34
Puller en Knox reden naar het huis van Susan Reynolds in Springfield, Virginia, en bleven daar in de auto zitten.
Knox keek op haar horloge. ‘Ze is ongeveer vijfendertig minuten geleden weggegaan van haar werk. Ze kan onderweg gestopt zijn. Fort Belvoir is hier niet ver vandaan.’
Puller knikte, maar zei niets. Hij keek naar het huis van Reynolds; het had twee verdiepingen en stond in een van de nieuwere, betere wijken van Springfield. ‘Wat is haar functie op Fort Belvoir?’ vroeg Puller.
‘Ze werkt bij het wmd Center, het Centrum voor de bestrijding van massavernietigingswapens.’
‘Werken die niet nauw samen met de dtra?’ vroeg Puller. Hij verwees naar het Defense Threat Reduction Agency die een bijzonder belangrijke rol speelde bij de bescherming van Amerika tegen zijn vijanden.
‘Klopt,’ zei Knox. ‘Ze zitten zelfs in het hoofdkwartier van de dtra en de dtra ondersteunt in grote mate het werk van het centrum.’
‘En hun streven is het uitroeien van massavernietigingswapens?’
‘In elk geval wel van de massavernietigingswapens van de vijand.’
‘Is je iets opgevallen in haar personeelsdossier?’ vroeg hij.
‘Nee. Ongeveer in de tijd van het proces tegen je broer ging zij naar een andere stratcom-afdeling op luchtmachtbasis Bolling en daarvandaan ging ze naar het Centrum. Maar er moet wel iets zijn, als ze heeft gelogen over wat je broer heeft gedaan.’
‘Nou, dat zullen we snel genoeg weten, want ze komt eraan.’
Een nieuw model Lexus stopte op de oprit van Reynolds’ huis. Een lange, fitte, knappe vrouw van begin vijftig met een dikke bos blond haar stapte uit de auto met een aktetas en een plastic zak vol boodschappen.
Puller wist uit haar dossier dat ze twee volwassen kinderen had die niet meer thuis woonden.
Ze liep naar het trapje voor haar huis en tegen de tijd dat ze daar was, waren Puller en Knox al bij haar.
‘Waar gaat dit over?’ vroeg ze toen zij haar hun creds lieten zien.
‘Robert Puller,’ zei Puller kortaf, en hij keek vervolgens aandachtig naar Reynolds om te zien hoe ze hierop reageerde. Maar ze keek alleen maar naar hem op. Toen ze jong was, was ze vast en zeker een schoonheid geweest, dacht Puller.
Ze was nog steeds heel knap en haar lange, slanke lichaam was indrukwekkend. Ze was goed in vorm gebleven. ‘Ik hoorde dat hij uit de DB is ontsnapt. Zijn jullie bang dat hij me komt opzoeken, omdat ik tegen hem heb getuigd?’
Puller keek haar nog een keer onderzoekend aan, waardoor zijn mening over de vrouw veranderde: ze zou niet gemakkelijk instorten en bekennen. Ze had waarschijnlijk wel verwacht dat ze bezoek zou krijgen nadat zijn broer uit de DB was ontsnapt, en ze was er klaar voor.
‘Kunnen we dit binnen bespreken?’ vroeg Puller.
‘Dat is goed.’ Reynolds keek naar Knox. ‘inscom? Dus u werkt ook voor Fort Belvoir?’
‘Ja, maar ik werk niet vanuit het Fort. En ik heb niet echt iets te maken met het Centrum en de dtra.’
Reynolds knikte. ‘Ik begrijp het. De kans is ook erg klein dat ik u daar tegenkom. Het is enorm groot daar.’
Ze deed de voordeur van het slot. Het huis had een alarminstallatie en ze zorgde ervoor dat haar bezoek niet kon zien met welke code ze deze uitschakelde. ‘Ik moet de boodschappen even in de koelkast zetten. Willen jullie een paar minuten wachten?’
‘Ik heb een beter idee,’ zei Puller. ‘Ik help u even, terwijl mijn partner haar aantekeningen doorneemt.’
Knox liep naar de woonkamer en pakte haar schrijfblok en Puller liep door een korte gang achter Reynolds aan naar de grote keuken.
‘cid?’ vroeg Reynolds. ‘Ik neem aan dat u de ontsnapping onderzoekt. Maar Puller zat bij de luchtmacht.’
‘DB is een legergevangenis.’
‘Ik zag dat jullie dezelfde achternaam hebben.’
‘Er zijn heel veel mensen die Puller heten,’ antwoordde Puller naar waarheid. Langzaam haalde hij de boodschappen uit de tas en gaf ze een voor een aan haar. Hij nam er alle tijd voor. ‘Houdt u van uw werk bij het Centrum?’ vroeg hij.
‘Het is uitdagend. En welk doel zou belangrijker kunnen zijn? Alle massavernietigingswapens uit handen van terroristen zien te krijgen.’
‘Of voorkomen dat ze die in handen krijgen.’
‘Ja, dat zou nóg beter zijn.’
‘Hoe goed kende u Robert Puller?’
‘Niet goed. Ik bedoel, we werkten allebei in dat gebouw in Kansas City toen dat nog open was. Inmiddels hebben ze alles naar Offutt verplaatst.’
‘Wat vond u van hem?’
‘Hij was ongelofelijk slim en toegewijd. Iedereen wist dat hij de organisatie in de toekomst zou gaan leiden. Daarom is het ook des te ongelofelijker dat hij deed wat hij heeft gedaan.’
‘Schulden door internetgokken.’
Reynolds zette de laatste boodschappen in de koelkast en deed de deur dicht. ‘Ja, dat bleek tijdens het proces. Ik denk dat een verslaving je kan ruïneren. Bij hem was dat in elk geval wel zo. Heel triest allemaal. Het was heel moeilijk om hem te vervangen.’
‘U hebt verklaard dat u hebt gezien dat hij iets overzette op een dvd.’
‘Dat klopt.’
‘En dat is verboden bij stratcom?’
‘Absoluut.’
‘Hoe controleren ze dat soort dingen?’
‘Nou, ze maken het moeilijk om dat soort dingen te doen. Net als bij de dtra kunnen we op onze computers de usb-poort niet gebruiken, dus er kunnen geen gegevens op die manier worden gestolen. Maar je kunt wel een dvd gebruiken, zoals Robert deed. Die moeten we wel kunnen gebruiken om ons werk te kunnen doen. De beste beveiliging is je personeel doorlichten en uitzoeken of ze niet voor de andere kant werken, want het risico dat iemand gevoelige informatie steelt is niet helemaal uit te sluiten. Kijk maar naar Snowden. Ze fouilleren steekproefsgewijs en er zijn scanners, maar als je een badge draagt hoef je niet door de scanner. Ik vermoed dat ze ook nog andere veiligheidsmaatregelen hebben genomen waar wij niets van weten, voor het geval we een verrader in ons midden hebben.’
‘Dus hij wist dat waarschijnlijk ook en durfde de dvd niet gewoon in zijn zak te steken in de hoop dat hij ermee weg zou komen. Hoe kreeg hij dat ding naar buiten op de dag dat u hem zag?’
‘Hij zette het brandalarm in werking, waarna het gebouw geëvacueerd werd. En zoals u zich wel kunt voorstellen was er toen geen gelegenheid iedereen te controleren. Ik neem aan dat de mogelijkheid van een brand alle geheime maatregelen tenietdeed.’
‘Maar u hebt wel gerapporteerd wat u zag?’
‘Meteen. Tegen de tijd dat de bewaking er was, was het brandalarm al afgegaan. Ze pakten hem buiten op en vonden de dvd in zijn zak.’
‘Is hij toen meteen gearresteerd?’
‘Ja. Daarna is hij onder persoonlijke borgtocht vrijgelaten, maar toen werd gemeld dat hij eerder was gezien in gezelschap van iemand die een spion van de Iraanse regering bleek te zijn. En daarna werd Puller gevangengezet tot zijn krijgsraadproces begon.’
‘Hoeveel tijd zat daartussen?’
‘Dat weet ik niet zeker, niet heel lang. Een week misschien.’
‘Het verbaast me dat ze hem niet meteen gevangennamen nadat ze die dvd in zijn zak hadden gevonden.’
‘Mij ook, maar misschien had hij hen overgehaald, hij kon heel overtuigend zijn.’
‘U zei dat u hem niet goed kende.’
‘Dat is ook zo, maar bij stratcom heb ik verschillende presentaties van hem bijgewoond. Hij kon dingen helder verwoorden, was een indrukwekkende spreker en had een antwoord op elke vraag. Waarschijnlijk doordat hij slimmer was dan alle andere aanwezigen.’
Puller had aantekeningen gemaakt. Hij klikte een paar keer met zijn pen en dacht na over haar laatste uitspraak. Had hij iets van jaloezie gehoord?
‘Is u hier iets ongebruikelijks opgevallen?’ vroeg hij.
‘Bedoelt u of ik Robert Puller in mijn achtertuin heb zien rondhangen? Nee, en ik betwijfel of ik daar belangrijk genoeg voor ben. Het was ongelofelijk dat hij uit DB heeft kunnen ontsnappen. Ik zou denken dat hij allang het land uit is.’
‘Best riskant, dat hij een ontmoeting had met een Iraanse spion.’
‘Misschien moeten we nu weer naar uw partner gaan. Ze zal zich wel afvragen wat er met ons is gebeurd.’
Puller liep voor haar uit door de gang.
Knox zat in een stoel bij de open haard en keek met een ondoorgrondelijke blik naar Puller. ‘Mooi huis, echt waar,’ zei ze tegen Reynolds. ‘Vooral de ruimte en de inrichting.’
‘Bedankt. Dit is ook een leuke buurt. Heel veel interessante mensen met allerlei verschillende beroepen.’
Knox wees naar een aantal foto’s op een tafel tegen de muur. ‘Bent u dat?’
Reynolds knikte en glimlachte. ‘Toen zat ik in het olympische biatlonteam.’
‘Skiën en schieten?’ vroeg Puller.
‘Klopt.’
‘Hoe hebt u het gedaan?’
De glimlach veranderde in een frons. ‘Ik heb uiteindelijk niet meegedaan. Medisch probleem.’
‘Zal wel een grote teleurstelling zijn geweest,’ zei Knox.
‘Ach, wat is het leven zonder teleurstellingen? Het maakt je sterker.’
Knox wees naar een andere foto. ‘Uw kinderen?’
Reynolds knikte. ‘Mijn zoon is advocaat en mijn dochter heeft een kledingwinkel.’
‘U was nog jong zeker, toen u ze kreeg?’ vroeg Puller.
‘Adam en ik leerden elkaar op college kennen en trouwden in ons eerste jaar op de universiteit.’
‘Ik zie geen foto van hem,’ zei Knox.
‘Hij is bijna twintig jaar geleden omgekomen bij een auto-ongeluk; de dader is doorgereden,’ zei Reynolds op harde toon. ‘Ik kan er niet tegen om zijn gezicht te zien.’
‘Hebben ze de dader ooit gevonden?’ vroeg Puller.
Reynolds schudde haar hoofd. ‘Ik was toen voor een opdracht in het buitenland. Adam was fbi-agent, en een verdomd goede ook. Hij was in D.C. bezig met een zaak die te maken had met een drugskartel. Ik denk dat die klootzakken erachter zaten, maar het Bureau dacht dat het gewoon een ongeluk was.’
‘Had u bewijzen van het tegendeel?’ vroeg Knox.
Reynolds zei: ‘Het is al heel lang geleden, dus wat maakt het uit? Niets kan hem nog terugbrengen.’
‘Sorry,’ zei Knox. Toen wees ze naar een andere foto. Die was veel ouder, en zwart-wit. ‘Bent u dat?’
Puller keek ernaar. Hij zag een oudere man die verkleed was als goochelaar, compleet met hoge hoed en jacquet. In zijn ene hand had hij een toverstokje en in zijn andere een lange doek. Naast hem stond een lang, slank tienermeisje.
Reynolds knikte. ‘Mijn vader was een professionele goochelaar. Ik was zijn assistente. Hij was echt goed en heeft me veel geleerd. Geweldige man. Ik mis hem. Hij is tien jaar geleden gestorven aan kanker.’ Bruusk vroeg ze: ‘Goed, kan ik verder nog iets voor jullie doen?’
Puller keek naar Knox en zei: ‘Tijdens het opbergen van de boodschappen heeft mevrouw Reynolds mijn vragen beantwoord, dus volgens mij zijn we klaar.’ Tegen Reynolds zei hij: ‘Als u iets verdachts ziet, willen we graag dat u ons belt,’ en hij gaf haar zijn kaartje.
Ze keek naar het kaartje en keek daarna naar Puller: ‘Weet u, ik kan heel goed op mezelf passen. Als ik aan de Olympische Spelen had meegedaan, was ik zeker geweest van brons en had ik met een beetje geluk goud gehaald. Ik heb heel veel vuurwapens en weet hoe ik ze moet gebruiken. Ik ging vaak met Adam mee naar de schietbaan van de fbi en schoot altijd raak, ik schoot nooit mis. En ondanks mijn leeftijd heb ik nog altijd geen bril nodig, wat de artsen opmerkelijk vinden, maar wat volgens mij gewoon een kwestie van geluk is. Dus als iemand bij me inbreekt, betwijfel ik of hij weer naar buiten kan wandelen. Ik hou altijd stand, en ik schiet nooit mis.’
Puller bleef haar lang aankijken en knikte toen. ‘Dat geloof ik graag. Een fijne dag nog.’
Knox en hij vertrokken en stapten in hun auto.
Puller startte de motor echter niet, maar bleef naar haar huis kijken. ‘Heb je iets gevonden toen ik met haar in de keuken was?’
‘Een .45 Smith and Wesson verstopt in de boekenkast. De ramen zijn ook aangesloten op het alarm, en overal zitten bewegingsmelders. Er zit een grote vloerkluis in haar slaapkamer, dat is de eerste deur rechts in de grote hal. Hij zit op slot, maar ik neem aan dat ze haar geweren en andere pistolen daar bewaart. En misschien alle cóóle prijzen die ze met schieten heeft gewonnen.’
‘Je hebt veel bekeken in die korte tijd.’
‘Ik doe mijn best.’
‘Nog meer?’
‘Geen harde bewijzen.’
‘Misschien kijken we er wel naar,’ zei hij.
‘Wat bedoel je?’
‘Ze kwam uit Kansas City,’ zei hij. ‘En ging naar Bolling in Anacostia.’
‘Ja.’
‘Het leven hier is veel duurder. De kosten van levensonderhoud in Kansas zijn veel lager dan hier. Hoeveel denk je dat dat huis heeft gekost?’
Knox keek aandachtig naar de woning en daarna naar de huizen eromheen.
‘Meer dan een miljoen.’
‘Dacht ik ook. En die vrij nieuwe luxe Lexus heeft haar vermoedelijk zo’n 70.000 dollar gekost, of meer.’
‘En ze heeft twee kinderen en een echtgenoot die is overleden toen ze nog heel jong waren. Wat betekent dat zij de enige kostwinner was.’
‘Jij hebt haar dossier bekeken. Wat verdiende ze een jaar of twintig geleden?’
‘Ongeveer 30.000 dollar per jaar,’ antwoordde Knox.
‘En college en een rechtenstudie zijn niet goedkoop, zelfs niet als ze een studielening hebben afgesloten. Reynolds zal toch iets hebben moeten bijdragen.’
‘Maar als ze is betaald voor haar getuigenverklaring, het is nog maar iets meer dan twee jaar geleden...’
‘Dat is zo, maar ik vraag me af hoeveel schulden ze nog heeft. Helemaal niets meer?’
‘En nu woont ze in een huis van een miljoen en rijdt ze in een dure auto.’
‘Hoeveel verdient ze nu?’
‘Ik schat iets meer dan 100.000 dollar per jaar, plus toeslagen.’
‘Het klopt gewoon niet.’
‘Nee, vind ik ook.’
‘Maar ik neem aan dat de overheid dit soort dingen controleert.’
‘Misschien niet. Kijk maar naar de cia en Aldrich Ames. Hij had een groot huis en luxe auto’s die hij met zijn salaris nooit kon betalen.’ Ze zweeg even. ‘Misschien heeft ze geld geërfd.’
‘Je zag dat ze ons op het laatst gewoon bedreigde. Ze heeft vuurwapens en ze weet hoe ze die moet gebruiken? Je komt binnen maar wandelt niet meer naar buiten? Ik denk dat ze wist dat je haar huis doorzocht toen wij in de keuken waren. En ze was vriendelijk, veel te vriendelijk voor een bezoek als het onze. Het was alsof ze ons verwachtte.’
‘Ik zweer dat ik het aan niemand heb verteld, Puller.’
‘Dat weet ik. Dus als zij is gewaarschuwd, geldt dat ook voor die andere getuige.’
‘Wil je hem nog steeds spreken?’
‘Verdomme, ja. Hij is misschien minder goed voorbereid dan Reynolds was.’
Pullers telefoon piepte, niet één maar twee keer. Hij controleerde zijn e-mails.
‘Iets nuttigs?’ vroeg Knox.
‘Misschien wel de Heilige Graal.’
‘Wat is het dan?’
‘De transcriptie van het krijgsraadproces. Schindler schijnt dus écht veel macht te hebben. En dat is nog niet alles.’
‘Wat nog meer?’
‘De lijkschouwer van Leavenworth. Hij heeft de toxicologie-uitslagen binnen van die dode man.’
‘En?’
‘En hij komt uit Oekraïne. Of daar is hij tenminste onlangs nog geweest.’
‘Ik wist niet dat ze hier aan isotopenonderzoek deden.’
‘Hij zei dat we geluk hebben gehad.’
‘Waarom?’
‘De man kwam uit Tsjernobyl. Kennelijk is de toxicologische signatuur door die kernramp van al die jaren geleden absoluut uniek, door besmetting van het water en de lucht.’
‘Gelukkig voor ons, maar niet zo gelukkig voor al die arme mensen die daar moeten wonen. Oekraïne dus? Geholpen door een officier uit Kroatië die Ivo Mesic heet?’
‘Zou niet vreemd zijn. Oekraïne was deel van de Sovjet-Unie. En Kroatië was deel van het communistische Joegoslavië.’
‘Dus het grote rode monster is weer aan het brullen?’
‘Had je soms gedacht dat ze stiekem door het donker zouden sluipen? Vooral met de man die nu aan de leiding staat; die heeft meer testosteron dan Arnold Schwarzenegger in zijn Terminator-tijd.’