losse poten gedaan.’
‘Papier? De tafel had een grondige beurt nodig!’
‘Niet alleen de tafel.’
‘Tina!’ zei Jenny blozend en ze probeerde ondertussen haar lachen in te houden.
‘Kijk uit! De tafel!’ waarschuwde Tina toen die weer begon te wankelen.
‘In plaats van toe te kijken, kun je beter een schroevendraaier of zoiets gaan pakken!’
Tina repte zich door het gordijn van glazen kralen dat in de keukendeur hing. Terwijl we daar zo stonden en samen de tafel vasthielden, glimlachten we wat verlegen naar elkaar. Maar het ijs was gebroken.
‘Je bent vast blij dat je hier bent,’ zei Jenny.
‘Het is wel een unieke ervaring.’
‘Ja, het is niet overal zo chic als hier.’
‘Nee, dat zie ik.’
Ik zag dat haar ogen naar de grond flitsten. ‘Eh, ik weet niet hoe ik je dit moet zeggen, maar je wordt nat.’
Ik keek omlaag en zag dat er een flesje op de tafel was omgevallen en dat het bier het kruis van mijn spijkerbroek doorweekte. Ik probeerde de stroom bier te ontwijken, maar het enige effect daarvan was dat mijn broekspijp nu nat werd.
‘O jezus, niet te geloven,’ zei Jenny, en we barstten allebei in lachen uit. We stonden nog steeds te lachen toen Tina met een schroevendraaier terugkwam.
‘Wat is er met jullie aan de hand?’ vroeg ze en ze zag toen de natte plek op mijn broek. ‘Zal ik later terugkomen?’
Toen de tafel eenmaal gemaakt was, werd er een slobberige korte broek voor me tevoorschijn getoverd. Die was van Tina’s ex-vriendje geweest, vertelde ze. ‘Maar je mag hem wel houden. Die komt hij echt niet meer halen,’ voegde ze er grimmig aan toe.
Dat kon ik me gezien de drukke kleuren goed voorstellen. Maar het was beter dan mijn met bier doorweekte broek, dus ik ging naar binnen om me te verkleden. Toen ik terugkwam in de tuin begonnen Tina en Jenny allebei te giechelen.
‘Mooie benen,’ was Tina’s commentaar, waarop ze allebei weer in lachen uitbarstten.
De hamburgers sisten inmiddels boven de hete kolen. We aten ze met wat salade, het brood en de fles wijn die ik had meegenomen. Toen ik Jenny’s glas wilde bijvullen, aarzelde ze even.
‘Een bodempje.’
Tina trok haar wenkbrauwen op. ‘Weet je dat zeker?’
Jenny knikte. ‘Het gaat prima, hoor.’ Ze zag mijn vragende blik en trok een gezicht naar me. ‘Ik heb suikerziekte, dus ik moet goed letten op wat ik eet en drink.’
‘Type een of twee?’ vroeg ik.
‘God, ik vergeet de hele tijd dat je arts bent. Type een.’ Dat had ik al verwacht. Dat was de meest voorkomende vorm van suikerziekte voor iemand van haar leeftijd. ‘Maar het is niet heel erg. Ik heb een lage insulinedosis. Dr. Maitland heeft me die voorgeschreven toen ik hier kwam wonen,’ voegde ze daar verontschuldigend aan toe.
Ik nam aan dat ze zich schaamde dat ze naar ‘de echte’ dokter was gegaan in plaats van naar mij. Daar had ze zich geen zorgen over hoeven maken. Dat was ik wel gewend.
Tina rilde overdreven. ‘Ik zou flauwvallen als ik mezelf elke dag een injectie moest geven zoals zij.’
‘O, kom op, zeg, zo erg is het niet,’ protesteerde Jenny. ‘Het is niet eens een echte naald, maar zo’n soort pen. En hou er nou maar over op. Straks durft David geen wijn meer te nemen.’
‘Ik hoop het niet!’ verklaarde Tina. ‘Ik heb iemand nodig die mij bijhoudt!’
Ik hield haar niet bij, maar op aandringen van Jenny liet ik mijn glas vaker bijvullen dan ik eigenlijk wilde. De volgende dag was het zaterdag en het was een lange week geweest. En bovendien had ik het naar mijn zin. Ik kon me niet herinneren wanneer ik het voor het laatst zo leuk had gehad sinds…
Sinds een lange tijd.
Toen we klaar waren met eten, zakte de sfeer even in. Het schemerde inmiddels en in het vager wordende licht zag ik dat Jenny naar de tuin en het meer staarde. Ik zag haar gezicht betrekken en kon wel raden wat ze ging zeggen.
‘Ik vergeet steeds wat er is gebeurd. Het maakt dat je je… nou ja, een beetje schuldig voelt, hè?’
Tina zuchtte. ‘Ze wilde vanavond afzeggen. Dacht dat mensen er misschien aanstoot aan zouden nemen als we gingen barbecuen.’
‘Ik dacht dat het oneerbiedig zou overkomen,’ zei Jenny tegen mij.
‘Waarom?’ vroeg Tina fel. ‘Ga je me soms vertellen dat andere mensen geen tv kijken of een biertje drinken in de pub? Het is heel triest en eng en zo, maar we hoeven toch geen ruw boetekleed aan te trekken om ons medeleven te tonen.’
‘Je weet best wat ik bedoel.’
‘Ja, maar ik weet ook hoe de mensen hier zijn. Als ze besluiten dat ze voor iemand de messen gaan slijpen, doen ze dat, ongeacht wat ze wel of niet hebben gedaan.’ Tina pauzeerde even. ‘Oké, ik overdreef een beetje, maar het is waar.’ Ze keek nadrukkelijk naar mij en zei: ‘Daar ben jij toch onlangs ook achter gekomen?’
Ik besefte toen pas dat ze de roddels moesten hebben gehoord. ‘Tina,’ waarschuwde Jenny haar.
‘Nou, we hoeven toch niet net te doen alsof we van niks weten. Ik bedoel, natuurlijk wil de politie met de arts uit het dorp spreken, maar je hebt maar één iemand nodig die daar vraagtekens bij zet en opeens beschuldigt iedereen je. Het is gewoon het zoveelste voorbeeld van hoe bekrompen de mensen hier zijn.’
‘En wat een grote mond ze hebben,’ zei Jenny scherp. Het was de eerste keer dat ik zag hoe fel ze kon zijn.
Tina negeerde haar uitval. ‘Het is beter om het gewoon openlijk te bespreken. Er wordt hier al genoeg gefluisterd. Ik ben hier opgegroeid, jij niet.’
‘Het klinkt alsof je niet echt dol bent op Manham,’ zei ik, in een poging van onderwerp te veranderen.
Ze glimlachte dunnetjes. ‘Als ik de kans krijg, ben ik weg. Ik snap mensen zoals jullie niet, die hier uit vrije wil naartoe komen.’
Er viel plotseling een stilte. Jenny stond op. Ze was bleek weggetrokken. ‘Ik ga even koffie zetten.’
Ze liep vlug het huis in en het kralengordijn zwiepte achter haar heen en weer. ‘Shit,’ zei Tina. Ze glimlachte schuldbewust. ‘Een grote mond, zoals ze al zei. En een beetje aangeschoten,’ voegde ze daaraan toe en ze zette haar glas wijn op tafel.
Ik dacht eerst dat de ongemakkelijk stilte met mij te maken had, maar ik begreep opeens waardoor het kwam. Wat de reden voor Jenny’s reactie ook mocht zijn, het had niets met mij te maken. ‘Gaat het wel goed met haar?’
‘Ze is gewoon kwaad op haar tactloze huisgenoot, denk ik.’ Ze staarde naar de keukendeur alsof ze overwoog achter Jenny aan te gaan. ‘Luister, het is niet aan mij om daar iets over te zeggen, maar je moet weten dat ze vorig jaar een nogal nare ervaring heeft gehad. Daarom is ze hierheen gekomen, om eraan te ontsnappen, zeg maar.’
‘Wat voor nare ervaring?’
Maar ze schudde haar hoofd al. ‘Als ze het je wilt vertellen, zal ze dat zeker doen. Ik had waarschijnlijk mijn mond moeten houden. Ik dacht alleen… nou ja, dat je het moest weten. Jenny vindt je aardig, dus… O god, ik ben mezelf echt in de nesten aan het werken. Kunnen we net doen alsof ik niets heb gezegd? Laten we het ergens anders over hebben.’
‘Oké.’ Nog in verwarring door wat ze net had gezegd, zei ik het eerste wat in me opkwam. ‘En wat voor roddels heb je nou over mij gehoord?’
Tina trok een gezicht. ‘Dat heb ik aan mezelf te danken, hè? Niks eigenlijk, gewoon roddels. Dat de politie je had ondervraagd en dat… nou ja, dat je werd verdacht.’ Ze keek me aan met een glimlach die brutaal moest overkomen, maar niet helemaal dat effect had. ‘Maar dat word je toch niet?’
‘Niet voor zover ik weet.’
Daar nam ze genoegen mee. ‘Dat bedoelde ik nou over dit kleredorp. Mensen zijn altijd bereid het ergste te denken. En als er dan zoiets gebeurt…’ Ze wapperde met haar hand door de lucht. ‘Daar ga ik weer. Weet je, ik denk dat ik maar met de koffie ga helpen.’
‘Kan ik iets doen?’
Ze was al onderweg. ‘Nee, laat maar. Ik stuur Jen wel naar buiten om je gezelschap te houden.’
Ik bleef achter in de avondstilte en dacht aan wat Tina had gezegd. Jenny vindt je aardig. Wat had dat te betekenen? En belangrijker, wat deed dat met mij? Ik maakte mezelf wijs dat het de alcohol was die had gesproken, dat ik er niet te veel achter moest zoeken.
Maar waarom was ik dan opeens zo zenuwachtig?
Ik stond op en liep naar het lage stenen muurtje aan de zijkant van de tuin. Het licht was nu helemaal verdwenen en de velden waren opgelost in het donker. Een zuchtje wind woei vanaf het meer en voerde de troosteloze roep van een uil mee.
Ik hoorde iets achter me. Jenny was naar buiten gekomen en had twee mokken in haar hand. Ik stapte van het muurtje af, terug in de lichtbundel die uit de open keukendeur viel. Ze schrok toen ik uit de schaduwen tevoorschijn kwam en morste wat koffie over haar handen.
‘Sorry, ik wilde je niet aan het schrikken maken.’
‘Het is niet erg. Ik had je alleen niet gezien.’ Ze zette de mokken neer en blies op haar handen.
Ik gaf haar een stuk keukenpapier. ‘Gaat het?’
‘Ik overleef het wel.’ Ze veegde haar vingers af.
‘Waar is Tina?’
‘Nuchter aan het worden.’ Ze pakte de mokken weer op. ‘Ik heb niet gevraagd of je melk en suiker wilt.’
‘Twee keer “nee”.’
Ze glimlachte. ‘Goed geraden.’ Ze liep met de koffiemokken naar het muurtje, waar ik stond. ‘Aan het genieten van het uitzicht?’
‘Wat ik ervan kan zien, ja.’
‘Het is prachtig als je van velden en water houdt.’
‘En hou jij daarvan?’
Ze stond naast me en keek naar het meer. ‘Ja, eigenlijk wel. Ik ging vroeger altijd zeilen met mijn vader.’
‘Doe je dat nog wel eens?’
‘Ik heb het al heel lang niet meer gedaan. Maar ik vind het nog steeds heerlijk bij het water. Ik denk vaak dat ik eens een boot moet huren. Gewoon een kleine, ik weet dat het meer te ondiep is voor iets groots. Het is zo zonde om er zo dichtbij te wonen en er nooit op uit te gaan.’
‘Ik heb een dinghy als dat goed genoeg is.’
Ik zei het zonder erbij na te denken. Maar ze keerde zich enthousiast naar me toe. Ik kon in het maanlicht zien dat ze lachte. Ik werd me bewust van hoe dicht we bij elkaar stonden. Dicht genoeg om de warmte van haar blote huid te voelen.
‘Echt?’
‘Nou ja, hij is niet echt van mij. Hij is van Henry. Maar ik mag hem gebruiken.’
‘Weet je dat zeker? Ik bedoel, het was niet bedoeld als een hint of zo.’
‘Weet ik. Bovendien kan ik wel wat beweging gebruiken.’
Ik verraste mezelf met die opmerking. Waar ben je mee bezig? Ik keek naar het meer, blij dat ze mijn gezicht niet goed kon zien. ‘Wat zou je zeggen van zondag?’ hoorde ik mezelf zeggen.
‘Dat zou geweldig zijn! Hoe laat?’
Ik herinnerde me dat ik tegen Henry had gezegd dat ik bij hem zou lunchen. ‘’s Middags? Zal ik je om drie uur komen halen?’
‘Drie uur is prima.’
Hoewel ik haar niet aankeek, kon ik de glimlach in haar stem horen. Ik richtte me snel op mijn koffie, nam een slok en merkte amper dat ik mijn tong verbrandde. Ik kon nauwelijks geloven wat ik net had gedaan. Tina is niet de enige die nuchter moet worden, dacht ik bij mezelf.
Niet veel later verontschuldigde ik me en ging naar huis. Tina kwam nog eventjes tevoorschijn toen ik vertrok, met een brede grijns toen ze zei dat ik haar de korte broek later wel mocht teruggeven. Ik bedankte haar, maar deed toch mijn vochtige spijkerbroek weer aan. Mijn reputatie in het dorp had al genoeg schade opgelopen zonder dat ik werd gezien in een schreeuwerige surfshort.
Ik was nog maar net op pad, toen mijn mobieltje piepte ten teken dat ik een berichtje had ontvangen. Ik had mijn telefoon altijd bij me zodat ik in geval van nood bereikbaar was, maar toen ik mijn natte broek had uitgetrokken, had ik hem in mijn zak laten zitten. Ik was hem helemaal vergeten en het besef dat ik al twee uur onbereikbaar was geweest, maakte me los uit mijn gedachten over Jenny. Schuldbewust belde ik mijn voicemail, in de hoop dat ik niets belangrijks had gemist.
Maar het bericht ging niet over een van mijn patiënten. Het was Mackenzie.
Ze hadden een lichaam gevonden.