4. SARAH
Weer ging er een Kerstmis voorbij zonder echte cadeaus om er een gedenkwaardige tijd van te maken. We kregen alleen maar kleine noodzakelijke dingen als tandenborstels en zeep. Als Logan me geen gouden armband had gegeven met een kleine saffier zou ik me die Kerstmis niet eens hebben herinnerd. Ik had niets om hem te geven, behalve een muts die ik zelf had gebreid.
'Het is een prachtige muts,' zei hij, en trok hem diep over zijn oren.
'Ik heb altijd een rode, gebreide muts willen hebben. Dank je wel, Heaven Leigh. Ik zou het fijn vinden als je een rode sjaal voor me wilde breien voor mijn verjaardag in maart.'
Het verbaasde me dat hij de muts droeg. Hij was veel te groot en hij scheen niet te zien dat ik een paar steken had laten vallen. En dat de wol vuil was geworden. Kerstmis was nog niet voorbij of ik begon aan de sjaal. Hij was klaar op Valentijnsdag. 'In maart is het te laat voor een rode sjaal,' zei ik glimlachend toen ik hem om zijn hals wikkelde - hij droeg die rode muts nog steeds elke dag naar school. Ik weet niet wat mijn liefde voor hem nog groter had kunnen maken dan zijn trouw aan die lelijke, rode muts.
Eind februari werd ik veertien. Logan gaf me weer een cadeau: een beeldige, witte trui met vest, die Fanny's ogen deden schitteren van jaloezie. De dag na mijn verjaardag wachtte Logan na schooltijd op me aan het eind van het bergpad. Hij liep met me mee naar de open plek bij de hut, en daarna bracht hij me elke dag thuis. Keith en Onze Jane leerden van hem houden en hem vertrouwen. Fanny bleef al die tijd haar charmes uitspelen, maar Logan bleef haar negeren. O, verliefd te zijn op je veertiende was zo opwindend dat ik tegelijk had kunnen lachen en huilen, zo gelukkig was ik.
De prachtige lentedagen gingen al te snel voorbij nu ik verliefd was. Ik verlangde naar de tijd voor romantiek, maar oma en Sarah legden onverbiddelijk beslag op mijn tijd. We moesten ook zaaien en planten en andere karweitjes doen, die allemaal tot mijn taak behoorden, maar niet tot die van Fanny. Zonder de grote tuin achter de hut zouden we minder goed gevoed zijn dan nu het geval was. We hadden kool, aardappelen, komkommers, wortels, koolrabi en, het best van alles, tomaten.
Zondags keek ik uit naar Logan. Als hij in de kerk aan de andere kant van het middenpad zat, me in de ogen keek en me zwijgend bericht stuurde, dan vergat ik hoe arm wc waren. Logan gaf ons veel dingen uit de zaak van zijn vader. Dingen die hij doodgewoon vond, maar ons verrukten, zoals shampoo, parfum en een scheerapparaat met mesjes voor Tom, die al een roodbruin dons boven zijn lip kreeg.
Op een zondagmiddag besloten we na kerktijd te gaan vissen, al vertelde Logan niet aan zijn ouders met wie hij zo dik bevriend was. Als we elkaar soms tegenkwamen in de straten van Winnerrow kon ik aan hun starre gezichten zien, dat zijn ouders niets van mij wilden weten. Van geen enkele Casteel.
Maar dat scheen Logan minder te interesseren dan mij. Ik wilde dat ze me aardig vonden en toch wisten ze op een of andere manier altijd te voorkomen dat Logan me aan hen voorstelde, zoals hij zo graag wilde.
Ik dacht aan Logans ouders, terwijl ik stiekem mijn haar borstelde, omdat Fanny in de tuin was met Snapper, pa's lievelingshond. Sarah plofte zuchtend naast me neer en streek een paar pieken rood haar uit haar gezicht^'Ik ben doodmoe. Zo verdomde moe. En je pa is nooit thuis. En "ais hij thuis is kijkt hij niet naar me en ziet mijn toestand niet.'
Ik schrok op. Ik wilde zien wat pa niet zag. Ik draaide me met een ruk om en staarde haar aan. Toen besefte ik dat ik zelden echt naar haar keek, anders zou het me al veel eerder zijn opgevallen dat ze zwanger was... alweer.
'Ma, riep ik uit. 'Heb je het pa niet verteld?'
'Als hij ooit eens naar me zou kijken, zou hij het wel zien, waar of niet?' Tranen van zelfmedelijden sprongen in haar ogen. 'Het laatste wat we nodig hebben is een mond erbij om te voeden. Maar in de herfst komt er wéér een bij.'
'Welke maand, ma, wat voor dag?' riep ik uit, verontrust bij de gedachte dat er weer een baby zou komen om voor te zorgen. Juist nu Onze Jane eindelijk naar school ging en wat minder lastig was dan vroeger. En God weet dat het moeilijk was geweest met dat ene jaar verschil tussen haar en Keith.
'Ik hoef de dagen niet te tellen, want ik ga toch niet naar een dokter,' fluisterde Sarah, alsof haar krachtige stem verzwakt was door de baby die op komst was.
'Ma! Je moet me vertellen wanneer, zodat ik bij je kan zijn als je me nodig hebt!'
'Ik hoop en bid alleen maar dat deze zwart haar zal hebben,' mompelde ze bij zichzelf. 'De donkere zoon die je pa altijd heeft gewild - een jongen die op hem lijkt. O, God, verhoor me deze keer en geef Luke en mij de zoon die op hem lijkt. Dan zal hij van me houden, zoals hij van haar hield.'
Ernstig vertelde ik Tom het nieuws, terwijl we over het pad liepen naar het meer waar we Logan zouden ontmoeten om te gaan vissen. Tom probeerde te glimlachen, blij te kijken, en slaagde er ten slotte in een zwakke grijns te voorschijn te toveren. 'Nou ja, we kunnen er toch niets aan doen, dus zullen we er maar het beste van maken. Misschien wordt het een zoon die pa wat gelukkiger kan maken. Dat zou fijn zijn.'
'Tom, het was niet mijn bedoeling je verdriet te doen door je dat te vertellen.'
'Het doet me geen verdriet. Als hij naar me kijkt, weet ik dat hij zou willen dat ik meer op hem leek dan op ma. Maar zolang jij maar van me houdt, ben ik tevreden.'
Ik omhelsde hem en liet mijn voorhoofd op zijn borst rusten, vlak onder zijn kin. 'Ik heb zo'n medelijden met ma. Ze is uitgeput en dik en lomp, en weet je, ik had het niet eens gezien. Ik schaam me zo. Ik had zoveel meer kunnen doen om haar te helpen.'
'Je doet al genoeg,' mompelde Tom. Hij trok zich terug toen Logan te voorschijn kwam. 'Glimlach nu, doe of je gelukkig bent, want jongens houden niet van meisjes met problemen.'
Plotseling kwam Fanny te voorschijn uit de schaduw van de bomen. Ze liep regelrecht naar Logan en vloog hem om zijn hals, of ze zes was in plaats van dertien, met een figuur dat zich al aardig begon te ontwikkelen. Logan was gedwongen haar in zijn armen op te vangen of achterover te vallen.
'O, je wordt met de dag knapper," kirde Fanny. Ze probeerde hem een zoen te geven, maar Logan zette haar neer en duwde haar krachtig van zich af. Toen liep hij naar mij toe. Maar Fanny bleef de hele dag in de buurt met haar luide stem, waarmee ze de vissen verjoeg. Ze eiste onophoudelijk de aandacht op, waardoor de zondagmiddag, die zo gezellig had kunnen zijn, werd bedorven. Ten slotte, toen het al begon te schemeren, ging Fanny er met onbekende bestemming vandoor en liet Logan, 'l om en mij achter met drie kleine visjes die niet de moeite waren om mee naar huis te nemen. Logan gooide ze terug in het water en we zagen ze wegzwemmen.
ik zie je bij de hut,' zei Tom en liet mij alleen achter met Logan.
'Wat is er?' vroeg Logan, toen ik zwijgend naar de ondergaande zon staarde. Ik wist dat hij straks rood zou worden, als het bloed dat vergoten zou worden bij de geboorte van Sarah's nieuwe baby. Herinneringen aan andere geboorten kwamen vaag bij me op. 'Heaven, je luistert niet naar me.'
Ik wist niet of ik het Logan wel of niet moest vertellen, maar het kwam er vanzelf uit, alsof ik niets geheim kon houden voor hem. 'Ik ben bang, Logan, niet alleen voor Sarah en haar baby, maar voor ons allemaal. Soms, als ik naar Sarah kijk en zip hoe wanhopig ze is, weet ik niet hoe lang ze dit zal kunnen volhouden... en als ze weggaat - en daar heeft ze het altijd over - dan Iaat ze een nieuwe baby achter, waar ik voor zal moeten zorgen. Oma kan niet veel anders dan breien of haken, of gevlochten kleden aan elkaar naaien.'
'En jij hebt al meer dan genoeg te doen, begrijp ik. Maar, Heaven, weet je dan niet dat alles altijd op z'n pootjes terechtkomt? Heb je de preek van dominee Wise vandaag niet gehoord, dat we allemaal ons kruis moeten dragen? Zei hij niet dat God ons nooit een kruis geeft dat te zwaar is voor ons?'
Dat was waar, ja, maar Sarah had het gevoel dat haar kruis meer dan een ton woog en ik kon het haar niet kwalijk nemen dat het haar te zwaar begon te worden.
Langzaam liepen we naar de hut. We hadden geen zin om afscheid te nemen. 'Vraag je me weer niet om binnen te komen?' vroeg Logan stijfjes.
'Volgende keer... misschien.'
Hij bleef staan. 'Ik zou je graag mee naar huis willen nemen, Heaven. Ik heb mijn ouders verteld hoe geweldig je bent en hoe knap, maar ze moeten je zien en kennen om te weten dat het waar is wat ik zeg.'
Ik ging achteruit, bedroefd voor hem en bedroefd voor mijzelf. Ik vroeg me af waarom de armoede en de schande van de Casteels hem niet afstootten. Hij liep snel naar me toe, pakte me beet en gaf me een zoen op mijn mond. Ik schrok toen ik zijn lippen voelde. 'Dag, Heaven... wees niet bang, want ik ben er als je me nodig hebt.'
Met die woorden draaide hij zich om en liep het pad af, terug naar de mooie, schone straten van Winnerrow, naar het appartement boven Stonewall's apotheek, naar de vrolijke moderne kamers met stromend water en toiletten die je kon doortrekken, twee zelfs. Vanavond zou hij met zijn ouders naar de televisie kijken. Ik staarde naar de plek waar hij was verdwenen, vroeg me af hoe het zou zijn om in schone kamers te wonen met een kleurentelevisie. O, duizend keer beter dan hier, dat wist ik wel.
Als ik niet zo romantisch gestemd was geweest, denkend aan de kus van Logan, dan zou ik minder argeloos de hut zijn binnengestapt.
Pa was thuis.
Hij liep heen en weer door de kleine ruimte van de voorkamer en keek naar Sarah met een harde, beschuldigende blik. 'Waarom heb je jezelf weer zwanger laten worden?' bulderde hij. Hij sloeg met zijn vuist in de palm van zijn andere hand, draaide zich toen om en trommelde met zijn vuisten op de muur, zodat de kopjes rammelden op de plank en op de grond vielen en braken. En we hadden net genoeg kopjes, we hadden er niet één over.
Pa was verschrikkelijk in zijn woede. 'Ik werk dag en nacht om jou en je kinderen in leven te houden...' brulde hij.
'Jij had daar niets mee van doen, hè?' gilde Sarah. Haar lange, rode haar hing los en verwilderd om haar heen.
'Maar ik heb je die pillen gegeven om in te nemen!' schreeuwde pa. 'Ik heb goed geld betaald voor die dingen en ik had gehoopt dat je genoeg gezond verstand zou hebben om de gebruiksaanwijzing te lezen.'
'Ik heb ze ingenomen! Ik heb je toch gezegd dat ik ze heb ingenomen? Allemaal - terwijl ik wachtte tot je thuis zou komen en toen je eindelijk kwam waren alle pillen op.'
'Bedoel je datje ze allemaal tegelijk hebt ingenomen?'
Ze sprong overeind, wilde wat zeggen en viel toen weer neer op de stoel waaruit ze zojuist was opgestaan. 'Ik vergeet het altijd... dus heb ik ze allemaal tegelijk ingenomen, om het niet te vergeten...'
'O, God!' kreunde pa. Zijn donkere ogen keken haar woedend en minachtend aan. 'Stomme koe! En ik heb je zelf de gebruiksaanwijzing voorgelezen!' Stampvoetend liep hij de deur uit. Ik zat op de grond naast Tom, die Keith en Onze Jane op schoot had. Onze Jane had haar gezichtje verborgen tegen Toms borst, huilend omdat haar ouders ruzie hadden, Fanny zat in elkaar gedoken met haar handen voor haar oren en haar ogen stijf dichtgeknepen. Oma en opa zaten te schommelen en staarden nietsziend in de ruimte, alsof ze het al zo vaak hadden gehoord en hel nog vele keren zouden horen.
'Luke komt terug om voor je te zorgen,' troostte oma haar zwakjes, terwijl Sarah bleef huilen. 'Hij is een goeie jongen. Hij zal het je vergeven als hij zijn nieuwe baby ziet.'
Kreunend stond Sarah op en begon onze laatste maaltijd van de dag klaar te maken. Haastig ging ik haar helpen. 'Ga op het bed zitten, ma, en rust uit. Ik maak het eten wel klaar.'
'Dank je, Heaven... maar ik moet iets doen om niet te hoeven denken. En ik heb zoveel van hem gehouden. God, wat was ik gek op Luke Casteel, en wat wilde ik hem graag hebben. Ik heb nooit geweten dat hij van niemand anders kon houden dan van zichzelf...'
Fanny siste vlak na het eten tegen me: 'Ik haat die nieuwe baby. Die hebben we niet nodig. Ma is te oud om baby's te krijgen... ik moet mijn eigen baby hebben.'
'Jij hebt geen eigen baby nodig!' vloog ik op, 'Fanny, je maakt jezelf wijs dat een baby betekent dat je groot en vrij bent - maar een baby zal je handen meer binden dan je jeugd, dus pas op als je met je vriendjes speelt.'
'Jij weet er niks van! Het gebeurt nooit de eerste keer! Jij bent tien keer meer een kind dan ik, anders zou je weten wat ik bedoel.'
'Wat bedoel je dan?'
Ze snikte, klampte zich aan me vast. 'Ik weet het niet.... ik verlang alleen zo naar alles wat we niet hebben dat het bijna pijn doet. Er moet iets zijn dat ik kan doen om mijn leven te verbeteren. Ik heb geen echte vriend zoals jij. Ze houden niet van me zoals Logan van jou houdt. Heaven, help me, alsjeblieft, help me.'
ik zal je helpen,' beloofde ik terwijl we ons aan elkaar vastklampten, al wist ik niet wal ik meer kon doen dan bidden.
De hete augustusdagen werden veel te snel korter. De laatste weken van Sarah's zwangerschap waren moeilijk voor haar en voor ons allemaal, ook al kwam pa vaker thuis dan vroeger en liep hij niet langer te schreeuwen en te ijsberen. Hij scheen zich te hebben neergelegd bij het feit dat Sarah misschien nog wel vijf of zes kinderen zou krijgen voor ze klaar was.
Ze slofte rond in de hut, haar rode eeltige handen meestal om de buik gevouwen waarin ze haar vijfde baby droeg, die ze met weinig vreugde verwachtte. Ze liep te bidden of schreeuwde bevelen. Het lieve karakter van Sarah op haar best vertoonde zich niet meer. En toen - wat nog erger was - maakte het geschreeuw, waar we aan gewend waren geraakt, plaats voor een onheilspellende stilte.
In plaats van te gillen en te schreeuwen naar pa en ons allemaal, schuifelde ze rond als een oud vrouwtje en ze was pas achtentwintig. Ze keek nauwelijks naar pa als hij thuiskwam, vroeg niet waar hij geweest was, vergat Shirley 's Place, vergat te vragen of hij nog steeds 'schoon' geld verdiende, in tegenstelling tot het 'vuile' geld van de verkoop van zelf- gestookte alcohol.
Elke dag werd Sarah stiller en meer teruggetrokken en bekommerde ze zich minder om ons. Het was verdrietig om nu helemaal geen moeder meer te hebben, vooral nu Onze Jane en Keith haar zo hard nodig hadden. Haar blik verhardde als pa één of twee keer per week binnenkwam. Hij werkte in Winnerrow, deed eerlijk werk, maar ze weigerde het te geloven. Het leek wel of ze een reden zocht om hem te haten en te wantrouwen. Soms hoorde ik dat hij Sarah vertelde over zijn werk; hij keek onrustig, omdat ze er niet naar vroeg. 'Ik doe karweitjes voor de kerk en voor rijke dames die een man hebben die zijn handen niet vuil wil maken.'
Het was waar en Sarah had niet aan hem mogen twijfelen.
Onze Jane voelde Sarah's depressie en was die zomer nog vaker ziek dan anders. Ze kreeg alle verkoudheden die wij gemakkelijk wisten te overwinnen. Toen kreeg ze waterpokken en vlak daarna viel ze in de giftige klimop en huilde ze dag en nacht, een week lang - en joeg ze pa 's nachts de hut uit om zijn heil te zoeken in Shirley's Place.
Er waren ook goede dagen. Als Onze Jane zich gezond voelde. Als ze lachte en blij was, was er geen mooier kind op de hele wereld dan Onze Jane. O, ja, alle dalbewoners zeiden dat alle kinderen van de slechte, wrede, mokkende en wilde Luke Casteel en zijn vrouw Sarah zo mooi waren, terwijl Sarah volgens de jaloerse vrouwen niet alleen gewoon was, maar zelfs ronduit lelijk.
Op een dag, toen Keith die zelden iets vroeg, kleurpotloden wilde hebben, waren er alleen de potloden die juffrouw Deale Fanny een paar maanden geleden had gegeven. Ze had de doos nog niet één keer opengemaakt om iets te kleuren.
'NEE!' krijste Fanny. 'Keith krijgt mijn splinternieuwe potloden niet.'
'Geef hem je potloden, anders wil hij misschien niet meer praten,' drong ik aan. Ik wierp een ongeruste blik op het stille broertje dat het zwijgende gedrag van opa had overgenomen en vaak stil zat zonder iets te doen.
'Het kan me niet schelen, al zegt hij nooit meer iets!' gilde Fanny.
Tom pakte haar potloden en gaf ze aan Keith, terwijl Fanny schreeuwde en dreigde zich te verdrinken in de bron.
'HOU JR MOND!' bulderde pa, die de hut binnenkwam.
'Jij hebt ze toch gemaakt?' was Sarah's enige welkom. Ze klemde haar lippen op elkaar en zei verder geen woord meer. Pa keek haar woedend aan en smeet de voedselvoorraad op de geschrobde tafel. Ik inspecteerde haastig de levensmiddelen, probeerde uit te rekenen hoe lang we met die zak van vijftig pond bloem toe zouden kunnen en met het blik vet en de zak bonen. Ik zou soep maken, zodat we langer toe konden met de kool en de ham...
De voordeur sloeg dicht. Ontsteld keek ik op. Pa liep met grote passen door de tuin naar zijn oude truck. Weer verdwenen.
Mijn hart zonk in mijn schoenen.
Telkens als pa wegliep deed Sarah iets vreselijks met een van ons of met haarzelf. En ik kon het hem soms nauwelijks kwalijk nemen dat hij niet wilde blijven. Niet alleen werkte Onze Jane op pa's zenuwen, hij en Sarah konden ook niet meer met elkaar overweg. Sarah had niet alleen het beetje schoonheid dat ze bezat verloren, maar ook de lieve kant van haar karakter.
De vroege ochtenden werden koud en de eekhoorns renden rond om noten te verzamelen voor de winter. Tom hielp opa met het zoeken naar hout om te bewerken en dat was niet gemakkelijk, want het mocht niet te hard en niet te zacht zijn. Pa en ik waren allebei in de tuin, bij uitzondering alleen. 'Pa,' begon ik aarzelend. 'Ik doe echt mijn best voor het gezin... kunt u niet tenminste één ding voor mij doen, en nu en dan eens
iets aardigs tegen me zeggen?'
ik heb je al eerder gezegd datje me met rust moet laten!' Zijn dooi dringende ogen keken me scherp aan, voor hij me de rug toekeerde. 'Verdwijn nu, vóór je krijgt watje verdient.'
'En wat verdien ik dan?' vroeg ik onbevreesd. Mijn ogen waren ongetwijfeld een eeuwige herinnering aan alles wat hij eens had bezeten en verloren. Haar.
Ik zuchtte terwijl ik het hout opstapelde. Ik wist dat hoe we ook ons best deden, we nooit genoeg hadden om het echt warm te houden. Er stak een bijl half uit een gevelde boomstam, een bijl die pa misschien wel op mij zou gebruiken als ik nog één woord zei. Ik hield mijn mond en legde het hout dat hij gehakt had keurig op een stapel.
'Zo,' zei pa tegen Sarah, toen ze in de deuropening verscheen, 'dat zal je wel warm houden tot ik weer thuis ben.'
'Waar ga je nu weer naar toe, zo laat nog?' riep Sarah, die haar haar had gewassen en voor de verandering had geprobeerd zich mooi te maken. 'Luke, het is zo eenzaam voor een vrouw zonder man, met alleen oude mensen en kinderen als gezelschap.'
'Tot ziens,' riep pa en liep haastig naar zijn truck. 'Ik moet nog een karweitje afmaken en dan kom ik de hele nacht thuis.'
Hij kwam een week lang niet terug. Ik zat een avond laat op de trap van de veranda en staarde naar de stormachtige lucht. Sombere gedachten gingen door me heen. Ik voelde me ellendig. Er moest een betere plek op aarde zijn dan hier. Ergens moest het beter zijn. Een uil kraste, gevolgd door het gejank van een wolf. Ik staarde naar de maan, half verborgen achter de donkere wolken - dezelfde maan die hoog boven Hollywood en New York, Londen en Parijs stond. Ik knipperde met mijn ogen en probeerde over de bergen en de zee te kijken, deed mijn ogen dicht om mijn toekomst beter te kunnen zien. Eens wilde ik een echt bed hebben om in te slapen, met donzen kussens en satijnen dekbedden.
'Ik zou ook kasten vol nieuwe kleren hebben, die ik maar één keer zou dragen, net als koningin Elizabeth, en dan zou ik ze verbranden, zodat ze nooit door een ander gedragen zouden worden. En ik zou tientallen schoenen hebben, in alle kleuren, en ik zou in dure restaurants eten, waar lange kaarsen brandden... maar nu had ik alleen maar een harde traptree om op te zitten. En de tranen bevroren op mijn wangen en wimpers.
Ik begon te rillen en te hoesten, maar ik wilde nog steeds niet naar binnen, in die overvolle kamer gaan liggen tussen Fanny en Onze Jane. Tom en Keith sliepen naast de matras van opa en oma.
Terwijl de anderen min of meer vredig lagen te slapen, hoorde ik het langzame geschuifel van oude voeten, een piepende ademhaling, gesteun en gekreun en oma kwam naast me op de trap zitten.
'Je haalt je nog een longontsteking op je hals met die kou. Misschien denk je dat je pa dan spijt zal hebben, maar geloof je dat dat je gelukkig zal maken in je graf?'
'Oma, pa hoeft me toch niet zo te haten. Waarom kunt u hem niet aan zijn verstand brengen dat het niet mijn schuld was dat mijn moeder is
gestorven?'
'Hij weet dat het niet jouw schuld is - diep in zijn hart weet hij dat... Maar als hij dat toegeeft moet hij zichzelf de schuld geven, omdat hij met haar is getrouwd en zo'n meisje naar deze omgeving heeft gebracht. Ze heeft geprobeerd zich aan te passen, o, ze heeft zo haar best gedaan. Ze schrobde en boende, bedierf haar mooie blanke handen, borstelde haar mooie haar naar achteren... en dan ging ze naar die koffer van haar, vol mooie dingen en smeerde zich in met crème uit een tube. Ze probeerde altijd haar handen mooi en jong te houden.'
'Oma, u weet dat ik het nauwelijks over mijn hart kan verkrijgen in die koffer te kijken naar al die mooie dingen. Wat heb ik aan die kleren hier, waar nooit iemand komt? Maar ik droomde laatst over die pop - dat zij mij was en ik haar. Op een goeie dag ga ik naar Boston om de familie van mijn moeder te zoeken. Ik ben het hun verschuldigd; ze moeten weten wat er is gebeurd met hun dochter, want ze denken natuurlijk dat ze nog leeft en gelukkig is.'
'Je hebt gelijk. Ik heb er zelf nooit aan gedacht, maar je hebt gelijk.' Ze sloeg haar magere krachteloze armen even om me heen. 'Denk heel goed aan wat je graag wilt, want dan zul je het krijgen, let op mijn woorden.'
Het leven in de bergen was moeilijker voor oma dan voor een van ons. Ik scheen de enige te zijn die merkte hoeveel moeilijker het voor oma was geworden om op te staan en te gaan zitten. Vaak hield ze op met lopen en greep naar haar hart. Soms werd haar gezicht asgrauw en hijgde ze naar adem. Het hielp niet of ik voorstelde naar een dokter te gaan. Ze geloofde niet in dokters, of in medicijnen die ze niet zelf brouwde van wortels en kruiden die ik voor haar moest plukken.
Nu Sarah zo somber en grimmig was, was elke dag een kwelling, behalve als ik bij Logan was. En toen op een dag, toen de zon heet aan de hemel stond, vond ik hem bij de rivier, en zag ik Fanny heen en weer rennen zonder kleren. Ze lachte en daagde hem uit haar te pakken... 'En als je me pakt ben ik van jou... helemaal van jou,' tartte ze hem. Ik bleef als aan de grond genageld staan, keek naar Logan en wachtte af wat hij zou doen.
'Je moest je schamen, Fanny,' riep hij. 'Je verdient een pak slaag.'
'Pak me dan en geef het me dan!' daagde ze hem uit.
'Nee, Fanny,' gilde hij. 'Je bent mijn type niet.' Hij draaide zich om en op dat moment kwam ik achter de boom vandaan waarachter ik me verborgen had gehouden.
Hij probeerde te glimlachen, maar keek alleen maar verlegen. 'Ik wou dat je dat niet had gezien en gehoord. Ik wachtte op jou toen Fanny kwam. Ze trok haar jurk uit en ze had er niets onder aan... Het was niet mijn schuld, Heaven. Ik zweer het je.'
'Waarom excuseer je je?'
'Het was mijn schuld niet!' riep hij met een rood gezicht.
'Ik weet het...' zei ik stijf. Ik kende Fanny en haar behoefte om me alles af te nemen wat me dierbaar was. Naar wat ik ervan had gehoord hielden de meeste jongens van lichtzinnige meisjes, die niet preuts en geremd waren, meisjes als mijn zusje Fanny.
'Hé', zei Logan, die mijn gebogen hoofd optilde zodat mijn lippen vlak bij de zijne waren 'Jou wil ik en jou heb ik nodig. Fanny is knap en overmoedig ... maar ik hou van verlegen, mooie en lieve meisjes. En als ik niet met jou kan trouwen, wil ik nooit naar de hemel.'
Zijn kus maakte iets bij me los. Ik kon de huwelijksklokken al horen luiden. Mevrouw Logan Grant Stonewall... Ik.
Ik voelde me plotseling gelukkig. In sommige opzichten had Fanny gelijk, het leven ging verder. Ieder kreeg zijn kans om te leven en lief te hebben. Nu was het mijn beurt.
Sarah begon in zichzelf te praten. Ze liep rond als in een nare droom.
'Moet vluchten, moet weg uit deze hel,' mompelde ze. 'Alleen maar werken, eten, slapen, wachten en wachten tot hij thuiskomt - en als hij komt - geen bevrediging, helemaal niets.'
'Zeg dat niet, Sarah, alsjeblieft niet... wat zouden we zonder jou moeten beginnen?'
'Ik heb mijn eigen graf gegraven,' bekende Sarah zichzelf een andere dag. 'Had een andere man kunnen hebben...'
'Als de kinderen er niet waren ging ik weg.' Dat zei ze dag en nacht tegen zichzelf. En ze staarde naar pa als hij in het weekend thuiskwam, om te constateren dat hij nog knapper was geworden. 'Hij kan doodvallen,' mompelde ze, maar haar hart weerspiegelde zich in haar smaragd- kleurige ogen, en als een klok die was blijven stilstaan en met zijn wijzers steeds dezelfde tijd aangaf, bleef haar liefde voor hem bestaan.
Het was pijnlijk duidelijk dat' Sarah's kleine wereld steeds duisterder en grimmiger werd. En ik was degene die het leeuweaandeel te verduren kreeg van Sarah's frustratie. Aan het eind van de dag viel ik uitgeput neer op mijn matras en verborg snikkend mijn gezicht in het harde kussen. Oma hoorde het en ze legde troostend haar hand op mijn schouder.
'Sssst, niet huilen. Sarah heeft geen hekel aan je, kind. Je pa maakt haar gek, maar jij bent hier en hij niet. Ze kan niet tegen hem schreeuwen als hij er niet is, dat kan ze zelfs niet als hij er wel is. Je kunt iemand die niet van je houdt niet kwetsen met gillen en schreeuwen - en ze gilt en schreeuwt al jaren. Hij hoort het niet eens meer en het kan hem ook niet schelen - en ze kan nergens naar toe, dus viert ze haar woede bot op jou.'
'Maar waarom is hij dan met haar getrouwd als hij niet van haar hield, oma?' snikte ik. 'Alleen maar om mij een stiefmoeder te geven die me haat?'
'Ach, meidje, joost mag weten waarom mannen zijn zoals ze zijn,' hijgde oma. Ze draaide zich om en omhelsde opa, die ze vol liefde Toby noemde. Met één kus en één strelende hand over zijn gezicht gaf ze hem meer liefde dan één van ons. 'Zorg jij er maar voor dat je met de juiste man trouwt, net als ik. En wacht tot je oud genoeg bent om verstandig te kunnen oordelen. Tot je vijftien bent bijvoorbeeld.'
In de bergen werd een meisje dal zestien werd en nog niet verloofd was, als een hopeloos geval beschouwd, zo goed als zeker een toekomstige oude vrijster.
'Moet je ze horen fluisteren,Smompelde Sarah, die haar oren spitste achter het verschoten rode gordijn: 'Ze praten over mij. Het kind huilt weer. Waarom ben ik zo gemeen tegen haar en niet tegen Fanny, die de oorzaak is van alle moeilijkheden? Hij houdt van Fanny en hij haat haar - waarom ga je niet tekeer tegen Fanny? Onze Jane, Keith? - en vooral tegen Tom?'
Ik hield angstig mijn adem in. Ik moest er niet aan denken dat Sarah zich tegen Tom zou keren!
Het was een afschuwelijke dag toen Sarah Tom met een zweep sloeg, alsof ze door hem te slaan wraak kon nemen op pa, omdat hij nooit zo was als ze zou willen. 'Heb ik je niet gezegd dat je de stad in moest gaan om geld te verdienen? Hè?'
'Maar, ma, niemand wilde me hebben! Er zijn jongens met rijdende grasmaaiers die de bladeren opzuigen. Ze willen geen jongen uit de bergen, die niet eens een gewone grasmaaier heeft!'
'Uitvluchten! Ik heb geld nodig, Tom, gèld!'
'Ma... ik zal het morgen weer proberen,' riep Tom, met zijn armen zijn gezicht beschermend. 'Ik krijg nooit een baan als ik met een gezwollen en bebloed gezicht kom.'
Sarah sloeg even haar ogen neer - helaas had Tom vergeten zijn voeten te vegen. 'Je hebt weer niet uitgekeken, hè? DE GROND WAS SCHOON! Ik had hem net geboend! En moetje nu eens zien! Een en al modder!'
Wham! Ze sloeg met haar zware vuist in Toms verbaasde gezicht. Hij tolde rond, viel tegen de muur, onze kostbare pot gestolen honing viel op zijn hoofd en het kleverige spul droop over hem heen.
'Dank je wel, ma,' zei Tom meteen vreemde grijns, 'nu heb ik alle honing die ik kan eten.'
'O, Tommy...' snikte ze, onmiddellijk beschaamd. 'Het spijt me. Ik weet niet wat me bezielt... heb alsjeblieft geen hekel aan je ma, die van je houdt.'
Een nachtmerrie met een roodharige heks had zijn intrek genomen in ons huis. Een nachtmerrie die niet wegging als de zon opkwam. De roodharige, schreeuwende heks toonde geen genade, ook niet voor haar eigen kinderen.
Het was september. Straks gingen we weer naar school, en Sarah's baby kon elke dag komen. Maar Sarah ging niet weg zoals ze steeds opnieuw dreigde, denkend dat ze pa echt verdriet zou doen als ze de donkerharige zoon die op hem leek zou meenemen. Pa bleef steeds vaker weg.
De uren vloeiden in elkaar over. In de loop van de zomer waren we zichtbaar gegroeid, ouder geworden. We hadden meer nodig, stelden meer vragen. En terwijl Sarah's ongeboren kind haar verder deed zwellen, werd de oudste onder ons steeds zwakker en stiller, verlangde steeds minder.
De toestand spitste zich toe. 's Nachts lag ik te woelen en te draaien, en als ik 'smorgens opstond had ik het gevoel dat ik niet had geslapen.