42
De volgende ochtend om zeven uur zaten Knox en Puller te ontbijten in het hotelrestaurant. Door het raam aan de straatzijde scheen de zon vrolijk naar binnen. Er liepen mensen het restaurant in en uit, en auto’s reden voorbij. Het leek onwaarschijnlijk dat een paar mannen slechts een eindje hiervandaan nog maar een paar uur geleden hadden geprobeerd hen te vermoorden, maar onwaarschijnlijk of niet, het was wél gebeurd.
Ze zei: ‘Ik moet je wel zeggen dat ik maar moeilijk in slaap kon komen gezien de drie uur slaap die ik had kunnen krijgen.’
‘Waarom?’
‘Ik heb een man neergeschoten, Puller. Misschien is dat routine voor jou, maar voor mij niet.’
‘Iemand neerschieten went nooit. Ik hoop tenminste dat het nooit went.’
‘Dan zijn we het daarover eens. Maar we beginnen een aantal mensen vast aardig op de zenuwen te werken, Puller. We boeken vooruitgang.’
Puller zweeg nog even, met zijn theekopje halverwege zijn mond. ‘We hebben al heel veel onderzocht, maar geen antwoorden gevonden, Knox. Dat noem ik geen vooruitgang.’
‘Dat ben ik niet met je eens. We hebben ontdekt dat twee mensen hebben gelogen dat ze groen zagen, waardoor je broer onterecht naar de gevangenis is gestuurd. We hebben ontdekt, nou ja, jij dan, dat een Kroaat iemand Fort Leavenworth heeft binnengesmokkeld om je broer te vermoorden. We hebben al veel bereikt. Echt waar.’
‘Maar we hebben nog altijd geen antwoorden. Niet op de belangrijke vragen. Namelijk: wie en waarom.’
Ze speelde met haar lepeltje. ‘Je broer probeert dat nu vast ook allemaal uit te zoeken.’
‘Zo te horen heb je daarover nagedacht.’
‘Eerlijk gezegd heb ik daar heel erg over nagedacht.’
‘En, wat denk je?’
‘Dat hij ons misschien op bepaalde gebieden voor is.’
‘Waarom denk je dat?’
‘Hij is ontzettend slim. Hij is erin geluisd. Hij werkte voor een inlichtingendienst. En hij probeert zijn onschuld te bewijzen. Genoeg motivatie, lijkt mij.’
‘Ik begin te denken dat hij degene is geweest die mijn leven heeft gered toen die kerels me hadden ontvoerd. Dat lijkt me het meest waarschijnlijk.’
Knox keek hem verbaasd aan. ‘Op dat idee was ik nog niet gekomen, maar het klinkt wel logisch. Dan ben je die nacht misschien een paar meter bij hem vandaan geweest?’
‘Misschien wel, ja. Maar het hadden net zo goed een paar kilometer kunnen zijn. Hij is verdwenen en ik heb geen idee waar ik hem moet zoeken.’
‘Je had een heel goede band met je broer, hè?’
‘Heel lang hadden we alleen elkaar. Onze moeder was weg en onze vader had net zo goed ook weg kunnen zijn.’ Hij speelde met een stukje gebakken aardappel op zijn bord. ‘Misschien is dat wel een van de redenen waarom ik nooit in het diepe ben gedoken.’
‘Trouwen, bedoel je?’
‘Ja.’
‘Waarom? Bang dat je een slechte vader zou zijn?’
‘En een slechte echtgenoot.’
‘Dat zie ik anders, Puller, echt. Je zou een geweldige man zijn, en een geweldige vader. Jij zou je kinderen leren wat goed en fout is, hoe ze binnen de regels van de wetten moeten blijven, een balletje moeten opgooien, een afgesloten kamer moeten binnenstormen, met een scherpschuttersgeweer moeten schieten, vier boeven moeten uitschakelen met een stuk touw en een stukje kauwgum. Allemaal fantastische levenslessen.’
‘Denk jij weleens aan trouwen?’
‘Eerlijk gezegd heb ik dat al eens gedaan.’
Puller trok zijn wenkbrauwen op. ‘Bedoel je dat je het hebt overwogen?’
‘Nee, Puller, ik bedoel dat ik naar het altaar ben gelopen, ringen heb uitgewisseld en door een dominee in de echt ben verbonden.’
‘Wanneer?’
‘Lang geleden. We waren allebei achttien. Hadden verkering met elkaar op high school. Het heeft twee weken geduurd. We schrokken ons dood, weet je. Ik bedoel, we wisten toen we achttien waren immers precies wie we waren en wat we met ons leven wilden? Nou, we hadden dus geen idee. Dus deden we een bookend. En lieten die vervolgens nietig verklaren. Dus er is geen bewijs dat het heeft plaatsgevonden.’
‘Deden een bookend? Wat betekent dat?’
‘Dat betekent dat we in Vegas trouwden en daar scheidden, allemaal binnen twee weken. We gaven elkaar de ring terug, ondertekenden de noodzakelijke papieren en gingen ieder ons weegs. Ik heb het mijn ouders nooit verteld. Ze dachten dat ik een voorbereidende cursus voor de universiteit volgde.
Ik had je al gezegd dat ik graag een snel leven leid. Maar de waarheid is dat ik toentertijd een brave studente was die alleen maar goeie cijfers haalde, de keuze had uit drie universiteiten en alles volgens de regels deed. Ik deed alles wat mijn ouders van me verwachtten. Ik won alle prijzen, kreeg het beste onderwijs. Maar vlak nadat ik mijn high-schooldiploma gehaald had knapte er iets in me en verloor ik mijn verstand. Zoals ik al zei duurde dat twee weken. Daarna ben ik weer verstandig geworden. Ik heb een eersteklas opleiding genoten op Amherst, terwijl ik ook mijn atletische kant ontwikkelde, behaalde een mastertitel, besloot mijn land te gaan dienen bij de geheime dienst en de rest is, zoals ze zeggen, geschiedenis.’ Ze keek hem aan. ‘Heb jij ooit zoiets gedaan?’
‘Nee.’
Ze leek teleurgesteld. ‘Jij hebt dus altijd alles volgens het boekje gedaan?’
‘Ik was een legerjoch met een vader die militair was. Dat boekje was het enige boekje dat we kenden, alles ging op de legermanier.’ Dat laatste zei hij heel grimmig.
‘Oké,’ zei ze, een beetje geschrokken door zijn toon. ‘Dan zal ik je vanaf nu “Puller-volgens-het-boekje” noemen.’
‘En hoe word jij genoemd?’ zei hij op plotseling norse toon.
Ze keken elkaar een lang, ongemakkelijk moment aan.
‘Wat bedoel je precies?’ vroeg ze.
‘Het is gewoon een vraag.’
‘Ze noemen me Veronica Knox. Oké, nu wil ik jou weer iets vragen: wat is er veranderd tussen een paar uur geleden en nu? Want drie uur geleden leek alles heel goed tussen ons te gaan. Ik heb iemand neergeschoten die het op ons gemunt had. Maar je doet zo kil en afstandelijk dat ik het gevoel krijg dat ik momenteel in Alaska ben in plaats van in North Carolina.’
‘Volgens mij ben je gewoon een beetje overgevoelig.’
‘Nee, ik ben gewoon iemand die de waarheid wil weten, Puller. Ben je bereid me die te vertellen?’
‘Ik heb nooit tegen je gelogen, Knox. En dat zal ik nooit doen ook.’
‘Dat weet ik, je bleef mij maar op mijn tekortkomingen op dat gebied wijzen en daar had je waarschijnlijk alle recht toe. Maar ik dacht dat ik inmiddels wel had bewezen dat ik volledig aan jouw kant sta. Vannacht heb ik een man doodgeschoten die ons probeerde te vermoorden. Dus nogmaals, wat is er veranderd?’
‘Ik hou wel van de manier waarop je dingen verwoordt. Je zou een roman moeten schrijven. Of een weblog.’
‘En jij zou moeten ophouden onzin uit te kramen en me eindelijk eens moeten vertellen wat er aan de hand is.’
Puller begon iets te zeggen, misschien meer dan hij zou moeten doen. Een inwendige strijd eindigde ermee dat hij opstond, op zijn horloge keek en zei: ‘We moeten naar onze afspraak met Todd Landry.’
Ze bleef aan hun tafeltje zitten terwijl hij het restaurant verliet. Knox mompelde: ‘En dan beweren ze dat vrouwen gecompliceerd zijn en mannen niet!’ Toen haalde ze haar schouders op, pakte haar jasje en liep achter hem aan.