69

Puller zat in een stoel en keek zijn broer aan. Hij had Robert alles verteld wat er in het Pentagon was gebeurd.

Knox zat tussen hen in op de rand van het bed. Het was donker buiten en het regende. Knox’ handen trilden een beetje. ‘Dat geluid van die verdomde regen doet me denken aan wat er vandaag in het Pentagon had kunnen gebeuren,’ zei ze.

‘Dat biohazardteam is erin geslaagd de vaten los te koppelen van de waterleiding,’ zei Puller. ‘Ze zijn nu alles aan het schoonmaken en controleren.’

‘Hebben ze die geaeroliseerde ebola echt in een op water gebaseerd biologisch wapen veranderd?’ vroeg Robert.

‘Dat weet ik niet, Bobby,’ zei Puller bezorgd en hij wreef over zijn gezicht. ‘Dat zijn ze nu aan het uitzoeken. De dreiging is voorlopig weg, maar het probleem is nog niet opgelost.’

‘Dankzij Reynolds en Bok,’ zei Robert.

Knox zei: ‘Iedereen is naar hen op zoek. Ze zullen zich niet lang verborgen kunnen houden.’

‘Wees daar maar niet té zeker van,’ zei Puller waarschuwend. ‘Tot nu toe hebben ze zo ongeveer alles kunnen doen wat ze wilden.’

‘Behalve iedereen in het Pentagon vermoorden,’ zei ze.

‘Waar zitten ze, denk je?’ vroeg Robert.

‘Ach, volgens mij zijn het geen types die weglopen voor een gevecht, vooral niet nu we hun plan hebben verijdeld,’ zei Puller.

‘Dus blijven ze in de buurt en proberen ze iets anders. Een plan B?’

Puller haalde zijn schouders op. ‘Dat is de vraag.’ Hij zweeg en keek ernstig naar zijn broer. ‘Het is tijd, Bobby.’

‘Waarvoor?’ vroeg Knox snel.

‘Om mezelf aan te geven,’ zei Robert zacht.

Knox keek Puller vol ongeloof aan. ‘Wat? Ben je gek geworden?’

Puller zei: ‘Het kan niet anders, Knox.’

Ze stond op. ‘Hoor nou eens wat je zegt. We hebben nog steeds geen bewijzen voor zijn onschuld. Ze brengen hem meteen terug naar DB, en deze keer zal hij niet kunnen ontsnappen.’

‘Mijn broer heeft gelijk,’ zei Robert.

‘Je loopt dus gewoon naar binnen en geeft je over?’

‘Nee, dat ook weer niet,’ zei Puller. ‘Eerst moet er nog iets gebeuren.’

‘Wat dan?’ vroeg Knox.

‘Je stelt wel heel veel vragen,’ zei Puller.

‘Dat doe ik meestal als ik geen antwoorden krijg!’ snauwde ze.

Robert vroeg: ‘Hoe wil je dit aanpakken, Junior?’

Puller stond op. ‘Ik heb nog wat tijd nodig om alle puzzelstukjes in elkaar te passen. Hou je haaks.’

Knox stond ook op. ‘Ik ga met je mee.’

‘Dat hoeft niet,’ zei hij.

‘Dat snap ik ook wel, maar ik wíl met je mee.’

‘Ik kan een goed woordje doen voor mijn broer.’

Ze glimlachte ernstig. ‘Ik zei ook niet dat je dat niet kon. Maar het is altijd beter als je iemand bij je hebt die beide kanten van een zaak kan bepleiten. En volgens mij kan ik dat.’

‘Je bedoelt liegen,’ zei Puller.

‘Ik bedoel het aanvoeren van de beste feiten of bijna-feiten die noodzakelijk zijn.’ Ze liet haar autosleutels zien. ‘Kom mee.’

 

Na wat er in het Pentagon was gebeurd, ontving Rinehart hen meteen. Puller was twintig minuten aan het woord, daarna Knox ook nog eens vijf.

Rinehart zei niets. Hij zat in zijn stoel, met zijn grote handen gevouwen op zijn bureau.

Knox keek een paar keer naar Puller, maar hij hield zijn blik op Rine­hart gericht.

Ten slotte schraapte de driesterrengeneraal zijn keel en zei: ‘Ik kan niet zeggen dat ik goedkeur wat u hebt gedaan, want dat is niet zo. U had bevel Robert Puller te arresteren, niet om met hem samen te werken. Dat bevel hebt u genegeerd.’

‘Dat klopt, meneer.’

‘Daarvoor zou u voor de krijgsraad gesleept kunnen worden. En voor het onderdak verlenen aan een vluchteling zou u naar DB gestuurd kunnen worden.’

‘Dat is zo, meneer.’

‘Waar is hij?’

‘In een motel in Virginia.’

‘En u zei dat hij u heeft geholpen?’

‘Hij was degene die dacht dat het Pentagon het doelwit was. Maar voor hem...’

Rinehart viel hem in de rede: ‘Dan was het virus vrijgekomen en zouden duizenden mensen zijn gestorven. Dan zou de militaire leiding van dit land zijn gedecimeerd.’

‘Klopt allemaal,’ zei Knox, en ze wierp een gespannen blik naar beide mannen. ‘Volgens mij heeft hij voor zichzelf meer dan verzachtende omstandigheden gecreëerd.’

‘Het gaat niet om verzachtende omstandigheden!’ snauwde Rinehart. ‘Het gaat om de wet.’ Hij keek Puller aan. ‘U moet hem arresteren. Nu.’

‘Dat zal ik doen, onder één voorwaarde.’

Rinehart keek hem woedend aan. ‘U bent niet in de positie om voorwaarden te stellen, Puller.’

‘Eén voorwaarde.’

‘Ik weet wat u hebt gedaan, soldaat. U hebt uw leven geriskeerd om levens te redden. Maar u balanceert gevaarlijk dicht bij de rand.’

‘U moet mijn broer bescherming bieden.’

‘Bescherming?’

‘Hij kan niet terug naar DB. Nog niet.’

Knox zei: ‘Ze lopen nog altijd vrij rond, meneer. Reynolds en Bok en god mag weten wie nog meer. Ze zijn het Pentagon binnengekomen. Zo te zien hebben ze overal spionnen, dus zullen ze weten dat Robert Puller hun plan heeft verijdeld.’

‘Ja, maar jullie ook. Als hij bescherming nodig heeft, dan geldt dat ook voor jullie.’

Knox keek naar Puller. ‘Dat is misschien niet eens zo’n slecht idee, tenminste voor een tijdje.’

‘En hoe zit het met Reynolds en Bok?’

‘We zullen hen vinden, Puller,’ zei Rinehart. ‘We hebben duizenden agenten op pad gestuurd. We hebben elke mogelijke manier om dit land uit en in te komen gedekt. Ze kunnen niet ontsnappen.’ Hij zweeg even. ‘Ik zal zelf ook een voorwaarde stellen: jullie worden samen met Robert Puller beschermd. Op die manier zijn jullie in veiligheid en hebben wij de tijd deze zaak op te lossen. Jullie hebben al genoeg gedaan.’

‘Dat bevalt me niet,’ zei Puller. ‘Ik ben deze mensen iets verschuldigd, meneer. Ik ben hen een tegenaanval verschuldigd, met alles wat ik heb.’

‘Dat begrijp ik, soldaat. Maar deze drie sterren op mijn schouders betekenen dat mijn mening veel zwaarder weegt dan die van u. En u gaat op non-actief. Omdat ik dat beveel. En ik ben niet van plan dat nog een keer te zeggen. Hebt u dat begrepen?’

Toen Puller dit niet beaamde, pakte Knox hem bij de arm. ‘Puller, dit is de enige manier. Je hebt geen keus. Je kunt nu niet alles weggooien. Daar heb je te hard voor gevochten.’

Puller sloeg even zijn blik neer en keek vervolgens weer naar Rinehart. ‘Ik begrijp het, meneer.’

De ontsnapping
546a7df21469d6.html
546a7df21469d7.html
546a7df21469d8.html
546a7df21469d9.html
546a7df21469d10.html
546a7df21469d11.html
546a7df21469d12.html
546a7df21469d13.html
546a7df21469d14.html
546a7df21469d15.html
546a7df21469d16.html
546a7df21469d17.html
546a7df21469d18.html
546a7df21469d19.html
546a7df21469d20.html
546a7df21469d21.html
546a7df21469d22.html
546a7df21469d23.html
546a7df21469d24.html
546a7df21469d25.html
546a7df21469d26.html
546a7df21469d27.html
546a7df21469d28.html
546a7df21469d29.html
546a7df21469d30.html
546a7df21469d31.html
546a7df21469d32.html
546a7df21469d33.html
546a7df21469d34.html
546a7df21469d35.html
546a7df21469d36.html
546a7df21469d37.html
546a7df21469d38.html
546a7df21469d39.html
546a7df21469d40.html
546a7df21469d41.html
546a7df21469d42.html
546a7df21469d43.html
546a7df21469d44.html
546a7df21469d45.html
546a7df21469d46.html
546a7df21469d47.html
546a7df21469d48.html
546a7df21469d49.html
546a7df21469d50.html
546a7df21469d51.html
546a7df21469d52.html
546a7df21469d53.html
546a7df21469d54.html
546a7df21469d55.html
546a7df21469d56.html
546a7df21469d57.html
546a7df21469d58.html
546a7df21469d59.html
546a7df21469d60.html
546a7df21469d61.html
546a7df21469d62.html
546a7df21469d63.html
546a7df21469d64.html
546a7df21469d65.html
546a7df21469d66.html
546a7df21469d67.html
546a7df21469d68.html
546a7df21469d69.html
546a7df21469d70.html
546a7df21469d71.html
546a7df21469d72.html
546a7df21469d73.html
546a7df21469d74.html
546a7df21469d75.html
546a7df21469d76.html
546a7df21469d77.html
546a7df21469d78.html
546a7df21469d79.html
546a7df21469d80.html
546a7df21469d81.html
546a7df21469d82.html
546a7df21469d83.html
546a7df21469d84.html
546a7df21469d85.html
546a7df21469d86.html
546a7df21469d87.html
546a7df21469d88.xhtml