***

EPILOOG

Merkwaardig genoeg had grootmama Catherines huis op palen als tandenstokers overleefd wat iedereen in de bayou de ergste storm in decennia noemde. Veel anderen hadden minder geluk, en hun huizen waren meegesleurd door de orkaan en de stortregens. De wegen lagen vol met gebroken takken en ontwortelde bomen. Het zag ernaar uit dat het dagen, of weken zou kosten om alles weer een beetje normaal aanzien te geven.

Maar zodra het nieuws van de geboorte van mijn baby bekend was, kreeg ik bezoek van grootmama Catherines vriendinnen, die allemaal iets meebrachten wat ik nodig zou hebben.

'Hoe heet ze?' vroeg mevrouw Livaudis.

'Pearl,' antwoordde ik. En toen vertelde ik dat ik eens een droom had gehad over mijn baby, en in die droom had haar huid de kleur van een parel. Iedereen knikte vol begrip, hun ogen op de baby gericht. Per slot was ik Catherine Landry's kleindochter. Het was logisch dat er mysterieuze dingen met me gebeurden.

Paul was voortdurend bij me thuis. Elke dag kwam hij met zijn armen vol dingen voor de baby en voor mij. De dag na de storm bracht hij een paar mensen van de fabriek mee, die aan de slag gingen om alles te repareren. Hij was in huis en buiten aan het knutselen toen de vrouwen er waren.

'Het is aardig dat hij zoveel voor je doet,' fluisterde mevrouw Thibodeau, 'maar hij zou zijn grotere verantwoordelijkheid moeten accepteren.' Het had geen zin om weer te proberen het uit te leggen, al had ik medelijden met Paul en zijn ouders. Maar al was de schijn tegen hem, hij weigerde weg te blijven.

's Avonds na het eten zat ik in grootmama Catherines oude schommelstoel met Pearl in mijn armen en wiegde haar in slaap. Paul lag op zijn rug op de grond van de veranda, met zijn handen achter zijn hoofd, een grassprietje in zijn mond, en maakte me een compliment dat ik zo goed voor de baby zorgde en zulke heerlijke maaltijden klaarmaakte. Ik wist waar hij op uit was, maar deed of ik me van niets bewust was.

Op een middag, een paar weken na Pearls geboorte, kwam Paul weer met een brief van Gisselle. Deze was veel korter, maar ook veel pijnlijker.

Lieve Ruby,

Jij hebt niet teruggeschreven, maar Paul wel. Ik heb Daphne verteld waar

je bent en dat je nu een baby had. Ze wilde er geen woord over horen. Ik

wilde het Beau vertellen zodra ik hem zag, maar ik hoorde net dat hij niet uit Europa terugkomt. Hij blijft daar en gaat medicijnen studeren. En zoals ik je al schreef, hij is verliefd op een of andere dochter van een hertog of graaf die in een echt kasteel woont.

Daphne en Bruce hebben hun huwelijksdatum aangekondigd. Zou het niet enig zijn als jij op de bruiloft verscheen met de baby in je armen? Ik zal je van alle bijzonderheden op de hoogte houden. Ik weet dat je dolgraag wilt horen wat hier allemaal gebeurt, ook al doe je net of het je niet kan schelen.

Waarom schrijf je me niet terug? Ik zal Daphne je brief voorlezen. Ik bedacht net iets grappigs. Ik ben niet alleen tante, maar zij is technisch gesproken grootmoeder. Ik zal haar eraan herinneren als ze onaardig tegen me is. Dank je. Je hebt eindelijk iets gedaan dat ik weet te waarderen.

Grapje.

Ik vraag me af of we elkaar ooit terug zullen zien.

Je geliefde tweelingzus, Gisselle

'Waarom heb je haar geschreven, Paul?' vroeg ik. ik vond dat je familie het hoorde te weten en...' 'En je wilde dat Beau het zou weten, hè?' ging ik verder. Hij haalde zijn schouders op. 'Het doet er niet meer toe,' zei ik verslagen. 'Dus je bent echt voorgoed thuis? Je blijft hier?' 'Waar zou ik anders naartoe moeten? Waar zouden Pearl en ik naartoe moeten?'

'Laat me je dan een thuis geven hier,' smeekte hij. 'Ik weet het niet, Paul,' zei ik. ik zal er heel diep over nadenken.' 'Mooi,' zei hij, aangemoedigd door het feit dat ik niet onmiddellijk nee zei.

Toen hij me die avond alleen liet, zat ik op de veranda en luisterde naar de uil. Pearl sliep binnen, voorlopig veilig en tevreden. Maar ik had een lange weg afgelegd om de cirkel te sluiten, en ik wist dat de wereld geen zacht bedje was waarin ik me eeuwig kon koesteren. Hij was hard en koud, wreed en vol tragiek. Het was goed iemand te hebben die voor je zorgde, je beschermde, je warm en veilig hield. Hoe kon het een zonde zijn om daarnaar te verlangen, zo niet voor mijzelf, dan toch voor mijn baby?

Grootmama, fluisterde ik. Geef me een teken. Help me de juiste keus te maken, de juiste weg te kiezen.

De uil stopte zijn gekras toen een moerashavik voor het huis op de grond neerstreek. Hij paradeerde een ogenblik in het rond en draaide zich toen naar me toe. In het maanlicht kon ik de geelomrande ogen zien die me strak aankeken. Hij sloeg zijn vleugels uit om me te begroeten, en toen, even snel als hij gekomen was, vloog hij weg in de duisternis, waar hij, dat wist ik, op een tak ging zitten en het huis, mij en de baby observeerde.En in mijn hart wist ik dat grootmama Catherine bij me was, tegen me fluisterde in de avondbries, me vervulde met hoop. lk zou de juiste keus maken.