6
Hij moest hier eens goed over nadenken, maar hij wilde er ook met iemand anders over praten en er was echt maar één iemand met wie hij dat kon doen. Hij haalde zijn telefoon uit zijn zak en toetste het nummer in.
De telefoon ging twee keer over en toen nam ze op. ‘Ik heb het gehoord,’ zei Julie Carson meteen. ‘Je wilt praten, hè?’
‘Ja. Ik was net bij mijn vader en daarna kreeg ik een vreemd soort derdegraadsverhoor door een pak van de nsc en een paar generaals, een van het leger en een van de luchtmacht.’
‘Hoe heet die man van de nsc?’
‘James Schindler. Ik heb zijn kaartje. Hij is gestationeerd in D.C.’
‘En die man van het leger?’ vroeg ze.
‘Een driesterrengeneraal, ene Aaron Rinehart, grote vent, gebroken neus en kortgeschoren haar. Hij had ongeveer evenveel decoraties op zijn borst als mijn vader. Zijn naam komt me bekend voor.’
‘Ik heb wel van hem gehoord, maar ik ken hem niet persoonlijk. Stoer, nuchter, ongelooflijk veel goede contacten en snel op weg naar zijn vierde ster. Er wordt zelfs beweerd dat hij op een bepaald moment voorzitter van de Joint Chiefs of Chief of Staff van het leger zal worden. En die man van de luchtmacht?’
‘Een eensterrengeneraal, ene Daughtrey. Hij heeft zijn voornaam niet gezegd.’
‘Oké, ik kijk wel even wat ik kan ontdekken. Ze zitten allemaal ergens in de database.’
‘Bedankt, Julie.’
‘Ik heb nog niets gedaan.’
‘Je nam de telefoon op toen je wist waarom ik je belde. Je had je kop in het zand kunnen steken en uit de vuurlinie kunnen blijven. Je hebt een nieuwe opdracht in Texas die je vast en zeker vierentwintig uur per dag bezighoudt. Dus bedankt.’
‘Ik heb het niet zo op m’n kop in het zand steken; daar heb ik nooit het nut van ingezien. En ik krijg die lui hier wel in vorm. Je hoort van me.’
Hij verbrak de verbinding en leunde achterover. Hij dacht even niet aan zijn broer en aan zijn dilemma, maar aan de vrouw met wie hij net had gepraat.
Toen Puller Julie Carson had leren kennen, was ze een eensterrengeneraal (brigadegeneraal) bij het leger. Ze was ondergebracht bij het Pentagon met uitzicht op nog minstens één en waarschijnlijk twee sterren voordat haar militaire carrière was beëindigd. Puller had haar ontmoet tijdens een zaak die hij onderzocht in West Virginia. Eerst waren ze elkaars tegenstander geweest, maar maanden later was ze bij hem in bed beland. Puller onderzocht toen de dood van zijn tante in haar huis aan de Gulf Coast in Florida en Carson was bijna vermoord toen ze hem probeerde te helpen. Hoewel ze zwaargewond was geraakt, was ze weer helemaal hersteld. Puller had er nog steeds nachtmerries over.
Ze had haar tweede ster gekregen en daarbij een nieuwe post op een legerbasis in Texas. Ze hadden afscheid van elkaar genomen met een fles wijn en een Italiaanse afhaalmaaltijd. Het leger probeerde meestal een permanente relatie tussen militairen onderling te dwarsbomen en hij wist dat hij haar misschien niet meer in levenden lijve zou zien, in elk geval voorlopig niet. Na Texas was de kans groot dat ze naar de Pacific Northwest moest. En wat daarna kwam, wist niemand. Hij was blij dat ze de telefoon had opgenomen. Op dit moment had hij behoefte aan een vriendin met sterren op haar schouder.
Later die dag, hij was net terug in zijn appartement vlak bij Quantico, zoemde zijn telefoon.
Het was Carson.
‘Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik eet tijdens het praten,’ zei ze. ‘Ik had vandaag alleen tijd voor een maaltijd of voor acht kilometer hardlopen.’
‘En jij hebt natuurlijk gekozen voor het hardlopen.’
‘Dat doen we toch allemaal?’ zei ze, en hij hoorde dat er een pan op het fornuis werd gezet en een vloeistof in een glas werd geschonken.
‘Kook je daar vaak?’ vroeg hij.
‘Zit je me te pesten?’ vroeg ze, zogenaamd verwijtend.
‘Nee, ik meen het echt,’ zei hij, hoewel uit zijn toon bleek dat hij het niet meende.
‘Ik kook bijna nooit,’ zei ze. ‘Mijn moeder zou erg teleurgesteld zijn als ze dat wist. Nou ja, ze ís teleurgesteld. Ze zou het huis kunnen vullen met wat ze in de keuken heeft gedaan. En het rook verrukkelijk, echt. Op de middelbare school deed ik aan drie sporten, waarschijnlijk ook omdat ik dan alles kon opeten wat mijn moeder klaarmaakte zonder dik te worden. Misschien heb ik daarom nooit echt leren koken, omdat ik wist dat ik het nooit zo goed zou kunnen als zij.’
‘Ben je misschien een beetje prestatiegericht of zo?’
‘Dat is volgens mij iedereen die een uniform draagt,’ kaatste ze terug.
Hij hoorde dat ze ergens een slok van nam en toen zei ze ernstig: ‘Zullen we het nu over je broer hebben?’
‘Ik begrijp het nog steeds niet.’
‘John, hoe ontsnap je uit DB?’
‘Hoeveel weet je ervan?’
‘Voornamelijk geruchten, maar daar waren er wel heel veel van. Een storm. De stroom viel uit. De generator deed het niet. Er werd versterking bij gehaald. Zij herstelden de orde. Koppen werden geteld. Robert Puller was er niet. Maar er werd ook gezegd dat er iemand was die er niet hoorde te zijn?’
‘Dan weet je ongeveer net zoveel als ik. En die andere persoon was dood en lag in de cel van mijn broer.’
‘Godver!’ riep ze uit.
‘Inderdaad,’ zei hij op vlakke toon.
‘Dat had ik dus niet gehoord. Daarna heeft niemand hem meer gezien?’
‘Kennelijk niet. Don White, mijn CO, heeft het me vandaag verteld. Daarna ging ik mijn vader opzoeken. Ik dacht dat hij het misschien had gehoord en in zijn toestand helemaal van slag zou zijn.’
‘En toen kwam je dat pak en die generaals tegen?’
‘Ze stelden me de standaardvragen: mijn bezoeken aan hem, waar we het over hadden. Daarna dat ik, als hij contact met me opnam, contact met hen moest opnemen. Maar toen werd het vreemd, zoals ik al zei.’
‘Hoezo vreemd?’
‘Ten eerste, hoewel ze nooit het achterste van hun tong lieten zien en het hardop zeiden, denk ik dat zij willen dat ik de zaak onderzoek.’
‘Maar dat kan toch niet? Ik weet zeker dat je CO je duidelijk heeft gemaakt dat je je daar verre van moet houden.’
‘Dat heeft hij inderdaad gedaan. En daarna wilde die man van de luchtmacht weten of ik dacht dat mijn broer schuldig was.’
‘Wat zei je toen?’
Opeens realiseerde Puller zich dat hij eigenlijk nooit met haar over zijn broer had gesproken. En het leek duidelijk dat ook Carson wilde weten of hij dacht dat zijn broer schuldig was. ‘Ik heb hem geen echt antwoord gegeven, omdat ik niet goed weet wat ik ervan moet denken.’
‘Oké,’ zei ze, hoewel uit haar toon duidelijk bleek dat ze niet blij was met zijn antwoord.
Hij zei: ‘Ben je iets te weten gekomen over die mannen?’
‘Rinehart zit bij de dia. Op een heel hoog niveau. Meer dan dat kan ik niet achterhalen. Datzelfde geldt voor James Schindler van de nsc. Hij heeft niet bij de krijgsmacht gezeten. Hij kwam als burger bij de nsa voordat hij bij de Security Council kwam.’
‘Dat klinkt logisch, neem ik aan. Mijn broer is veroordeeld voor misdaden tegen de nationale veiligheid. Dat stijgt boven alle onderdelen uit. Dat geldt ook voor de dia. En de nsc heeft overal een vinger in de pap vanwege de president. Hoe zit het met Daughtrey?’
‘Timothy Daughtrey is toegevoegd aan stratcom.’
‘Bingo! Daar werkte mijn broer toen hij werd gearresteerd.’ Hij zweeg even. ‘Ironisch.’
‘Wat?’
‘Bobby was gestationeerd in een bijkantoor van stratcom in de buurt van Leavenworth toen hij werd gearresteerd en voor de krijgsraad kwam. Hij hoefde niet ver te reizen om naar DB te gaan.’
‘En die stratcom-connectie past precies in de dia en nsc, omdat spionnen allemaal rondom hetzelfde speelveld hangen,’ zei ze.
‘Ik denk het,’ zei Puller zacht.
‘De fbi zit er uiteraard bovenop,’ voegde Carson eraan toe. ‘Zodra de nationale veiligheid in het geding komt, zetten ze grof geschut in. Ik zou zeggen dat je broer momenteel de meest gezochte man in Amerika is. Ik denk niet dat hij nog lang op vrije voeten zal zijn.’
‘Het verbaast me dat ze mij geen bezoek hebben gebracht,’ zei Puller.
‘Ik denk dat ze je in elk geval in de gaten houden. Maar het kan zijn dat Rinehart en consorten met hen hebben gepraat en duidelijk hebben gemaakt dat zij het John Puller-gedeelte van deze zaak voor hun rekening nemen.’
‘Ingewikkeld allemaal.’
‘Inderdaad. Ik heb vanmiddag de carrière van je broer eens bekeken,’ ging ze verder.
‘Echt waar?’ vroeg hij op scherpe toon.
‘Hé, doe niet zo onvriendelijk. Ik bereid me graag goed voor. Ook al was heel veel geheim, zelfs voor mijn betrouwbaarheidsverklaring, en ook al leek in enkele dossiers iets gewist, want er waren hiaten. Sommige pagina’s die ik op het scherm zag waren zwaar geredigeerd, maar van wat ik wel kon zien was de carrière van je broer nog steeds verdomd indrukwekkend. Ik bedoel, hij schoot als een raket omhoog. Hij had probleemloos een ster gekregen, misschien zelfs meer. Ik heb zelfs een witboek gelezen dat hij had geschreven over het ontwerp van de volgende generatie kernwapens. Ik begreep ongeveer een van de tien woorden, en volgens mij ben ik niet dom, maar bepaalde vergelijkingen gingen me ver boven de pet.’
‘Hij was altijd al de slimste van onze familie, voorbestemd voor een hoge positie. Ik was niet meer dan de gewone infanterist in de loopgraven.’
‘Heb je hem weleens gevraagd of hij het had gedaan?’ vroeg ze recht op de man af.
Puller zei: ‘Eén keer.’
‘En?’
‘En hij gaf geen antwoord.’
‘En nu is hij ontsnapt. Je ontsnapt niet uit DB zonder hulp. Dat is onmogelijk.’
‘Ik weet het.’
‘Je weet waarschijnlijk ook iets anders.’
‘Ja, dat mijn broer schuldig was, en misschien de man heeft vermoord die ze in zijn cel hebben gevonden. Dus is hij een verrader én een moordenaar.’ Toen hij dit zei, voelde Puller een scherpe pijn in zijn borst, zijn ademhaling werd oppervlakkig en er verscheen zweet op zijn voorhoofd. Hij wist dat hij geen hartaanval had.
Maar misschien een paniekaanval?
Hij was nooit eerder in paniek geraakt, nog nooit. Niet terwijl de kogels hem om de oren vlogen en de bommen overal om hem heen ontploften. Hij was bang geweest, zoals ieder normaal mens geweest zou zijn, maar dat was niet hetzelfde als in paniek zijn. Dat maakte feitelijk het verschil tussen het overleven of niet.
‘John, gaat het?’
‘Ik voel me goed,’ zei hij kortaf, hoewel dat niet zo was.
Mijn broer, een verrader en een moordenaar? Nee, ik voel me absoluut niet goed.
‘Dus dat is het antwoord op mijn vraag, neem ik aan,’ zei ze.
‘Welke vraag?’
‘Jij dacht dat je broer onschuldig was, hè?’
‘Misschien wel.’
‘Dat begrijp ik wel, John. Dat is normaal.’
‘Echt?’ zei hij fel. ‘Het voelt niet normaal. Niets van dit alles.’
‘Maar wat ga je nu doen?’ vroeg Carson.
‘Mijn CO heeft me verlof gegeven.’
‘En hij zei dat je je hier niet mee mocht bemoeien.’
‘En ik heb een nsc-pak en twee generaals die willen dat ik de zaak probeer op te lossen.’
‘Toch hebben ze je geen direct bevel gegeven dat te doen, maar dat kan ook niet, daartoe zijn ze niet bevoegd. En misschien heb je hun bedoelingen verkeerd begrepen. Aan de andere kant heeft je CO expliciet gezegd dat jij je er niet mee mag bemoeien. Dus is het antwoord simpel: je bemoeit je er niet mee.’
‘Hij is mijn broer, Julie.’
‘En jij bent een soldaat, John. Bevel is bevel. Je hebt echt geen keus.’
‘Je hebt gelijk, ik heb geen keus. Hij is mijn broer.’
‘Waarom doe je dit?’
‘Wat?’
‘Jezelf zo onder druk zetten.’
Puller haalde diep adem en herhaalde toen nog krachtiger: ‘Hij is mijn broer!’
‘Het is niet belangrijk dat hij je broer is. Die kans is al voorbij, Puller. Hij is een ontsnapte gevangene. Je kunt alleen maar hopen dat hij wordt opgepakt en meteen wordt teruggebracht naar DB.’
‘Dus dat is het dan?’
‘Wat zou het meer kunnen zijn? Luister, ik begrijp hoe je je voelt. Maar je broer heeft zijn eigen keuzes gemaakt. Zijn carrière en zijn leven zijn voorbij. Wil je me soms vertellen dat je die van jou op het spel wilt zetten? En zo ja, waarom dan?’
‘Alles wat je zegt is logisch.’
‘Maar je bent het er niet mee eens.’
‘Dat zei ik niet.’
‘Dat is ook niet nodig.’ Ze haalde diep adem. ‘Dus nogmaals, wat ga je doen?’
‘Ik weet het niet. En als ik het wel wist zou ik het je niet vertellen. Daarmee zou ik jou in een zelfs nog ongemakkelijkere positie brengen.’
‘Dat heb ik al eerder meegemaakt.’
‘En toen ben je bijna doodgegaan, Julie. Dat ga ik dus nooit meer doen. Nooit.’
‘Ik ben toen vrijwillig naar Florida gegaan. Je had me niet gevraagd te komen.’
‘Maar ik zei ook niet dat je weer naar huis moest gaan.’
‘Ik heb het overleefd.’
‘Op het nippertje.’
‘En ik wil niet dat jou iets overkomt. Zelfs al zit ik nu in Texas, ik hou nog steeds van je.’
Hoewel ze elkaar niet konden zien, kon Puller zich voorstellen hoe Carson nu keek: teder en ongerust. Hij vroeg: ‘Maak je je geen zorgen over de gedragsregels met betrekking tot relaties?’
‘Die zijn niet op ons van toepassing. Die gelden voor een officier en zijn ondergeschikte. Wij zijn allebei officier. Ik ben generaal en ook al heb jij nog niet zo’n hoge rang, je bent wel hoofdadjudant. En je staat niet onder mijn bevel.’
‘Je hebt het dus nagekeken?’
Haar stem werd hoger. ‘Ja, dat heb ik nagekeken. Dus je begrijpt dat ik een beetje bezitterig ben wat jou betreft. Je mag je carrière hiervoor niet op het spel zetten. Dat mag je gewoon niet doen!’
‘Ik kan ook niet niets doen. Het spijt me.’
‘John, denk alsjeblieft na over de gevolgen.’
‘Daar heb ik steeds over nagedacht, maar dat heeft mijn besluit niet veranderd.’
Hij hoorde dat ze diep inademde. ‘Nou, dan wens ik je veel succes. Maar het verbaast me niet; na Florida begrijp ik heel goed dat de Pullers elkaar verkiezen boven het leger.’
‘Fijn dat je het begrijpt.’
‘Ik zei niet dat ik het begreep. Ik zei alleen dat het me niet verbaast. Pas goed op jezelf, Puller. En beschouw dat maar als een bevel van een tweesterrengeneraal.’
‘Dat betekent heel veel voor me, Julie. Echt waar.’
Puller legde de telefoon neer, leunde achterover en sloot zijn ogen. Hij had nooit gedacht dat Julie Carson de ware was. Zij was een generaal die nog steeds steeg op de carrièreladder. Hij was een hoofdadjudant en zou het niet veel hoger schoppen. Hij hield van haar, maar in professioneel opzicht pasten ze totaal niet bij elkaar. Maar ze konden en zouden vrienden blijven. En hij zou altijd van haar blijven houden. Altijd.
Loyaliteit was belangrijk voor John Puller. Bijna even belangrijk als zijn familie. En soms waren die twee verdomme een en hetzelfde.