Kid-Chocolate-Sloeg-Je-K.O.

Kid Chocolate was de eerste Cubaanse bokser die wereldkampioen werd. In 1979 stierf hij, vergeten door iedereen. Op de begraafplaats is zelfs geen gedenkplaat die aangeeft dat zich daar de laatste rustplaats bevindt van een held uit de sportwereld. Kid Chocolate had bewonderaars in de hele wereld en ontving heel wat uitnodigingen om in het buitenland miljonair te worden. Maar hij verkoos op zijn geboorte-eiland te blijven, om wat voor onverklaarbare redenen dan ook. Na een tijdje verdween zijn naam geleidelijk uit de kranten en raakte hij volkomen in vergetelheid. Er was slechts één persoon die zich hem heel goed herinnerde, een bekende gek, een bedelaar die door de straten van Havana zwierf. Ik durf te wedden dat maar weinigen de echte naam van deze bedelaar kenden. Men beweerde dat hij in zijn jeugd bokser was geweest en dat Kid Chocolate, voordat die wereldkampioen werd, hem k.o. had geslagen. De arme stakker had daar een trauma aan overgehouden en kon niet hebben dat iemand hem aan die nederlaag herinnerde.

'Chocolate heeft je k.o. geslagen!' riepen de pestkoppen uit de wijk hem achterna.

De man vulde zijn zakken met stenen en smeet die naar de treiteraars. Die aantijging maakte hem razend.

'Chocolate heeft je ingemaakt!' voegden ze er sarrend aan toe.

'Krijg de klere, stelletje kutjongens, lapzwansen! Als er iemand hier een echte kerel is ben ik het wel. Kom maar op, als jullie het lef hebben, ik sla jullie tot moes!'

'Schep niet zo op, ouwe zak! Choco heeft je gekeeld!'

Daarbij bewoog de jongen zijn wijsvinger horizontaal langs zijn keel en klakte met zijn tong.

In het Havana van de jaren zeventig leefden een paar gekken die geobsedeerd waren door één enkel onderwerp. Kid-Chocolate-Sloeg-Je-K.O. was er ongetwijfeld een van. Het idee dat een bokser, en dan nog wel Kid Chocolate, hem had verslagen, kon hij niet verdragen. Op een keer zat ik in een stampvolle bus een boek uit de collectie-Huracan te lezen. Het raampje naast mijn zitplaats kon niet dicht, waardoor de wind hard naar binnen blies en de slecht gelijmde bladzijden van Dona Barbara met zich meevoerde. Na een tijdje kwam Kid-ChocolateSloeg-Je-K.O. binnen. Enkele middelbare scholieren, die evenals ik op weg waren naar de cursus lichamelijke opvoeding in Ponton, besloten een beetje plezier te maken om de rit te bekorten en begonnen de geijkte zin te herhalen om de arme man te pesten. Een meisje dat een beetje meer gevoel had dan de anderen en zich ergerde aan het deprimerende schouwspel besloot de stakker een hart onder de riem te steken en een andere wending aan het verhaal te geven.

'Leugens! Kid Chocolate heeft deze man niet verslagen. Mijn grootvader was erbij en die heeft me zelf verteld dat de wedstrijd in feite door deze kameraad werd gewonnen.'

Het werd zo stil dat je een speld kon horen vallen. De man keek het meisje enkele seconden aan, deed toen zijn mond open en barstte in lachen uit.

'En waar haalt u dit samengeraapte zootje leugens vandaan? Waag het niet Kid Chocolate te beledigen! Kid Chocolate is de grootste die ooit op deze planeet heeft bestaan. En wie het daar niet mee eens is kan de pot op! Kid Chocolate en ik hadden een kleine onenigheid in de ring, dat is alles. En niemand heeft hier het recht zich te mengen in ruzies tussen sportmensen, dat is een zaak van professionals!'

Bij de volgende halte, nog voordat we bij Ponton waren aangekomen, stapten we allemaal uit, in het kielzog van de gek en zijn kletspraat. In mijn handen had ik alleen nog de omslag van de roman van Rómulo Gallegos, alle bladzij den waren het raampje uit gevlogen.